Historisch Archief 1877-1940
No.-832
?- 'DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Altijd baas boven baas.
(Toasten bij het Coen-feest.)
loCKt..t,.^ ..».«
Prof. SCHAEPMAN: Hulde brengen wij hem, eerbiedige, warme hulde. Hulde aan den grondvester van Batavia, aan den schepper van
ons Insulinde. Hulde aan zijn onbaatzuchtigheid, zijn zelfverloochening, zijn zelfopoffering. Hulde aan zijn voortvarendheid, zijn volharding,
zijn heldenmoed. Hulde aan zijn waakzame voorzichtigheid, zijn vér ziend beleid, zijn vorstelijke wijsheid. Hulde, niet aan ieder zijner
daden, niet aan elke van de vormen, waarin zijn strenge gerechtigheid of het vroom, maar steil bewustzijn zijner zending zich openbaarden,
maar hulde aan zijn geweldige kracht eri hulde bovenal aan het karakter, dat ongeschonden staat in het midden van den ver, ver
zwalpenden Oceaan, de krijtwitte rots, waaraan wat wier of schuim van golven kan blijven hangen, maar die geen slijk besmeuren, geen
modder overstelpen kan."
De heer CH. BOISSEVAIN. Ach professor, bij die welsprekendheid voel ik me nog maar een kind. Zoudt ge niet eens een Van Dag
tot Dag voor me willen schrijven ?"
In de Bestuurskamer van Burgerplicht.
.Personen: Het Bestuur (Voorzitter Mr. HENN Y) ,
Een Bode.
DE BODE.
Vergunt mij, hooggeachte Heeren,
Dat 'k u de lijst kom presenteeren,
Twee nieuwe leden staan er op;
Dat maakt per jaar dus weer twee pop.
Mr. HENNY.
Getrouwe wachter onzer poort,
G\j deedt uw plicht gelijk 't behoort.
Doch noem ons snel de beide namen
Van hen, die thans weer tot ons kwamen.
DE BODE.
De eerste is Kater ....
Mr. HENNY.
Hoe? Laat zien!
DE BODE.
En 'k heb Passtoors nog bovendien.
Mr. HENNY (ontroerd).
O blijde dag!
(Tot den Bode).
Gij kunt nu gaan.
Nog eens, ge hebt uw plicht gedaan.
(Bode af.)
Mr. HENNY (in blijde verrukking).
Zoo triomfeert in 't eind de waarheid!
Zoo zoekt de duisternis de klaarheid!
Zoo brengt ons Romeen Dordt zijn hulde!
Zoo wordt de hoop, die ons vervulde
Verwezenlijkt! Wat thans geschiedt,
Het vinde weerklank in ons lied.
(Hij xet zich aan de piano en zingt met de
"overige bestuursleden).
Laat ons u den welkomstkus,
Nieuwe broeders, geven !
Spoedig ziet ge, hoe wij knus
Hier te zamen leven.
A n tire volution air
Zijt ge, broeder Kater l
En toch zijn we solidair....
(Hoe, dat zien we later.)
Als een dubble oorlogskreet
Klonk, Passtoors, uw naam ons.
Thans maakt g' ons noch koud, noch heet;
Daarom treff' geen blaam ons ;
Want sociale politiek
Is thans onze leuze.
Voor de liberale clique
Blijft geen andre keuze.
Den beruchten monsterbond
Lijken w' op een haartje.
(Zeg, Zeehandlaar, blijf gezond !)
Leve 't allegaartje!
(Een oogenblik van stille. Allen pinken zich
een traan uit het oog. De Voorzitter Jierneemt
xyn zetel.)
Snuifjes.
Mr. HENNY.
Hoe heerlijk klonk dit welkomstlied!
Wij zullen het der wereld toonen:
Het seid umschlungen, Millionen!"
Is, wat ons Burgerplicht gebiedt.
DE ANDERE BESTUURSLEDEN (vol geestdrift).
Ja, millioenen!
Mr. HENNY.
Maar die twee
Zij tellen wel voor duizend mee.
Het is voorzeker uw verlangen,
Dat wij hen waardiglijk ontvangen.
Laat Jolles, die Passtoors bewerkte,
En Burgerplicht zoo vaak versterkte,
Voor de versiering zorgen. '.
(Hij selielt den bode, die onmiddellijk verschijnt).
Gij, !
O brave dienstknecht, die dien Kater l
Gevangen hebt, wij zullen later
U toonen onze dankbaarheid.
Maar houd u dadelijk bereid
Om Meester Jolles t' assisteeren
Als hij de zaal gaat decoreeren;
Die decoratie zij 't symbool
Van al ons streven, d'aureool
Der broedermin, die ons bezielt
j En die....
; (Daverend applaus; (Je bode verwijdert f.iel/,
j buigend; de Voorzitter sluit de vergadering met
' een hamerslag en een snik).
? (Vervolg na de aanstaande vergadering
l van Burgerplicht.)
De heer Bahlman zou de kieswet gaarne
nog een jaarlje laten liggen, om eerst het
Personeel te hervormen, en toen de kamer
leden van die verzuchting schrokken, zeide
hij, toch te hopen in die richting steun te
zullen vinden. Ik durf dien steun hem wel
te voorspellen. Een aantal liberalen heeft in
gezien, dat de kieswet te meer kans van sla
gen krijgt, naarmate zij ouder wordt. En
daarin ligt iets waars. Als de heeren hier
den weg volgen waarop de Belgische Regee
ring hun is voorgegaan, zal er een tijd ko
men, dat de heele Kamer de kieswet wil. Het
zou mij niets verwonderen als Bahlman zoo
iets met haar voor had. Hij is een politiek
man.
Tot tweemaal toe heeft de heer Van Ha
mel als nutsredenaar te verstaan gegeven,
dat het Nut er nu eenmaal was, maar dat
niemand er aan zou durven denken het thans
op te richten, indien het niet bestond.
Dit is juist gezegd, geloot'ik. Het Nut heeft
zeer zeker iets van onze Haarlemmerpoort.
De Standaard keurt het af. dat Moleschott
bij zijn leven bepaald heeft, zijn asch niet te
bewaren, maar naar op den adem des winds
te verstrooien. Het blad noemt dit echt
heidensch". Daar is wel iets van aan, maar
ik vraag op mijn beurt: nu wij nog altijd
echt heidensch in de wereld komen, waarom
zouden wij dan weigeren er echt-heidensch
uit te gaan? Natuurlijk, men moet ieder vrij
laten in zijn keus, en als iemand de gedachte
dat hij begraven zal worden, minder onaan
genaam vindt dan het vooruitzicht dat de
crematie op hem zal worden toegepast, zou het
onbillijk wezen zijn verlangen in deze niet
op te volgen. Niet het lijkverbranden is in
mijn oog echt-heidensch in den boozen zin
van het woord; het heidensche begint eerst
daar, waar men, zooals in ons land liet geval
is, iemand de vrijheid niet wil toestaan bij
zijn leven te bepalen hoe er met zijn lijk ge
handeld zal worden. Dat noem ik nu een
echt-heidensch bestel.
liet Dagblad r. Z.-IL en 's-Cl. is het voor
een enkelen keer met Uilenspiegel eens. De
Rotterdamscbe spotter had gelijk: het
allemauskiesrecht moet uitloopen op ministeries,
't een al woester en radicaler dan 't andere,
om te eindigen met een kabinet
OckeloenGeel. 't Was misschien nog niet kras genoeg,
zegt het Dagblad: In Januari 1S7U werd aan
Napoleon lil voorspeld, dat zijn toenmalig
liberalisme (ministerie-Ollivier) hem zou bren
gen tot een ministerie-van Traupmann, (den
moordenaar van de Plnine des Vertus) en
veertien maanden later was werkelijk een
regeering van dieven en moordenaars mees
teres van Parijs."
Het is waar een ministerie Geel-Ockeloen
is in vergelijking van een ministerie
Troppmann nog maar een onschuldig kind, maar
ik wist niet dat Napoleon III veertien maan
den na Januari 1870 nog een ministerie gehad
iiiiiiiiimimnmiimiiiiiiMiiiiiiMmiiiiMMMiiiiimHiilllimmimittl
had, dat uit dieven en moordenaars heeft be
staan. Hoe dit zij, de toekomst is ook voor
Nederland, als de kieswet-Tak wordt inge
voerd, duister genoeg. Daarom zou ik, indien
ik een raad moest geven, liefst een kieswet
naar Duitsch model aanbevelen, want die
heeft Wilhelm tot keizer van Duitschland
gemaakt. Bij 't neerschrijven van gevolg
trekkingen moet een mensen nooit al te
voorzichtig zijn!
De majoor chef der Pyrotechnische werk
plaatsen te Delft heeft een werkman ontsla
gen wegens wangedrag." De bedoelde werk
man was niet dronken geweest, had niet ge
luierd, had niet gestolen. Zijn wangedrag
had bestaan in het «verspreiden van socialis
tische beginselen." En hoe had hij die
verspreid'/ Hij was zoo slecht geweest een
socialistisch motto te plakken op de schutting
van een urinoir. Waar beginselen al niec
terecht kunnen komen!! IS u, de beginselen
die de man daar gebracht heeft, hebben hem
uit de pyrotechmsche werkplaats gedreven.
En zoo blijkt het alweer dat een
pyrotechuicus met «beginselen" nog voorzichtiger moet
zijn dan met buskruit.
Op het congres van de Ned. R. C. Volks
bond is men tot het besluit gekomen, dat de
verschillende afdeelingen moeten staan onder
een toezicht van een geestelijke-adviseur, ik
dacht, de werklieden zouden zelf wel kunnen
uitmaken wat hun pastte, en ik meende dat
door het stellen van de
werklieden-vereeniging onder geestelijk toezicht, de kerk juist
oorzaak zou worden van een oneenigheici, die
voor haarzelve nadeelig was. Nu ik echter
gemerkt heb, dat, naar het verhaal van Kater,
Passtoors, de president van de Ned. R. G.
Volksbond, zoo weinig vast in zijn schoenen
stond, dat hij er over gedacht heeft lid van
JJurgerplicht te worden, begrijp ik toch ook,
hoe zuik een toezicht niet geheel overbodig kan
geacht worden. Maar... daar kont nu
chaepman met zijn Hoornsche redevoering me
opnieuwin de war brengen. Wanneer deze priester
zelfs in enthousiasme ontvlamt bij het lezen
der daden van Jan Pietersz. Coen, en hij dien
man tot in de wolkeu verheft, zoodat een
tiurgerpliclder, Levy b.v- het hem niet had
kunnen verbeteren) dan vraag ik toch: zou
het geestelijk toezicht niet verder moeten
gaan, dan den Ned. R. G. Volksbond en zijne,
besturen? Een werkman vergist zich lang
zoo gemakkelijk niet als een
feestredenaardichter !