De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 28 mei pagina 7

28 mei 1893 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

'tn. No. 831 DE, AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een standbeeld voor Jan Pietersz. Koen. fy i T */?» >? »i/i & ^M^IA-^JX Jf^^ n H r* 'VLO Een moordenaar was ik .... maar IK moordde succes. imMuinmiiiiimimiumiiniimiiiiiiiiimiiiiiiiiiimimiiiiiii Snuifjes. Nu is gebleken, dat er van hoogerhand 'toch wel gewerkt was, om prof'. Pekelharing te beduiden, niet bij het comitéte blijven, dat hem tot president had. Alzoo zijn er hooger en lager handen in het spel geweest, «n heel wat handen ook. Wat ik mij echter niet begrijp is, waarom Minister Smidt zich het oordeel van een leek over de rechtspleging zoo aantrekt. Wanneer b. v. Excellentie Smidt nu eens een oordeel uitsprak over het radicalisme, het katholicisme of het socialisme zou ieder zeggen, nu ja, dat is ook Minister Smidt maar.... wat weet hij daarvan nu af? Waarom neemt hij nu ook niet zulk een houding aan tegenover Prof. Pekelharing ? Men zal doen opmerken : een minister moet het opnemen voor de plichtgetrouwheid van zijn ambtenaren, en dat is waar. Maar Prof. Pekelharing had de amb tenaren niet aangevallen. Integendeel. Op den voorgrond werden hun eerlijkheid en goe de trouw gesteld alleen hun juistheid van blik was in twijfel getrokken en de juistheid van blik, de ruimte van op vatting zelfs van een minister van justitie kan aan twijfel onderhevig zijn ook bij geen minder lichaam dan een minister raad. Indien in dat opzicht een Excellentie kan falen, wordt het dan een misdaad zijn ambtenaren niet voor onfeilbaar te houden ? Ik begrijp van die zaak hoe langer hoe minder ; als ik De Kanter zie, zal ik hem eens om inlichtingen vragen. Gelukkig zitten onze M.M. veilig teFIims. Gelukkig zeg ik; want daar lees ik dat de koetsier-majoor van een Hofrijtuig is geval len, den arm gebroken heeft, terwijl de paar den er van door gingen. Hoort die koetsier-majoor tot het Militaire Huis? Ik vraag dit, omdat we van de week ook al vernomen nebben, dat de .Regentes haar dochter niet alleen durfde achter te laten, onder de hoede van de gewone en buitenge wone adjudanten en ordonnancen. Met zoo'n Huis, met of' zonder KoetsierMajoor, verkeert het Kind van Staat telkens in gevaar. Zouden wij het niet eens, tot veiligheid van de beide Vorstelijke personen, met een Burgerlijk Huis kunnen beproeven '? en als het Hof dan geen Koetsier-Majoor had, zou er ook niet meer zoo'n ongeluk kunnen ge beuren. \Vnt moet de onsteltenis in den Haag en in de hofkringen nu groot zijn ge weest, toen men daar vernam: er viel een majoor van den bok. Zondag 21 Mei (Ie Pinksterdag). De Aardbeving op /«ei! eiland Marlinique. Maandag 22 Mei (2e Pinksterdag). A b a l J i n o De Groote P>mulid. Is 't niet treurig ? De tijd gaat vooruit en wij met hem", maar ditmaal is 't spreekwoord toch onjuist. Hoe is 't mogelijk dat men in het jaar Is93 nog zoodanige stukken durft spelen. Zou 't niet mogelijk zijn, dat er een com missie werd in het leven geroepen, die eens terdege toezicht hield op de ten tooneele gebrachte stukken, zoodat de vooruitgang op tooneelgebied niet de dupe wordt van eenige j personen, die speculeeren op den achteruitgang. Dat hoop ik." J. H. LOUEAVI.TK. Zoo schreef ons een onzer lezers. Maar wij vragen : gaan we niet al te snel A'ooruit, nu er zelfs menschen komen, die een aardbeving op het tooneel een achteruitgang" vinden, en Aballino een man het aankijken niet waard ? RED. Ingezonden. Een terug werking. «Waarlijk, waarlijk, ik had juist gezien! Ik kon eerst mijn oogen haast niet gelooven en toch .,. 't was waarheid. Met groote zwarte letters stond 't gedrukt: P a r k s c h o u w b u r g. Vereenigde Tooneelisten, onder leiding van B, Barendse en P. Fedi. Twee Volksvoorstellingen Verminderde Prijzen. iiiiiiiiiimtiiiiiii C. van lilieenen. Toen verleden herfst v. Rheenen te Hil versum twee dagen en een nacht zijn leven had gewaagd, om dat van een ander te red den, ging door geheel Nederland de mare van deze daad van moed en zelfopoffering. Ieder gevoelde dat zulk een zeldzaam blijk van menschlievendheid op de een of andere wijze erkend moest worden, en aan betuigin gen en bewijzen van bewondering en sym pathie heeft het den dapperen werkman dan ook niet ontbroken. Ook kwamen er bijdragen in geld in, die te zamen een kapitaaltje zouden vormen om voor van Rheenen een huisje te kunnen koopen of' te doen bouwen. Het blijkt nu, dat aan het bedrag dier gif ten nog een drie honderd gulden ontbreekt, om den oppassenden werkman, die zes kin deren te zijnen laste heeft, een woning te verschaffen, welke zou voldoen aan zijne zeer bescheiden wcnschen. De ondergeteekenden vertrouwen, dat zij dit aan het Nederlandsche volk, hetwelk zoo trotsch was op zijn v. Rheenen, slechts behoeven mede te deelen, om weldra in staat gesteld te zijn het ontbrekende aan te vullen. Gaarne zullen zij bijdragen daarvoor in ontvangst nemen. A. L. GROTIIE. G. W- VAX NEYENHOFF. A. II. HAOEDOOBN. H. J. UYLUEET. J. DE Koo. Hilversum, Mei 1803. Bij de commissie zijn de volgende giften ontvangen : Baarts, Rotterdam f 2.";, W. J- V., Neede f l, J. de Groot, Hilversum, f 5, W., 's Hage coupon f 2.47>2, Silentium, Rotterdam f 25, J. T. Cremer, 's Hage, f 10, Dr. G., Schoonhoven f 11), A. C. Goethout, Dordrecht f l, J. de B-, Brummen f H), J. H. f 2.47M, Westerdok, Amsterdam f l, M. (J., Haarlem f l, W. P. (J. Momma, Amsterdam f 2.50, H. Veder, Rotterdam f'3, Van Nie,'t Gouden Hoofd, Amsterdam eenig bouwmateriaal, D. Haarlem f 10, L. K. f 2.50, Fr. Phl f 5, N. f ;, M. A. B. f 0.75, X. f 22. V. N. f 5, en B. H. P- f i>i E. Kernpe den Haag f 5.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl