Historisch Archief 1877-1940
No. 832
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR KEDERLAND.
. Hermann Sudermann werkt, naar gemeld wordt,
aan een nieuw drama. Het is bestemd voor het
Koninklijk Schauspielhaus te Berlijn.
Uit Londen woedt gemeld, dat Saint-Saëns,
Tschaikowski, Max Bruch en Arrigo Boïto, aan
wie op 13 Juni het doctoraat honoris causa van
de Universiteit te Cambridge verleend zal worden,
het persoonlijk in ontvangst komen nemen,
terwjjl Eduard Grieg, wien ook dezen eer ten deel
7tdt, door ongesteldheid verhinderd is te komen.
De zangeressen en zangers van de Groote Opera
te Parijs zyn zeer geschokt door een besluit, door
de Fransche regeering op initiatief van den
jongsten directeur Gailhard genomen, nl. dat de
pensionnairen van de opera niet meer in andere
steden of in concerten of soirees mogen optreden.
Vooral voor de sterren, die zich in de season te
Londen een groot aantal ponden sterling kwamen
»ersingen", is dat een harde slag. De ervaring
heeft echter geleerd, dat het vele zingen op
soirees, omdat de gastheer zoo vriendelijk is na
afloop eene enveloppe, inhoudende 2000 francs,
ter hand te stellen, of het geven van
gastvoorstellingen elders maakt, dat velen wanneer zij eens
in de opera moeten optreden, sporen van ver
moeidheid vertoonen, zoodat die voorstelling er
dikwijls onder lijdt. Bovendien beerijpt deze
directie dat het beter is een gezelschap te vor
men dat gtheel goed is, dan uitvoeringen te
geren met twee of drie sterren die
gastvoorstellingen geven en middelmatige bijrollen.
De directeuren van de «théatres de province"
zullen zich dus voortaan het genoegen moeten
ontzeggen te publiceeren »avec Ie concours de
Mr ou Mme X. de l'Opéra."
De groote Mannenzangvereeniging te Weenen
zal in October een Zangersfeest geven, waarvoor
de Keizerlijke manege is afgestaan. Een aantal
componisten van naam zijn uitgenoodigd om
prijscomposities er voor te schrijven, o. a. Brahms,
Bruch, Gernsheim. d'Albert, Becker.
iiiiiiiiiiummMiHiiniiiiiniiiiiiiiiHiiimHiHmiimimmmMiiiiimiMÏTïm
Al buitengewoon gunstig zich onderscheidend
van de gebruikelijke wilde en tamme
monstruositeiten, is een in de stations aan te brengen
plakbrief, die door den heer H. p. Bcrlage Nzn ter
aankondiging van de nieuwe stoomvaartlijn Hoek
van Holland-Harwich vernuftig geteekend, en
door de firma Roeloffzen en Hübner goed
photolithogranesch uitgevoerd is.
Als grondslag voor zijn compositie nam de
teekenaar een vak landkaart, waarop in oen stevig
Bpoorweglijnen-net, de nieuwe Noord
-WestEuropeesche verbinding is aangeduid, terwijl hij ver
der: door m het kruis der compositie een opstand
van een stoommachine dwars door een veld van
water te doen ploegen, _ door een gebouwen
schema van Londen en een van Amsterdam te doen
flankeeren,?door een plattegrond van de
Harwichkade en een van het Hoek-van-Holland-station
tegenover elkaar te stellen, door vulling van
een stoomschip-embleem, en afsluiting van boven
met een groot schakel-teeken,?door" de wapens
van Holland en het Vereenigd Koninkrijk elkaar
de hand te doen reiken, de verbinding der beide
landen figureert binnen een lijst van een
stoomwieken-ornament, en in een doorloopend stel van
fnssche zwarte lijnen, waartuaschen de letters,
de stedepunten, de wapens, in "enkele heldere
kleuren staan afgezet.
Moesten we een aanmerking maken, bet zou
wezen dat, doordien juist de wapens onderaan
m vergelijk wat postzegelae.htig uitvoert zijn
behandeld, en het brok landkaart van zelf meer
open bleef, de van boven zwaarder gedrongen
compositie lichtelijk topzwaar schijnt.
_ Maar er is over het algemeen iets gezonds en
eigens in dit aardig bedacht en met lust on smaak
uitgevoerd biljet.
_ En bij hoe schijnbaar nietig een werk bet mo°-e
zrjn, het is altijd een beetje verblijdend in iets
van zuiver praktische bestemming, besef van
kunst te mogen vinden.
Want waar moet dat heen met al dio losse
kunst en met al die losse artiesten, waar geen
plaats voor is, terwijl zoo duizend dingen van
rationeele bestemming geduld worden absurd
slecht begrepen, d. i. kunsteloos te zijn !
Om van de niet te tellen dingen, waarbij men
met onzinnige buitelingen van wansmaak al maar
genoegen blijft nemen, er eens een enkele te
noemen, zijn de titelbladen van muziek, door de
mand ook al produkten van een heel onzinnige
duf-barokke konventie. Het gekke is dat het aan
houdend leelijke onzen smaak zoozeer verstompt,
dat men niet eens meer let op die lachwekkende
fraaiigheden, die men geregeld bierbij te slikken
krijgt. Maar als men eens toevallig oplettend voor
de etalage van een muziekwinkel komt te staan,
is het toch moeielijk zich goed te houden.
Juist in den laatsten tijd echter zijn er bij meestal
luchtiger Fransche liedjes, gekleurde omslagen
de wereld ingestuurd, die opvallend goed zijn.
Maar dit is zoo weinig iets dat vanzelf spreekt,
doze gekleurde prenten zijn zoozeer opge
merkt als bizondere snufjes, dat de verzamelaars
op die dingen, meest van Steinlcn en Ibels (de
firma Van Gogh op de Keizersgracht beeft er een '
heelen voorraad van) reeds beslag leggen voor
hun portefeuille.
Het is naar manier van spreken om bij te huilen
zooveel als er in ons goede vaderland, vooral in |
de laatste halve eeuw, in vaddaalsche driestheid '
al goeds en moois aan Oud-Hollandsche archi
tectuur verknoeid is en vernield, en bet nu nog
willen behouden van elk der schaarschelijk ge
spaarde oude gevels, verdient daarom warme
aanbeveling zonder voorbehoud. Het is dan ook te
hopen, dat de sociëteit St. Joris te Middelburg aan
staanden Vrijdag het nu aanhangige en door in ad
vies geroepen vakmannen gesteunde voorstel zal
aannemen om den karakteristieken maar zeer verval
len gevel van haar gebouw nog bijtijds te behouden
en te herstellen. De architect J. A. Frederiks, onder
wiensleiding ook de restauratie van de oudeabdyte
Middelburg geschiedt, ontwierp een eenvoudig
restauratie-plan dat blijkbaar zeer trouw met
behulp eener oude afbeelding in Smalleganges
Chronyk van Zeeland gereconstrueerd is, zooals
men zien kan op de plaat die het tijdschrift van
Architectura et Amicitia onlangs naar zijne
teekening publiceerde. De heeren van Sint Joris
zullen dus verstandig doen naar dit ontwerp hun
eertijds fraaie gevel weder gaaf te doen optrekken.
Er is, een verstandig schilder van schilde
rijen maakte ons onlangs deze opmerking,
ev is een zeer groot verschil tusschen de ver
dedigbaarheid van het restaurecren van oude
architectuur, en het restaureeren van oude schil
derijen.
Een werk van bouwkunst, als het in verval
is, moét wel gerestaureerd worden wanneer het
anders in elkaar zou vallen.
Maar als een oud schilderwerk iets of veel
geleden heeft is het niet noodig, is het zelden
geoorloofd, 'daar aan te gaan komen als dat her
stellen bijwerken wordt. Ook als fragment en
als ruïne kan een schilderstuk behouden en van
waarde blijven. En daar het reconstrueeren van
het vernietigde, geenszins zulk een werk van
eenvoudige logika is, als het dat bij bouwkunst
pleegt te zijn, levert bijschilderen veel meer ge
legenheid tot willekeur en verknoeien van het
nog bestaande, dan bijbouw, veel meer.
_ Waarmee niet gezegd is, dat ook met bijbouwen
niet dikwijls willekeurig te werk gegaan is.
Maar dat er stellig willekeurig en slecht is
gewerkt in de gewelfschildering van
Warmenhuizen, dat dit overblijfsel van Jan van Schoorels werk
door bijscbilderen feitelijk is verknoeid, dat is door
rnenschen die het weten konden met klem gezegd.
De Heer de Stuers, van dien klem niet meer wetende
los te komen, zwijgt tegen zijn gewoonte, na
Derkinderens laatste verklaring.
Is hiermede deze zaak in den doofpot ?
Me dunkt we hebben toch nog een volksverte
genwoordiging, en als de referendaris zwijgt en
de minister zwijgt, kan een kamerlid om ophel
dering vragen in een zaak die de algemeene be
langstelling heeft gaande gemaakt.
Of zou er onder de honderd volksvertegen
woordigers van onze besch . . . aafde natie geen
enkele zijn, dio de regeering verantwoording wil
vragen omtrent haar zeer gegispt beleid in een
aanf/elegettlieid van kunst.
Dat dan ten minste een lid de Regeering
interpelleere over een daad van roekeloosheid in
finantieel beheer. Want mannen die van de zaken
op de hoogte zijn, taxeeren dat die heele geschie
denis van de gewelfschildering van Warmen
huizen, die geen licht mag zien, 'het land nu reeds
op twintig duizend gulden komt te staan.
Geeft de volksvertegenwoordiging een krediet
van dien aard iu den blinde, blind vertrou
wende in een eigenmachtig ambtenaar, blind
wantrouwend onafhankelijke deskundigen ?
Of acht men na Thorbeckc, van den weeromstuit
het behoud van oude kunst zoozeer ioel
rcr/ceringszaak, dat het niemand anders zaak meer is V
Zonderlinge opvatting dan in het landje van
»ontworsteld aan de dwingelandij."
Het vroeger genoemde bedrag van ? 27.50, uit
Rotterdam nog bij mij ingekomen voor Rodins
Baudelaire-monument, wordt mij nu als volgt
gfspecirieerd :
Tb. de Bock, H. Armand, Dr. Polano, Van
Deldcn, Edz. Koning, P. P. Rink, Henricus,
S. Moulijn, Th. van Hoytema, J. Akkeringa,
R. Stellwagen, ieder 5 frcs.
JAN Vu-m.
Schilderijenverkooping van Coquelin.
Men schrijft uit Parijs van 28 Mei : In de rne
de Sèze kwam gisteren de schilderijenverzameling
van den tooneelspeler Coquelin orider den hamer.
Er werden hooge prijzen betaald ; zoo voor een
Bonnat («kleine Italiaansche") 14.000 fr. : voor
twee Cazins f>op den landweg" en »korenschoven")
32.000 en 20.500 ; voor een Corot (»de visscher")
27.100, ; oen Daubigny (?de moerassen van
Optcvoz") 38.200 ; con Delar.roix («do opvoeding van
Acbilles") ."»7.(iOO; e«n Meissonier («edelman van
Lodewijk 13") 5C.OOO; een pastelstuk van J. F.
Millet (»de zaaier") 24000 frcs.
Coro-t's schilderij Rourenir (TItalië, een beroemd
stuk, dat op minstens 00,000 francs geschat wordt,
is door zijn eigenaar, Lallemnnd, aan den staat
vermaakt, en in het Louvre geplaatst.
Bij de hoeren Preijor k Co., lokaal Pictora, is
geëxposeerd een schilderij van W. Roelofs en
De Haas, voorstellende een Landschap met koeien.
Bij de tirma E. J. van Wisselingh & Co.,
Kalverstraat, is geëxposeerd oen schilderij van J.
Bosboom »St. Bavokerk t°Haarlem".
Uit Athene wordt aan do Londensche tynitilard
bericht: Volgens rapport van den cphoov, die bij
de Fransche opgravingen te Delphi de Grickscho
regeering vertegenwoordigt, is er pas een kolos
sale, goed onderhouden marmeren Apollokop
voor den dag gekomen. Hij moet aan een
reiizoiitioeld van Apollo te Delplii behoord hebben. liet i
haar is met een band opgobondnn. Verder is er !
een metopon gevonden, afkomstig van de schat- |
kamer der Atheners to Delphi. Het stelt een |
stierengevecht voor. Ook zijn 20 consulaire votief- j
tafels gevonden, op de vrijlating van slaven j
betrekking hebbend. '
Nationale Fotografie-Tentoonstelling
te Haarlem.
Toen ik hedenmiddag (den vijfden dag na de
opening van bovengenoemde tentoonstelling) de
groote zaal van Felix Kavore binnentrad, met liet
doel eeniaie aanteekeniugcn voor een beknopt ver
slag te maken, vernam ik toevallig, dat zoo juist
de 500e bclaleude bezoeker den drempel had
overschreden.
Ik weet niet, of dit voor Haarlem een bizonder
cijfer is, doch dat hot voor eene vak-tentoonstelling
in die plaats een vrij goed bezoek is. valt niet te
betwijfelen. Trouwens het zou mij niet verwonde
ren als in het tweede vijftal dagen het bezoek nog
aanmerkelijk drukker wordt, want, de tentoon
stelling is een bezichtiging overwaard. Het ziet er
netjes en gezellig uit en er is veel moois te zien.
Alvorens de inzendingen te bespreken, nog een
woordje vooraf. De geschiedenis der Fotografische
tentoonstellingen in Nederland is in 't kort aldus:
Heel lang geleden werd in Amsterdam eens zulk
een tentoonstelling gehouden, toen hoofdzakelijk
van vaklui. Daarop volgde een tijdperk van vol
slagen kalmte, slechts even door een heel klein
teritoonstelliukje afgewisseld, tot in 1891 de Inter
nationale tentoonstelling in de Militie-zaal vak
mannen en amateurs kwam wakkerschuddcn uit
de zoete sluimering, hoofdzakelijk door te laten
zien, hoeveel moois er in den vreemde en hoe
weinig moois er ten onzent werd gemaakt. Die
opwekking werkte en c«n jaar later kan reeds de
Schevcningsche Nation-de tentoonstelling van Foto
grafie veel beter werk van onze vaklui en amateurs
laten zien. dan op de Amsterdamsche expositie
was geweest. Ik had dus reden genoeg, te ver
wachten, :lat ook Haarlem weer een flinke schrede
van vooruitgang zou tooucn; maar, ofschoon hier
en daar wel vooruiigang te zien is, geheel en al
bevredigd werd ik er niet, om de eenvoudige reden,
dat, er naast het nieuwe nog te veel uit de oude
doos werd ingezonden. Zelfs inzendingen die al
een beetje, geel beginnen te worden als b. v. de
stcrcoscoopplat.cn van Stereoscopic", overigens
een goede collectie.
Ik meende hierop even te moeten wijzen, niet
i'it zucht om af te breken, maar eenvoudig omdat
het, doel van tentoonstellingen niet is, telkens
hetzelfde te laten zien. m. a. w. stilstand op de
bereikte hoogte, maar steeds beter, d. i. vooruit
gang ; want, de hoogste trap is nog lang niet bereikt.
Nu tot een korte besfrekirw; der voornaamste
inzendingen overgaande, zullen wij beginnen met
de afdeeling der mannen van het vak, en dan
wensch ik in do eerste plaats de aandacht te. ves
tigen op inzendingen van de, heeren C. E. Minde
en ,1. van der Heijden. De heer Mögle te
Kotterdam toonde verleden jaar van de Amsterdamsche
tentoonstelling veel te hebben gelecid en kwam
te Sclioveningen kranig voor den dag; trouwens
te, Amsterdam was reeds de meesterhaml in zijn
werk te zien, en slechts de wakkcr-scliudding was
noodig om van hem te krijsen wat hij kon. Nu
echter viel zijn inzending mij niet inec. Niet dat
zij slechter was dan de vorige, maar niet veel
beter ook; hij is ongeveer blijven staan waar hij
stond. Maar wij willen meer. on/e eischfii worden
jaarlijks hooger. Afgezien daarvan heeft hij een
prachtige en veelzijdige collectie portretten, land
schappen, zee-gezichten en moment-foto's, slechts j
ontsierd door een paar minder geslaagde
genrebeehlen, vermoedelijk voorstellingen van r/c.
FntnHrrtjii', een lang niet waardige vrouwenfiguur als
fee gekleed en omringd door diverse fotografische
attributen, beelden, die in een collectie als van
den heer Mögle niet erg voldoen.
Dea heer Van der Heijden noem ik nu direct,
nif't, omdat, zijne inzending reeds naast die van
Mógle tna«- staan, maar hij is mooi op weg en
heeft zelfs in eenige grootere en kleinere portret
ten veel goeds bereikt.
Minder voldoen mij een paar genrebeelden waarin
steeds dezelfde oude heer nu eens als grootpa aan
't ontbijt, d:m weer als dokter met, een afschuwe- \
lijk aausprekers-gelegeuheids-gezieht bij een wiegje,
dan weer als grootpa met, een lange pijp de hoofd
rol speelt. De fotografie geeft de gelijkenis dier
drie oude heeren zoo erg duidelijk, dat de, drie
beelden op zich zelf geen van allen bizonder
daar naast elkaar een gekken indruk maken.
Van den heer Pörtzgcn te Haarlem oen mooie
moment-foto naar een zeilschuit, voorts middel
matige landschappen, meest niet gelukkig van tint.
De heer I farms eveneens te Haarlem heeft een
goode inzending maar volstrekt, door niets
uitblmkeud; hetzelfde zou kunnen gezegd worden van
W. Hens te Nijmegen wiens werk echter keurig
is afgewerkt.
Een album met foto's naar gekleurde kcrkramen,
ingezonden door Jochmans te Gouda is niet, onver
dienstelijk, doch konden deze m. i. zachter en
tiutrijker zijn. |
Van dt.r Aa & Chrispijn te Alkmaar doen spe- !
cianl in gekleurde portretten, die goed uitgevoerd, !
toch niet, meer dan voldoende kunnen heeten; als j
afwisseling is de/.e inzending niet, onaardig. l
J. Molijii te Tiel, zal zeker bij vergelijking van [
zijn werk met, dat van anderen' nog veel te ver
beteren vinden. Ik zag bij zijne in/.emling een por
tret, dat, blijkens getuigschrift, sinds '91 op een j
graf heeft blootgestaan aan licht en lucht, en nog j
zeer weinig verbleekt is. Dit is dunkt mij voor j
een tentoonstelling niet gelukkig gekozen ; men j
mng toch wel verwachten, dat, een fotograaf deug
delijk werk maakt, dat niet in een paar jaren ver
bleekt ; een verdienste kan dit nog u i et heeten,
of zoo ja, dan voor den leverancier der materialen.
Van P. Oosterhuis te Amsterdam is een flinke,
degelijke inzending platinotypieen aanwezig, be
wijzende, dat deze heer is in' de eerste plaats uit
muntend technisch fotogra.if; zoowel de opnamen
der Prins Ilendrikkade als ecnige machinerieën,
sluizen en waterwerken zijn zeer goed.
Tot besluit van deze afdceliug Mej. Ch. L'olkijn
te Amsterdam met vrij goede reproductiën en
eenige directe opnamen, waaronder verdienstelijke
interieurs en een zeer lief kattenkopje, dat zeker
menige kattenmlnnende bezoekster heeft bekoord.
Volgt nu de afdeeling Amateurs, hier voor het
eerst onderverdeeld in Seniores en Juniores, om
de jongeren ook de kans op een prijsje te gunnen.
Dit is echter een verdeeling, uitsluitend van be
lang voor de Jury, en wij kunnen die in onze
bespreking veilig terzijde stellen.
Les extrêmes se touchent, dacht ik didelijk,
toen ik de inzending van W. Toussaint en A. de
Bruin daar kalm naast elkaar zag hangen. De
eerste van alle markten thuis, volkomen met de
t. chnick der fotografie vertrouwd en met genoeg
gevoel en schoonh -idsziu om meer te maken dan,
een verzameling prentjes, al is zijn meeste werk
klein van afmeting en meerendeels met de
handcamera genomen. Toussaiut heeft blijkbaar de, voor
amateurs vrij zeldzame gave, met zijn hand-camera
uit te gaan, en niet, te fotografeereu, tenzij hij
een goed onderwerp vindt, en vindt hij iets goeds
dan komt er een mooie foto van.
Daarnaast eenige brutaal grove, ruwe, harde,
in-leelijke vergrootingen. Les entrêmes! Dat dacht
ik eerst. Maar toen schoot me op eens door mijn
hersens wat een oud criticus me een poos geleden,
zei: Jongen, als je ooit, tentoonstellingen beoor
deelt, pas dan op je tellen. Tegenwoordig vind je
op alle tentoonstellingen van kunst en wat daarmee
in verband staat, dingen die jij heel leelijk en je
buurman heel mooi vindt, om de eenvoudige reden
dat er zooveel soorten in 't artikel mooi zijn.
Wees voorzichiig voor je een opinie geeft; scharrel
er liever omheen, dan ben je nog 't veiligst."
Dit of iets dergelijks schoot me weer op eens
te binnen, en in hevigen tweestrijd bleef ik staan.
Stond ik hier wel zeker voor een inzending van
iemand die van leelijke dingen slechte vergrootingen
maakt, en zoo'ri leelijk-slechte vergrooting onsma
kelijk met verf besmeert? Of had ik voor me een
revelatie van hoog-uieuwe kunst? Een zoekend
artiest? Een intens willen?. .. Daar hoorde ik naast
me zeggen: Kijk, daar heb je vergrootiiigcn naar
houtgravures. "Wat gemeen, al die grove golvende
lijnen ?" Nog een hopelooze poging om iets moois
te ontdekken, en moedeloos ging ik verder.
De inzending van G. L. llasscliy-Kirchner is
een waardige concurrent, voor Toussaint. Ik
zou haast, zeggen: een ideaal krijgen we van
Toussaiut's opvatting met Kirchner's zorgvul
digheid uitgevoerd. Maar beiden geven elkaar
weinig toe. De derde in 't driemanschap is ,T.
Mensen, die ook een fijne collectie inzond: na
hetgeen ik vroeger van hem zag, had hij ditmaal
nog wel iets meer gekund.
Aan deze drie inzendingen, sieraden der
amateurs-afdeeling, sluit, zich Ch. de Gorter uit, Am
sterdam nog waardiglijk aan met, eeu kleine maar
fijne collectie. Hij verslaat blijkbaar de kunst, van
zijn werk slechts het exquise voor tentoonstellingen
af te zonderen; bij vele andere inzendingen ont
vangt men den indruk alsof met kunst en vlieg
werk alles maar bij elkaar is geraapt om de lijst
vol te krijgen. Als voorbeeld van 't laatste diene
de inzending van mej. Boddens het, spijt mij
dat 't een dame is, en heel mijn galanterie'komt
in opstand tegen wat ik moet schrijven ; zulk
werk exposeert, men niet, de opnamen zijn onbedui
dend en de afdrukken bepaald slordig gemaakt.
De dames zijn hier nog niet bijster gelukkig;
barones-sc vou Goltstein heeft hier en daar aardige
plaatjes, maar over 't algemeen te weinig techniek
en dikwijls te houterige pose en groep^ering.
Van den heer Schmierer een goede collectie por
tretten, die echter meer in de afdeeling vakmannen
thuis hoort. Baron van Pallandt exposeert goede
intérieurs, eveneens Jacobs?Amsterdam goede
intérieurs met, beelden en houtsnijwerk.
De heer F. lluysser, president der commissie
heeft een inzending; landschappen; schoon niet van
goede eigenschappen ontbloot, kan ik hem hiervoor
niet, den lof geven, dien ik hem als praeses dor
commissie gaarne, gun.
In 't, fotograleeren is de secretaris J. lies den
voorzitter nog de baas ; hij heeft verschillende
bepaald goede landschappen en een paar aardige
genrebeelden.
J. Hispinck?Blonmsndaal heeft eigcutlijk hier
een typische amateur-inzending, diverse gemoede
lijk leuke kiekjes en een paar goede laudschappsn.
Van jhr. Pauw v. Wieldrecht, te Utrecht een
paar zeer goede interieurs en diverse mooie
momentfoto's als sprong over een hindernis, springende
mannen, rijdende artillerie, enz.
M. VValtcr heeft, goede qualiteiten maar nog
geen genoegzame, vastheid en techniek.
De foto's en dispositieven van A. J. Pereira te
Arnhem beloven vrel iets voor de toekomst. Ook
Kirchuer, Mensen, Huijsser, Bes, Veershijm,
Bispinck e. a. hebben diapositieven, waaronder zeer
goede, doch in 't algemeen kunnen wre in dit ar
tikel nog veel meer bereiken. Vergeet, ook niet
dat dispositieven voor de tooverlantaarn een prach
tig middel geven om goede gedeelten uit overigens
niet, zeer gelukkige opnamen nuttig te gebruiken.
De foto's van G. J. de Veer, Arnhem, schoon
mccrendeels goed, doen een beetje aan slordigheid
denken hier en daar.
S. Schutte te Deventer exposeert een zeer goede
collectie die naast de beste amateur-inzendingen
mag gezien worden, alles landschappsii met smaak
gekozen en goed uitgevoerd.
De Delftsehe en Brcdasche Vereenigingen zon
den ieder collectief in, geen van beiden slecht,
maar zullen hoop ik in de toekomst nog wel meer
presenteereu. Vooral van collectieve inzendingen
mag men iets eischen.
Mej. Delprat heeft een redelijke inzending; de
heeren Eugelberts en Stokvis ongeveer 't zelfde
als verleden jaar te Selieveuingen,'op zich zelf niet
slecht; M. H. B'mger eenige goede foto's, waar
onder een paar fraaie strandgezichten ; M. TT. Etty,
Arnhem, een goede collectie, ook bij de inzending
van K. van 't Groenewoud te Kotterdam zijn
goede beelden, eveneens bij die van L. Sclmitzle,
Amsterdam, echter zouder bizondere verdienste.
Een mooi stuk ter tentoonstelling is een album
micro-fotogrammen moest eigcntlijk heeten ma
cro-fotogrammen, want het zijn meest lOOOvoudige
vergrootingen naar verschillende culturen, ba
cillen enz. Plaatsgebrek belet mij, meerdere inzen
dingen te vermelden, die dan óók moestens niets
bizonders vertoonen.