De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 2 april pagina 7

2 april 1893 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

?ff No. 823 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. EIERENTIKKEN. MINISTER TAK: Nu ben ik tüch nieuwsgierig, wie van die twee het hardst zou wezen." 'mi II" in llllllllllll mini» minimi n mi n Snuifjes. Onder de aandeelhouders van de A. O. M. was er een, de heer Gaastra, die hart voor iet volk heeft. Bij de discussie over de motie-Gerritsen tot verbetering van het loon en verkorting van den werktijd van het personeel der A. O. M. zei hij: ik ken het loon niet dat men in Am sterdam betaalt, maar ben er niet voor dat de A. O. M. dat doet rijzen, want dan zouden anderen weer jaloersch worden. Dat getuigt ten minste van nadenken en van gevoel. Oppervlakkige lui zouden zeggen: verhoog maar tot we in plaats van 9 Va 'n percent of (i maken, en zij zouden vergeten dat zij zoo doende medewerken om heel wat menscheii ontevreden en jaloersch te maken, die een even hoog loon zouden begeeren. Geplaatst voor de vraag: een hoog dividend voor de aandeelhouders of een hoog loon voor het personeel, moeten verstand en gevoel beiden de voorkeur aan het eerste geven, vyant het getal aandeelhouders in ondernemingen is veel kleiner dan dat der werklieden en ook zijn aandeelhouders veel minder onderhevig aan jalouaie dan arbeidslieden. Da eerste immers staan, tengevolge hunner verstande lijke en zedelijke ontwikkeling, veel steviger tegenover booze hartstochten dan delaatsten en de heer Gaastra zelf, geloof ik, kan bijzonder goed tegen een hoog dividend. Hij heeft sterke beenen die de weelde kunnen -dragen. * * * De dames van Londonderry, in het lersche graafschap Ulster, hebben eeue petitie tegen Gladstone's Home Rule-ontwerp opgesteld, die met de onderteekeningen 320 Meter lang is. Lady Londonderry, de vrouw van den vroegeren onderkoning van Ierland, zal deze gewichtige petitie naar Westminster bren gen en haar der koningin overhandigen. De heer Ch. Boisseyain zal haar daarbij niet ter zijde staan. Hij wil niet anders zich met de lersche zaak bemoeien, dan in het belang van de arme lersche bevolking; wat gaan mij de rijke Ieren aan. moet hij gezegd heb ben, toen hij met eigen oogen gezien had, in welk een ellendigeri toestand zij onder de Engelschen gekomen zijn. Dit is de reden, waarom men nog niets van hem gehoord heeft na zijn afreis, die de heer Brommeijer verleden week berichtte. * * De Heer van Hall begreep niefc hoe men hem kan verwijten een gezwollen redevoering te hebben uitgesproken; hij had toch zoo duidelijk gezegd dat Wiiste meer verstand van een stal met paarden dan van een Uni versiteit had. Dit was alles behalve ge zwollen taal; ook had hij de opmerking ge maakt dat de Heer Wiiste, in plaats van moedig te zijn, als een jongen hard wegliep enz. enz. Ik vind die redevoering dan ook niets ge zwollen, veeleer wat plat, en bohalve plat wat dun. Het moet dus de manier, waarop zij werd uitgesproken geweest zijn, die den Heer Daniels in de war heeft gebracht. Dij den Banketbakker. (Vrij naar Punch.) Tooneel: K-m elegante confiwurswinkel; de toonbank is voorzien fan de c/e/cone xelialen, stolpen en schotels, beladen mei fc.iiukke.iul gebak; achter de toonbank een vlugge, liandige winkeljn/frou.ic, cen/gsziiix hort, aangebonden. De tafeltjes slaan dicht bij elkaar en :.ijn allen be.-.ct, meest door dames. Ken paar radelooze 'loinkeljuffertjes doen vergeefs liaar best om alle menschen, tegelijk te bedienen. Gcrofj) t'an klanten. Ja, twee amandelbroodjes en n thee, neen, ik meen twee thee en n amandelbroodje Of ik besteld heb ? De laatste keer zei u dat het dadelijk kwam!... Is die waterchocolade nog al niet klaar? We halen nooit onzen trein! Nu dan, juffrouw, een half uur geleden heb ik twee koffie en wat taartjes besteld, en al wat ik krijg zijn twee leege kopjes en een suikerpot! Haast u toch wat met die thee! Ik heb niet gezegd een kop thee, maar een persoon thee, zoo duidelijk als.. . etc. Duet van Juffrouwen. Ja mijnheer, ik kom zoo dadelijk bij u. Bent u het kop thee, me vrouw? O, ik zal u dadelijk een vork voor uw pasteitjes brengen. De melk komt zóó, mijnheer. Een broodje ? neen, wij hebben enkel taartjes en pasteitjes ... Direct, mevrouw, ik ben dadelijk hier klaar. Neen, mijnheer, u hebt aan de andere juffrouw besteld, niet aan mij. Zou ik alstjeblief dit melkkannetje mogen wegnemen, als u er mee klaar bent, mevrouw ? Ik zal zien of' ik een lepeltje voor u kan kr ijgen, mijn heer. De juffrouw adder de, toonbank, zonder leesteekcns: Nu dan juffrouw Marie u ziet toch wel dat hier de koppen chocolade op de toon bank staan te wachten en dan in dien hoek zit een heer die wat wil bestellen en zeg aan de meid dat we nog melk moeten hebben en hier zijn biscuitjes voor bij de plqmbières en twee chocola neen juffrouw koffie die kunt u niet krijgen want al het kokend water is op wat moet je hebben kind suiker er is nog genoeg op dat tafeltje want die dame is op gestaan neem die schoteltjes weg en laat ze afwasschen hier ik moet ook op alles zelf letten terwijl de menschen den winkel uitloopen omdat ze niet bediend worden ik moet zeggen ik heb nooit zoon paar schapen gezien die haar handen zoo verkeerd aan het lijf' staan alsjeblief' mevrouw. Een lieer die Haar Thuis" gezien heeft. Ik ben toch uiet zeker of Bouwmeester wel den rechten kop van een Duitsch officier had, toen hij.... Een dame, die bij Carréis geweest. Op zijn achterpooten overend stond en dan tegen zijn baas knikte en kwispelstaartte. Dat lieve dier.... Een dame die Thuis'" lieeft gezien. En als dan Josephine bekent, dat het een luitenant is, zegt haar zuster zoo philosophisch : bij ons is 't altijd een tenor .... Ee.n lieer, die in de Ilollandsehe opera geweest is. CH maar half hee't Kerstaan. Pauwels meent u?.... had uw zuster het daar weerover? Belty ook, altoo?; ik hoor niet anders ... enz. Freule HEDWIG, haar lippen bewegend, '"on der geluid, maar met sterke pantomime, tot onderricht van Itaar aanslaande, Piet van Veer Ie Veere, die naar de toonbank is gegaan om een bordje taartjes voor haar uilicioeken. Neen, die niet, het bord daarnaast,.... met chocolaflacöer op, neen, niet die langwerpige Ie, wat ben je toch dom ....! Ja, als dat in gemaakte kersen zijn, dan is 't goed.... Nu die rose nog, zoo is 't voorloopig genoeg.... PIKT (met den schotel terugkomend.) Ik hoop dat het zoo naar je zin isFreule HEDWIG. Juist wat ik meen, hoor, allerliefst gekozen. (Zij bedenkt zich, na genotvol overleg). Heerlijk! neem je zelf niets? PIET (be^ig heimelijk xvjn linker vestxak fct onderzoeken, erg verlegen.). O dank je, straks misschien. (Bij zich tel f). Ik heb toch meer bij me gehad. Freule HEDWIG. Ik zou je raden haast te maken of er is niets over, ze zijn zoo verlei delijk. (Zij neemt nog een taartje.) PIET. (By zwh %elf). Drie kwarfjes en een dubbeltje. VVat eendig van me, mijn portemonnaie niet in mijn zak te steken.... toch (vol hoop), twee thee a drie stuivers, is zes stuivers, stel drie taartjes a 10 cents, is twaalf stuivers, dan een stuiver fooi> dat gaat, (luid). Me dunkt ik zal maar niets eten, ik heb geen honger, zie je Freule HEDWIG. O, honger heb ik ook niet! (Zij neemt een derde taartje). Hier zit room in, ten teert het je niet? PIET. Drie taartjes, dertig cents ik mag het niet wagen, (luid) werkelijk niet, ik zou er mijn eetlust mee bederven. Freule HEDWIG. O, ik heb nooit eetlust aan tafel. Ik kan geen eten zien. Maar ik wou dat je toch iets nam,... 't is koppig van je, niets te willen nemen, je moet dit aardige kleintje nemen, enkel schuim en gelei, dat zal je niet bezwaren, om mij pleizier te doen. (Zij legt tiet op zijn schoteltje-) Zie zoo, nu kan je geen neen zeggen. PIET. Wat een engel, (luid) Ik zou allea in de wereld willen doen, Hedwig, om je ge noegen te geven, (ter zijde) Enfin 't is een dubbeltje, dat kan nog; er is nog wat over. Freule HEDWIG. Beste jongen, ('lerwijl hij eet) Nu, smaakt het? PIET. (kauwend) Jawel, er zit marsepein ofC zooiets in. Freule HEDWIG. Marsepein in een taartje? Dat kan niet. Ik ben nieuwsgierig wat je be doelt. Haal er me ook zoo eentje. PIET. (haar bevel gehoorzamend) Uitgeplunderd. Dit moet het laatste zijn,... ze heeft er pok al drie op... God, wat een eetlust.... Had ik nog maar n kwartje, dan was het niets, maar nu komt het zoo precies aan.... (luid) Hier is het, het laatste van den schotel. Freule HEDWIG. Merci. W at is die thee lek ker. (Met bedoeling.) Ze konden de kopjes wel wat grooter maken. PIET (bij zich zelf, pathetisch.) Mijn leven gaf ik voor haar, en met vreugde, en ik moet haar een tweede kop thee weigeren! Maar het moet. Ik kan haar toch geen kwartje te leen vragen om haar taartjes te betalen. (luid) Ja, maar 't is maar beter zoo. Mijn zusters drinken in 't geheel geen afternoon tea meer. De een of andere dokter heeft hun verteld dat men er.... een .... een rooden neus van kreeg! Freule HEDWIG (lij zich zelve) Piet's zus ters ! Nu, daar is kans op! (luid, koel.) Als je denkt dat daar bij mij ook gevaar voor is, dan zal ik mij natuurlijk niet aan een tweede kopje wagen. PIKT. O je weet?je kunt het nooit we ten. Ik nam niet meer, dunkt me. (ter zijde) Gelukkig ontsnapt. Freule HEDWIG. Me dunkt we moesten een vigelante nemen naar huis, vindt je ook niet? PIET (onthutst), 't Is veel aardiger te loopen! De straten zijn kurkdroog. Freule HEDWIG. Maar ik moet niet te laat thuis komen; ik moet voor van middag de tafel in orde brengen. Mama heeft graag dat ik de bloemen schik. PIET. O je hebt tijd genoeg Je kunt toch niet over 't effect oordeelen vóórdat het avond is, en het is nog uren lang licht. Freule HEDWIG. Dat is waar, nu, wat zou den we dan doen? Laat ons naar deEtsclubtentoonstelling gaan. 't Is hier in de buurt. Het sluit pas om zes uur, niet waar ? PIET (bij zich zelf). Dat was aardig ge weest, ... maar twee kwartjes, en ik kan zelfs geen catalogus koopen. Neen! (luid) 't Word t. zoo donker... Je kunt ze toch bij kunstlicht. niet goed zien, vind je wel ? En om je de zuivere waarheid te zeggen, Hedwig ... na de Oude Meesters stel ik me niet veel voor,... en ik heb ze ook al gezien ... Freule HKDWIG (pruilend). Ik zou gedacht hebben, dat je ze nog wei eens hadt willen zien met mij. Alaar 't komt er volstrekt niet op aan. Piet,... dat taartje smaakt me toch niet... Ik dacht wel dat het niet veel bijzon ders kon zijn... Ik laat het liggen, ik neem liever dit, ik geloof dat dat met aardbeien is (zij neemt het). PIET, (bij zich. zelf, verslagen.) 't Is uit. .. alles voor niet... En waarschijnlijk heeft zo niet eens haar beurs bij zich. . - En ze zal me voor zoo beestachtig min houden. Waarom heb ik haar niet meegenomen naar de inelkinrichting, zooals ze eerst wou. Dan was alles in orde geweest. Freule HEDWIG. 't Is alsof je het land hebt, Piet. Voel je je wel heel goed, wat is het? PIET (rampzalig) O.... ik ben geheel in orde .... Hedwig. Alleen .... zoo,ben ik altoos na de Oude Meesters. Freule HEDWIG. 't Spijt me dat je er om mij heengegaan bent. Was 't maar niet beter dat je nu betaalde en we gingen heen ? PIET (bij zich zelf) Daar komt het.(Hij schept moed) Jun..... Juffrouw, wat krijgt u van me? JUFFROUW. Twee thee, acht stuivers, een, twee .... zes taartjes hebt u gehad ? precies een gulden samen. PIET (naar adem snakkend) Oh ... ( Hij haalt met rampzalig gezucht drie kwartjes en een dubbel/je uil zijn zak). O het spijt me, ik heb alleen drie kwartjes en een dubbeltje en (met een kleinen schok van verlichting) een gouden tientje, dus (met herkregen waardigheid) zal ik u moeten vragen, dit te wisselen. (Tot Hedwig). Het was maar gekheid over de Etsclub, lieve. Ik zou ze heel graag zien, met jou En we kunnen naar huis wandelen of een vigelante nemen, juist zoo als je wilt. Doen we 't ? (freule Hedwig stemt genadig toe, de heer Piet Veerle van Veere volgt haar kalm winkel uit).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl