Historisch Archief 1877-1940
833
DE AMSTEEDAMMER
A'. 1893
WEEKBLAD VOOE NEDEELAOT)
Dit nommer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bjj de Vijzelstraat, 542.
Zondag 11 Juni
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/" 1.65
Voor Indiëper jaar mailB 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12*
Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel
0.20
0.40
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. _ FEUILLE
TON: Ariella, naar Sacher Masoch. III.
TOONEEL EN MUZIEK: Het Tooneel, door H. J.
Mehler. Ahasverus, door Meinard van Os.
Aanteekeningen Schilderkunst, door J. Veth.
KUNST EN LETTEREN: De ware helden van
de »Pêcheurs d'Islande," naar Ch. Le Goffic.
Een dom boek (Max Nordau's Ontaarding), door
C. H. den Hertog. II. SCHETSJES: Ver
vlogen Geluk, uit het Engelsch van Olive
Schreiner. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door
E-e. ALLERLEI. RECLAMES. UIT
Dr. GANNEF's STUDEERKAMER. PEN
EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN.
iiiiiiiimiiiiiiiiiiMii
iiiiiiiiiiiimiiMiiMimiii
De Fransche minister-president Dupuy
heeft aan een paar zijner allerintiemste
vrienden verteld, dat hij voornemens was,
de Kamer tijdig genoeg naar huis te zenden
om de nieuwe algemeene verkiezingen op 20
Augustus te kunnen houden. De vrienden
hebben het, natuurlijk in het diepste geheim,
weer aan andere vrienden verteld, en zoo is
het plannetje van den heer Dupuy Ie secret
de Polichinelle geworden.
Wat den minister-president drijft om den
officieelen datum der verkiezingen twee
maanden te vervroegen, wordt door het
Journal des Débats verklaard: «Zonder eer
zuchtig te zijn, wil de heer Dupuy aan het
roer blijven, en als een man van zijn woord
wil hij getrouw blijven aan de belofte, die
hij zich zelf heeft gegeven, dat hij de ver
kiezingen zal leiden. Men zal hem gezegd
hebben, dat het Parlement minder geneigd
zal zijn om zijne verdiensten te miskennen,
indien het minder twijfelt aan zijn levens
duur en dat eene crisis slechts zelden voor
komt wanneer het raadplegen der natie op
handen is. Hij zal dat hebben geloofd, maar
misschien is er nog eenige twijfeling bij hem
overgebleven, en men bemerkt daarvan de
sporen in zijn verlangen, dat thans geen
geheim meer is, om met zachte overreding
te bewerken, dat de députés een zuiverder
lucht gaan inademen, en, zooals het parle
mentair jargon zegt, nieuwe krachten gaan
opdoen in den boezem hunner kiezers."
Zooals men ziet, neemt het
conservatiefliberale blad een loopje met den heer Dupuy.
Het heeft voor dezen min of meer ge
mproviseerden staatsman nooit heel veel sympa
thie gehad, maar sedert eenige dagen is het
??MjMWMHHtllHIMHIWIIIUIIMHHIiniimiHIIHIIMHIIIIIIinillllllllllllllllll
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiuimittiiiitim
ARIELLA.
(159 2).
3) NAAR
SACHER MASOCH.
«Excuseert mij, geleerde heeren,''riep Glen
dower hen toe, »ik geloof dat gij te veel
notitie neemt van dien wolkoopman uit
Stratford."
»Maakt ge Shakespeare een verwijt van
zijn afkomst ?" gaf Marlowe ten antwoord.
>Het is zeker gemakkelijker met het inko
men zijner ouders geboren te worden, dan er
zelf een te verwerven."
»Hoe dat?"
«Shakespeare trekt voor zijn stukken en
als deelhebber in het Globe- en
Blackfriarstheater jaarlijks eene som van vierhonderd
pond sterling 1), een inkomen dat menig lord
hem benijden mag voor een wolkoopman
is dat mooi genoeg."
»Bah, hij blijft toch een mensch zonder
beschaving," hernam de lord.
»Ik ben ook een tegenstander van
Shake1) Vierhonderd pond sttrliog was destijds even
zooveel als ?24,000 in deze ^agen.
\
met pak en zak overgeloopen naar het kamp
van den heer Constans. Te Toulouse hebben
n de heer Dupuy, minister-president, n de
heer Constans, senator, het woord gevoerd,
en »c'est M. Constans qui a parléen
ministre-prèsident."
Dit - laatste is volkomen waar: de heer
Constans heeft niet slechts een politiek pro
gram ontwikkeld, maar ook een
regeeringsprogram gegeven. De man, die met ongeëve
naarde energie het boulangisme den kop
indrukte, is na het volbrengen van dien
Hercules-arbeid met ondank beloond. Men
vond en men had daarin geen ongelijk
dat hij in de keuze zijner middelen niet al
nauwgezet was geweest. Op het Elysée werd
hij door den zeer correcten heer Carnot als
eene compromitteerende persoonlijkheid be
schouwd, en bij de eerste gelegenheid die
zich aanbood werd hij als een politieke Jonas
over boord geworpen. Maar Constans laat
zich niet zoo gemakkelijk in een hoek
dringen. Hij is een man met wien elke
regeering rekening moet houden, en de
tegenwoordige premier haastte zich dan ook,
hem een gezantschapspost te Londen of te
Constantinopel aan te bieden. Het aanbod
leek eervol, maar was eigenlijk al te naief.
Constans, die in Frankrijk zelf een rol wil
spelen, en die rol waarschijnlijk ook spelen
zal, bedankte vriendelijk voor zulk eene di
plomatieke retraite. En tot ergernis en ver
rassing van den heer Dupuy vond hij in
het hem gedane voorstel aanleiding om pre
sident Carnot op het Elysée een bezoek te
gaan brengen. Hij moest immers aan het
hoofd van den Staat zjjn dank betuigen
voor het in hem gestelde vertrouwen en voor
de eervolle, schoon door hem niet begeerde
onderscheiding, die men hem had toege
dacht ?
Wat er tusschen den president en den
heer Constans is besproken, weet men na
tuurlijk niet. Maar het is zoo goed als
zeker, dat de oude veete is bijgelegd, en het
is volkomen zeker, dat de heer Dupuy dien
tengevolge erg zenuwachtig is geworden en
daarvan blijk geeft door ziju plan om de
verkiezingen te vervroegen.
De rede, door den heer Constans te
oulouse gehouden, is een pleidooi voor de
vorming eener groote regeeringspartij, in
welke de opportunisten, de lieden van het
Centre Gauche en de rallies zouden worden
opgenomen. De heer Constans stelt zich
scherp tegenover den heer Goblet, die aan
drong op samenwerking van radicalen en
socialisten bij en na de verkiezingen. Ter
wijl de heer Dupuy kort geleden de ralliéx,
de leden der rechterzijde, die de oppositie
tegen de republiek hebben opgegeven, met
een minachtend wantrouwen behandelde en
hen hoogstens den naam van résignéti waar
dig keurde, zet de heer Constans de deur
MljiimiHiiMiMiiiiiiiiiiiiiHiiiiiMMimMiiiiiiiiiiiiii'iiiMiMimmimiuiiMMiim
speare," zei Ben Johnson, »maar daarin moet
ik u ongelijk geven. Hij is wild, dikwijls
zelfs ruw, maar een dichter van groot talent,
en geloof mij, de ware dichter is even zoo
goed ivel beschaafd, als wel geboren/'
»Aha, daar is hij zelf/' mompelde Lilly.
Inderdaad trad Shakespeare binnen, ver
gezeld door Burbadge en andere acteurs, en
nam plaats aan de tafel der matrozen, die
eerbiedig ruimte maakten toen ze hem her
kenden.
»Let nu eens op," fluisterde lord Glen
dower zijn vrienden toe, hoe ik nu met hem
zal afrekenen." Hij richtte nu het woord tot
de geleerde heeren en sprak zoo luid dat
iedereen hem verstaan moest: »TJ is toch
ook van gevoelen, geachte Ben Johnson, dat
de theaterondernemers de vrouwenrollen door
vrouwen laten vervullen alleen om een
lokmiddel meer te hebbeu. Met de dichtgaven
van die lompe poëten kunnen ze er niet
komen en daarom nemen ze hun toevlucht
tot den potsenmaker of tot de aantrekkelijke
bekoorlijkheid van mooie meisjes. Ik zou
zulk eene inrichting een anderen naam willen
geven, dan wist men ten minste terstond
waar men aan toe was."
»Ik meen dat mannenrollen door mannen
en vrouwenrollen door vrouwen vervuld
behooren te worden," zei Ben Johnson beslist.
Shakespeare scheen de uitdaging van den
lord niet gehoord te hebben, want hij ver
volgde ongestoord zijn gesprek met de acteurs,
wien hij het plan voor zijn Richard III
voor de nieuwe broeders wijd open. Alleen
geeft hij beleefdelijk te kennen, dat hij den
tijd nog niet gekomen acht om hun de sleu
tels van het huis toe te vertrouwen. Het
spreekt van zelf, dat deze hoffelijkheid jegens
de rallies gepaard gaat met eene verzoenende
houding tegenover de Kerk, want de Paus
is de eigenlijke stichter van de partij der
pas tot de Republiek bekeerden geweest,
»De republikeinen moeten verdraagzaam
zijn", zegt de heer Constans.
»Verdraagzaamheid is de welwillende eerbiediging der
vrijheid van anderen, zelfs als die vrijheid
ons hindert, doch mits zij worde uitgeoefend
binnen de door de wet vastgestelde grenzen.
Verdraagzaamheid is bijna eene deugd ; daar
om is zij zoo moeielijk in praktijk te bren
gen. Maar zij is ook een plicht, en daarom
zullen wij er ons niet aan onttrekken. Lan
gen tijd hebben de Katholieken, de gods
dienst met de politiek verbindend, tegen
ons geworsteld, en langen tijd hebben
wij tegen hen geworsteld, niettemin het
Concordaat eerbiedigend. Thans hebben
de Katholieken, gehoorzaam aan het be
vel hun door het hoofd der Kerk gegeven,
verklaard de vijandelijkheden te willen
staken. Wij volgen hen op dit nieuw
terrein, want wij hebben volstrekt geen be
lang bij het aanhouden der verdeeldheid on
der de zonen van eenzelfde vaderland." Dit
klinkt uiterst welwillend, maar de heer Con
stans haast zich op te merken, dat er in
geen geval sprake van kan zijn, terug te
komen op de democratische wetten, die in
dertijd tot zoo verbitterden tegenstand aan
leiding hebben gegeven. Men ziet, dat de heer
Constans de nieuwe gasten in de
republikeinsche huishouding welkom heet, maar niet
voornen;eps is te hunnen behoeve veranderingen
in do huisorde aan te brengen. Hij herhaalde
slechts, dat hij tegenover de nieuw
aangekomenen geen wantrouwen koestert; het zal
de taak van het algemeen kiesrecht zijn,
een oordeel uit te spreken over hunne op
rechtheid.
De republiek voor allen opengesteld en
geregeerd door een krachtig, autoritair mini
sterie, ziedaar de hoofdgedachte van
Constans rede. Zal die gedachte de leuze
worden voor eene sterke en betrouwbare
regeeringsmeerderheid ? Zoo ja, dan kan de
heer Dupuy naar eene nieuwe woning uitzien,
want Constans is zijn vijanden zoowel
als zijn vrienden geven het toe ? de eenige
man, die dit programma kan uitvoeren. De
buitengewoon groote indruk dien zijne rede
maakte, waarin hij toch eigenlijk niet veel
anders zeide dan onlangs nog Léon Say
deed, bewijst het best, hoezeer alle partijen
met zijne energieke persoonlijkheid reke
ning houden. Natuurlijk wordt zijn program,
ook in onderdeelen, door de radicalen en de
socialisten heftig bestreden, maar dezen
zuliiimmiliiliilililiiiumniiiiiiiiitmmmttn
mededeelde.
»Dat zal een rol voor u zijn, Burbadge,
daarin kunt gij alle elementen der
menschelijke natuur dooreen laten stormen : lafheid
en heldenmoed, huichelarij, liefde, haat,
bloeddorst en gewetensangst.'''
»Het stuk dat vandaag gespeeld wordt,"
zei Glendower tot de lords, »is een zeer ge
woon fabriekswerk en zal bepaald
uitgefloten worden, maar wat kan men ook van
een wilddief beters verwachten !"
»Wie is een wilddief?" riep een der ma
trozen uit.
»Sir Rapely heeft het ons verteld/' ver
volgde de lord, zonder notitie van den zee
man te nemen.
«Eigenlijk een heel onschuldige en vroolijke
historie," zei de garde-officier. «Shakespeare
stroopte met een paar vroolijke kameraden in
het park van sir Lucy, te Charlecote, werd
betrapt en gestraft."
Reeds stond de matroos met de handen in
de zakken voor de lords. >Ik ben Jack van
Harer Majesteits marine," riep hij uit, »en zeg
je dat je het liegt."
j «Onbeschaamde kerel!" hernam de officier
l en maakte aanstalten om den matroos beet
j te pakken, zijn vrienden hielden hem echter
tegen.
»Blijf maar bedaard, Jack," riep
Sha! kespeare, op wien nu aller blikken
ge. vestigd waren, »de zeer geachte gentleman
l heeft de waarheid gesproken, maar hij had
er bij moeten voegen, dat ik daarna een
len waarschijnlijk ook in de nieuwe Kamer
in de minderheid blijven, en indien dan inder
daad de rallies met het centre gauche en de
opportunisten samenwerken, zal de uiterste
linkerzijde met de overblijfselen der vroeger
intransigente rechterzijde niet meer sterk ge
noeg zijn om het ministerie omver te werpen.
De vraag is echter, of eene krachtige samenwer
king van zoo heterogene elementen zal kun
nen verkregen worden, en dan, van hoe lan
gen duur zij zal zijn. Want het lot van
elke middelpartij is, op den duur te verdwij
nen door secessie harer leden naar links of
naar rechts.
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMHiiiiiiiiimiitiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiiiiuiHiiittiiiui
TOONLE-C^MVZILK
Het Tooneel.
»Het Nederlandsen Tooneel" trekt volle zalen
met Nerveu?, klucht in drie bedrijven naar het
Duitsch van G. von Moser en Otto Girndt. Naar
de lachbuien en bijvalsbetuigingen van het pu
bliek te oordeelen, zou het wel eens een pendant
van »Groote-stadslucht", het kasstuk van het vorige
zomerseizoen, kunnen worden. Mocht dit het ge
val zijn, dan zal het dit misschien nog meer aan
de voortreffelijke vertolking dan aan eigen ver
diensten te danken hebben. Nerveus is althans
in de eerste twee bedrijven niet meer en niet
beter dan de meeste werken van zijn soort; een
Duitsche verwarringsklucht, vermoeiend verward
en grof kluchtig als iedere Duitsche klucht; een
aaneenschakeling van de overbekende grappen en
quiproquo's, een marionettenspel met de van
ouds vermaarde poppen, de stereotype perso
nificaties, die wij, omdat wij ze zoo herhaaldelijk
en herhaaldelijk op de planken zagen, ten slotte
voor echte m'enschen zijn gaan houden, wier
speciale hebbelijkheid of onhebbelijkheid ons ter
stond blijkt en duidelijk is, die ons als oude
bekenden steeds welkom en dierbaar zijn.
Geheel anders het derde bedrijf. Na de rumoerige
vroolijkheid de stille weemoed. Na de klucht
de idylle. En een idylle zoo aandoenlijk en lie
felijk, zoo week en teeder, dat men nauwelijks
kan gelooven met het werk van een paar
Possenfabrikanten uit het treurig einde onzer eeuw Ie
doen te hebben. In den bloeitijd van de
larrnoyante komedie, in de gelukzalige dagen, waarin
de menschen op het tooneel wedijverden in braaf
heid en zachtzinnigheid, in zielenadel en
karaktergrootheid, had dit derde bedrijf kunnen zijn ge
schreven. Sedaine en Diderot, Gellert en Elorian,
zij allen hadden het als het hunne kunnen
erkennen. Een braaf koopman veinst zijn geheele
vermogen te hebben verloren om zijn vrouw, dochter
en zuster van haar modeziekte, nerveusheid te
genezen. De kuur gelukt uitstekend. Als de dames
de handen uit de mouw moeten steken, vergeten
zij hun zenuwen. In de eenvoudige omgeving
worden zij verstandig, vriendelijk, tevreden en
gelukkig. Eerst nu ondervindt de koopman, welke
engelen de menschen, welk een paradijs de aarde
IIIIMMMMIIIIIIIIIIIIIH
hekeldicht op de parkdeur van dien dwazen
sir Lucy geplakt heb, zoodat hij twintig
mijlen in den omtrek zich niet vertoonen
kon zonder uitgelachen te worden, en zoo
God wil, zult ge binnenkort in de gelegen
heid zijn, hem als «vrederechter Schaal" in
mijn stuk »De vroolijke vrouwen van
Windsor" te zien en dan zal heel Engeland hem
uitlachen."
»Hoe vindt ge dit halssieraad?" vroeg
lord Glendower, die nu zijn laatste vergif
tige pijl afschoot. Hij reikte sir Hazlitt een
etui over, dat bij de lords van hand tot hand
ging. «Heerlijk! Kostbaar! Smaakvol!"
riepen zij uit. »Voor wie. zijn die mooie
steenen wel bestemd ?" vroeg de knappe
waardin, die met een dozijn leege glazen
naast Glendower bleef staan.
»Voor de scboone Julia," antwoordde de
lord luid en blufferig.
»Liefdebetoon ? tevergeefs," zeide
Shakespeare
spottend»De zedigheid van een tooneelspeelster,"
hoonde Glendower, >staat op gelijke lijn met
de hardnekkigheid van een Hebreër, die een
goede zaak wil doen. Diamanten vallen bij
de schoone Ariella zwaarder in de weeg
schaal, dan liefdesverklaringen, dat kan ik
getuigen."
»Nu lieg je," riep Shakespeare, »Ariella
lacht je uit met je geschenken."
»Die onbeschoftheid zal je duur te staan
komen," schreeuwde Glendower, terwijl hij
zijn degen trok, een voorbeeld dat door de