De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 9 april pagina 7

9 april 1893 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 824 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Opening van de Toevlucht voor Onbehuisden van Henry Tindal c.s. nnnnnnnnnnnnn nrn ii mnnnnn ONBEHUIS nnnnrnni mi i innnnnnn D. X. tot de zijnen: Die lafaard! Zoo schiet hij onder onze duiven! liiiiiiiliiiiiiifiHiiiiiimiiiiiiiiiiiMiliHiiiiimMiiiiMiiiimiiiilitiriiMimmi Snuifjes. De minister van oorlog" zoo lees ik in ?de Staatscourant heeft bepaald, dat voort aan, even als voor de invordering van rijks belasting, ook voor het invorderen van gemeentebelasting soldaten tot inlegering bij elastingschuldigen verstrekt mogen worden." Ik heb dit bericht met groot genoegen gelezen. Vooreerst omdat ik de bevoorrechting ?der rijksfinanciën boven de gemeentefinanciën door het verstrekken" van soldaten even onbillijk, ik zou haast zeggen even ongrond wettig, heb gevonden als Mr. Levy de schei ding van het kiesrecht voor Kamer en Gemeenteraad vindt. Maar mijn voldoening heeft nog een andere reden. Ik zie in deze ukase van den heer ?Seyffardt een eersten stap tot opheffing van het kazerneleven. Garnisaires »en familie" bij de burgers, het doet mij denken aan de Maatschappij tot opvoeding van weezen in 't huisgezin. Laat de heeren van den Raad nu maar gerust de inkomstenbelasting een percent of wat verhoogen. Ze verhoogen dan tegelijk het zedelijk peil van ons leger, en misschien komt de heéle Oranje-Nassau-kazerne wel vrij voor andere doeleinden, bijvoorbeeld om er het ministerie van oorlog in te herbergen. Dr Blooker vreesde dat de medici, die niet aan een universiteit gestudeerd hadden, geen goede dokters zouden zijn. Waarom? Toch niet, omdat zij met hun patiënten niet-aan genaam zouden kunnen redeneeren over lite ratuur en politiek? Ik kan mij niet begrijpen, dat een dokter, die immers geen andere roe ping heeft dan ons menschen van een te vroegen ddod' te redden, nog tijd en lust kan hebben, iés-anders te doen dan studeeren in zijn eigen vak. Ik zou daar minder geschikt tae-'zgn en daarom doet het me ook dagelijks nog genoegen, .dat ik zelf' geen dok-ter geworden ben. Maar, was ik eens dokter, ?dan zou ik geen minuut ongebruikt laten om nog knapper in de medische wetenschap te worden dan ik reeds was. Ik zou altijd bij me zelf denken: wanneer ik door eigen schuld niet op de hoogte ben van de heele medische wetenschap, zou het ook mijn schuld kunnen wezen, dat er zieken, stierven, ik zou al iiimiiiiiiiimiiiMiiiiMii De Xatiouale bloem van Nederland. Mijnheer de Redacteur! Het te Assen verschijnende blad floralia heeft ontdekt, dat men «bijna in elk land" eene nationale bloem heeft, maar in Nederland nog niet. Floralia noemt voor Engeland de Primrose (Primula acaulis) ? op zijn Hollandsch sleutelbloem : dat is een kleine ver gissing. De Primrose is na den dood van Lord Beacousfield de bloem der ories geworden, maar nooit een nationale bloem. Nationale emblemen zijn in Groot-Brittanje de roos heel licht mijzelf voor een menschenmoordenaar houden. Nu zijn de meeste medici aar dige, opgeruimde lui, die van een pretje hou den, van een praatje, een spelletje, ja de hemel weet waar al niet meer van. Ik vind dat gelukkig voor hen, maar vraag dan toch telkens mijzelf af: hoe is dat mogelijk, als zij gel ooven in hun eigen kunst ? * * De geheele remonstrantsche kerkeraad te Rotterdam heeft het Dr.Hooykaas op zijn brood fegeven, dat hij zich aansloot bij de nieuwe iesvereeniging. Geheel te recht, want het remonstrantsch geloof'zou niet remonstrantsch zijn, als het geen hartelijken afkeer had van alles wat op scheurmakerij gelijkt. Uit dit feit blijkt dan ook ten duidelijkste, dat Dr- Hooykaas geen geboren remonstrant is; was hij dit. hij zou gezegd hebben: in de politiek gelijk in de theologie hee_ft de meerderheid het steeds bij 't rechte eind. Zonder deze waarheid zou de remonstratie nooit reden van bestaan hebben gehad. Wat doet zoo'n vreemde eend ook in die bijt! * * * Dr. Daniels is bang, dat ze hem zullen ver warren met Alexarider Daniels, en hem dus niet voor een wetenschappelijk man zullen aanzien, ofschoon hij dokter is, en zelfs een prijsvraag heeft beantwoord, zoodat hij rnet roud werd bekroond. Ik begrijp dat dit een unaangenaam geval voor hem is. Indertijd heette ik ook niet Snuifjesman maar Jansen, en toen kwamen al de minder beroemde en meer beruchte mannen, die dien naam dragen, telkens weer mijn onbesproken naam be derven. -Ik heb me toen laten verdoopen. Zou Dr. Daniels dit ook niet kunnen doen ? (voor Engeland), de distel (voor Schotland) en de klaver (voor Ierland). Zoo kan men ook bezwaarlijk de korenbloem (Ccnlaurca ci/anus) de nationale bloem der Duitschers noemen, omdat zij de lievelingsbloern van den ouden keizer Wilhelm was, en evenmin de pensi'c (Viola t.ricolor maxima) de nationale bloem van de Yankees, omdat zekere heer Buttler haar daarvoor heeft aanbevolen. Ook zou een wijsneuzig menech kunnen vragen, of Boulanger's roode anjelieren dan ook geen recht op vermelding hadden, en welke nu eigenlijk de nationale bloemen zijn van »bijna elk" ander land. Maar waartoe al die vragen? Het sta_at vast, dat we in Nederland nog geen natio nale bloem hebben. En hoe minder nationale bloemen er nu elders zijn, des te o-emakkelijker wordt voor ons de keuze. »Komaan" zegt laralia »laat uwe gedachten er eens over gaan en kiest voor Nederland eens eene nationale bloem. Denkt vooral om eene bloem, die tegen l-jl Augustus, den verjaardag onzer geliefde Koningin »Wilhelmina", in vollen bloei prijkt. Laten wij ons op dien dag allen tooien met die zelfde bloem en laten wij onze kennissen en vrienden er op attent maken, dat ze dat ook doen. Zoo zullen wij voor Nederland eene nationale bloem krijgen, die, naar wij hopen, door onze Koningin zal worden aangenomen. Laat ieder de bloem, die hem het meest geschikt schijnt, aan ons adres opgeven, wij van onzen kant zullen dan de volledige lijst opnemen en daarna met een voorstel voor den dag komen. »Van af heden wordt de lijst ter inschrijving geopend; zendt daarom den naam van de bloem uwer keuze aan ons adres". Het is mijn plan niet om mede »in te schrijven'', maar alleen om de lezers van uw weekblad van advies te dienen, als ze er van gediend willen zijn. Daar de redactie van Flomlia met haar potjeslatijn zoo gul is, zal ik hier ook de Latijnsche namen opgeven, De vingerwijzing van Floralia volgende. denk ik allereerst aan het kleine koningin netje, en zou dan Maagdepalru (Vinca minor) recomma_ndeeren. Wil men de koninklijke familie in 't algemeen bedenken, dan komt de Oranje-Lelie (Lilium bulbiferum var. croccum) i u aanmerking. In schoone overeenstemming met ons wapen zou de Leeuwenbek zijn. Hiervoor wijs ik op de kleine Leeuwenbek(Linaria minor'), want eene groote dito hebben we hier niet. De ,.val?che" en de ,,gemeene:' (L. Spiiria en L. Vulgaris) mogen natuurlijk niet in aan merking komen. Onze bescheiden plaats onder de Europeesche natiën zou ons doen grijpen naarhet Madeliefje (Bellis perennis) het nederig. viooltje krijgen de Amerikanen nu! of des noods de stille Vergeet-mij-niet (Mijosotis pa-^ hmtris). Het chauvinistisch voorstel om de Brandnetel (Urlica urc.ns) te nemen, met de' zinspreuk Xemo me impune tetigü('), mag,. ik niet ondersteunen. Ijdele zelfverheffing' stuit mij tegen de borst. Doch mogelijk moeten ' we in onze keuze wat meer matter-of-fact zijn. Denk ik aan ons kostelijk kapitaal, dan komen mij vah zelf het Zilverschoon (Potcntilla anserina) en het Duizendguldenkruid (Erythraea CcntaUriuiii) in de gedachten. Het Duitblad (Hydr cliaris Horsus lianae) is wel wat min; daa£en boven is het bij ons te lande ook als kikkerkruid bekend. Eer zou dan nog het Beursjeskruid (G'apsella Bursa Pastor is) in aan merking komen. (-) Doch ik mag de hoofdbronnen van ons volksbestaan niet vergeten, en wijs dus op de Boterbloem \Ifanunculus aeris), op den Aard appel (Solarium tuberosum) en vooral op de Jeneverbes (Jiiniperus communis). Wil men in 't bijzonder den handel in eere houder), dan kieze men de Kievitsbloem (Fritillaria, Meleagris). Al deze planten, Mijnheer de Redacteur, zijn inheemsche, en op den aardappel na groeien ze allen in het wild. Ze zijn dus heel gemakkelijk te verkrijgen en kosten geen geld. Daarop moest ik natuurlijk het oog; houden, want van nationale demon s traliën. mogen niet de bloér-iisten alleen proriteerea. Kan men nu uit het bovenstaande nog geen keus doen, dan blijft mij slechts over de Salie (Salvia pratcnsis) terecommaiideeren. In de apotheek kunt ge ze ook gedroogd krijgen, dan is het Salvia officinalis, en dan j kunt ge er, na nationaal gebruik, nog saliemelk mee koken. DODOXAEUS JUNIOR. (') Niemand heeft mij ongestraft aangeraakt. (-) Aan de Goudsbloem zijn te onaangename herinneringen uit den Keezen- en Patriottentijd, verbonden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl