De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 30 april pagina 12

30 april 1893 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 827. i, P en onroerende goederen en het vrije genot 5 inkomsten bedongen, dan is elk derechverplieht afzonderlijk aangifte te doen van " vermogen; die verplichting bestaat dan ook hem of haar, wiens of wier vermogen minder 'f 13000 mocht bedragen, en onverschillig of (tof zij) een aangiftebiljet ter invulling heeft "rangen of niet. Panneer een belastingschuldige in den loop van h«t belastingjaar overlijdt, blijft toch over dat jaar , dfc belasting van zijn vermogen verschuldigd. Sterft h-jj vddr dat hij in de belasting is aangeslagen, dan heeft de aanslag toch ten zijnen name plaats, en wel op aangifte van een der erfgenamen, van den executeur teatamentair of van den bewindvoerder over de nala tenschap (de aangifte van een hunner verbindt al- de erfgenamen) of, bij gebreke van aangifte, ambts halve door den inspecteur. De erfgenamen en lega tarissen geven hun vermogen aan naar den toe stand waarin het zich bevond bij den aanvang van het belastingjaar (zij, die zich eerst in den loop van het belastingjaar metterwoon binnen het Rijk vestigen, naar den toestand op het tijdstip dier vestiging) ; hetgeen zij na dat tijdstip van den erflater verkregen, wordt niet opgenomen in de aangifte van hun eigen vermogen over het loopend jaar. Dubbele belasting vindt alzoo geen plaats. Zij, die tot aangifte verplicht zijn of die namens anderen aangifte doen, moeten het aangiftebiljet volledig en overeenkomstig het formulier invullen en vervolgens onderteekenen. Slechts in n geval is hierop eene uitzondering toegelaten; zij die een vermogen hebben van minder dan ? 13.000 of die geen vermogen bezitten, kunnen volstaan met dit op het hun toegezonden biljet te vermelden en te onderteekenen. Het biljet, van die onderteekende verklaring voorzien, zal dan, zonder verdere invul ling, als aangifte gelden. Deze uitzondering kan evenwel niet worden inge roepen door echtgenooten die, zooals vroeger is vermeld, ieder afzonderlijk aangifte van hun ver mogen moeten doen; zij moeten het aangiftebiljet altijd volledig invullen, al bedraagt het vermogen minder dan ? 13.000. De aangifte geschiedt door invulling en onderteekening van het daarvoor bestemde aangiftebiljet. Zij, aan wie door den inspecteur der registratie een biljet is toegezonden, moeten hunne aangifte Unnen twintig dagen nadat het biljet aan hen is uitgereikt, inleveren, hetzij door het kosteloos aangeteekend per post toe te zenden aan den ont vanger der successierechten of den inspecteur, hetzij door het te bezorgen in een der gesloten bussen, die tot ontvangst der biljetten zijn geplaatst in de.kantoren der registratie en successierechten en in de secretarie van een der gemeenten, vermeld in de lijst die bij het aangiftebiljet is gevoegd. Indien iemand door bijzondere omstandigheden verhinderd wordt om zijne aangifte tijdig gereed te maken, dan kan op zijn mondeling of schrifte lijk verzoek de termijn van twintig dagen door den inspecteur worden verlengd. Zij die, hoewel belastingplichtig, geen biljet heb ben ontvangen, zijn verplicht het door hen op een der kantoren der registratie- of successierechten of op' de secretarie der gemeente aangevraagde biljet, behoorlijk ingevuld op de voormelde wijze in te leveren vóór den- \5en Juni of wel, indien zij zich eerst in den loop van het belastingjaar metterwoon binnen het Rijk hebben gevestigd, binnen twee maanden na die vestiging. Het geval kan zich voordoen dat iemand, die reeds in de vermogensbelasting is aangeslagen, of die althans reeds eene aangifte heeft gedaan, bij den inspecteur te boek staat als woonachtig in eene andere gemeente dan die, waarin hij is aangeslagen of waarin hij reeds aangifte deed, en dat hij dientengevolge nog eens een aangiftebiljet ter invulling ontvangt. Dat biljet behoeft dan niet te worden ingevuld, doch hij die het ontvangen heeft is verplicht het terug te zenden op de wijïe, voorgeschreven voor de inlevering der aangiften, na daarop te hebben vermeld in welke gemeente hij reeds is aangeslagen of aangifte heeft gedaan. Betrekkelijk het //wonen" binnen het Rijk wordt nog hier opgemerkt: Zoo iemand meent, dat hij niet binnen het Rijk //woont" en daarom niet belastingplichtig is, ver beurt hij geen enkel recht door aangifte te doen; noch ook, indien een naar zijn oordeel te hooge aanslag daarop volgt, door een bezwaarschrift m te dienen eerst bij den inspecteur, later dcsgevorderd bij den Raad van beroep. Weigert hij de be taling, zoo beslist de rechter. Toch is hetwenschelijk, zoo men meent niet belastingplichtig te zijn, dit met opgave van redenen op het aangiftebiljet te vermelden. De nadeelen, welke het gevolg zijn van het niet doen van aangifte en van eeue te lage aangifte worden hierna aangewezen. V. Hoeveel bedraagt de belasting en hoe geschiedt de aanslag? Indien de waarde van het vermogen minder bedraagt dan ? 13,000, is geen belasting verschul digd. Is zij ? 13,000 of meer, doch minder dan ? 14,000, dan is verschuldigd ? 2. Is zij ?14,000 of meer, doch minder dan f 15,000, dan is ver schuldigd ? 4. Is zij f 15,000 of meer, doch niet meer dan ? 200,000, dan is verschuldigd ? 1.25 van elke geheele som van f 1000, waarmede zij het bedrag van f 10,000 te boven gaat, zoodat, bijvoorbeeld wegens een vermogen ter waarde van ? 100,000 verschuldigd is 90 X ? 1-25 of ? 112,50. Is zij grooter dan ? 200,000, zoo is eeu vast bedrag van f 237.50 verschuldigd, benevens f 2 van elke geheele som van ? 1000, waarmede de waarde van het vermogen het bedrag van ? 200,000 te boven gaat. Wegens een vermogen ter waarde van/300,000 is dus verschuldigd ? 237.50 100 X ? 2 , 200,00 ? 437.50 Tot nadere aanwijzing van het bedrag der be lasting mogen verder de volgende voorbeelden strekken: Vermogen. Bedrag d. belasting.In guld. per/1000. ? 12,000 Nihil. 13,000 ? 2.00 ? 0.15 14,000 4.00 ., 0.29 15,000 G.25 ., 0.41 16,000 ., 7.50 0.4S 17,000 8.75 ., 0.51 18,000 ., 10.00 .. 0.50 19,000 ., 11.25 ., 0.59 ? 20,000 f 12.50 ?0.62 21,000 13.75 0.65 22,000 15.00 0.68 23,000 16.25 0.71 24,000 17.50 0.73 25,000 18.75 0.75 30,000 25.00 0.83 35.000 31.25 . 0.89 40,000 37.50 0.94 45,000 43.75 0.97 50,000 50.00 1.00 75,000 81.25 1.08 100,000 112.50 1.12 150,000 175.00 1.17 200,000 237.50 1.19 _ 250,000 337.50 1.35 C00,000 437.50 1.46 350,000 537.50 1.54 400,000 637.50 1.59 450,000 737.50 1.64 500,000 837.50 1.67 ., 750,000 1,337.50 1.78 1,000,000 1,837.50 1.84 3,000,000 5,837.50 n.94 5,000,000 9,837.50 1.97 De belasting wordt berekend over ronde som men van ? 1000. Gedeelten van ? 1000 blijven buiten aanmerking; bijvoorbeeld: wegens eea vermogen van ?80,500 is verschuldigd 70 X ? 1-25 of ? 87.50. De door echtgenooten verschuldigde belasting wordt ? behalve in geval van scheiding van tafel en bed steeds naar het gezamenlijk bedrag van beider vermogen berekend, al moest ook ieder hunner afzonderlijk aangifte doen. De inspecteur der registratie regelt den aan slag in de belasting. Acht hij daartoe nadere toelichting van de aangifte noodig, dan kan hij den aangever daartoe in de gelegenheid stellen. Hij, die geen aangifte heeft gedaan, wordt dooi den inspecteur ambtshalve aangeslagen. Hij, die aangifte deed, wordt iu overeenstem ming met die aangifte aangeslagen, indien er bij den inspecteur geene bedenkingen tegen de aangifte bestaan. De inspecteur is echter bevoegd om, in dien de aangifte hem te laag voorkomt, den aan slag te bepalen uaar een hooger bedrag van ver mogen dan aangegeven is. Daarbij mag hij echter die onroerende goederen, waarvan de aangever de waarde uaar de belastbare opbrengst volgens liet kadaster had kunnen bepalen, maar waarvoor deze het schatten der verkoopwaarde heeft verkozen, op geeue hoogere waarde stellen dan daaraan zou zijn toegekend, indien de waarde naar de belast bare opbrengst ware berekend. De aanslag in de belasting wordt aan den be lastingplichtige medegedeeld bij eene uitnoodiging tot betaling, welke hem gesloten wordt, toege zonden door deu ontvanger der successierechten. Hij, wiens aanslag hooger is gesteld dan zijne aangifte of die bij gebreke van aangifte ambtshalve is aangeslagen, ontvangt de uituoodigiug tot be taling aangeleekend per post. TI Wanneer en op welke w|Jme kan men *t|ne bezwaren tegen den aanslag doen gelden? Uij, die aangifte deed, kan, indien zijn aanslag hooger is gesteld dan zijne aangifte, zijne be zwaren tegen dien aanslag, zelf of door eeu ge machtigde, bij eeu gemotiveerd bezwaarschrift bij den inspecteur die den aanslag bepaalde, inleveren. Hij, die niet weet waarom bij den aanslag van zijne aangifte werd afgeweken, kan met, de ver klaring dat zijne aangifte volkomen juist was en dat, mitsdien ten onrechte daarvan is afge weken" als motief in het bezwaarschrift volstaan. Het bezwaarschrift, wordt binnen 30 dagen na de aautcekeuing van de uitnoodiging tot betaling, in gesloten omslag, iiaagetnekend per post verzon den aan den ontvanger der successierechten, die de uitnoodigiug tot, betaling heeft gedaan, ofwel aan dien ontvanger tegen gedagteekend ontvangbewijs ter hand gesteld. Indien de aangeslagene of zijn gemachtigde liet verlangen daartoe heeft, te kennen gegeven, wordt, hij, te zijner keus, door den inspecteur of den ontvanger iu persoon nopen» zijne bezwaren ge hoord. Dit verlangen om in persoon te worden gehoord, kan in het bezwaarschrift worden uit gedrukt, of bij het overhandigen van het bezwaar schrift aan deii ontvanger worden medegedeeld; daarbij worde tevens vermeld ot men verlangt gehoord te worden door den inspecteur ot' door deu ontvanger. Tijd en plaats alwaar aan het verlangen zal worden gevolg gegeven, worden aan hem, die het bezwaarschrift, indiende, mede gedeeld. De inspecteur doet, uitspraak op het bezwaar schrift, en zendt, die uitspraak in gesloten omslag, aangeteekeud per post, of tegen gedagteekend outvaugbewijs, kosteloos, aan den aaugeslagene. De aaugeslagene, die zich door des inspecteurs uitspraak verongelijkt, acht, kan daarvan in be roep komen bij den Ruud i:un beroep, wiens stand plaats op de keerzijde van de uitnoodignig tot, betaling is vermeld. Het beroep geschiedt, door indiening bij dim Raad vau een bezwaarschrift, dat tegen gedagteekcud ontvangbewijs bezorgd moet worden bij den voorzitter vau deu Raad ot' bij den ontvanger der successierechten, die de uituoodiging tot be taling verzond; het kan ook aan ecu Van hen aangeteckend per post, worden toegezonden. Dit bezwaarschrift moet worden ingediend binnen 30 dagen na de aauteekeuhig of de uitreiking v;; n des inspecteurs uitspraak. L>ie uitspraak moet bij het bezwaarschrift worden overgelegd. Zoowel de aangeslagene als de inspecteur wor de u door deu voorzitter van den Raad opgeroepen ten minste vijf dagen vóór de vergadering, waarin de zaak zal worden behandeld. 15ij verhindering van den aangeslagene om zelf iu de vergadering van den Raad te, verschijnen, kan diens gemach tigde worden toegelaten, indien de redenen van verhindering aan dcu voorzitter gegrond voor komen. Indien de aangeslagene noch in persoon, noch bij gemachtigde verschijnt, wordt zijne zaak toch in de vergadering van deu Raad behandeld cu door dcu Raad beslist. De voorzitter kan echter de behandeling verdagen. De aangeslageue, zoowel wanneer hij voor den Raad verschijnt, als wanneer hij niet verschijnt, kan schriftelijke toelichtingen van zijn bezwaar schrift aan den Raadoverleggen. De Raad is bevoegd, bij zijne uitspraak een aanslag op te leggen, afwijkende zoowel van de aangifte als van den ambtshalve opgelegden aan slag en van het advies van den inspecteur. Bij de behandeling der zaak kan den aange slagene worden toegestaan om zijne aangifte te verbeteren. Indien bij den Raad twijfel overblijft omtrent de juistheid der aangifte en er bezwaar is tegen het opleggen van een nieuwen aanslag, kan hij den aangeslagene, die bij zijne aangifte volhardt, uitnoodigen om die in de vergadering van den Raad door een der volgende verklaringen te be vestigen. Ik verklaar dat het vermogen bij de aangifte, die hier voor mij ligt, te goeder trouw, naar mijn beste weten, zonder iets te verzwijgen is opge geven, en dat de waarde van dat vermogen over eenkomstig de wet te goeder trouw, naar mijn beste weten, berekend is." Of wel: Ik verklaar dat ik te goeder trouw vermeen, dat ik geen vermogen had aan te geven, waarvoor naar de wet belasting verschuldigd is." Van de handeling wordt piocet-verbaal opge maakt, waarin de verklaring opgenomen en dooi den aangever onderteekend wordt. In de aangifte, die door de verklaring beves tigd is, wordt berust. Maar de aanslag van hem, die weigert of, daartoe opgeroepen, in gebreke blijft de verklaring af te leggen en te ouderteekenen, wordt gehandhaafd. Ingeval van ziekte, afwezigheid buiten het Rijk of andere wettige reden, van verhindering, kan de verklaring, niet toelating vau den Minister van Financiën, krachtens eene bijzondere volmacht worden afgelegd. Het verzoekschrift om toelatingwordt door tusschenkomst van deu voorzitter van den Raad aan den Minister verzonden. Hij die persoonlij/c of door een bijzonder gemach tigde op de uitnoodiging van den Raad opzettelijk eene valsche verklaring aflegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren. Ontzetting van de volgende rechten kan tegen hem worden uit gesproken : l", het bekleeden van ambten of van bepaalde. ambten ; 2". liet dienen bij de gewapende miicht; 3". liet kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen ; 4''. het zijn van raadsman of gerechtelijk bewind voerder en het zijn van. voogd, toeziende voogd, cura tor af toeziende curator over anderen dun eigen kin.'ieren. De uitspraak vau den Raad wordt aan den belanghebbende toegezonden ; de inspecteur der registratie zorgt, voor de uitvoering daarvan. Aan den belastingschuldige worden geene kos ten vau de behandeling van zijne bezwaarschrif ten iu rekening gebracht; doch wanneer de zaak voor den Raad van beroep is behandeld, dan wordt, indien de 'aangifte te laag is gedaan, de door dien Raad vastgestelde of gehandhaafde aanslag ver hoogd mei vijf en twintig ten honderd van de ver hoor/ing der belasting. leder erfgenaam, de executeur-testamentair of de bewindvoerder over de nalatenschap is be voegd bezwaarschriften in te dienen en in beroep te komen omtrent deu aanslag van eeu overle dene, alsof hij zelf de aaugeslageuc ware. TIK. Welke nadeelen z|Jn aan het nala ten van aangiften verbonden ? Zooals iu het vorig hoofdstuk is vermeld, heeft hij, die aangifte deed en wiens aanslag hooger is gesteld dan zijne aangifte, gelegenheid om den inspecteur, desverkiezende door een mondeling onderhoud met, dien inspecteur of wel met, deu ontvanger, van dwaling te overtuigen. Slechts dan, indien hem dit niet gelukt, behoeft, hij bij den Raad niet, in beroep te komen. Dit voorded mist, hij die de aangifte naliet. Tr^cn deu aanslair, die hem ambtshalve is opge legd, kan hij niet opkomen bij den inspecteur. Hij kan zich alleen rechtstreeks tot deu Raad vau beroep wenden bij een bezwaarschrift, dat, uiterlijk 30 dagen na de. aanteekening per post, van de hem toegezonden uituoodiging tot beta ling moet zijn ingediend. Voor den Raad vau beroep verkeert hij daaren boven in minder gunstige positie dan hij, die wel aangilïe heeft, gedaan. \Vant de aanslag opgelegd aan hem, die geene aangifte deed, wordt door den Raad niet, verlaagd, tenzij 'Ie aar/geslagene liebbn aangetoond dat de aanslag te hoog was. De inspec teur behoeft alzoo het, bedrag van den aanslagopgelegd aan hem, die geeue aangifte deed, niet te rechtvaardigen ; en die aanslag blijft gehand haafd, indien de aangeslageue niet voor den Raad doet, blijken dat, hij minder vermogen heeft, dan bij het. bepalen vau den aanslag is aangenomen. Aan den Raad zelven is liet ter beslissing over gelaten, welke stukken of bescheiden hij verlauu'en zal om tot de overtuiging te komen, dat, terecht wordt, gereclameerd. Het indienen vau het, bezwaarschrift eu do be handeling daarvan door deu Raad geschieden op dezelfde wijze, als in het, vorig hoofdstuk is ver meld ten aanzien van het, bezwaarschrift, inge diend door iemand die wel aangifte deed. (liet afleren van de verklaringen op uitnoodiging van deu Raad komt hier uit, deu aard der zaak niet te pas). Doch en ook in dit opzicht, is de wet iiestrcmier voor hem die geeue aangifte deed dan voor hem die dat wel deed de aanslagbij de uitspraak van deu Raad vastgesteld of gehandhaafd voor hem. die geeue aangifte deed, en T.cKen den aanslag bezwaar maakte, wordt, in el/t. gecul verhoogd met, 25 ten honderd van het volle bedrag vau dieu aanslag. Bijvoorbeeld: iemand, die geeu aangifte deed, wordt, ambtshalve aangeslagen naar een vermo gen van /'100,000, dus voor f 112.50. De Raad van beroep komt, tot, de overtuiging, dat die aanslag moet worden gehandhaafd. ATn wordt, de be lasting verhoogd tot ? 110,1)2%, omdat geen aan gifte werd gedaan eu toch werd gereclameerd. Óf wel, de 'Raad erkent dat liet vermogen te hooi; is gesteld en de reclamant, slechts ? 80,000 bezit Xu wordt, de belasting niet gesteld op 70 X ? 1>~:> <>f- ? ? ? ? ? ?. _? / S7>50 maar op die som verhoogd met 25 percent of " . . . . ., 21,87% Dus op VIII. In welke b||i*ndere gevallen kan ontheffing van verschuldigde belas ting -worden verleend? Aan hem, die in den loop van het belastingjaar het Rijk metterwoon verlaat, wordt op zijn verzoek schrift ontheffing verleend voor zooveel twaalfde gedeelten van zijn aanslag, als het aantal geheelei maanden van het jaar beloopt, die tijdens zijnj vertrek of indien het verzoekschrift eerst na het vertrek is ingediend tijdens de indiening nog niet verstreken zijn. Het overlijden van den belastingplichtige in den loop van het belastingjaar levert geen grond op voor ontheffing van belasting. De aanslag van den overledene moet worden aangezuiverd, doch zooals reeds vroeger is vermeld wordt de aanslag van de erfgenamen en legatarissen, wegens het-i geen hun ten deel viel in het loopende jaar, niet verhoogd. Aan hem, die aangeslagen is wegens een vrucht genot, dat in den loop van het belastingjaar eindigt^ wordt ontheffing verleend voor zooveel geheele maanden als bij het indienen van zijn verzoek-i schrift nog niet verstreken zijn. l In deze twee gevallen wordt het verzoekschrift] door den aangeslagene zelf of door een gemach tigde ouderteekend, in een gesloten omslag per post aangeteekend gezonden of tegen gedagtee kend ontvangbewijs ingeleverd bij den ontvanger,. die do uitnoodiging tot betaling heeft gedaan. De inspecteur der registratie doet uitspraak op deze verzoekschriften. Hij, die bezwaar heeft tegen de uitspraak vai den inspecteur, kan binnen dertig dagen, nad$ hem die uitspraak is toegezonden, daarvan bij t Koningin bij ongezcgeld rekest in beroro komen. Als datum van toezending der uitspraak geldt die der aanteekening per post of die van het, gedagteekend outvangbewijs. Herstel van vergissingen ten nadeele van be lastingplichtigen, hetzij die begaan mochten zijn door dcu aangever bij het, invullen van liet aan giftebiljet, of door den inspecteur, bij het regelen van den aanslag van iemand die aangifte het/t gedaan, kan in den loop van het belastingjaar plaats hebben door eene ontheffing van