Historisch Archief 1877-1940
No 8*9
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
the bank at Monte-Carlo" en het museum
LopezSuasso zullen wel niet in de oorspronkelijke edi
tie hebben gestaan. Het stuk gaf weer veel ge
noegen, vooral de zware hoofdrollen, Sleur en Mie,
werden met entrain gespeeld ; onder veel applaus
werden ten slotte ook de schrijver, »Ha-zee", en
de secretaris der vereeniging, de heer Kromhout,
die het villa-doek en de programma's geteekend
had, ten tooneele geroepen.
?MIIIIHIIIimMllllllllllllllllllllllMllllllllllllllllllllllimill lUIIIIIIIIIII
Dat de veelbesproken gewelfschildering uit
"Warmenhuizen ini ertjjd door onbekwame handen
werd bijgewerkt, dit is aan het Haagpche kunst
beheer al tot vermoeiens toe verweten. Tot
verraoeiens toe, omdat de beschuldiging niet genoeg
direkt door bevoegde ooggetuigen kon worden
uitgesproken en men daardoor half in onzekerheid
bleef. De verzekering echter dat dit euvel in
derdaad is geschied, kreeg nog hizondere waarde,
toen z\j dezer dagen herhaald werd door den
heer A. J. Derkinderen die, nu een jaar geleden,
gedurende eenigen tijd in de gelegenheid was
het werk van zeer nabij op ' te nemen. De
heer De Stuers echter, die door zooveel iaren
bureau-werk nog niets van zijn frischheid verloor,
en die een merkwaardige kracht houdt als
polemist, voornamelijk doordien hij do gewoonte
heeft verzekeringen die niet in zijn kraam te pas
komen meer of min plattelijk te heeten liegen,
wilde zich ook door de verklaring van dezen
onwraakbaren getuige nog niet van zijn stuk laten
brengen, en antwoordde in de N. Jf.nft, Ct. van
den Uden meteen briefje dat een model van onge
geneerde advocaten -gladhei d schijnt. Het valt
niet in ons kader dit, min loyale schrijven te
weerleggen, alleen wilde ik even do aandacht
vestigen op den zonderlingen slotzin, waar de
autoritaire kunstliefhebber eenvoudig verklaart,
aan de ontdekking van den Heer Derkin
deren niet de geringste waarde toe te kennen
Dit nu is brutaal en listig. Brutaal, omdat,
nu deze zaak eenmaal zoozeer voor de rechtbank
der publieke opinie wordt behandeld, het den
feitelijk aangeklaagde zeker allerminst past
(tevens vooruitloopende op de meening van zijn
superieur, den minister1), uit de hoogte te zegjren
wat hifj van de aanklacht denkt. Listig, omdat bij
met dezen arrogantén tjingel, andermaal geheel de
aandacht afleidt van de hoofdzaak, en, niet meer
durvende te zeggen dat de bewuste gewelfschil
deringen NIET zoude zijn bijgewerkt, den kunste
naar wiens werk in deze. hij eerst m<>t ietwat
belachelijk hautaine welwillendheid had bevon
den goed te zijn, op eens, nu hem
datgemakkeIjjker zoo uitkwam, als een man zonder autoriteit
tracht in den hoek te duwen.
Maar het is niet om ons te begeven in be
schouwingen omtrent details der po'emiek betref
fende deze troebele zaak, dat wij de kwestie
Warmenhuizen hier aanroeren. Wie er in dit
veelstemmig twistgeschrijf zich min edel houdt, of
zich met meer takt uitdrukt, is ten slotte hier
de hoofdzaak niet. Meer dan de gelijkhebberij
der optredende personen, is het publiek, welks
aandacht zoo vaak reeds voor deze netelige zaak
gevraagd werd, belang gaan stellen in de gewelf
schildering zelve. Wat op het oogenblik de heer
De Stuers in deze ook mag willen verklaren, het
houdt, uit den aard der situatie, alles slechts een
uiterst bedenkelijke waarde. Heeft de Heer De
Sluers in stilte de restauratie en plaatsing der
gewelfschildering tot een einde willen brengen, dan
is hem dit nu eenmaal, ook door zijn uitdagende po
lemiek, al kwalijk gelukt. De zaak schijnt dan ook
r\jp om thans door onzijdige deskundigen grondig on
derzocht te worden, en wanneer, zoover als het nu
gekomen is, de minister er zich door den heer
de Stuers van laat afhouden zulk een bevoegd
comitévan onderzoek te benoemen, dan, ja dan
mag de in veel opzichten verdienstelijke, maar
willekeur-lievende referendaris, (die alle licht te
schuwen pleegt, zoo het niet uit zijn koker komt)
verder polemizeeren zoo glad hij het wil, hij zal
in de meening van alle niet-geïnteresseerde be
langstellenden omtrent deze zaak zijn eigen vonnis
slechts geteekend hebben. En, wat van meer belang
is, omtrent de zorg aan onze nationale monu
menten besteed, kan men dan niet gerust meer zijn.
Daarom mag men het raadzaam achten dat, zich
onthoudende van geredekavel over bijzonderheden,
de heele pers thans eenstemmig op een
instantelijk onderzoek aandringe. Het mag misschien
anders geweest zijn, toen twintig jaar geleden
de heer De Stuers met zijn flink aanpakken be
gon, nu, zijn wij ook in zaken van kunst
inzicht geen natie meer van onmondigen, die
men meenen kan dat door een niet-interpellabele
tyrannie alleen kan worden geregeerd.
Een machtig aardig boekje in zijn soort, een
slap-handzaam zak-deeltje van maar een shilling,
gevende in tamelijk voldoende mechanische af
beeldingen een overzicht van wat, men van Cimabue
tot Rossetti al moois aan schilderkunst in de
ryke collectie der Nationil Gallerii heeft, is door
de Pnll Mail (raze.tte Office, uitgegeven. Deze
beknopte catalogus in prentjes geeft een treffend
souvenir voor hen die het voorname Londensch
museum kennen, waar vooral de oude Italianen
toch zoo heerlijk vertegenwoordigd zijn.
de JJollnnde PeMts Miitrf.s
is de titel van een pas verschenen bundel studies
over de 17de-eeuwscbe Hollamlsche schilders,
door Edouard Estaunié, die ons zoozeer de
aandacht waard schijnt, dat we een volgende
maal er hier een afzonderlijke bespreking van
denken te geven.
In het gebnuw van Kunsten en Wetenschappen
te Utrecht, heeft men dezer dagen een zeer
ongemeene expositie. Er zijn met smaak geschikt,
een aantal kunstschatten geëxpozeerd,
toebehoorende aan de firma E. J. van Wisselingh & Co.
te Amsterdam, wier verzameling wel als een ver
plaatsbaar museum is. De meeste der schilderijen
werden ook onlangs reeds te Amsterdam in Arti
tentoongesteld. Een zeer belangrijke Jacob Maris
echter, die er als tegenhanger van het groote
«Dordrecht" is geplaatst, was nog niet publiek
te zien, en zou zeker waard zijn voor altijd pu
bliek te zien gesteld te worden. En dan is er
een Japansch scherm van de meest buitengewone
deftigheid, een ten eenenmale superbe kunst
werk.
Waar het aan ligt is op slag niet zoo gemak
kelijk uit te maken, maar deze tentoonstelling
lijkt me nog bekoorlijker dan de rijkere expo
sitie-Van Wisselingh die men in Arti had. Zij
is Zondag den 14den voor het laatst geopend.
Op de pas geopende tentoonstelling van -de
Asfociation pour t Art te Antwerpen, is Holland
alleen door .T. Thorn Prikker vertegenwoordigd.
Het had in de bedoeling van het comitégelegen
een meer kompleet overzicht te geven van jongere
kunst-preoccupaties in Holland. Toorop, Der
kinderen, Colenbrander, Roland Holst en Veth
waren mede geïnviteerd. Echter vond geen van
deze' gelegenheid tot een voldoend representatieve
inzending, en. liever dan een carte de visite te
zenden, hebben zij zich voor dit jaar bij het
Antwerpsch comitéverontschuldigd.
Op de Sociétédes aquafortistes belges te
Brussel exposeeren de Nederlanders M. Bauer,
Zilcken, Storm van 's Gravesande. Dake, E. Bosch.
De firma C. M. van Gogh, Keizersgracht Am
sterdam, verzond een zeer net gedrukte
uitnoodiging tot het komen zien eener kleine expositie
in hare kunstzaal, van schilderijen en studies door
F. Hart Nibbrig. VKTH.
De verkooping Spitzer te Parijs heeft nu reeds
meer dan twee weken geduurd en het zal nog
zes weken duren eer men klaar is. Ruim drie
duizend kunstvoorwerpen, tot een getaxeerde
waarde van ongeveer vijftien millioen francs,
behooren tot deze ne verkooping. Er was geen
particuliere verzameling bekender dan deze.
Spitzer zelf, de oude slimme kunsthandelaar, die
voor veertig jaar oude paraplu's op de boulevards
kocht en verkoclit.cn als officier van liet legioen
van eer dertig millioen naliet, had behoorlijk
voor zijn roem gezorgd. Toen Spitzer stierf,
had hij zijne verzameling op 22 millioen geschat.
Van de verkooping is nu alleen de
wapenverzameling uitgezonderd, die men op l of 5 millioen
schat. Te koop komen al de overige groepen,
33(>0 nummers. De verkooping geschiedt in het
zeer elegante hotel, dat Spitzer in 1872 voor de
verzameling heeft laten bouwen in de ruo V
lejust, dichtbij den Are de Triompho. Men heeft
expres den tuin en de binnenplaats met een hal
laten overdekken, om eene groote zaal voor den
verkoop te hebben. Dag aan dag gaat een van die
goed geschikte groepen uiteen, die met zooveel
liefde en zooveel smaak in zes groote en kleinere
expres er voor gebouwde zalen tentoongesteld
waren. Het was geen antiquiteiten verzameling zoo
als er zooveel zijn, met schilderachtig
hijwerkSpitzer hield zich in het verzamelen op een volko.
men afgeperkt gebied. Hij hield zich aan de Middel
eeuwen en de Renaissance; liet alles uit alle latere
perioden, de voor een ongeleerde gevaarlijke antie
ken en alleIndischeofoverzeeschecuriositeiten,ter
zijde. Hij verzamelde voorts alleen dingen van matige
grootte, die naar de Parijsche begrippen voor
salons geschikt zijn. Een Duitsche ridderburcht,
een Itnüaansch slot, een paleis in den stijl van
Lodewijk XIV, had men met zijne verzameling
niet kunnen meubelen. Hij verzamelde echter ook
geen standbeelden, schilderijen, etsen of
handteekeningen, alleen de werken der klein-kunst,
goudsmidswerken, mails, ivoor, majolica, leer,
ijzer, tafelzilver, glas, juweelen, kleine bronzen
en eenige bijzonder mooie meubelen, tapijt, glazen
vensters en ten laatste nog wapenen, die alleen
een rijke zaal van monumentale decoratie vulden.
Het duurste stuk was tot dusverre een uit
ivoor gesneden zadel, dat door het Louvre voor
81,000 francs gekocht is, menhadhet op 100,0'N*
francs geschat, de kunstkooper Mannheim had
zelfs 125,000 voorspeld. Onder de mails van
Liinoges is er bijna geen stuk boven de ,'30,000
francs gegaan. Alleen een groot tableau bracht
het ditmaal tot 61,000 francs en een schotel op
47,000 francs. Gemiddeld zijn de Italiaansche
bronzen het hoogst betaald geworden ; een
kleine ruitertiguur voor 50,000 francs. Van
twee busten, die voor gelijke waarde aan
geboden waren, zoodat de kooper de keur had,
of hij no. 2 voor denzelfden prijs er bij wilde
nemen, moest het Louvre de eene met 11.000
francs betalen, waarna de tweede onmiddelijk
daarop maar '20.000 francs opbracht. Een groep
kunsthandelaars kocht twee haardijzers, om ze
denzelf'den avond voor 75.000 francs naar Amerika
te verkoopen. Deze week is er pause, men laat
de kunstvrienden tijd om de eerste weken van
Mei voor den salon te besteden. De tweede week
van Mei is voor een bijzondere groep, de me
dailles en plaquetten, bestemd, zoodat in het
midden van Mei de kring van koopers weer eerst
bijeenkomt, om dan tot half Juni ernstige zaken
te doen.
Men rekent er op, ten minste 10 minioen to
ontvangen. Voor het volgend jaar blijft dan de
wapenverzameling nog over, wanneer deze niet
te voren als geheel oen kooper vindt. Ook hier
geldt het nog millioenen.
Zondag 30 April werd in de boekerij van het
Museum van Kunstnijverheid te Haarlem de
vergadering der commissie van ambachtsonderwijs
gehouden, waarin de toelichtingen tot de opgave
van de vereischten voor het verkrijgen van een
bewijs van een bewijs van bekwaamheid als
meester of gezel definitief werden vastgesteld.
De toelichtingen betreffende de timmerlieden,
meubelmakers, smeden, koperwerkers en huis
schilders zullen dus weldra bij de leden dezer
commissie voor belangstellenden gratis verkrijg
baar worden gesteld. Na het verspreiden dezer
toelichtingen beschouwt bovengenoemde commissie
hare taak ten opzichte der proeven van be
kwaamheid, die door de commissie «Veredeling
van het ambacht" dezen winter te 's Gravenhage
zullen worden afgenomen, als geëindigd en zal
zich verder hoofdzakelijk bezighouden met het
bevorderen van het ambachtsonderwijs op de
werkplaats. Ten einde samenwerking en eenheid
van streven te bevorderen, zal zij trachten,
zooveel mogelijk alle krachten die zich hetzelfde
doel tot taak stellen, samen te brengen; in ge
noemde vergadering werd als beginsel vastgesteld
eene nationale vereeniging in het leven te roepen,
die uitsluitend het ambachtsonderwijs in den
meest uitgebreiden zin zal behartigen. Zij, die
zich geroepen gevoelen aan dit streven mede te
werken en van hunne sympathie wenschen te
getuigen, kunnen zich daartoe wenden tot den
voorzitter der commissie van ambachtsonderwijs,
den hoer E. von Saher te Haarlem.
Op den laatsten dag van de schilderijenveiling
van Lord Clifden te Londen werd de Vrouw
van Burgemeester Az'.r, van Rembrandt, verkocht
voor 85.000 guldon, en de Burgemeester Six zelf
voor GO.000 gulden. Van Velasquez bracht
Marianne van Ooftemijk 50.000 en lijn I-abella ran
Bourbon 28.000 gulden op. Tegelijk werden nog
eenige andere stukken verkocht. Een portret van
Sir Joshua Reynolds, Lady Caroline Price 44.000
en een portret van Gainsborough Lady Carr,
15.000 gulden.
Door de vergadering van stemhebbende gewone
leden dor Maatschappij »Arti et Amicitiae", ge
houden op 9 Mei jl., werd uit drie inzendingen,
ingekomen op den uitgeschreven wedstrijd voor
een premieplaat der Vereeniging tot Bevordering
van Beeldende Kunsten (jaar 18! 13) gekozen de
ets naar het schilderij van Ruysdael, berustende
op het Rijks-Museum, »lliviergezicht bij Wijk bij
Duurstede".
De vervaardiger van deze ets bleek to zijn de
Omtrent het Bodenstedt-momnnent te
Wiesbaden, is nu beslist geworden, dat de uitvoering
aan den beeldhouwer Berwald-Schwerin, bekend
als portret-medailleur, zal worden opgedragen.
liet zal bestaan uit eene kolossale buste van den
dichter, op een voetstuk van Labrador, op de
voorzijde draagt een bron zon bord den naam van
den dichter, met lauwerkrans, papyrusrol en het
begin van het Krühlingslied. liet monument zal
in de Kur-Anlagen worden peplaatst, en in 18114
op Bodenstedt's sterfdag onthuld worden.
Bij de heerer Preyer & Co., lokaal Picturn,
is geëxposeerd een schilderij van Louis Apol,
voorstellende een Boschlaan.
Bij de firma E. J. van Wisselingh & Co.,
Kalvorstraat, is geëxposeerd een schilderij van
;\ïettling" «lezende grijsaard''.
'&VNST
*}\ 'A *<? ;
^,1* IHeUl*. ?*,
Gustare Nartaud.
In Augustus van het vorige jaar verscheen
nog oen bundel Chansons (met compositie) van
Gustave Nadaud. Hot boek vormde de afsluiting
van zijn Oeuvrex eüiii/ilètes ; de dichter nam er
eenigzins afscheid mede. Het is gebleken dat hij
juist voorspeld had; dezer dagen is Nadaud aan
eene longontsteking, het gevolg van influenza,
binnen weinige dagen overleden. Hij was (J7jaar
oud. Zijn eerste liedjes verlieten de pers in
184!); bij was niet heel vruchtbaar, zoodat zijn
goheelo nalatenschap niet groot is. Na hem
trouwens bloeiden reeds verschillende genres,
het genre -Thérèsa, do scie de café-concert",
later het «chatnoiresque", allo steeds verder van
Béranger en Désaugiers, aan wie Nadaud incest
verwant schijnt.
Nadaud's meest bekende is Pandore ou les
deux gendarmes.
Deux gendarmes, un beau dimanche,
('hevauchaient Ie long d'un sentier ,
L'un portait la sardine blanche,
L'autre, Ie jauue baudrier.
Le premier dit d'un ton sonore:
»Le temps est beau pour la saison."
«Brigadier", répondit Pandore,
«Brigadier, vous avez raison."
Phovbus, au bout do sa carrière,
Put encore les apercevoir ;
Le brigadier, de sa voix fiere,
Troubla Ie silence du soir ;
-Vois", dit - il »le soleil qui dore
Les nuages a l'horizon."
«Brigadier," répondit Pandore.
«Brigadier, vous ave/ raison."
»Ah ! c'cst un métier difficilo ;
Garantir la propriété;
Défendre les champs et la ville
Du vol et do l'iniquité!
Pourtant, l'épouse qui rn'adore
Repose seule a la maison."
-Brigadier", répondit Pandore
-Brigadier, vous avez raison.''
»T1 me souvient de ma jeunesse ;
Le temps passéne revient pas....
J'avais une folie maitresse,
Ploine do mérite et d'appas.
Mais Ie eu;ur .... pourquoi ? je l'ignore.
Aime a changer de garnison."
«Brigadier", répondit Pandore,
Brigadier, vous avez raison."
»La gloire, c'est une couronne
Faite de roso et de laurier;
J'ai servi Yénus et Bellone :
Je suis poux et brigadier.
Mais je poursuis ce météore
Qui vers Colchos guidait Jason ...
«Brigadier", répondit Pandore,
«Brigadier, vous avez raison."
Puis, ils rêvèrent en silence;
On n'entendit plus que Ie pas
De chevaux marchant en cadence ;
Le brigadier ne parlait pas.
Mais, quand revint la pale aurore,
On entendit urne vague son !
«Brigadier", répondit Pandore,
«Brigadier, vous avez raison."
Dit was het schema, waar de dichter coupletten
tusschen kon voegen. Curieus genoeg wordt juist
van een ondeugend couplet in deze chanson, dat
een oogenblik de regeering tegen hem in 't har
nas joeg, hem het vaderschap bestreden. Het
couplet luidde:
»J'ai toujours chéri saus répliquo
Ceux qui gouvernèrent jadis;
Napoléon, la République,
Louis-Philippe et Charles X.
J'ai memo, il m'on souvient encore,
Couduit Bonaparte en prison."
«Brigadier," répondit Pandore,
«Brigadier, vous avez raison."
In figaro wordt beweerd dat dit van Bastide
was. Nadaud was trouwens zeer gouvernementeel
en behoorde later tot don kring van prinses
Mathilde. Tot de meest bekende behooren verder
Le Docteur Grégoire, Les Uieux, Le Uonhomme enz.
Een schrijvers- of auteursbond op het
Ned. Taal- en Letterkundig Congres. Nu
mijn vraag, aan het Gentscho congres voorgelegd
(zie Handelingen blz. 401 vlg.) aanleiding heeft
gegeven tot eene verkeerde uitlegging en tot
eenig misverstand, stel ik er prijs op, voordat
het a. s. congres te Arnhem vergadert, mijne
meening wat duidelijker uiteen, te zetten,
De zaak is eenvoudig deze: Mij dunkt het
wenschelijk dat hot Ned. Taal- en Letterkundig
Congres eene bestendige commissie benoeme, ten
einde te onderzoeken l o. in hoeverre de opbrengst
(of hoe men hot noemen wil) van het letterkundige
of muzikale werk van schrijvers en auteurs
somtijds moer ten bate komt van den uitgever
dan van den schrijver of auteur, 2o. in hoeverre
deze verhoudingen in Noord-en Zuid-Nederland
wettelijk zijn geregeld, en .">o. in hoeverre door
het oj)richten van eon schrijvers of'auteursbond
de gemeenschappelijke belangen van schrijvers
of' auteurs kunnen worden behartigd.
