Historisch Archief 1877-1940
'(?S
'i ? ?*'"' V "3e f i ', ?
DE AMSTERDAMMEK
A«. 1803
WEEKBLAD YOOE NEDERLAND
JDitnommer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 23 April
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post/7 1.65
Voor Indiëper jaar mailn 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12*
Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer . . ' . , 0.20
Reclames per regel 0.40
I N H O U »i
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON: Tante Louise's schrik, door James Payn.
TOONEEL EN MUZIEK: Het tooneel, door
H. J. Mehler. Muziek in de hoofdstad, door
Van Milligen. Aanteekeningen Schilderkunst,
door V. KUNST EN LETTEREN: De
Faust-vertaling van Sabatier. Egoïsme, door
Frans Netscher, beoordeeld door Ch. M. van
Deventer. SCHETSJES: Een bezoek büVerdi.
SCHAAKSPEL. ALLERLEI. INGE
ZONDEN. RECLAMES. UIT Dr.
GANNEF's STUDEERKAMER. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN.
iiiuiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii
IIIIIIIIMIIII
Eindelijk, na jaren tobbens, is de Belgische
Kamer het eens geworden over de bepalingen,
die in de grondwet het beruchte
censusartikel zullen vervangen. In de gedenkwaar
dige zitting van 18 April werd
hetvoorstelNysEens betreffende het kiesrecht aangenomen,
en door den minister Beernaert na de aan
neming op de volgende wijze gekarakteriseerd:
»De uiterste linkerzijde verkrijgt de opne
ming (in .de grondwet! van net beginsel, dat
haar programma is: algemeen kiesrecht. De
rechterzijde verkrijgt als correctief de dubbele
en drievoudige stem, verbonden aan den
leeftijd, het gezin, en een minimum-welstand.
De gematigde linkerzijde eindelijk verkrijgt
hetzelfde voorrecht voor de capaciteit en
yoor de betrekkingen welke deze onderstel
len. Dit voorstel is doordrongen van den
vaderlandslievenden geest, die de verjongde
constitutie moet kenmerken."
Wij kunnen ons de blijdschap van den
heer Beernaert begrijpen: hij is gedurende
het gansche tijdvak der grondwetsherziening
meer een lijder dan een leider geweest, en
iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiliiliiiiiiiiliiiiiiniiiin
cFmUlilcn.
imniuiminiitiiiMiiiiituiMtiiiiiHimiiniiiiiiriiiiiiniiitti
Tante Louise's schrik,
door
JAMES PAYN.
Een der bekoorlijkste plekjes in Engeland
is wel Movelly, in Devonshire, velen lezers
bekend door Kingsley's »Westward Ho".
De ligging der huizen tegen de hooge rotsen
ia allerliefst; ze hebben het uitzicht op de
zee, het arbeidsveld der bevolking van
Movelly. Maar hoe schilderachtig het zee
plaatsje ook wezen moge, er is n groote
keerzijde aan verbonden : de zeewind name
lijk brengt dikwijls een afschuwelijke
vischlucht mee en wanneer er geen wind is, en
de middagzon in de nauwe straatjes brandt,
met de hoogst schilderachtige maar door en
door armoedige woninkjes, dan is 't er niet
uit te houden van de hitte.
vGoede hemel," zei ik op zekeren dag toen
ik met mijn neef Frank Hotham, den schilder,
in de eenvoudige dorpsherberg voor het open
raam zat te genieten van het verrukkelijk
plekje (maar waarlijk niet tot streeling onzer
reukorganen!), «goede hemel, als er in dit
Eden eens een epidemie uitbarstte, geen
schepsel zou er aan ontsnappen!"
Ik zei. dit zonder nadenken, want Frank
had zijn jong vrouwtje en hun eersteling bij
zich, terwijl ik, een oude jongejuifrouw, gee
nerlei »banden" heb, maar slechts mijn eigen
leven om voor te zorgen. Ik had er dan ook
spijt van, zoodra ik 't gezegd had.
«Drommels!" barstte hij uit in zenuwach
tige angst, »Daar heb ik nooit over gedacht,
tante ! En er is uren ver geen dokter te krij
gen ! Niet dat een dokter er veel aan zou
kunnen doen, als men hier iets kreeg, waar
de rotsen alle ventilatie verhinderen. En ik
.meen dat iemand mij reeds van een geval
van pokken verteld heeft, dat ergens in de
buurt voorgekomen is."
Ik haastte mij hem gerust te stellen, en
zijn eigen ontwerp, na zeer lange aarzeling
ingediend, vond niet eens den bijval zijner
eigen geestverwanten. Thans heeft hij het
algemeen kiesrecht, vroeger zoo fel door hem
bestreden, met warmte toegejuicht. Maar
het is dan ook een algemeen kiesrecht met
een correctief.
Van zulk een correctief sprak de heer
Von Bismarck reeds vijf-en-twintig jaar ge
leden. Voor het Rijksparletnent vroeger
reeds voor het parlement van den
NoordDuitschen Bond voerde deze staatsman
het algemeen kiesrecht in, en het «correctief"
werd door hem gevonden in de Diatenlosigkeit,
d. i. in het niet toekennen eener vergoeding
of bezoldiging aan de afgevaardigden. Zulk
een correctief, waardoor onvermogenden en
zelfs minvermogenden uit het Parlement
worden geweerd, tenzij meervermogende
vrienden en geestverwanten hen door
geldelijken steun tot het aanvaarden van een
mandaat in staat stellen, is zeker alles be
halve aanbevelenswaardig. Maar nog veel
meer in strijd met de eerste beginselen der
democratie is het correctief van den heer
Beernaert, daar het niet slechts tegen uit
zonderingen is gericht, maar het
grondbefinsel van het algemeen kiesrecht, het gelijk
iesrecht voor allen, aantast.
Het door de Kamer aangenomen
stelselNyssens (dat ongetwijfeld ook door den
Senaat zal worden goedgekeurd), komt in
hoofdzaak op het volgende neer:
Eén stem wordt gegeven aan iederen Belg,
die den leeftijd van 25 jaren heeft bereikt,
in het genot van zijn burgerschapsrechten is,
en sedert minstens een jaar in dezelfde plaats
is gedomicilieerd.
Een supplementaire stem wordt gegeven
onder de volgende voorwaarden :
lo. Als men den leeftijd van 35 jaren
heeft bereikt, gehuwd is, of weduwnaar met
wettige kinderen, minstens 5 fre. betaalt in
de directe belasting (hoofdsom en opcenten).
2o. Als men den leeftijd van 25 jaren
heeft bereikt en bezitter is van onroerend
goed met een kadastrale opbrengst van min
stens 2000 frs., of van een inschrijving op
nilliillliiiitiiHttiniiiillllilliliiiuiiiMtintiiiiiHiitiiiiilliuitllititiiiiiilttiMiiii
te verzekeren, dat ik er niets van gehoord
had, hetgeen de waarheid was. Bij Frank
scheen het bericht trouwens »het eene oor in,
het andere uit" te gaan, zooals bijna alles
wat niet met zijn kunst in verband staat.
Hij was een verdienstelijk landschapschilder,
maar zijn vurige liefde voor zijn werk werd
dikwijls een kwelling voor hen, die naar zijn
uitweidingen daarover moesten luisteren.
Men moest niet alleen opgetogen zijn over
hetgeen hij bewonderde, maar om dezelfde
redenen als hij, en, wat nog erger was,
leelijk noemen, wat hem niet behagen kon.
Indien rechtsgeleerden over rechtszaken,
schrijvers over letterkunde, militairen over
den oorlog redeneerden op de vage en. toch
dogmatische manier waarop schilders over
kunst spreken, men zou met geen mensch
kunnen omgaan. Doch Frank was, als hij
zich eenmaal van zijn verfpottea losrukte,
de prettigste mensch dien men verlangen kon.
Hij en Lucie waren 't knapste paar van de
wereld, doodelijk van elkander en van Baba.
Baba was hun kleine jongen, hun afgod,
vier jaren oud. Hij vergezelde ons op al
onze tochten in den omtrek en was het
liefste model voor zijn vader. Aangezien mo
dellen duur zijn, te duur voor Frank's
schrale beurs, moest elk op zijn beurt
»zitten", zelfs tante Louise werd geprest, en
hoorde het: »vroolijker kijken!" »het
hoofd een klein weinigje meer naar voren"
iets meer rechts", enz.
't Was, zooals ik zei, een snikheete dag;
tegen den1 avond echter werd het beter en
wij gingen als gewoonlijk naar het haven
hoofd om er zooveel mogelijk van de koelte
te genieten. Zelfs toen was er bijna geen
wind, en, ofschoon vloed, nog geen enkele
visschersschuit was terug, wel zagen we in
de verte de vloot langzaam huiswaarts
keeren; het groote watervlak door de witte
zeilen gevlekt als wilde ganzen die in aan
tocht zijn. Er was niemand aan de haven
dan wij ; de verrukkelijke avond werkte
betooverend, wij spraken geen woord, alleen
Baba's gebabbel verbrak de plechtige stilte.
Toen het eindelijk voor het kind tijd werd
om te gaan slapen, stond Lucie op om hem
naar huis te brengen. Daar ik nog niet van
het grootboek of op de spaarkas niet een
rente van minstens 100 frs.
De inschrijvingen moeten ten minste twee
jaren in het bezit van den eigenaar zijn,
terwijl de eigendom van de vrouw en van de
minderjarige kinderen door den man of vader
in rekening mogen worden gebracht.
3o. Als men den leeftijd van 25 jaren
heeft bereikt en a. in het bezit is van be
paalde diploma's of b. zekere openbare of
daarmede gelijkgestelde ambten heeft bekleed.
Niemand kan meer dan drie stemmen uit
brengen.
De stemming is verplichtend.
Volgens eene globale berekening zou het
algemeen kiesrecht, dat in den aanhef aan
de mannelijke ingezetenen (analphabeten niet
uitgesloten) wordt toegekend, 1.200.000 kie
zers opleveren. Maar van dezen zouden
700 000 in het bezit van eene tweede of zelfs
van eene derde stem komen.
De aldus bevoorrechten zullen natuurlijk
behooren tot die klassen, die reeds door hare
materieele positie of hare ontwikkeling be
schikken over meer invloed dan andere.
Zeker, in den politieken strijd krijgen allen
voortaan wapenen; maar terwijl allen een
stok ontvangen, wordt een deel van hen
nog van een sabel voorzien en geeft men
enkelen zelfs nog een geweer erbij. Inder
daad, een zonderling begrip van gelijkheid.
Dat de heer Beernaert en zijn geestver
wanten een algemeen kiesrecht in dezen vorm
lang niet verwerpelijk vinden, zal niemand
verbazen. Doch wél mag het verwondering
wekken, dat ook de radicalen voor dit voor
stel hebben gestemd en zelfs beweren, daar
door een groote overwinning te hebben be
haald.
Het spreekt vanzelf, dat men hierbij
rekening moet houden met de omstandig
heden. De Kamer had n voor n alle
werkelijk principieele stelsels verworpen en
bevond zich in even groote verlegenheid als
de regeering. Daarbij kwam de werksta
king, welke de progressisten als eene
taktische font van de arbeiderspartij af
keurhet plekje scheiden kon, bood Frank aan bij
mij te blijven, doch wetende welk een genot
het voor hem is zijn kind in zijn badje te
zien en zijn avondgebedje te hooren doen,
wilde ik er niet van hooren. «Movejly is wel
heel eigenaardig," zei ik lachend, »en de
visschers zijn voor geen kleintje vervaard,
maar ik geloof dat ze zich wel tweemaal
bedenken zullen, eer ze tante Louise willen
schaken." En zoo ging hij mede.
Op dien stillen zomeravond, terwijl de
starren schitterden boven mijn hoofd en aan
mijn voet, want de oceaan was een spie
gel gelijk had een oude vrouw als ik
(zult gij misschien zeggen, lezer!) wel aan
iets hoogers kunnen denken dan aan de
vergankelijkheden des levens, en toch ik be
ken het ronduit, ik was vervuld van een
picnic, waaraan we den volgenden dag zou
den deelnemen. Onze lieve Lucie, nimmer
heel sterk, was in de blijde verwachting, ik
onthief haar zooveel mogelijk van alle huis
houdelijke beslommeringen, ook nu wij tijde
lijk in een logement waren. Ik had dan ook
reeds een en ander besteld, maar wilde nog
iets van vruchten hebben, vooral ter wille
van het kind, bij wijze van verrassing.
Menige moeder zal vruchten voor kinderen
hoogelijk afkeuren ; ik vermeld het ook
alleen om te doen zien in welk eene vroolijke,
zorgelooze stemming ik was, een groot con
trast met een uur later.
»Er is maar ne schrede tusschen ons en
den dood" staat er geschreven. In de
dagelijksche sleur van het bestaan, te midden
van veel dat het leven liefelijk maakt, wor
den wij bedreigd door allerlei rampen, welke
ons, wanneer wij lezen, dat zij andere ge
troffen hebben, een >Ach, hoe treurig!" ont
lokken, maar zoo ze ons overkomen, stoornis
brengen en een totalen ommekeer in die
sleur, en met meêdoogenloozen vinger wijzen
op hetgeen datzelfde leven broos doet zijn
en vol gevaren.
Nu, ik was het met mijzelven eens ge
worden over de vruchten en ook over het
kussentje van de canapéin onze zitkamer,
dat het meest geschikt was voor Lucie in
het schokkende wagentje, dat we voor mor
gen besteld hadden, en ik drentelde lang
den. Aan eene samenwerking met de doc
trinaire liberalen viel niet te denken, en zoo
nam man ten slotte de toevlucht tot een
compromis met de regeering en hare aan
hangers.
Het nieuwe artikel 47 wordt door ieder
een een transactie genoemd. Naar het
onsvoorkomt, kan deze transactie slechts een
transitie, een overgang zijn. Zoo wordt zij
beschouwd door de arbeiderspartij, welker
leiders haar onder dit voorbehoud aannamen.
Zoo wordt zij ook beschouwd door den
intransigenten clericaal Woeste, den feilen be
strijder van het vier-en-twintig jaren geleden
door hem aanbevolen algemeen stemrecht,
die het nieuwe artikel 47 »une barrière de
cartori' noemde tegen dit kiesrecht.
Voorshands stellen de Belgische radicalen
hun geweten gerust door er op te wijzen, dat
het voorstel-Nyssens althans aan de kleine
burgerij en zelfs nog aan den gezeten werk
man ten goede zal komen. Het zal spoedig
kunnen blijken, in hoeverre die bewering
gegrond is.
Zes jaren geleden was de tegenwoordige
koning Alexander van Servië, toen een
tienof elfjarige knaap, met zijne moeder, ko
ningin Nafcalie, te Baden bij Weenen. Met
zijne opleiding was Dr. Dokitch belast. De
jeugdige vorst was een trouw bezoeker van
de zwemschool; daar hij echter niet kon
zwemmen moest hij zich beperken tot baden
in den »pierenbak", het ondiepe bassin. Dit
verdroot den ondernemenden jongen, en hij
verkreeg toestemming om zwemlessen te
nemen. De zwemmeester was een consciën
tieus man : eerst tien lessen aan den hengel,
dan eenige aan de lijn, zoo luidde het voor
schrift. Maar de Koninklijke Hoogheid vond
die methode te langzaam. Bij de achtste les
ontliep hij den hengel, sprong in het water
en zwom flink naar het diepe bassin. In
doodsangst rende Dr. Dokitch langs het
plankier en smeekte zijn leerling terug te
keeren. Maar het koningszoontje stoorde zich
aan geen vermaningen en zwom kalm ver
der ; het eenig antwoord was, dat hij tot
zaam naar de herberg terug, toen het vol
gende plaats greep.
Halverwege de trap, in een rotswand ge
houwen, is een oude poort, tot woning inge
richt ; hier stond ik een oogenblik stil om
tot adem te komen eer ik verder klom. Het
was tegen donker, en in de schaduw van de
poort staande, was ik onzichtbaar voor wie
dien weg langs komen mocht. Nauwelijks
echter stond ik daar, of mijn oor werd ge
troffen door het snikken eener vrouw, gevolgd
door een kermend »dood, dood ! O! wie zal
nu voor ons zorgen en het brood voor ons
verdienen!"
Ik was op het punt aan te kloppen, en
te zien of ik de arme vrouw helpen kon,
toen ik een mannenstap de rots hoorde
afkomen, maar zoo onzeker ik begreep
dat de man dronken was. Zoo iets komt in
een visschersdorp meer voor; ik heb echter
een innigen afschuw van dronken menschen,
en nam zoo gauw mogelijk de wijk naar mijn
plaatsje in de schaduw. De man, die inmid
dels nader gekomen was, bleef stilstaan
voor dezelfde deur waar ik had willen aan
kloppen.
»Hoe nu ?" hoorde ik hem zeggen, »aan 't
schreien, vrouw? Wat beduidt dat?"
»Ja zeker, schreien," klonk het onbeschrij
felijk bedroefd, »onze Polly is dood !" En
wederom barstte zij in snikken uit.
»Dood ?" herhaalde hij, dof, half versuft,
als was die mededeeling te verschrikkelijk
dan dat hij ze terstond kon bevatten. »Kom,
je meent het niet!"
»Stil toch! Praat zoo hard niet, man. Ze
is dood, zooals ik zeg, en nog wel gestor
ven aan ..."
(Hier fluisterde zij hem iets in het oor.)
Groote goden ! welke ziekte was het waar
aan die arme vrouw gestorven was, en
waarover zij zoo geheimzinnig waren ? In
een oogenbiik vloog mij de afschuwelijke
ziekte door het hoofd, waarover Frank en
ik dien morgen gesproken hadden.
«Spreek er geen woord van, Alec; met
niemand," ging de vrouw al schreiende
voort. »'t Is erg genoeg, maar als het bekend
wordt waaraan zij gestorven is, dan is ons
leed niet te overzien.''