belasting, te verleeuen door den inspecteur, die de daartoe noodigc administratieve machtiging heeft aange vraagd eu verkregen. [ Deze oiitheiling wegens abuizen kan worden verleend, ook wanneer de termijnen gesteld voor het, indienen van bezwaarschriften verstreken zijn, en onverschillig of ter zake van den aanslag vroeger al of niet ecu bezwaarschrift, is ingediend. Vergissingen door den inspecteur begaan bij het, aanslaan van iemand, die geeue aangifte heeft gedaan, kunnen niet langs dezen weg worden hersteld. Eindelijk is het, der Koningin voorbehouden, om in bijzondere gevallen, van wege dwaling of onwillig verzuim, kwijtschelding, vermindering of torugnavo van de hoofdsom der belasting, eu van de verhooginfi- der door den Raad van Be roep vastgestelde of gehandhaafde bedragen te verlecnen. Hoe uitgebreid deze door de Koningin voor behouden Ixnoesrdheid ook moge zijn, zij i.? niet algemeen, indien niet, blijkt, van dwrilii/t/ of van onwillig verzuim, kan geene kwijtschelding, ver mindering of teruggave worden verleend. IX. \Vanneer en waar moet de belas ting worde» betaald? De aanslag in de belasting moet worden be taald ten kantore van den ontvanger der succes sierechten, door wien de uitnoodiging tot, beta ling is verzonden, en wel: de helft, voor den eersten November, de wederhelft voor don eersten. April van het belastingjaar. De belastingplichtige, kan echter, indien hij het verlangt, beide Iclften in twee gedeelten betalen. Aanslagen, die eerst na dcu Isten Xon-mbcr zijn opgelegd, moeten worden betaald vóïr den Isten April. Desverkiezende kan de aangeilagene ook deze betaling iu twee gedeelten doen. Zoodra een aaugeslageuc het, Rijk metterwoon verlaat, is zijn aanslag invorderbaar, oirerminderd zijne aanspraak op oiithellmg zooals licrvoor is gezegd. De betalinc kan ook geschieden door middel van bijzondere daarvoor bestemde poslwissols. Deze postwist-els worden kosteloos vcrzoiid'u voor aangeslageuen, wonende- buiten de gemccu,e waar het, ontvangkantoor is gevestigd. De strook van deu wissel, iu overeenstemming met, dezen ingevuld, door een ambteniar der posterijen onderteekend eu op de uituood'ging tot betaling vastgehecht, geldt als bewijs van ictaling. Indien de, aangeslagene de versehnldiale belas ting niet, vóór of op den verschijmlag aaizuivert, zendt, de ontvanger hem een gesloten vaarschuwiug, om binnen drie dagen aan zijne veipliehting tot, betaling te voldoen. Indien op de waarschuwing de betiling niet, volgt, doet, de ontvanger hem eene gesliten aan maning toekomen, om binnen een nienwai termijn van drie dagen het, verschuldigde te bealeu. Tegen deu aaugeslageuc, die geen ge'olg heeft gegeven aan de aanmaning, wordt, dooi den ont vanger een dwangbevel uitgevaardigd, nedebreuacude liet recht van parate executie. lit dwang bevel wordt, executoir verklaard door dm kanton rechter eu door een deurwaarder beteclend. Verzet tet>-eu het, dwungschrift en terugvordering van betaalde belasting kunnen niet let bedrag van deu aanslag of de bepaling van irt vermo gen van deu aangeslageue betreffen, uoeh gegrond zijn op het niet ontvangen van waarsciuwing en aanmaning. Voorden nog niet, aaugezuivcrden aanslag van een overleden belastingschuldige zijn de erven iu al hunne goederen aansprakelijk, voor zoo ver schulden van den aangnslr/gene te hunnen laste koiiten. De vorderingen tot betaling en tot teruggaaf van belasting verjaren na verloop van twee jaren na de vaststelling van den aanslag. X. Geene «egel- of registratierechten ?Hu verschuldigd. De stukken krachtens de wet op de' vermogens belasting op te maken cu uit te vaardigen, quitantiën van betaalde belasting en -processtukken daaronder begrepen, zijn vrij van zegel, en worden, voor zoover aan de formaliteit van registratie ouderworpen, kosteloos geregistreerd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl