Historisch Archief 1877-1940
No, 830
DE AMSTERDAMMER, WEEKBDAD VOOR NEDERDAND.
Pastor Kneipp's uitstapje van Kleef naar Amsterdam.
Een gepaste ontvangst.
iniiiMiniiiim n IIIIMH i mMiiimiiuiiMi minimum i miiiiiuiiiMi n Minimum
Snuiijes.
Het Vaderland zegt:
Naar aanleiding van het schrijven, waar
mede prof. Pekelharing zich onttrekt aan de
verdere bemoeiing met de beweldadiging der
slachtoffers van Friesche vonnissen, is in
sommige bladen direct of' indirect liet voor
de hand liggende vermoeden uitgesproken,
dat een wenk van hopger hand hiervan de
oorzaak zou kunnen zijn.
Met zekerheid kunnen wij meedeelen, dat
dit geenszins het geval is en dat zulk een
wenk niet door hem is ontvangen."
Het deed mij genoegen dit te vernemen.
De lioogerhand heeft dus niet gewenkt. Maar
zoo zit ik toch een beetje met de zaak, want
hoe zal ik nu van Kerkwijk qualificeeren ?
Gewenkt heeft hij zeker, toen hij in de Kamer
riep: en die Professor is nog niet afgezet!"
Is van Kerkwijk danfogrerhand ? Dat iemand
recht zou hebben hem met zulke woorden
aan te duiden, wil er bij mij niet in. En
waar blijft ook De Kan ter, die almede ge
wenkt heeft? Waren die beiden dan soms
twee lage handen .... op n buik ?
Wat bij onze Duitsche naburen al niet als
gevaarlijk voor de rust van den Staat wordt
beschouwd!
Dezer dagen werd een sneltrein op een der
Duitsche spoorwegen plotseling tot stilstaan
gebracht, doordat een der passagiers de kruk
van de noodrem had omgedraaid. De goede
man, aan wiens Gesinnungstüchtiglxif' niet
valt te twijfelen, had in een aangrenzenden
.coupéluidkeels de volgende woorden hooren
zingen:
Ganz Europa wundert sich nicht wenig,
Welch ein neues Keich entstanden ist
Dat was revolutionair, subversief, wnst
rxlerisch in de hoogste mate! Dat mocht op een
fatsoenlijken, door het Rijk gemonopoliseerden
Duitsdien spoorweg niet worden geduld! Aller
minst in den verkiezingsstrijd, nu booze tongen
hier en daar het noodlottige woord
particularisme'1 uitspreken.
De goede noodrem-trekker is zeker nooit
student geweest en heeft ook de aan Philister
iiiimimmiiiniiiimiiimminimmniiimiiiiiimnniiii
iliimiliiimniliimmiiiimiiiil
iiiimiKmimiiiimmiiiimmimiuiiimnii
niet geheel vreemde studie van het
Kommersbuch verwaarloosd. Anders zou hij weten, dat
de staatsgefdhrlieJie" woorden zijn ontleend
aan een Duitsch studentenlied, en dat de
aangehaalde regels, door vochtige kelen, aldus
worden vervolgd:
Wer am meisten trinken kann,ist König;
Bischof, wer die meisten Madchen küsst.
Wer da trinkt recht brav, falleralla,
Heisst bei uns Herr Graf, falleralla,
Wer da randalirt, wird Polizist.
Naar het mij voorkomt, is de noodrem
trekker te voorbarig geweest. Als hij tenmin
ste gewacht had, tot de vroolijke zanger zijn
pointe op de politie had ten beste gegeven!
niiifiiiiiltiiiiuiiiiinilliiiiilliinnnniitiilHUiiittlllllililliniiiiiiiiiniillimui
Het scheidsgereclit over de Beliriug-Zee.
(naar Punch).
Eerste goed ingelichte per
soon, (een tirade ten einde brengend). Nu wil
ik dus maar weten : moeten wij ons aan de
Yankees onderwerpen, ja of neen ? 't Is heel
aardig te praten over de tentoonstelling te
Chicago en al zulk soort meer, maar als ze onze
schepen gaan in beslag nemen en ons willen
verbieden robben te vangen, hoe eer we hun
dan zeggen dat ze opvliegen, hoe beter. En
wat betreft dat daar ook een mare dausum
zou zijn, nu....
rW e e tg i er i g e, (hem in de rede vallend)
Wie is dat ?
Eerste g. i. p. Wel, Mare dausum
beteekent alleen de plaats waar ze de robben van
gen, weet je; mare is latijn en beteekentzee.
Weetgierige. O, dat had ik wel dadelijk
begrepen, als je 't maar goed had uitgespro
ken. En wat beteekent clausiim?
Eerste g. i. p. Wel dat beteekent natuur
lijk wel, een clausule, begrijp je dat niet?
Die komen in het tractaat voor.
Een o p m e r k er (van zijn krant opkijkend),
Vroeger was het latijn voor gesloten", maar
't is zeker veranderd.
Eerste g. i. p. (ongdoorig). Nu, dat kan
het zeker niet beteekenen. Wie heeft ooit van
een gesloten zee gehoord, dat zou ik wel eens
willen weten.
Tweede g. i. p. (een onderstelling wagend/.
Het kon misschien een haven beteekenen, of
zoo iets.
Op merker. Dat zou het kunnen betee
kenen, maar dat doet het niet. (Kijkt weer in
zijn krant).
Tweede g. i, p. O, zoo, ik gaf alleen
een idee aan. (Pauze).
Weetgierige. Maar waarover hebben ze
nu eigenlijk in Parijs dat scheidsgerecht?
Er staat (hij leest uit de krant mor) »toen de
heer Carter, de afgevaardigde der Vereenigde
Staten, zijn rede ten einde gebracht had,
werd hij gelukgewenscht door den president,
den baron de Courcel, die hem zeide dat hij
de zaak der menschelijkheid verdedigd had."
Ik dacht dat de oude Carnot nog president
van de Fransche republiek was.
Eerste g. i p. Dat is hij ook.
Weetgierige. En dit artikel zegt dat baron
de Courcel president is.
Tweede g. i. p. O, ik denk dat dit een
van Carnots titels is. Al die yerd.... vreemde
lingen zijn baronnen of zoo iets.
W. Ja, dat zal wel zoo zijn. Maar wat
hebben de Franschen met de Behring-zec te
maken? Ik dacht dat het enkel tusschen ons
en de Yankees was.
Eerste g i. p. Dat is het ook, maar de
Franschen doen uitspraak: als scheidsrechters.
Zoo komen ze er in. Ik voor mij kan niet
zeggen dat ik voor die scheidsrechterHjke
uitspraken ben. Wij laten tegenwoordig altoos
maar scheidsrechters benoemen en geven alles
weg. Als we meenen dat we gelijk hebben,
waarom kunnen we dat dan niet zeggen, en
er bij blijven, en laat dan de Frausenen en
de Yankees en de Russen het ons maar
afnemen, als ze kunnen!
Tweede g. i. p. Ons wat afnemen?
Eerste g. i. p. Wel, wat ook! De
Behringzee of' wat anders! We zijn tegenwoordig
ook zoo bliksems bang voor iedereen, we laten
nooit de tanden zien; 't is misselijk, weet-je!
Maar natuurlijk, wat kan je anders van den
ouden Gl.idstone verwachten?
Tweede g. i p. Heel goed, schuif het
maar alles op den ouden Gladstone. Maar
nu heb je het toch mis. Het was de oude
Chamberiain, een van je eigen Unionisten,
waar je zoo grootsch op bent, die dit scheids
gerecht in orde bracht.
Eerste g. i. p. Dat weet ik, beste jon
gen; maar toen was Chamberiain nog een.
radicaal; dus waar blijf je nu ?
(Pauze).
Weetgierige (die intusschen doorgelezen
heeft, plotseling verbijsterd). Neen maar, nu nog
mooier, nu halen ze de Russen er ook al in.
Hier staat (hij leest) documenten werden ter
tafel gebracht ten verzoeke der Vereenigde
Staten, om te bewijzen dat Rusland nooit van
zijn soevereine rechten had afstand gedaan
op de wijze zooals Engeland had voorgesteld!"
Hoe ter wereld, komt Rusland daar nu weer
bij? En waar ligt die vervloekte Behringzee ?
Tweede g. i- p. (vaag) Ergens in Amerika
of New-Foundland, of die kant uit.
Weetgierige. Maar Rusland dan?
Tweede g. i. p. O Rusland moet een duit
in 't zakje gooien, als we maar ergens een
moeielijkheid hebben, waar ook.
Weetgierige (niet tevreden) Ja, maar
hoe kan het soevereine rechten" hebben in
Amerika?
Tweede g. i. p. (uit de hoogte, maar ont
wijkend). Beste vriend, als je de zaak be
hoorlijk gevolgd hadt, zou je dat niet vragen.
't Is nu geen tijd om het je alles uit te
leggen, want het is heel ingewikkeld en je
moet de zaak een heel eind ophalen. Maar
je kunt het van mij aannemen, dat Rusland
zekere rechten heeft, en dat het van plan is,
de dingen voor ons zoo onaangenaam mogelijk
te maken. (Pauze.)
Weetgierige, 't Is eigenlijk een raar
paar, dat ze er op uitsturen, Sir Charles_
Russell en Sir Richard Webster. Ze staan in de
politiek precies_ tegenover elkaar.
Eerste g. i. p. Daarom juist sturen zij
ze. Russell kan dan de liberale beschouwing
voordragen en Webster de conservatieve.
W
Natuurlijk, natuurlijk:
* r eetgiei'lge. -L^ <ILHLIA nj**-, AKUJLH-HIJJIV ,
daar dacht ik niet aan. Apropos, heb je wel
eens een rob gezien ?
Eerste g. i. p. Dat zou ik denken. Er is
er een in den dierentuin. Hij vangt visch en
zoent den oppasser en dergelijke kunstjes.
Weetgierige. Wat? dat dikke beest,
dat er uitziet alsof' het van gomelastiek was,
met lange snorren en een vischstaart ?
Eerste g. i. p. Juist; dat is hij.
Weetgierige (met diepe minachting).
Wel, nu nog mooier! Is dat al waar ze over
kibbelen ?
(Gesprek eindigt.)