Historisch Archief 1877-1940
'tn.
No. 831
DE, AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een standbeeld voor Jan Pietersz. Koen.
fy i T */?» >? »i/i
&
^M^IA-^JX
Jf^^ n H r* 'VLO
Een moordenaar was ik .... maar IK moordde
succes.
imMuinmiiiiimimiumiiniimiiiiiiiiimiiiiiiiiiimimiiiiiii
Snuifjes.
Nu is gebleken, dat er van hoogerhand
'toch wel gewerkt was, om prof'. Pekelharing
te beduiden, niet bij het comitéte blijven,
dat hem tot president had. Alzoo zijn er
hooger en lager handen in het spel geweest,
«n heel wat handen ook.
Wat ik mij echter niet begrijp is, waarom
Minister Smidt zich het oordeel van een leek
over de rechtspleging zoo aantrekt. Wanneer
b. v. Excellentie Smidt nu eens een oordeel
uitsprak over het radicalisme, het katholicisme
of het socialisme zou ieder zeggen, nu ja, dat
is ook Minister Smidt maar.... wat weet hij
daarvan nu af? Waarom neemt hij nu ook
niet zulk een houding aan tegenover Prof.
Pekelharing ? Men zal doen opmerken : een
minister moet het opnemen voor de
plichtgetrouwheid van zijn ambtenaren, en dat is
waar. Maar Prof. Pekelharing had de amb
tenaren niet aangevallen. Integendeel. Op
den voorgrond werden hun eerlijkheid en goe
de trouw gesteld alleen hun juistheid
van blik was in twijfel getrokken en
de juistheid van blik, de ruimte van op
vatting zelfs van een minister van justitie
kan aan twijfel onderhevig zijn ook bij
geen minder lichaam dan een minister
raad. Indien in dat opzicht een Excellentie
kan falen, wordt het dan een misdaad
zijn ambtenaren niet voor onfeilbaar te
houden ? Ik begrijp van die zaak hoe langer
hoe minder ; als ik De Kanter zie, zal ik hem
eens om inlichtingen vragen.
Gelukkig zitten onze M.M. veilig teFIims.
Gelukkig zeg ik; want daar lees ik dat de
koetsier-majoor van een Hofrijtuig is geval
len, den arm gebroken heeft, terwijl de paar
den er van door gingen.
Hoort die koetsier-majoor tot het Militaire
Huis?
Ik vraag dit, omdat we van de week ook
al vernomen nebben, dat de .Regentes haar
dochter niet alleen durfde achter te laten,
onder de hoede van de gewone en buitenge
wone adjudanten en ordonnancen.
Met zoo'n Huis, met of' zonder
KoetsierMajoor, verkeert het Kind van Staat telkens
in gevaar.
Zouden wij het niet eens, tot veiligheid van
de beide Vorstelijke personen, met een
Burgerlijk Huis kunnen beproeven '? en als
het Hof dan geen Koetsier-Majoor had, zou
er ook niet meer zoo'n ongeluk kunnen ge
beuren. \Vnt moet de onsteltenis in den
Haag en in de hofkringen nu groot zijn ge
weest, toen men daar vernam: er viel een
majoor van den bok.
Zondag 21 Mei (Ie Pinksterdag).
De Aardbeving
op /«ei! eiland Marlinique.
Maandag 22 Mei (2e Pinksterdag).
A b a l J i n o
De Groote P>mulid.
Is 't niet treurig ?
De tijd gaat vooruit en wij met hem",
maar ditmaal is 't spreekwoord toch onjuist.
Hoe is 't mogelijk dat men in het jaar Is93
nog zoodanige stukken durft spelen.
Zou 't niet mogelijk zijn, dat er een com
missie werd in het leven geroepen, die eens
terdege toezicht hield op de ten tooneele
gebrachte stukken, zoodat de vooruitgang op
tooneelgebied niet de dupe wordt van eenige
j personen, die speculeeren op den achteruitgang.
Dat hoop ik."
J. H. LOUEAVI.TK.
Zoo schreef ons een onzer lezers. Maar wij
vragen : gaan we niet al te snel A'ooruit, nu
er zelfs menschen komen, die een aardbeving
op het tooneel een achteruitgang" vinden,
en Aballino een man het aankijken niet
waard ?
RED.
Ingezonden.
Een terug werking.
«Waarlijk, waarlijk, ik had juist gezien!
Ik kon eerst mijn oogen haast niet
gelooven en toch .,. 't was waarheid. Met groote
zwarte letters stond 't gedrukt:
P a r k s c h o u w b u r g.
Vereenigde Tooneelisten,
onder leiding van B, Barendse en P. Fedi.
Twee Volksvoorstellingen
Verminderde Prijzen.
iiiiiiiiiimtiiiiiii
C. van lilieenen.
Toen verleden herfst v. Rheenen te Hil
versum twee dagen en een nacht zijn leven
had gewaagd, om dat van een ander te red
den, ging door geheel Nederland de mare
van deze daad van moed en zelfopoffering.
Ieder gevoelde dat zulk een zeldzaam blijk
van menschlievendheid op de een of andere
wijze erkend moest worden, en aan betuigin
gen en bewijzen van bewondering en sym
pathie heeft het den dapperen werkman dan
ook niet ontbroken.
Ook kwamen er bijdragen in geld in, die
te zamen een kapitaaltje zouden vormen om
voor van Rheenen een huisje te kunnen
koopen of' te doen bouwen.
Het blijkt nu, dat aan het bedrag dier gif
ten nog een drie honderd gulden ontbreekt,
om den oppassenden werkman, die zes kin
deren te zijnen laste heeft, een woning te
verschaffen, welke zou voldoen aan zijne zeer
bescheiden wcnschen.
De ondergeteekenden vertrouwen, dat zij
dit aan het Nederlandsche volk, hetwelk zoo
trotsch was op zijn v. Rheenen, slechts behoeven
mede te deelen, om weldra in staat gesteld te
zijn het ontbrekende aan te vullen.
Gaarne zullen zij bijdragen daarvoor in
ontvangst nemen.
A. L. GROTIIE.
G. W- VAX NEYENHOFF.
A. II. HAOEDOOBN.
H. J. UYLUEET.
J. DE Koo.
Hilversum, Mei 1803.
Bij de commissie zijn de volgende giften
ontvangen : Baarts, Rotterdam f 2.";, W. J- V.,
Neede f l, J. de Groot, Hilversum, f 5, W.,
's Hage coupon f 2.47>2, Silentium, Rotterdam
f 25, J. T. Cremer, 's Hage, f 10, Dr. G.,
Schoonhoven f 11), A. C. Goethout, Dordrecht
f l, J. de B-, Brummen f H), J. H. f 2.47M,
Westerdok, Amsterdam f l, M. (J., Haarlem
f l, W. P. (J. Momma, Amsterdam f 2.50,
H. Veder, Rotterdam f'3, Van Nie,'t Gouden
Hoofd, Amsterdam eenig bouwmateriaal, D.
Haarlem f 10, L. K. f 2.50, Fr. Phl f 5, N.
f ;, M. A. B. f 0.75, X. f 22. V. N. f 5, en B.
H. P- f i>i E. Kernpe den Haag f 5.