Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMEE
A°. 1893
«WEEKBLAD VOOK NEDEELAND
Pit nommer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van it Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amster^
Singel büde Vijzelstraat, 542. ^
Zondag 2 April
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65
Voor Indiëper jaar mail, 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12'
Advertentiën van 1?5 regels /'l.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel 0.40
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Een oordeel over de
arbeidersbeweging, door Z. v. d. B. FEUIL
LETON: De Gloria-broek, naar het Duitsch van
Ernst von Wolzogen. (Slot). TOONEEL EN
MUZIEK: Het tooneel, door H. J. M. Muziek
in de hoofdstad, door Van Milligen.
Aanteekeningen Schilderkunst, door V. KUNST EN
LETTEREN: Vergelijkende litteratuur-geschiede
nis en mythologie. I. WETENSCHAP.
SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e.
ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES.
UIT Dr. GANNEF's STUDEERKAMER.
PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVER
TENTIËN.
iuuiiintniiiiniHiHinuiimniiHntimimitiiiiitiiiiiiiiiiuuiiuiHUiuii
Van de tijdelijke rust, die het
Paaschreces der vertegenwoordigingen pleegt te
brengen in het politieke leven, is noch in
Frankrijk, noch in Duitschland, noch in
Engeland veel te bespeuren.
Voor Frankrijk brengt het Paaschfeest
weder eene ministerieele crisis, en het land
zal zich gelukkig mogen rekenen, wanneer
daarmede het -voorlaatste bedrijf van het
Panama-draina is afgesloten. Het laatste
bedrijf zullen waarschijnlijk de algemeene
verkiezingen vormen, die bezwaarlijk tot
den officieelen datum van September kun
nen worden uitgesteld en die eene gedis
crediteerde Kamer door eene nieuwe moeten
vervangen. Intusschen was de
Panamaquaestie niet de rechtstreeksche oorzaak,
althans niet de aanleiding tot den val van
het ministerie-Ribot. Deze aanleiding was
een niet ongewoon, men zou haast kunnen
zeggen een chronisch conflict tusschen de
Kamer en den Senaat. Dit laatste lichaam
had eerst eenige dagen geleden, dus meer
dan drie maanden te laat, de begrooting van
de Kamer ontvangen, zoodat reeds drie
douzièmes provisoires noodig waren geworden,
en nu verlangde men van den Senaat, dat
deze de geheele begrooting in enkele dagen
zou behandelen en wat de hoofdzaak
was onveranderd zou goedkeuren. De
Senaat, die er aan gewoon is geraakt een
vijfde rad aan den wagen te worden genoemd,
was juist in den laatsten tijd wel eenigszins
verwend geraakt door welmeenende, maar
niet geheel onbevooroordeelde lofredenaars,
die het achtbaar lichaam roemden als het
bolwerk van Frankrijk's vrijheden en het
laatste toevluchtsoord van politieke eerlijk
heid. Zoo laat het zich verklaren, dat de
iliiiiiiHliiimiilliiiimtiiiiiiiuniitimwiiittiiiiittimmilimiiilin
Illlllillllllllllllllllllllllllllllll
DE GLORIA-BROEK.
Een dmysgeschiedenis uit den goeden ouden tijd.
NAAR HET DUITSCH,
5) VAN
ERNST VON WOLZOGEN.
(Slot).
Daar braken de vier kleinsten, alsof ze
't hadden afgesproken, eensklaps in een jam
merlijk angstgehuil uit en moesten met
gezwinden pas de kamer uitgezet worden.
Den inspecteur begon het ook wee om het
hart te worden. Hij stond op en vroeg met
zwakke stem om een glas water; hij vreesde
te veel van zijn maag gevergd te hebben en
smeekte om verontschuldiging, dat hij zich
niet bij machte gevoelde dit «smakelijk ge
recht" de zoo wel verdiende eer aan te doen.
En met een laatsten walgenden blik op den
smakelijken schotel verliet hij met den
teleurgestelden Kannepich het tooneel van den
gruweliiken feestdisch.
Moeder, Doortje en Meeltje bleven alleen
zitten. En alle drie staarden zij het bekranste
monster aan en zuchtten diep.
Na het middagmaal begaven dominee en
Senatoren, die binnen enkele dagen n van
Jules Ferry en van Challemel-Lacour had
den vernomen, hoe hoogst belangrijk hunne
taak was en hoe zij eigenlijk geroepen waren
om Frankrijk te redden, minder dan ooit
geneigd waren om de financieele handighe
den van de Kamer en de
begrootingscommissie voor wijze en verstandige maatregelen
te houden. Noch de beursbelasting, noch de
wijziging der patentbelasting vond genade
in de oogen der senatoren, en evenmin
konden zij zich vereenigen met de belasting
op de velocipèdes, de piano's en de livereieh.
Wat de Senaat op de begrooting schrapte,
zou een tekort van niet minder dan 40
millioeii veroorzaken, zeide de minister van
financiën Tirard; maar de Senaat vond, dat
de Kamer dan maar wat anders bedenken
moest. Zoo kwam de gekortwiekte begrooting
weer bij de Kamer terug, en deze toonde
zich ongeneigd tot eenige transactie. Het
baatte niet of de ministers al aandrongen
op een compromis; de commissie van rap
porteurs vereenigde zich met het voorstel
van den heer Lockroy om de begrooting
in haren oorspronkelijken vorm weer aan
den Senaat terug te zenden.
De Kamer dacht er evenzoo over; alleen
offerde zij, voor den vorm, de belasting op
de velocipèdes op, misschien wel omdat
de minister van oorlog, generaal Loizillon,
de Parijzenaars in het algemeen en zijn
collega's-cavaleristen in het bijzonder ver
baast door zich in de straten der hoofdstad
op zulk een voertuig te vertoonen. Had
.nu het ministerie zich niet met het conflict be
moeid, dan zou, naar alle pr cedenten te
te oordeelen, de Senaat hoogstwaarschijnlijk
hebben toegegeven. Maar de heeren Ixibot
en Tirard stelden naar aanleiding van dit
Kamervotum de quaestie van vertrouwen en
werden door eene meerderheid, tot welke ook
de rechterzijde en de Boulangisten behoorden,
in het ongelijk gesteld. Het geheele ministerie
nam daarop zijn ontslag.
Denkelijk is het den heer Ribot en zijn col
lega's gewenscht voorgekomen, op eenigszins
fatsoenlijke wijze van het tooneel te verdwij
nen. Want de positie van het ministerie
werd van dag tot dag zwakker. Ken laatste
stoot is aan zijn prestige toegebracht door
den heer Andrieux, die voor de commissie
van enquête verklaarde, dat hij, als men
een commissaris van politie en een mandaat
tot inhechtenisneming tot zijne beschikking
stelde, den voor de regeering onvindbaren
Arton binnen acht dagen zou uitleveren. De
regeering, die drie maanden heeft gezocht (r1)
nam dit zonderling aanbod aan. Voorzeker
eene bedenkelijke bekentenis van onmacht.
Maar had zij het aanbod geweigerd, dan
had zij zich blootgesteld aan de nog veel
bedenkelijker beschuldiging, dat zij Arton
niet wilde vinden. In elk geval, als Arton
de inspecteur zich al spoedig op weg naar de
bijkerk. Kannepich verstoutte zich niet, de
rampzalige modice nogmaals met een enkel
woord aan te roeren. Was hij mislukt of'had
er iets aan het recept gehaperd ? In den grond
zijner ziel ontkiemde wel een flauw vermoe
den, dat de proponent hem een poets kon
hebben gebakken, maar van zooveel licht
zinnigheid durfde hij den jongen man niet
verdenken en hij drong dus die gedachte
met geweld terug. Dokter Schneckenfett was
in het begin ook niet spraakzaam, maar de
genotvolle wandeling, langs den goed
onderhouden bergweg, die bij elke honderd
schreden nieuwe prachtige vergezichten, don
kergroene dennewouden en zonnige dalen
opende, bracht zijn goede luim spoedig terug,
en tevens ontdekte hij tot zijn vreugde in
zijn begeleider een man, die een open oog
voor de schoonheden der natuur van zijn
geboorteland had en alle wegen en paden
van zijn bergen op zijn duimpje kende. Daar
de catechisatie in de bijkerk hem gelukkig
ook nog al meeviel, namen de beide geeste
lijke heeren in recht opgewekte siemming
den terugtocht aan, want daar de inspecteur
een onvermoeide looper was, bedankte hij
voor het aangeboden rijtuig, om den schoonen
weg liever nogmaals te voet af te leggen.
Het schemerde reeds sterk, toen zij tehuis
kwamen. Bij het binnenkomen in de huiska
mer wachtte den gast een nieuwe verrassing.
De domineesche en haar zes dochtertjes
zanu wordt gevonden, zal het ministerie-Ribot
reeds tot het verleden behooren.
Van do zenuwachtigheid der regeering ge
tuigt ook het bevel tot uitzetting van den
correspondent van het Berliner Tageblatt,
den heer Otto Brandes. Voorwendsel hiertoe
was eene mededeeling in het bedoelde biad
omtrent den zoon van den president der
republiek; de jonge Carnot zou, naar men
bsweerde, van de Panama-maatschappij of
van De Reinach een half millioen francs
hebben ontvangen, en de groote X zijn, voor
wien men eerst baron De Mohrenheim, den
Russischen gezant, had aangezien. Het be
richt was in 't geheel niet door Brandes ver
zonden, maar door het Berliner Tageblatt,
met vermelding van bron, uit een ander
Duitsch blad overgenomen. Dat wist men te
Parijs, maar men liet zich door deze weten
schap niet weerhouden van het straffen van
een onschuldige. Erger nog, de regeering
verhinderde niet, dat Brandes en zijn gezin
bij hun vertrek door een troep kwajongens
en kwaadwillifijen werden mishandeld.
Het laat zich begrijpen, dat dit incident
in DuHschlarid kwaad bloed heeft gezet.
Eene andere vraag is het, of de Duitsche
l regeering er heel rouwig om zal zijn. De
Kiilnische Zeituny, die als gewoonlijk
voorpostendienst doet, brengt Bismarck's woorden
over het »wilde volk" in herinnering. Dat
geschetter heeft niet veel te beduiden,
maar van meer beteekenis is een geharnast
artikel van de Norddfutsche Allgemeine Zeituny
die tegenwoordig officieuser is dan ooit te
voren. Onwillekeurig vraagt men zich af,
of de uiival van dit regeeringsorgaan, die
zoo geheel afwijkt van de gewone, rustige en
kalme uitingen van den heer Von Caprivi,
niet .moet dienen om propaganda te maken
voor de in groot perikel verkeerende legerwet.
Want met dit ontwerp, het kan niet ontkend
worden, staat het slecht. Zelfs het door de
naüonaal-liberalen aangeboden compromis,
dat vijf zesden van het gevraagde toestaat,
is door den heer Von Caprivi afgewezen.
Onder zulke omstandigheden is eene ver
werping in den Rijksdag waarschijnlijk, ter
wijl bij een ontbinding de kansen voor de
regeering slecht staan. Maar als men het
spook vari het chauvinisme van achter de
Vogezen kan doen oprijzen, zouden die kan
sen misschien zeer verbeteren.
De heer Gladstone heeft in de laatste
dagen herhaaldelijk gebruik gemaakt van
het recht tot sluiting der debatten, om aan
de obstructie van de oppositie een einde te
maken. Daarbij vroeg en verkreeg hij voor
de regeering de beschikking over een grooter
deel van den nationalen tijd, zoodat de be
handeling van Home AWe-ontwerp thans
waarschijnlijk zeer spoedig zal plaats hebben.
Hoe meer dit tijdstip nadert, des te grooter
wordt de verbittering der tegenstanders. Voor
nilMIIHIIIItlllllMIIIIIIIIIHMMtmilll
MtittimlHiimiimiiiMMiiiMMiiij
ten vol verwachting om de groote tafel,
waarop vijf smeerkaarsen in blankgeschuurde
koperen blakers brandden. Op den
schoorsteenrand, op de latafel, op de planken, en
overal waar nog meer een plaatsje beschik
baar was gevonden, stonden geheele rijen van
kaarsen in flesschenhalzen en andere
noodblakers gestoken. In het geheel wel een der
tig vetkaarsen, die een matig licht verspreid
den, maar liefelijk dwalmden.
»Wat zie ik! mijn lieve dames dat is
een schitterende illuminatie!' lachte de in
specteur hartelijk. »Wezenlijk al te veel eer!''
En toen schertste hij met de groote meisjes
en streelde de kleintjes over de landelijke
vlaskopjes, terwijl dominee zijn vrouw
toefluistcnie: »/ie je Hanna, dat bevalt hem.
Hij is in 7;' nopjes!"
Het avo. .eten werd opgedragen, bestaande
uit koud vleesch en salade met aardappelen,
die den gast na de verre wandeling kostelijk
smaakten. Als die smeerkaarsen maar niet
zoo ontzettend dwalmden!
De snuiter lag vlak bij zijn bord. Hij
schoof hem een paar malen naar dominee
toe, maar deze schoof hem telkens vriende
lijk lachend terug. Maar eindelijk werd het
hem toch al te erg, zoodat hij driftig den
snuiter greep en de dichtstbijzijnde kaars snoot.
Oogenblikkelijk pakte elk der kinderen zijn
licht beet en schoof het hem haastig toe. De
inspecteur zette groote oogen op over deze
zonderlinge voorkomendheid, zuchtte ietwat
het oogenblik staat de zaak voor den heer
Gladstone niet slecht, maar eene kleinigheid
kan hierin verandering brengen. Dat weet
de premier ook, en de door hem in eene
partijvergadering gehouden rede getuigde van
eene gedrukte siemming. Maar reeds den
volgenden dag beantwooidde hij in het Par
lement de aanvallen van den ht er Balfour
met eene frischheid en een gloed, die zelfs
den tegenstanders bewondering afdwong.
Waar eene partij beschikt over eene kracht
als die van den Grand Old Man, kan zelfs
het onwaarschijnlijkste waarschijnlijk worden.
miiiiiiMiHnmniiiiiiHiiiiiiimiiiiiiiiiiinmnniiniii
Eeu oordeel over de Arbeidersbeweging.
Prof. Schmoller, een der hoogst gewaardeerden
onder de Duitsche economisten der nieuwere
richting, sprak dezer dagen bij de opening der
vergadering van »der Verein für Socialpolitik"
het volgend oordeel uit over de arbeidersbeweging:
-.Onze vereeniging is in de twintig jaren van
haar bestaan steeds getrouw gebleven aan haar
program: optreden voor de verheffing der lagere
klassen. Dat doel is niet in strijd met het zoo
even geschetste pogen: de vorderingen der weten
schap te doen ingang vinden in de openbare
meening. Wel is waar konden wij daarom ons
niet identiticeeren met het klassen-b-'-ng der
arbeiders en veel minder nog met ' onzij
dige idealen en theorieën; maar v
rechtvaardigde eisenen zijn wij steed v.
gesprongen. En dat was van ' jr
oeteekenis tegenover de overgeleverde voorstellingen
der ontwikkelden en bezittenden. \Vij, wij zien toch
allen of bijna allen in de tegenwoordige
arbeidersbeweging,ook in de sociaal-dcmocratie,niet als zoo
vele anderen, slechts een ongeluk, een moeilijk
heid, iets dat men maar altijd bestrijden moet.
Neen, voor ons is deze beweging een noodzakelijk
historisch product van onze geestelijke en eco
nomische ontwikkeling. Het algemeen geworden
onderwijs, de drukpers, de noodzakelijke demo
cratische tint van al onze staats-instellingen, de
wonderen der moderne techniek en van het
modern verkeer dat alles heeft de lagere klas
sen gewekt uit do sluimering van gedachtenloos
indommelen. Ze zijn ontwaakt, ze vorderen met
recht een zekere mate van invloed, een rekenen
met hunne belangen, een grooter aandeel in de
stoffelijke en geestelijke goederen onzer beschaving.
Terecht vragen zij in selbstbewiïsster Aktion"
en met gelijke rechten deel te nemen, zoowel in
het staatsleven als het maatschappelijk leven. In
dat alles zie ik voor mij, on wel ook de meesten
van ons, geen ongeluk, neen integendeel een
ontzaglijken vooruitgang, niets minder dan een
keerpunt in de beschaving, liet begin van een
nieuw en groot tijdperk in de geschiedenis der
wereld.
Maar even duidelijk besef ik de moeilijkheden
en de gevaren van den overgang. Er is een vuur
ontstoken dat, aangewend om te werken op de
gedwongen en snoot alle vijf de kaarsen.
Daarna sloeg hij een blik in het rond op
het verspreide heir van kaarsen, welker ver
koolde pitten zich allen zijwaarts hadden
omgebogen en aldoor diepere gaten in het
afloopende vet knaagden.
;>Nu, clan moet ik mij daarover ook maar
erbarmen !" riep hij eindelijk schertsend, toen
niemand aanstalten maakte om de dieven
te verwijderen. En hij sprong schielijk op en
snoot alle vijf en twintig kaarsen.
»Zie je, Hanna; nu is hij in zijn
knollentuin!" fluisterde de eerwaarde 'Kannepich
zijn wederhelft toe en wreef zich vergenoegd
in de handen.
De tafel werd afgenomen; men verzocht
den inspecteur op de kanapee plaats te
nemen; de familie Kannepich groepeerde
zich gezellig om hem heen, luisterde aan
dachtig naar zijn wonderverhalen uit de resi
dentie en lachte plichtmatig om zijn
geestigheden. Maar die verwenschte smeerkaarsen !
Hardnekkig bleef de geheele familie het lijde
lijk aanzien, dat er de vreeselijkste dieven
aankwamen, zonder een vinger uit te steken.
De kleinsten keken voortdurend van het eene
kaarsen-bataillon naar het andere, stietten
elkaar fluisterend aan en giegelden.
»0ch. waarde collega zou u alsjeblieft, de
kaarsen niet eens snuiten ?''
»O neen, mijnheer de inspecteur; ik wil
u het gras niet voor de voeten wegmaaien ;
waarachtig niet!"