De formuleering van een en ander geef ik
natuurlijk voor beter, immers het is niet alleen
een letterkundige en een maatschappelijke, maar
ook een rechtskundige kwestie. Doch do zaak
zelve is, dunkt mij, van groot gewicht.
Naast het bevorderen van onze taal on onze
letteren in 't algemeen kan oen congres mijns
inziens geen nuttiger zaak ter hand nemen dan
het onderzoek, in hoeverre do stoffelijke belangen
der Noord- en Zuid-Nederlandsche schrijvers
het best kunnen worden behartigd. Het spijt
mij dat door eene min gelukkige redactie mijn
voorstel te Gent tot het bekende misverstand
aanleiding hoeft gegeven, maar het zou mij nog
meer spijten, wanneer door een kwestie van vorm
de aandacht op don duur wierd afgetrokken van
do hoofdzaak.
Amsterdam, Mei 1803. Dr. II. C. ML-LLKR.
Volgens de buitenlandsche bladen benijdt men aan
de Leidsche Bibliotheek ten zeerste het bezit der
zeven Grieksche waschtafeltjes, het geschenk van
Mr. A. D. van Assendelf't de Coningh, burge
meester van Leiderdorp. Zoowel wegens de bui
tengewone zeldzaamheid als wegens den inhoud
zijn ze merkwaardig. Het Britsche museum be
zit er maar n ; Parijs heeft er vijf met heel
onbeduidende woorden, de Amerikaan Abbot heeft
er eenige, waarop drie versregels van den
b'ijspeldichter Menander gekrast zijn, op alle dezelfde,
dus blijkbaar schoolwerk. De Leidsche tafeltjes
nu, zeven in getal, waarvan n zijde onbeschre
ven is, dus dertien beschreven zijn, zijn l 1A cM.
hoog en 12 cM. breed, en bevatte ieder 24 re
gels van 20 letters, in zwnrtgeworden was gekrast.
Dr. Hesseling, privaat docent in Middoleeuwsch
en later Grieksch, is bezig er een aantal fabels
van Esopus in te vinden, in andere lezing dan
de bekende (misschien als «opstel" door een
leerling naverteld V) De heer Van Assendelf't de
Coningh, broeder van den burgemeester, kocht
deze tafeltjes van een Arabier te Palmyra, in
1881, maar overleed kort daarna, zoodat ze eenige
jaren, zóó dicht bij Leiden, onopgemerkt bleven.
Adolph Streckfuss, de schrijver der bekende
Wereldgeschiedenis, vierde deze week zijn
zeventigsten verjaardag. Om feestelijkheden te ontgaan,
is hij in de Ivirnther Alpen gevlucht, maar de
Duitsche bladen hordenken toch den feestdag;
die van Berlijn herinneren eraan, hoe hij met
zijne Gescltichte Be'lins ook een speciaal
Berlijnsche heilige geworden is. Ondanks zijn zeventig
jaren is Streckfuss nog vol warmte en arbeidslust.
iiiiiiiiliiilininiiinMiii
SCHETSJES
Zondag in WasMngton.
liet uiterlijk van iedere stad wordt door de
min of meer algonieene heiliging van den Zondag
veranderd, doch dit verschil valt in de
bondsstad der Vereenigde Staten minder te bespeuren.
Door een soort optisch bedrog merken wij op
straat het onderscheid zelfs nergens op, want
geen enkele winkel is gesloten, ja zelfs zijn de
etalages voor dien dag extra mooi gemaakt; wie
echter zoo «groen" is, aan zijn kooplust te willen
botvieren, zal de deur gesloten vinden, evenals
des nachts, wanneer de winkel ook verlicht en
schijnbaar open is. Een, het naar binnen zien be
lettend, sluiten met gordijnen, jalousieën of' blinden
kent men hier niet, Wanneer wij dus do stores met