Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 827.
i,
P
en onroerende goederen en het vrije genot
5 inkomsten bedongen, dan is elk
derechverplieht afzonderlijk aangifte te doen van
" vermogen; die verplichting bestaat dan ook
hem of haar, wiens of wier vermogen minder
'f 13000 mocht bedragen, en onverschillig of
(tof zij) een aangiftebiljet ter invulling heeft
"rangen of niet.
Panneer een belastingschuldige in den loop van
h«t belastingjaar overlijdt, blijft toch over dat jaar
, dfc belasting van zijn vermogen verschuldigd. Sterft
h-jj vddr dat hij in de belasting is aangeslagen, dan
heeft de aanslag toch ten zijnen name plaats, en wel
op aangifte van een der erfgenamen, van den executeur
teatamentair of van den bewindvoerder over de nala
tenschap (de aangifte van een hunner verbindt al- de
erfgenamen) of, bij gebreke van aangifte, ambts
halve door den inspecteur. De erfgenamen en lega
tarissen geven hun vermogen aan naar den toe
stand waarin het zich bevond bij den aanvang van
het belastingjaar (zij, die zich eerst in den loop
van het belastingjaar metterwoon binnen het Rijk
vestigen, naar den toestand op het tijdstip dier
vestiging) ; hetgeen zij na dat tijdstip van den
erflater verkregen, wordt niet opgenomen in de
aangifte van hun eigen vermogen over het loopend
jaar. Dubbele belasting vindt alzoo geen plaats.
Zij, die tot aangifte verplicht zijn of die namens
anderen aangifte doen, moeten het aangiftebiljet
volledig en overeenkomstig het formulier invullen
en vervolgens onderteekenen. Slechts in n geval
is hierop eene uitzondering toegelaten; zij die een
vermogen hebben van minder dan ? 13.000 of die
geen vermogen bezitten, kunnen volstaan met dit
op het hun toegezonden biljet te vermelden en te
onderteekenen. Het biljet, van die onderteekende
verklaring voorzien, zal dan, zonder verdere invul
ling, als aangifte gelden.
Deze uitzondering kan evenwel niet worden inge
roepen door echtgenooten die, zooals vroeger is
vermeld, ieder afzonderlijk aangifte van hun ver
mogen moeten doen; zij moeten het aangiftebiljet
altijd volledig invullen, al bedraagt het vermogen
minder dan ? 13.000.
De aangifte geschiedt door invulling en
onderteekening van het daarvoor bestemde aangiftebiljet.
Zij, aan wie door den inspecteur der registratie
een biljet is toegezonden, moeten hunne aangifte
Unnen twintig dagen nadat het biljet aan hen is
uitgereikt, inleveren, hetzij door het kosteloos
aangeteekend per post toe te zenden aan den ont
vanger der successierechten of den inspecteur, hetzij
door het te bezorgen in een der gesloten bussen,
die tot ontvangst der biljetten zijn geplaatst in
de.kantoren der registratie en successierechten en
in de secretarie van een der gemeenten, vermeld
in de lijst die bij het aangiftebiljet is gevoegd.
Indien iemand door bijzondere omstandigheden
verhinderd wordt om zijne aangifte tijdig gereed
te maken, dan kan op zijn mondeling of schrifte
lijk verzoek de termijn van twintig dagen door
den inspecteur worden verlengd.
Zij die, hoewel belastingplichtig, geen biljet heb
ben ontvangen, zijn verplicht het door hen op een
der kantoren der registratie- of successierechten
of op' de secretarie der gemeente aangevraagde
biljet, behoorlijk ingevuld op de voormelde wijze
in te leveren vóór den- \5en Juni of wel, indien
zij zich eerst in den loop van het belastingjaar
metterwoon binnen het Rijk hebben gevestigd,
binnen twee maanden na die vestiging.
Het geval kan zich voordoen dat iemand, die
reeds in de vermogensbelasting is aangeslagen, of
die althans reeds eene aangifte heeft gedaan, bij
den inspecteur te boek staat als woonachtig in
eene andere gemeente dan die, waarin hij is
aangeslagen of waarin hij reeds aangifte deed, en
dat hij dientengevolge nog eens een aangiftebiljet
ter invulling ontvangt. Dat biljet behoeft dan niet
te worden ingevuld, doch hij die het ontvangen
heeft is verplicht het terug te zenden op de wijïe,
voorgeschreven voor de inlevering der aangiften,
na daarop te hebben vermeld in welke gemeente
hij reeds is aangeslagen of aangifte heeft gedaan.
Betrekkelijk het //wonen" binnen het Rijk wordt
nog hier opgemerkt:
Zoo iemand meent, dat hij niet binnen het Rijk
//woont" en daarom niet belastingplichtig is, ver
beurt hij geen enkel recht door aangifte te doen;
noch ook, indien een naar zijn oordeel te hooge
aanslag daarop volgt, door een bezwaarschrift m
te dienen eerst bij den inspecteur, later
dcsgevorderd bij den Raad van beroep. Weigert hij de be
taling, zoo beslist de rechter. Toch is hetwenschelijk,
zoo men meent niet belastingplichtig te zijn, dit
met opgave van redenen op het aangiftebiljet te
vermelden.
De nadeelen, welke het gevolg zijn van het niet
doen van aangifte en van eeue te lage aangifte
worden hierna aangewezen.
V. Hoeveel bedraagt de belasting en
hoe geschiedt de aanslag?
Indien de waarde van het vermogen minder
bedraagt dan ? 13,000, is geen belasting verschul
digd. Is zij ? 13,000 of meer, doch minder dan
? 14,000, dan is verschuldigd ? 2. Is zij ?14,000
of meer, doch minder dan f 15,000, dan is ver
schuldigd ? 4. Is zij f 15,000 of meer, doch niet
meer dan ? 200,000, dan is verschuldigd ? 1.25
van elke geheele som van f 1000, waarmede zij
het bedrag van f 10,000 te boven gaat, zoodat,
bijvoorbeeld wegens een vermogen ter waarde
van ? 100,000 verschuldigd is 90 X ? 1-25 of
? 112,50. Is zij grooter dan ? 200,000, zoo is eeu
vast bedrag van f 237.50 verschuldigd, benevens
f 2 van elke geheele som van ? 1000, waarmede
de waarde van het vermogen het bedrag van
? 200,000 te boven gaat.
Wegens een vermogen ter waarde van/300,000
is dus verschuldigd ? 237.50
100 X ? 2 , 200,00
? 437.50
Tot nadere aanwijzing van het bedrag der be
lasting mogen verder de volgende voorbeelden
strekken:
Vermogen. Bedrag d. belasting.In guld. per/1000.
? 12,000 Nihil.
13,000 ? 2.00 ? 0.15
14,000 4.00 ., 0.29
15,000 G.25 ., 0.41
16,000 ., 7.50 0.4S
17,000 8.75 ., 0.51
18,000 ., 10.00 .. 0.50
19,000 ., 11.25 ., 0.59
? 20,000 f 12.50 ?0.62
21,000 13.75 0.65
22,000 15.00 0.68
23,000 16.25 0.71
24,000 17.50 0.73
25,000 18.75 0.75
30,000 25.00 0.83
35.000 31.25 . 0.89
40,000 37.50 0.94
45,000 43.75 0.97
50,000 50.00 1.00
75,000 81.25 1.08
100,000 112.50 1.12
150,000 175.00 1.17
200,000 237.50 1.19
_ 250,000 337.50 1.35
C00,000 437.50 1.46
350,000 537.50 1.54
400,000 637.50 1.59
450,000 737.50 1.64
500,000 837.50 1.67
., 750,000 1,337.50 1.78
1,000,000 1,837.50 1.84
3,000,000 5,837.50 n.94
5,000,000 9,837.50 1.97
De belasting wordt berekend over ronde som
men van ? 1000. Gedeelten van ? 1000 blijven
buiten aanmerking; bijvoorbeeld: wegens eea
vermogen van ?80,500 is verschuldigd 70 X ? 1-25
of ? 87.50.
De door echtgenooten verschuldigde belasting
wordt ? behalve in geval van scheiding van tafel
en bed steeds naar het gezamenlijk bedrag
van beider vermogen berekend, al moest ook ieder
hunner afzonderlijk aangifte doen.
De inspecteur der registratie regelt den aan
slag in de belasting. Acht hij daartoe nadere
toelichting van de aangifte noodig, dan kan hij
den aangever daartoe in de gelegenheid stellen.
Hij, die geen aangifte heeft gedaan, wordt dooi
den inspecteur ambtshalve aangeslagen.
Hij, die aangifte deed, wordt iu overeenstem
ming met die aangifte aangeslagen, indien er bij
den inspecteur geene bedenkingen tegen de aangifte
bestaan. De inspecteur is echter bevoegd om, in
dien de aangifte hem te laag voorkomt, den aan
slag te bepalen uaar een hooger bedrag van ver
mogen dan aangegeven is. Daarbij mag hij echter
die onroerende goederen, waarvan de aangever de
waarde uaar de belastbare opbrengst volgens liet
kadaster had kunnen bepalen, maar waarvoor deze
het schatten der verkoopwaarde heeft verkozen,
op geeue hoogere waarde stellen dan daaraan zou
zijn toegekend, indien de waarde naar de belast
bare opbrengst ware berekend.
De aanslag in de belasting wordt aan den be
lastingplichtige medegedeeld bij eene uitnoodiging
tot betaling, welke hem gesloten wordt, toege
zonden door deu ontvanger der successierechten.
Hij, wiens aanslag hooger is gesteld dan zijne
aangifte of die bij gebreke van aangifte ambtshalve
is aangeslagen, ontvangt de uituoodigiug tot be
taling aangeleekend per post.
TI Wanneer en op welke w|Jme kan men
*t|ne bezwaren tegen den aanslag
doen gelden?
Uij, die aangifte deed, kan, indien zijn aanslag
hooger is gesteld dan zijne aangifte, zijne be
zwaren tegen dien aanslag, zelf of door eeu ge
machtigde, bij eeu gemotiveerd bezwaarschrift bij
den inspecteur die den aanslag bepaalde, inleveren.
Hij, die niet weet waarom bij den aanslag van
zijne aangifte werd afgeweken, kan met, de ver
klaring dat zijne aangifte volkomen juist was
en dat, mitsdien ten onrechte daarvan is afge
weken" als motief in het bezwaarschrift volstaan.
Het bezwaarschrift, wordt binnen 30 dagen na
de aautcekeuing van de uitnoodiging tot betaling,
in gesloten omslag, iiaagetnekend per post verzon
den aan den ontvanger der successierechten, die
de uitnoodigiug tot, betaling heeft gedaan, ofwel
aan dien ontvanger tegen gedagteekend
ontvangbewijs ter hand gesteld.
Indien de aangeslagene of zijn gemachtigde liet
verlangen daartoe heeft, te kennen gegeven, wordt,
hij, te zijner keus, door den inspecteur of den
ontvanger iu persoon nopen» zijne bezwaren ge
hoord. Dit verlangen om in persoon te worden
gehoord, kan in het bezwaarschrift worden uit
gedrukt, of bij het overhandigen van het bezwaar
schrift aan deii ontvanger worden medegedeeld;
daarbij worde tevens vermeld ot men verlangt
gehoord te worden door den inspecteur ot' door
deu ontvanger. Tijd en plaats alwaar aan het
verlangen zal worden gevolg gegeven, worden
aan hem, die het bezwaarschrift, indiende, mede
gedeeld.
De inspecteur doet, uitspraak op het bezwaar
schrift, en zendt, die uitspraak in gesloten omslag,
aangeteekeud per post, of tegen gedagteekend
outvaugbewijs, kosteloos, aan den aaugeslagene.
De aaugeslagene, die zich door des inspecteurs
uitspraak verongelijkt, acht, kan daarvan in be
roep komen bij den Ruud i:un beroep, wiens stand
plaats op de keerzijde van de uitnoodignig tot,
betaling is vermeld.
Het beroep geschiedt, door indiening bij dim
Raad vau een bezwaarschrift, dat tegen
gedagteekcud ontvangbewijs bezorgd moet worden bij
den voorzitter vau deu Raad ot' bij den ontvanger
der successierechten, die de uituoodiging tot be
taling verzond; het kan ook aan ecu Van hen
aangeteckend per post, worden toegezonden. Dit
bezwaarschrift moet worden ingediend binnen 30
dagen na de aauteekeuhig of de uitreiking v;; n
des inspecteurs uitspraak. L>ie uitspraak moet bij
het bezwaarschrift worden overgelegd.
Zoowel de aangeslagene als de inspecteur wor
de u door deu voorzitter van den Raad opgeroepen
ten minste vijf dagen vóór de vergadering, waarin
de zaak zal worden behandeld. 15ij verhindering
van den aangeslagene om zelf iu de vergadering
van den Raad te, verschijnen, kan diens gemach
tigde worden toegelaten, indien de redenen van
verhindering aan dcu voorzitter gegrond voor
komen.
Indien de aangeslagene noch in persoon, noch
bij gemachtigde verschijnt, wordt zijne zaak toch
in de vergadering van deu Raad behandeld cu
door dcu Raad beslist. De voorzitter kan echter
de behandeling verdagen.
De aangeslageue, zoowel wanneer hij voor den
Raad verschijnt, als wanneer hij niet verschijnt,
kan schriftelijke toelichtingen van zijn bezwaar
schrift aan den Raadoverleggen.
De Raad is bevoegd, bij zijne uitspraak een
aanslag op te leggen, afwijkende zoowel van de
aangifte als van den ambtshalve opgelegden aan
slag en van het advies van den inspecteur.
Bij de behandeling der zaak kan den aange
slagene worden toegestaan om zijne aangifte te
verbeteren.
Indien bij den Raad twijfel overblijft omtrent
de juistheid der aangifte en er bezwaar is tegen
het opleggen van een nieuwen aanslag, kan hij
den aangeslagene, die bij zijne aangifte volhardt,
uitnoodigen om die in de vergadering van den
Raad door een der volgende verklaringen te be
vestigen.
Ik verklaar dat het vermogen bij de aangifte,
die hier voor mij ligt, te goeder trouw, naar mijn
beste weten, zonder iets te verzwijgen is opge
geven, en dat de waarde van dat vermogen over
eenkomstig de wet te goeder trouw, naar mijn
beste weten, berekend is."
Of wel: Ik verklaar dat ik te goeder trouw
vermeen, dat ik geen vermogen had aan te geven,
waarvoor naar de wet belasting verschuldigd is."
Van de handeling wordt piocet-verbaal opge
maakt, waarin de verklaring opgenomen en dooi
den aangever onderteekend wordt.
In de aangifte, die door de verklaring beves
tigd is, wordt berust. Maar de aanslag van hem,
die weigert of, daartoe opgeroepen, in gebreke
blijft de verklaring af te leggen en te
ouderteekenen, wordt gehandhaafd.
Ingeval van ziekte, afwezigheid buiten het Rijk
of andere wettige reden, van verhindering, kan de
verklaring, niet toelating vau den Minister van
Financiën, krachtens eene bijzondere volmacht
worden afgelegd. Het verzoekschrift om
toelatingwordt door tusschenkomst van deu voorzitter van
den Raad aan den Minister verzonden.
Hij die persoonlij/c of door een bijzonder gemach
tigde op de uitnoodiging van den Raad opzettelijk
eene valsche verklaring aflegt, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren. Ontzetting
van de volgende rechten kan tegen hem worden uit
gesproken :
l", het bekleeden van ambten of van bepaalde.
ambten ;
2". liet dienen bij de gewapende miicht;
3". liet kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens
wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen ;
4''. het zijn van raadsman of gerechtelijk bewind
voerder en het zijn van. voogd, toeziende voogd, cura
tor af toeziende curator over anderen dun eigen
kin.'ieren.
De uitspraak vau den Raad wordt aan den
belanghebbende toegezonden ; de inspecteur der
registratie zorgt, voor de uitvoering daarvan.
Aan den belastingschuldige worden geene kos
ten vau de behandeling van zijne bezwaarschrif
ten iu rekening gebracht; doch wanneer de zaak
voor den Raad van beroep is behandeld, dan wordt,
indien de 'aangifte te laag is gedaan, de door dien
Raad vastgestelde of gehandhaafde aanslag ver
hoogd mei vijf en twintig ten honderd van de ver
hoor/ing der belasting.
leder erfgenaam, de executeur-testamentair of
de bewindvoerder over de nalatenschap is be
voegd bezwaarschriften in te dienen en in beroep
te komen omtrent deu aanslag van eeu overle
dene, alsof hij zelf de aaugeslageuc ware.
TIK. Welke nadeelen z|Jn aan het nala
ten van aangiften verbonden ?
Zooals iu het vorig hoofdstuk is vermeld, heeft
hij, die aangifte deed en wiens aanslag hooger is
gesteld dan zijne aangifte, gelegenheid om den
inspecteur, desverkiezende door een mondeling
onderhoud met, dien inspecteur of wel met, deu
ontvanger, van dwaling te overtuigen. Slechts
dan, indien hem dit niet gelukt, behoeft, hij bij
den Raad niet, in beroep te komen.
Dit voorded mist, hij die de aangifte naliet.
Tr^cn deu aanslair, die hem ambtshalve is opge
legd, kan hij niet opkomen bij den inspecteur.
Hij kan zich alleen rechtstreeks tot deu Raad
vau beroep wenden bij een bezwaarschrift, dat,
uiterlijk 30 dagen na de. aanteekening per post,
van de hem toegezonden uituoodiging tot beta
ling moet zijn ingediend.
Voor den Raad vau beroep verkeert hij daaren
boven in minder gunstige positie dan hij, die wel
aangilïe heeft, gedaan. \Vant de aanslag opgelegd
aan hem, die geene aangifte deed, wordt door den
Raad niet, verlaagd, tenzij 'Ie aar/geslagene liebbn
aangetoond dat de aanslag te hoog was. De inspec
teur behoeft alzoo het, bedrag van den
aanslagopgelegd aan hem, die geeue aangifte deed, niet
te rechtvaardigen ; en die aanslag blijft gehand
haafd, indien de aangeslageue niet voor den Raad
doet, blijken dat, hij minder vermogen heeft, dan
bij het. bepalen vau den aanslag is aangenomen.
Aan den Raad zelven is liet ter beslissing over
gelaten, welke stukken of bescheiden hij
verlauu'en zal om tot de overtuiging te komen, dat,
terecht wordt, gereclameerd.
Het indienen vau het, bezwaarschrift eu do be
handeling daarvan door deu Raad geschieden op
dezelfde wijze, als in het, vorig hoofdstuk is ver
meld ten aanzien van het, bezwaarschrift, inge
diend door iemand die wel aangifte deed. (liet
afleren van de verklaringen op uitnoodiging van
deu Raad komt hier uit, deu aard der zaak niet
te pas). Doch en ook in dit opzicht, is de wet
iiestrcmier voor hem die geeue aangifte deed
dan voor hem die dat wel deed de
aanslagbij de uitspraak van deu Raad vastgesteld of
gehandhaafd voor hem. die geeue aangifte deed,
en T.cKen den aanslag bezwaar maakte, wordt, in
el/t. gecul verhoogd met, 25 ten honderd van het
volle bedrag vau dieu aanslag.
Bijvoorbeeld: iemand, die geeu aangifte deed,
wordt, ambtshalve aangeslagen naar een vermo
gen van /'100,000, dus voor f 112.50. De Raad van
beroep komt, tot, de overtuiging, dat die aanslag
moet worden gehandhaafd. ATn wordt, de be
lasting verhoogd tot ? 110,1)2%, omdat geen aan
gifte werd gedaan eu toch werd gereclameerd.
Óf wel, de 'Raad erkent dat liet vermogen te
hooi; is gesteld en de reclamant, slechts ? 80,000
bezit Xu wordt, de belasting niet gesteld op
70 X ? 1>~:> <>f- ? ? ? ? ? ?. _? / S7>50
maar op die som verhoogd met 25
percent of " . . . . ., 21,87%
Dus op
VIII. In welke b||i*ndere gevallen kan
ontheffing van verschuldigde belas
ting -worden verleend?
Aan hem, die in den loop van het belastingjaar
het Rijk metterwoon verlaat, wordt op zijn verzoek
schrift ontheffing verleend voor zooveel twaalfde
gedeelten van zijn aanslag, als het aantal geheelei
maanden van het jaar beloopt, die tijdens zijnj
vertrek of indien het verzoekschrift eerst na
het vertrek is ingediend tijdens de indiening
nog niet verstreken zijn.
Het overlijden van den belastingplichtige in
den loop van het belastingjaar levert geen grond
op voor ontheffing van belasting. De aanslag van
den overledene moet worden aangezuiverd, doch
zooals reeds vroeger is vermeld wordt de aanslag
van de erfgenamen en legatarissen, wegens het-i
geen hun ten deel viel in het loopende jaar, niet
verhoogd.
Aan hem, die aangeslagen is wegens een vrucht
genot, dat in den loop van het belastingjaar eindigt^
wordt ontheffing verleend voor zooveel geheele
maanden als bij het indienen van zijn verzoek-i
schrift nog niet verstreken zijn. l
In deze twee gevallen wordt het verzoekschrift]
door den aangeslagene zelf of door een gemach
tigde ouderteekend, in een gesloten omslag per
post aangeteekend gezonden of tegen gedagtee
kend ontvangbewijs ingeleverd bij den ontvanger,.
die do uitnoodiging tot betaling heeft gedaan.
De inspecteur der registratie doet uitspraak op
deze verzoekschriften.
Hij, die bezwaar heeft tegen de uitspraak vai
den inspecteur, kan binnen dertig dagen, nad$
hem die uitspraak is toegezonden, daarvan bij t
Koningin bij ongezcgeld rekest in beroro
komen. Als datum van toezending der uitspraak
geldt die der aanteekening per post of die van
het, gedagteekend outvangbewijs.
Herstel van vergissingen ten nadeele van be
lastingplichtigen, hetzij die begaan mochten zijn
door dcu aangever bij het, invullen van liet aan
giftebiljet, of door den inspecteur, bij het regelen
van den aanslag van iemand die aangifte het/t
gedaan, kan in den loop van het belastingjaar plaats
hebben door eene ontheffing van belasting, te
verleeuen door den inspecteur, die de daartoe
noodigc administratieve machtiging heeft aange
vraagd eu verkregen.
[ Deze oiitheiling wegens abuizen kan worden
verleend, ook wanneer de termijnen gesteld voor
het, indienen van bezwaarschriften verstreken zijn,
en onverschillig of ter zake van den aanslag
vroeger al of niet ecu bezwaarschrift, is ingediend.
Vergissingen door den inspecteur begaan bij
het, aanslaan van iemand, die geeue aangifte heeft
gedaan, kunnen niet langs dezen weg worden
hersteld.
Eindelijk is het, der Koningin voorbehouden,
om in bijzondere gevallen, van wege dwaling of
onwillig verzuim, kwijtschelding, vermindering of
torugnavo van de hoofdsom der belasting, eu
van de verhooginfi- der door den Raad van Be
roep vastgestelde of gehandhaafde bedragen te
verlecnen.
Hoe uitgebreid deze door de Koningin voor
behouden Ixnoesrdheid ook moge zijn, zij i.? niet
algemeen, indien niet, blijkt, van dwrilii/t/ of van
onwillig verzuim, kan geene kwijtschelding, ver
mindering of teruggave worden verleend.
IX. \Vanneer en waar moet de belas
ting worde» betaald?
De aanslag in de belasting moet worden be
taald ten kantore van den ontvanger der succes
sierechten, door wien de uitnoodiging tot, beta
ling is verzonden, en wel: de helft, voor den
eersten November, de wederhelft voor don eersten.
April van het belastingjaar. De belastingplichtige,
kan echter, indien hij het verlangt, beide Iclften
in twee gedeelten betalen.
Aanslagen, die eerst na dcu Isten Xon-mbcr
zijn opgelegd, moeten worden betaald vóïr den
Isten April. Desverkiezende kan de aangeilagene
ook deze betaling iu twee gedeelten doen.
Zoodra een aaugeslageuc het, Rijk metterwoon
verlaat, is zijn aanslag invorderbaar,
oirerminderd zijne aanspraak op oiithellmg zooals licrvoor
is gezegd.
De betalinc kan ook geschieden door middel
van bijzondere daarvoor bestemde poslwissols.
Deze postwist-els worden kosteloos vcrzoiid'u voor
aangeslageuen, wonende- buiten de gemccu,e waar
het, ontvangkantoor is gevestigd.
De strook van deu wissel, iu overeenstemming
met, dezen ingevuld, door een ambteniar der
posterijen onderteekend eu op de uituood'ging tot
betaling vastgehecht, geldt als bewijs van ictaling.
Indien de, aangeslagene de versehnldiale belas
ting niet, vóór of op den verschijmlag aaizuivert,
zendt, de ontvanger hem een gesloten
vaarschuwiug, om binnen drie dagen aan zijne veipliehting
tot, betaling te voldoen.
Indien op de waarschuwing de betiling niet,
volgt, doet, de ontvanger hem eene gesliten aan
maning toekomen, om binnen een nienwai termijn
van drie dagen het, verschuldigde te bealeu.
Tegen deu aaugeslageuc, die geen ge'olg heeft
gegeven aan de aanmaning, wordt, dooi den ont
vanger een dwangbevel uitgevaardigd,
nedebreuacude liet recht van parate executie. lit dwang
bevel wordt, executoir verklaard door dm kanton
rechter eu door een deurwaarder beteclend.
Verzet tet>-eu het, dwungschrift en terugvordering
van betaalde belasting kunnen niet let bedrag
van deu aanslag of de bepaling van irt vermo
gen van deu aangeslageue betreffen, uoeh gegrond
zijn op het niet ontvangen van waarsciuwing en
aanmaning.
Voorden nog niet, aaugezuivcrden aanslag van
een overleden belastingschuldige zijn de erven iu
al hunne goederen aansprakelijk, voor zoo ver
schulden van den aangnslr/gene te hunnen laste koiiten.
De vorderingen tot betaling en tot teruggaaf
van belasting verjaren na verloop van twee jaren
na de vaststelling van den aanslag.
X. Geene «egel- of registratierechten
?Hu verschuldigd.
De stukken krachtens de wet op de' vermogens
belasting op te maken cu uit te vaardigen,
quitantiën van betaalde belasting en -processtukken
daaronder begrepen, zijn vrij van zegel, en worden,
voor zoover aan de formaliteit van registratie
ouderworpen, kosteloos geregistreerd.