De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 2 april pagina 6

2 april 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DB 1MBT1RDAMMER, WEEKBLAD VOOK NEDERLAND. Ka. 828 Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer. (Het ai&eursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). lu den parlementairen roeiwedstrijd. (Judy). Stuurman: »Slag houden, heeren! Richt je naar den ouden heer!" De roeiers: »Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan." De raillioeiieu-oom. (Eewe geschiedenis van het geluk der dammen). Ben der rijkste grondbezitters in Gallieiëis de voormalige groenteboer Chaim Markowich in Blqdhayen. Nog voor tien jaren was Chaira Marhowich een arme drommel, die hoogstens in de wintermaanden een paar stuivers verdiende, met van dorp tot dorp te trekken en van de lioeren hazen- en kattenvellen op te koopen. Zgne vrouw zorgde ir.tusschen voor den groenten winkel. Thans is Chaim Markowich een schatrijk man, h\j bezit landerijen en boerderijen. En hij maakt , «r geen geheim van, hoe hij aan zijn rijkdom ge komen is: hij heeft van oom Lob geërfd, die daar aas de overzijde in Amerika als millionnair ge storven is. Althans Chaim heeft die geschiedenis fcoo dikwijls verteld, dat hij zelf er aan gelooft. In waarheid echter heeft Chaim zijn erfschat op eene geheel andere, veel merkwaardiger manier verworven. Lob, een broeder van Chaim's al lang overleden vader, was een woelige jongen geweest, die in zjjn vaderland geen rust had; eens nam hij zich voor naar Amerika te gaan en bleef weg. Chaim :':'; was overtuigd, dat zijn oom daar aan den overkapt een rijk man geworden was, en zijn arme bloedverwanten lang vergeten had. Op een dag echter het zal wel vijf en twintig jaar geleden zjjn kwam in Blodhayen een kleerkooper, die voorgaf uit Amerika gekomen te zijn. Chaim noodigde hem bij zich in huis en van zelf kwam het gesprek weldra op oom Lob. En de Pool, wien de landwijn uitmuntend smaakte, was zoo gedienstig Chaim te vertellen dat hij indertijd op de kaden van New-York dikwijls een schatrjjk man gezien had, die op oom Lob geleek als het eene ei op het andere. Meer had Chaim niet noodig ; het geloof aan den millioenen-oom was voortaan bij hem onuit roeibaar. Deze overtuiging trachtte hij ook an deren mede te deelen en Chaim werd langza merhand het voorwerp der jaloezie van heel Blodhayen. Men telde de jaren, die de Chaim's nog te wachten hadden, voor zij in het bezit van De onherstelbare compromis-laars. (Dik). VON BEXMJCSEN. »Zou er niets meer aan te doen zijn, baas ? Ik wou toch zoo graag . .." VON CAPHIVI. ,.Neen, beste, hier valt niets te lappen. Je moet aan een heele nieuwe laars .gelooven." van den rijken erfschat kwamen. Dan plach Chaim te zeggen : »Laat hem nog maar leven i n God's naam, wij hebben den tijd!" Eens op een dag kwam er een brief vr.n den gezant in New-York bij Chaim. Het was een dikke, zware brief en in het eerste oogenblik dacht men, dat hij volgestopt zat met papieren geld en effecten. Maar toen men hem opende, was er niets in, dan de doodacte van oom Lob. »Zoo is hij dan gestorven ?" vroeg vrouw Rebekka. «Natuurlijk, de gezant schrijft het immers!" Er volgde een korte pauze van droefheid, toen vervolgde vrouw Rebekka weer: ?Maar hij zegt toch niets van de erfenis, jou gezant ?'; »Hij weet wel, dat wij er niet op wachten. Laten wij maar geduldig zijn, hij zal ons wel een tweeden brief schrijven!" Maar er kwam geen tweede brief. En het door hoop tot nu toe rooskleurig getinte leven van Chaim veranderde allengs in droefheid en eeuwig knagenden twijfel. Op een dag zeide hij tot zijne vrouw: »Ik moest maar eens de reis over het groote water maken ! Driehonderd gulden zullen ons niet arm maken en ik zou van verdriet sterven, als ik niet wist hoe de zaken daar aan den overkant staan!" Iedereen gaf hem gelijk, het geld werd bijeengebracht en Chaim scheepte zich | in over Triest naar New-York. Op het schip gedroeg hij zich heel stil en zwijgend. Den ganschen dag slenterde hij op het dek rond, zon der tegen iemand een woord te spreken. Eerst toen het doel der reis naderde, dacht hij aan zijne erfenis, die hem naar New-York voerde, en meende dat het toch goed was den dekofticier naar zijne meening te vragen. Maar deze had wel wat anders te doen en wees hem op twee passagiers die altijd bij elkaar stonden en met niemand omgingen. »Die heeren daar zullen u de beste inlichtingen kunnen geven", zegt hij. »IIet zijn geboren New-Yorkers. zij kennen de stad als hunne vestzakjes!" Chaim was verrukt, lieden te vinden, die in New-York als thuis waren, hij verloor zo niet meer uit het oog, volgde hen stap voor stap, op het achterdek, in de eetzaal, in de rookkamer, en zocht met hen een gesprek aan te knoopen. De beide heeren echter wilden Chaim niet opmeiken; zoo dikwijls hij hen met den hoed in de hand naderde, wendden zij hem den rug toe en stieten woorden uit in eene taal die hij niet ver stond. Nieuwsgierig gemaakt door het zonderlinge gedrag van den vreemdeling, wendden de beide Amerikanen zich van hun kant tot den dekofticier om verklaring. »Een onuitstaanbare kerel!" bevestigde deze, »hij snuffelt overal rond, alsof het zijn vak was. Ik houd hem voor een detective uit Wee nen, die in de vermomming van een I'oolschen Jood een paar vluchtelingen wil opvangen. lu Weenen is namelijk weder een groote bankdiefstal voorgekomen!" Toen de beiden dat hoorden, verdwenen zij van het dek en Chaim kreeg ze in 't geheel niet meer te zien. Zelfs bij het aan land gaan scho nen zij kans gevonden te hebben om zich aan zijn blikken te onttrekken. Van den vroegen morgen tot den laten avond doorkruiste Chaim de straten van New-York, slechts van tijd tot tijd veroorloofde hij zich een voorbijganger te vragen : ->k"unt u mij niet zeggen waar het gezantschapshótel is ?" Maar wat de gevraagde in den baard bromde kon hij niet verstaan. Den volgenden dag gebeurde een van die won deren, zooals ze in reuzen steden van tijd tot tijd voorkomen. Chaim zag op de straat eender Ame rikanen van de stoomboot. Hoewel de man zich baard en haar had laten afknippen , herkende Chaim hem stellig. »Herrleben ! Herrleben!" riep Chaim vol vreugd. Toen de Amerikaan zich omwcnddc on den indringerigen man van het schip herkende, zette hij het op een loopen. Doch ditmaal was er voor hem geen ontkomen aan. Chaim klemde zich aan hem vast als aan een reddingboei. Eindelijk kon de Amerikaan niet verder, hij vluchtte in een res taurant, waarin Chaim hem terstond volgde. »Schönen guten Tag, mijnheer, kunt u mij ook zeggen " De Amerikaan werd doodsbleek ; toen zei hij in voortreffelyk Duitsch : »Stil, stil, maak geen onnoodig opzien; laten wij daar in een hoekje gaan zitten." »0ok goed,1' zegt Ghaim. De Amerikaan echter ging voort: »Ik weet waarom u naar New-York gekomen zijt. Willen wij het op een accoordje gooien ? Wilt ge u met mij verstaan?" «Waarom niet? Eerlijke lieden verstaan elk ander altijd," herneemt Chaim, in de overtuiging, dat het over de erfenis handelde. «Eerlijk of niet eerlijk ! In deze brieventasch zijn 50.000 gulden in banknoten. Als gij wilt behooren zij u en gij krijgt eene gelijke som heden avond bij uwe inscheping op de I,trin. De Istria licht dezen avond het anker naar Europa. Is het in orde?" »In orde !'' »Goed dan; de hand er op! Wij hebben elkander nooit gezien en nooit van elkander ge hoord!" Chaim dacht wel een oogenblik eraan, of hij ook de erfenis te goedkoop verkocht, maar hij had genoeg van New-York. En zoo geschiedde het, dat de wakkere Chaim Markowich 100.000 gulden erfde van oom Lob, die in een hospitaal te New-York als bedelaar gestorven is. IIMMIIIIMmilltimiHllllllltmillllllllllHIHIIIHIIIIIMIMHimillM Een poppenproces. De Deutsche uit Weenen bericht: Een fraai assortiment pop pen van allerlei soort en grootte, precies 137 in getal, ligt tegenwoordig als processtukken bij den kantonrechter in de Binnenstad. Kr is namelijk een proces tusschon de »poppendokteres" Frau Minna Dery, te Schwebe, die een fabriek voor het repareeren van poppen bezit, en eene firma in speelgoed in de provincie; deze vordert van haar OH florijnen 50 kreuzer. De tinna heeft haar name lijk l;!T stuks beschadigde poppen te repareeren gestuurd, en de dokteres zond, na genezing, de poppon en de rekening aan de firma. Tot hartverrassing kreeg zij in plaats van geld van de firma een eisch tot betaling van 08 florijnen 50 kreuzer, omdat ze al de poppen bedorven had. /e waren alle stom geworden. De 1:>7 stuks namelijk kon den, als men van onderen op oen knop drukte, »papa" en mama'' krassen, en Frau Dery heeft dit stemapparaat bij al de poppen, die zij overigens goed gerepareerd heeft, bedorven, en de firma berekent nu een halven florijn per stuk. Frau Dery wil dit niet betalen, maar vraagt honora rium, en voert aan, dat men haar van het spraak vermogen der poppen had moeten in kennis stellen, dan had zij er wel op gelet; zij had de poppen trou wens niet zoo kunnen repareeren, wanneer de ma chinerie voor het spreken, die in een houten kastje in het lijf der pop verborgen is, had moeten gespaard blijven. Er is nog geen uitspraak gedaan. De prins van Wales beeft zich dezer dagen een reeks van documenten laten toonen, die in het Engelsch Rijksarchief (1'nb'ic record o/f'i?::<:'] bewaard worden en zeer zelden voor den dag gehaald zijn. Er waren heel curicuse voorwerpen bij. Vooreerst een charter van koning Edgar, die Engeland van de wolven bevrijdde ; de tekst van het document is even helder en leesbaar alsot het de vorige week, in plaats van in !>74 geschre ven was. liet groot kadaster van Engeland (het Domesclay book) op bevel van Willem den Ver overaar opgesteld, bevat de lijst en omschrijving van alle landgoederen in Engeland met de namen van de bezitters. De Latijnsche tekst is zeer dui delijk en zeer gemakkelijk leesbaar. Het origi neel is opnieuw ingebonden, maar de omslagen, met ieder bedekt, zijn bewaard gebleven. Een tweede kadaster, uit denzelfden tijd, bevat de namen van de graafschappen die niet in het eerste staan. Een charter van koning Hendrik den Tweede vertrouwt het bewaken van het kasteel Lincoln toe aan Richf.rd de Haix; het stuk is belangrijk omdat het als getuige onderteekend is door den beroemden Thomas a Becket, die zijn naam een voudig »Tom'' schreef. Een dikke rol perkament van ongeveer 3;! centimeters breedte, maar ver scheiden meters lang, bevat de namen van alle mannen die met Hendrik den Vijfde te South hampton scheep gingen om bij Azincourt te strijden. Een stuk dat de antisemieten pleizier zou doen, is een »writ" van koning Eduard l, om een zekeren Isaiic de Canne te »doen verkoopen''. Als deze koning geld noodig had, moest altoos een Jood het ontgelden. Aandoen lijk is een ; Verhandeling over den tegenspoed" door de arme Maria Stuart; zij kon verstand hebben van het onderwerp. Er waren verscheiden brieven bij van deze koningin en eenige anderen van EHsabeth van Engeland; een groot verschil is er tusschen het fijne schrift van de Schotsche koningin en de enorme onregelmatige letters van de Virgin Queen. Een belangwekkend boekdeel bevat de ver klaringen, afgelegd door lieden die na het buskruitverraad van Guy Fawkes gearresteerd werden. De handteekening van Fawkes komt er tweemaal in voor, »Guido Fawkes"; de eene is vóór het «verhoor" geschreven, de andere er na; het verschil tusschen beide is groot: de eerste is met vaste fraaie hand geschreven; de andere toont hoe de ongelukkige intusschen mishandeld was. De schatten zullen weer worden weggeborgen, maar over een paar jaar in vitrines aan de be langstelling van het groote publiek worden overgeleverd. Jonas gewroken. Als begin van de stille week is te Brussel aan do pers een diner mniijre aangeboden door den directeur van oene Noorweegsche tentoonstelling. De bedoeling' was, de journalisten het walvischvleesch te doen apprecieeren ; het opgedischte menu was hot volgende, na de bekende brood- en- botertafel met aquavii vooraf: Croustades van walvischragoüt. Marcobrunner 1NS1 ; Walvi-chfilet met ansjovissaus; Noorweegscho aardappelen. Oude St. .Tulien. Doperwtjes' a la Suódoise. Walvisch-Epigram h la Bécbamcl. Sorbets van /weedsche l'unch. Martial de Rhiencnurt carte d'or. Chaudfroid van walvisch met Groenlandsche saus. Kropsla. IJslandsch ijs, Noorsche kaas, koffie, Xoorschc on Xweedsche likeuren. De sausen waren heel lekker, zoodat alles met smaak gegeten werd. De croustades waren wer kelijk goed; zij deden denken aan garnalenpasteitjes. De filet leek op ossehaas met een lever traan-smaak j e. Er wordt beweerd dat dikwijls op schepen walvischfilet voor ossehaas uit blikjes gegeven wordt, zonder dat de passagiers het mer ken. Volgens den gastheer zou men in Belgi het walvischvleesch voor 20 centimes per kilo kunnen verkoopen. Een walvisch levert gewoon lijk maar '2000 kilo vloesch, ofschoon hij 50,000 kilo weegt; dat is omdat men alleen de fijne stukken bij den kop gebruikt. Het aangename met liet nuttige verbonden. (Lmtiye Blüttet). Een hygiënisch Ju KD ei pp- metli o tic.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl