De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 21 mei pagina 7

21 mei 1893 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No, 830 DE AMSTERDAMMER, WEEKBDAD VOOR NEDERDAND. Pastor Kneipp's uitstapje van Kleef naar Amsterdam. Een gepaste ontvangst. iniiiMiniiiim n IIIIMH i mMiiimiiuiiMi minimum i miiiiiuiiiMi n Minimum Snuiijes. Het Vaderland zegt: Naar aanleiding van het schrijven, waar mede prof. Pekelharing zich onttrekt aan de verdere bemoeiing met de beweldadiging der slachtoffers van Friesche vonnissen, is in sommige bladen direct of' indirect liet voor de hand liggende vermoeden uitgesproken, dat een wenk van hopger hand hiervan de oorzaak zou kunnen zijn. Met zekerheid kunnen wij meedeelen, dat dit geenszins het geval is en dat zulk een wenk niet door hem is ontvangen." Het deed mij genoegen dit te vernemen. De lioogerhand heeft dus niet gewenkt. Maar zoo zit ik toch een beetje met de zaak, want hoe zal ik nu van Kerkwijk qualificeeren ? Gewenkt heeft hij zeker, toen hij in de Kamer riep: en die Professor is nog niet afgezet!" Is van Kerkwijk danfogrerhand ? Dat iemand recht zou hebben hem met zulke woorden aan te duiden, wil er bij mij niet in. En waar blijft ook De Kan ter, die almede ge wenkt heeft? Waren die beiden dan soms twee lage handen .... op n buik ? Wat bij onze Duitsche naburen al niet als gevaarlijk voor de rust van den Staat wordt beschouwd! Dezer dagen werd een sneltrein op een der Duitsche spoorwegen plotseling tot stilstaan gebracht, doordat een der passagiers de kruk van de noodrem had omgedraaid. De goede man, aan wiens Gesinnungstüchtiglxif' niet valt te twijfelen, had in een aangrenzenden .coupéluidkeels de volgende woorden hooren zingen: Ganz Europa wundert sich nicht wenig, Welch ein neues Keich entstanden ist Dat was revolutionair, subversief, wnst rxlerisch in de hoogste mate! Dat mocht op een fatsoenlijken, door het Rijk gemonopoliseerden Duitsdien spoorweg niet worden geduld! Aller minst in den verkiezingsstrijd, nu booze tongen hier en daar het noodlottige woord particularisme'1 uitspreken. De goede noodrem-trekker is zeker nooit student geweest en heeft ook de aan Philister iiiimimmiiiniiiimiiimminimmniiimiiiiiimnniiii iliimiliiimniliimmiiiimiiiil iiiimiKmimiiiimmiiiimmimiuiiimnii niet geheel vreemde studie van het Kommersbuch verwaarloosd. Anders zou hij weten, dat de staatsgefdhrlieJie" woorden zijn ontleend aan een Duitsch studentenlied, en dat de aangehaalde regels, door vochtige kelen, aldus worden vervolgd: Wer am meisten trinken kann,ist König; Bischof, wer die meisten Madchen küsst. Wer da trinkt recht brav, falleralla, Heisst bei uns Herr Graf, falleralla, Wer da randalirt, wird Polizist. Naar het mij voorkomt, is de noodrem trekker te voorbarig geweest. Als hij tenmin ste gewacht had, tot de vroolijke zanger zijn pointe op de politie had ten beste gegeven! niiifiiiiiltiiiiuiiiiinilliiiiilliinnnniitiilHUiiittlllllililliniiiiiiiiiniillimui Het scheidsgereclit over de Beliriug-Zee. (naar Punch). Eerste goed ingelichte per soon, (een tirade ten einde brengend). Nu wil ik dus maar weten : moeten wij ons aan de Yankees onderwerpen, ja of neen ? 't Is heel aardig te praten over de tentoonstelling te Chicago en al zulk soort meer, maar als ze onze schepen gaan in beslag nemen en ons willen verbieden robben te vangen, hoe eer we hun dan zeggen dat ze opvliegen, hoe beter. En wat betreft dat daar ook een mare dausum zou zijn, nu.... rW e e tg i er i g e, (hem in de rede vallend) Wie is dat ? Eerste g. i. p. Wel, Mare dausum beteekent alleen de plaats waar ze de robben van gen, weet je; mare is latijn en beteekentzee. Weetgierige. O, dat had ik wel dadelijk begrepen, als je 't maar goed had uitgespro ken. En wat beteekent clausiim? Eerste g. i. p. Wel dat beteekent natuur lijk wel, een clausule, begrijp je dat niet? Die komen in het tractaat voor. Een o p m e r k er (van zijn krant opkijkend), Vroeger was het latijn voor gesloten", maar 't is zeker veranderd. Eerste g. i. p. (ongdoorig). Nu, dat kan het zeker niet beteekenen. Wie heeft ooit van een gesloten zee gehoord, dat zou ik wel eens willen weten. Tweede g. i. p. (een onderstelling wagend/. Het kon misschien een haven beteekenen, of zoo iets. Op merker. Dat zou het kunnen betee kenen, maar dat doet het niet. (Kijkt weer in zijn krant). Tweede g. i, p. O, zoo, ik gaf alleen een idee aan. (Pauze). Weetgierige. Maar waarover hebben ze nu eigenlijk in Parijs dat scheidsgerecht? Er staat (hij leest uit de krant mor) »toen de heer Carter, de afgevaardigde der Vereenigde Staten, zijn rede ten einde gebracht had, werd hij gelukgewenscht door den president, den baron de Courcel, die hem zeide dat hij de zaak der menschelijkheid verdedigd had." Ik dacht dat de oude Carnot nog president van de Fransche republiek was. Eerste g. i p. Dat is hij ook. Weetgierige. En dit artikel zegt dat baron de Courcel president is. Tweede g. i. p. O, ik denk dat dit een van Carnots titels is. Al die yerd.... vreemde lingen zijn baronnen of zoo iets. W. Ja, dat zal wel zoo zijn. Maar wat hebben de Franschen met de Behring-zec te maken? Ik dacht dat het enkel tusschen ons en de Yankees was. Eerste g i. p. Dat is het ook, maar de Franschen doen uitspraak: als scheidsrechters. Zoo komen ze er in. Ik voor mij kan niet zeggen dat ik voor die scheidsrechterHjke uitspraken ben. Wij laten tegenwoordig altoos maar scheidsrechters benoemen en geven alles weg. Als we meenen dat we gelijk hebben, waarom kunnen we dat dan niet zeggen, en er bij blijven, en laat dan de Frausenen en de Yankees en de Russen het ons maar afnemen, als ze kunnen! Tweede g. i. p. Ons wat afnemen? Eerste g. i. p. Wel, wat ook! De Behringzee of' wat anders! We zijn tegenwoordig ook zoo bliksems bang voor iedereen, we laten nooit de tanden zien; 't is misselijk, weet-je! Maar natuurlijk, wat kan je anders van den ouden Gl.idstone verwachten? Tweede g. i p. Heel goed, schuif het maar alles op den ouden Gladstone. Maar nu heb je het toch mis. Het was de oude Chamberiain, een van je eigen Unionisten, waar je zoo grootsch op bent, die dit scheids gerecht in orde bracht. Eerste g. i. p. Dat weet ik, beste jon gen; maar toen was Chamberiain nog een. radicaal; dus waar blijf je nu ? (Pauze). Weetgierige (die intusschen doorgelezen heeft, plotseling verbijsterd). Neen maar, nu nog mooier, nu halen ze de Russen er ook al in. Hier staat (hij leest) documenten werden ter tafel gebracht ten verzoeke der Vereenigde Staten, om te bewijzen dat Rusland nooit van zijn soevereine rechten had afstand gedaan op de wijze zooals Engeland had voorgesteld!" Hoe ter wereld, komt Rusland daar nu weer bij? En waar ligt die vervloekte Behringzee ? Tweede g. i- p. (vaag) Ergens in Amerika of New-Foundland, of die kant uit. Weetgierige. Maar Rusland dan? Tweede g. i. p. O Rusland moet een duit in 't zakje gooien, als we maar ergens een moeielijkheid hebben, waar ook. Weetgierige (niet tevreden) Ja, maar hoe kan het soevereine rechten" hebben in Amerika? Tweede g. i. p. (uit de hoogte, maar ont wijkend). Beste vriend, als je de zaak be hoorlijk gevolgd hadt, zou je dat niet vragen. 't Is nu geen tijd om het je alles uit te leggen, want het is heel ingewikkeld en je moet de zaak een heel eind ophalen. Maar je kunt het van mij aannemen, dat Rusland zekere rechten heeft, en dat het van plan is, de dingen voor ons zoo onaangenaam mogelijk te maken. (Pauze.) Weetgierige, 't Is eigenlijk een raar paar, dat ze er op uitsturen, Sir Charles_ Russell en Sir Richard Webster. Ze staan in de politiek precies_ tegenover elkaar. Eerste g. i. p. Daarom juist sturen zij ze. Russell kan dan de liberale beschouwing voordragen en Webster de conservatieve. W Natuurlijk, natuurlijk: * r eetgiei'lge. -L^ <ILHLIA nj**-, AKUJLH-HIJJIV , daar dacht ik niet aan. Apropos, heb je wel eens een rob gezien ? Eerste g. i. p. Dat zou ik denken. Er is er een in den dierentuin. Hij vangt visch en zoent den oppasser en dergelijke kunstjes. Weetgierige. Wat? dat dikke beest, dat er uitziet alsof' het van gomelastiek was, met lange snorren en een vischstaart ? Eerste g. i. p. Juist; dat is hij. Weetgierige (met diepe minachting). Wel, nu nog mooier! Is dat al waar ze over kibbelen ? (Gesprek eindigt.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl