Historisch Archief 1877-1940
4
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 834
"Vorden. Ten eerste staat de vrouw in geest
: verstand onder den man.... De Sar gaat
blinuit van die stelling. Men oordeele:
fs. O" mijn zuster, geen enkel kunstwerk, geen
r * feorennataurlijke formule, draagt in de natuurlijke
-,- historie 'den naam eener vrouw; wanneer een van
r.Jlw sekse iets in kunst tot stand beeft gebracht,
noeft het kunstwerk nimmer zelf ten halve, de
-^talenten van den man uit dat tijdperk geëvenaard;
H men zou gerust uit bibliotheken en musea alles
,Jw*t door de vrouw werd gewrocht kunnen
verbannea zonder er een leegte te doen ontstaan;
elke daad van beslistheid, van zelfhandelen en
scheppen is u onmogelijk; wee u als gij daarvan
de proef wildet nemen. De vrouw kan slechts
handelend optreden op het tooneel, aan de piano,
in den salon en in Eet klooster, als kunstenares,
zangeres, pianiste, coquette, amoureuse of heilige.
*De vrouw is onbekwaam tot nadenken, tot het
vormen van een systeem in de wijsbegeerte eu tot
welverstaan van de wetten van oorzaak en gevolg.
De vrouw deukt niet en figuurlijk gesproken, heeft
de vrouw geen hersenen.
Er is uit de pen eener vrouw nog geen abstracte
stelling gevloeid of zij was gecopieerd of een dom
heid."
Hoe allertreurigst! Mijn lezeressen zijn ver
woed en komen in opstand tegen de inpertinentie
van dien Mérodack .... Maar wacht even, mevrouw,
de groote wijsgeer veracht U niet zoozeer, als gij
zoudt meenen. Terwijl bij verkondigt dat uw geest
onvolmaakt is, kent hij U een superieure ziel toe.
TJ^r zending volgens zijn oordeel is den man te
completeeren, hem te bekoren, hem te troosten,
hem op te wekken om zijn krachten in te span
nen en hem door uw bekoorlijkheden het schoon
te <dpen zien en gevoelen.
Dit een en ander echter weer met onderscheid.
De mannen kan men, volgens hem, in twee cate
gorieën verdeelen: de vorsten dezer aarde en de
kruiers der maatschappij; dat wil zeggen: de
mannen van intelligentie en de onnoozelcn; nog
eens anders gezegd de magiërs en de ploerten.
Nu meent hij, heeft de vrouw het recht die min
deren van geest te verleiden, over hen te heerschen
en hen domheden te doen begaan, terwijl zij het
als haar plicht moet beschouwen de eersten, die
den kern der mensohheid uitmaken, te gehoor
zamen. De Sar werkt deze gedachte verder uit
met groote diepzinnigheid:
»De alledaagsche mensch de man zonder idealen,
beweegt zich volgens zijn lusten en belangen; de
maatschappelijke gevolgen der zinnelijkheid blijven
niet uit, hij gelijkt den eersten Adam, die niet
tevreden was met de natuur, Let onbereikbare en
het abstrakte. Gij verschijnt, en onmiddellijk komt
met uw gestalte iets van het ideaal hem tegemoet;
Hij heeft geen oog voor lijnen, eu toch is hij ver
rukt over de bewegingen van uw lichaam; hij
verwisselt Veronese en Rembrandt, maar de kleur
van uw huid langs de afsluiting van uw kleed,
brengt hem in verrukking; hij weuscht zich zelf
te verliezen, hij vindt zich terug in u. Tot nu toe
waren de hemel en de zee hem volmaakt onver
schillig, nu leert hij die beminnen, in uw oogen;
de vruchten die hij at zonder ze te zien, de bloe
men die verwelkten zonder dat hij ze zag, hij ziet
rövergelijkt ze nu met uw lippen, uw wangen."
Wat de mannen van geest aangaat, hij verbiedt
de vrouw hen in verzoeking te brengen. Haar
kunstgrepen mogen hen niet bereiken! Zij zwe
ven noog boven die zwakkere wezens en de
vrouw brengt hun hulde als waren zij haar
meesters, haar goden. Hier beveelt de man en
de vrouw buigt zich. En ge gaat nu gevoelen
tot welke gevolgtrekking Péladan wil komen. De
vrouw moet zich lateu aanbidden door de middel
matigheid; zij moet haar liefde bewaren voor de
grooten van geest.... Een gelukkig systeem voor
nöogstaanden of die zich daarvoor houden, maar
ook een vruchtbaar veld voor veel treurige gevolgen!
Gij laat uw haar groeien in woeste lokken, gij
verkondigt fatalistische stellingen, gij leert het
ounéiform-schrift op de oude gedenkteekenen lezen,
gij neemt den titel aan van Sar, Magiër of
Hoogwijze of Mérodack of wat gij maar wilt, gij ver
siert uw naam met een Assyrische pluim en dus
gewapend betreedt gij de woning van een jonge
vrouw, wier echtgenoot het ongeluk heeft slechts
ingenieur te zijn of ontvanger of iets dergelijks ....
Na eenige voorbereidende werkzaamheden en eeuige
schermutselingen aan de voorposten spreekt ge tot
haar ongeveer op de volgende wijze:
Mevrouw, uw echtgenoot is de grootste aller
domkoppen. Hij behoort tot het geslacht der
kleingeestigen die Le Petit Journal lezen en zich nog
vermaken in het Ambigu Theater. Ik, Mevrouw,
ben van edele, goddelijke afkomst. Ik kan u de
geheimen verklaren, die in u gesluimerd hebben
sinds de schepping der menschheid. Maak u los
van dien loggcling, aan wien slechts het noodlot
u ketent, volg mij, wij willen ons te samen ver
heffen, ons te samen verliezen in de reine sferen
van het ideale."
Welk een omverwerping van alles, indien die
jonge vrouw met eenig gevoel van sentimentaliteit
is begaafd!
*
* *
De groote Magiër zal mij zeggen dat ik een
uitgangspunt heb gekozen dat bedroevend laag
bij den grond staat, en dat ik blijkbaar voor de
grap het onderwerp en de strekking van zijn boek
dooreenmeng. Maar treedt hij dan ze]f soms niet
omlaag van uit de wolken zijner hooge wijsbegeerte
om het genoegen te smaken zich met zijn schoone
vriendinnen te kunnen vermaken ? Wanneer hij
haar b. v. (bl. 129) zijn raad geeft over de wijze
hoe zij zich moeten kleeden, als hij haar 's morgens
en 's avonds het bloedwarme bad voorschrijft, als
hij haar aanbeveelt zich als de Romeinsche vrou
wen te gedragen en zich van bedwelmende parfums
te bedienen; als hij met afgemeten zorg het menu
harer maaltijden regelt, de duur harer bezoeken,
de kleur van haar sluier en de lengte harer hand
schoenen, treedt hij dan niet buiten zijn gebied
om op dat van Mme de Bassanville of der baronnes
Staffe te geraaken ? . . . . Laat ons rechtvaardig
zijn. Bij al die kinderachtige raadgevingen voegt
de Sar ernstiger vermaningen toe. Hij predikt
de vrouw den cultus van het ware, schoone en
goede (o Victor Cousin, hoe komt gij hierzoo om
den hoek kijken !). En hij leert haar, indien zi;
toevallig met een al te ondernemend walser te
loen zoude krijgen, alles en bagatelle te
behanlelen waarlijk een wijze raad om zich uit een
wel wat ver gaande flirtalion te redden !
Over 't geheel genomen, beschouwt Sar Mérodack
de liefde als een gevoel dat heilzaam en noodzakelijk
werkt op de menschheid in 't algemeen. Hij vindt
echter dat de wijsgeer er zich niet aan kan
overgeen zonder van zijn voetstuk te vallen. Hij beweert
lat de vrouw een noodlottige of verheven rol speelt,
al naardat zij den slechten smaak, de laagheid,
Ie huichelarij en de oppervlakkigheid bevordert.
Zij moet eindelijk fee worden en bereikt dien
toeitand, wanneer zij zich door een serie van behaalde
overwinningen heeft gepurifieerd, als zij zich heeft
erbeterd en zich langzamerhand tot de hoogste
zedelijke volmaking weet te verheffen.
# *
Het werk van den heer Péladan is in weerwil
van den schijn niet ontbloot van gezond verstand,
et roept allerlei problemen voor onzen geest
wakker, het doet ons denken. Het is met geest
drift geschreven. En indien op sommige bladzijden
?enige uitheemsche uitdrukkingen voorkomen, die
de lectuur er van wat zwaar en mocielijk maken,
;oo getuigen andere van de groote begaafdheden
van den eerlijken en oprechten schrijver. Ik ge
voel wel wat spijt bij het zien dat zulke schoone
javen door een belachelijke inkleeding nu en dan
wat ongenietbaar worden. En waartoe die
Sibyl.ische vignetten? Waartoe de tien voorredenen,
achter elkander gerijd waarin Sarcey, natuurlijk,
ook nog eens wordt aangevallen en afgemaakt.
Waartoe die mantel van den alchymist, die
pun;ige hoed en al die middeleeuwsche vertooniugen ?
Waartoe dat vast besluit om het gelach te bra
veeren? Zou de heer Péladan minder geleerd zijn
als hij eenvoudiger optrad?... Hij zou daarmede
zeker meer gedistingeerde geesten aaiitrekken die
zijn goochelspel nu van hem verwijderd houdt....
Maar het is niet hun bijval aien de Sar weuscht.
Hij zoekt het gcdruiscb, het trompetgeschal, het
geolaf der pers en de bijvalsbetiiigingen van het
groote publiek.... Hij wil dat de voorbijgangers om
zullen kijken en do mondaines verrast tot hem
zullen opzien. Daarvoor betoont hij zich niet te
trotsch, noch een waardige kleinzoon der sterreu.
Maar wie weet? Misschien heeft de heer Péla
dan goede redenen om aldus te handelen. Misschien
verbergt de ziel van dezen Clialdeeuwschen pries
ter bizondere geheimen. Misschien vertoont hij
alleen zijn tooverkunsten in het belang zijner leer.
Misschien lijdt hij te veel van het gedruisch dat
hem van alle kanten vergeeft.
Ik verbeeld mij dat de heer Péladan, toen hij
tot de jaren des onderscheids kwam, veel heeft
leeren nadenken. Hij heeft toen gezien dat liet
leven soms hard is, de weg raoeielijk en de strijd
wreed. Hij zag vol schrik de jaren van hopen en
duisternis tegemoet, die hem van zijn doel scheidden.
Hij wilde den langen weg verkorten en om te
meer de aandacht van het publiek te trekken,
vermomde hij zich als astroloog. Ongelukkig echter
is het kleed dat hij toen begon te dragen, het
Nessuskleed. Hij werd er een charlatan door en
bleef sinds een charlatan iu het oog van velen . . .
En hij moge dat nu al berouwen, hij moge zijn
pruik weer afzetten, zijn armbanden afleggen en
den rok van een onberispelijk notaris aansühitten,
hij zal uu tot het einde zijner dagen de Sar blijven,
de Magiër, de Mérodack, door het volk met de
hand nagewezen, door velen uitgekreten, den man
waar de bladen der Boulevards een loopje mee
nemen (
En hij zal nimmer zitting krijgen in de Académie [
Francaise!!!
De Ozonateur.
Ozon (actieve, gepo
lariseerde zuurstof) is
een gewijzigde toestand
van de zuurstof, die
zich door een
eigenaardigen phosphorgeur
en een veel sterker
oxydatievermogen van
gewone zuurstof onder
scheidt. In kloine
hoeveelheden werkt liet
ontsmettend en vernie
tigend op rottingsgassen
en iniasmen.
De ozonateur is een
eenvoudig toestel, waar
door langzaam en ge
stadig dampen worden
ontwikkeld, die eene
duidelijk merkbare hoe
veelheid ozon ontwik
kelen. Uit een hygi
nisch oogpunt kan het
toestelletje dus waarde
hebben. Daarbij is het
net afgewerkt en ge
makkelijk in de behan
deling, terwijl het wei
nig ruimte inneemt.
De ozonateur is voor
Nederland in den han
del gebracht door de
firma de Gruyter alhier,
aan wien de verkoop voor Nederland en zijne
koloniën uitsluitend is opgedragen.
In Frankrijk heeft dit eenvoudig instrumentje
reeds een plaats zich verworven in vele hotels,
sociëteiten, koffiehuizen, restaurants, schouwbur
gen, bureaux, gasthuizen enz. Voor lokalen, waar
de atmosfeer dikwijls zeer bedorven kan zijn,
is het ongetwijfeld aanbevelens waardig.
Homerus verkouden.
Men weet hoe zonderling in de gedichten van
Ilomerns met de kleuren wordt rondgesprongen;
waarschijnlijk heeft reeds de oudheid daarom
zich Homerus als blind gedacht. Sedert in lH.r>S
(iladstone zijne studiën over Homerus in 't licht
gaf, is de skleurenblindhoid" van den dichter
het onderwerp van eene reeks boeken geweest.
Een pendant van deze studiereeks is nu die over
Homerus' zin voor geuren; hieromtrent is het
nieuwste en belangrijkste een opstel vandr.Ulbrich
uit Molk, in het Juninummer van Dr. Jiigers
Monatsblatt opgenomen. Er blijkt uit, dat Home
rus chronisch verkouden moet geweest z\jn.
Eigenlijke werkwoorden voor ruiken, snuffelen,
speuren, heeft hij maar heel weinige; voor het
tegenovergestelde, rieken, heeft hij een woord,
dat ook voor geuren en stinken dient, o^a,
waarvan oSpy, en bij uitzondering nog TTVIU met
axo-7nïu. Hij heeft n adjectief, euuStte, en het
betwijfelde xtjwS^. Hij noemt byna geen rie
kende voorwerpen; bloemen en bloesems geuren
bij hem niet, ze zijn teer of purperrood, of
bloemen van de lente. Honig geurt niet bij hem,
en wijn maar n enkele maal; hij is zoet of'
versterkend of donker of fonkelend, bouquet heeft
hij niet. Wat het meeste geurt, is het gebraden
offervleesch; voorts een enkele maal de slaap
kamer, de woonkamer en de voorraadkamer, ook
de bliksem, en de wolk waarin Zeus op den Ida
komt. Verder nog Andromache's boezem bij het
beroemde afscheidnemen van Hector. Dan in de
Odyssee, die veel jonger is en voor een deel
zeker uit heel andere bronnen: de olie, de ceder
en de thyonboom, de cypressen en de zeehonden,
die »walgelijk naar de ondoorgrondelijke zee
rieken," zoodat Eudothea, de dochter van den
zeegod Proteus, den robbenstank door ambrosia
moet verdrijven. Maar dat is ook alles.
Homerus, en natuurlijk zijn tijdgenooten,
moeten dus, evenals voor kleuren, gelijk men
nog bij boerenbevolkingen kan opmerken, ook
voor geuren heel weinig bewustzijn gehad heb
ben. Men zal evenals van het »Homerisch gelach",
ook van een «Homerische verkoudheid" kunnen
spreken.
In de «Academie Francaise" heeft Vrijdag de
verkiezing plaats gehad van een lid in de plaats
van den heer John Lemoinne. Men zal zich her
inneren, dat de verkiezing in Maart geen resul
taat had, en werd uitgesteld. De zitting werd
gepresideerd door Eranc,ois Coppée, directenr,
bijgestaan door de heeren Lavisse, kanselier, en
Camille Doucet, secretaris.
Deze laatste las een schrijven voor van den
heer Henry Fouquier. waarin deze mededeelde
zijn candidatuur in te trekken. Daar ook de heer
Manuel zich had teruggetrokken, bleven over als
candidaten Emile Zola en Ferdinand Brunetière.
Aanwezig waren '2!) leden, afwezig waren Sully
Prudhomme, Perraud, Maxime du Camp, de
Lesseps, Kousse, en Léon Say.
Do heeren Taine, de Mazade en Lemoinne zijn
overleden, terwijl de heeren Challeniel-Lacour en
Thureau Dangin, nieuw gekozen leden, nog niet
waren geïnstalleerd en dus nog geen stemrecht
hadden. Bij de eerste stemming verkreeg de
heer Brunetière 22 stemmen, Zola 4 stemmen,
terwijl .'i briefjes blanco waren ingeleverd.
De heer Brunetière was dus gekozen.
Eerdinand Brunetière is in 1849 te Toulon geboren,
in. 1SHI1 werd hij leeraar aan de Ecole normale
supérieure, welke betrekking hij nog bekleedt,
naast die van chargéde cours libre aan de Sorbonne.
Hij heeft tal van werken geschreven, o. a. Etudes
critiques sur l'histoire de lalittéraiure franfaisc;
La littfrature fran^aise au mnyen-dge; Pascal;
Mme. de bénif/né; Molière, les Préc-.euses; Dtderot;
Le roman naturaliste, etc.
Dit laatste werk werd in 1883 door de Acad
mie bekroond. Tevens publiceerde hij literaire
critieken in verschillende tijdschriften, vooral in
de Rente des deux mondes, waarin zijn invloed
ovprhecrschend is.
Jaren geleden schreef de Temps over den be
kenden criticus: ;T)e heer Brunetière, bijna onbe
kend bij het groote publiek, heeft in de literaire
wereld een goeden naam. Hij heeft alles, wat
men van een schrijver voor goeds kan zeggen;
hij is nauwgezet, eerlijk en zeer ontwikkeld, en
hij weet meer dan iemand, wie ook, van de
wereld-litteratuur. C'cst a la lettre un puits
d'éi'udition."
Brunetière heeft ook, dank 7ij zijn zeer scherpe
kritiek op de jonge schrijvers, die, naar zijn oor
deel, incorrect, onlogisch, on-Eransch zijn, veel
vijanden, gelijk onlangs bij de polemiek overliet
monument van Baudelaire sterk gebleken is.
Edison's Phonograaf. Sedert de eerste
verschijning van Edison's nieuwen phonograaf in
ons land is geruime tijd vcrloopen zonder dat
men veel hoorde van het in gebruik nemen van
deze uitvinding in het bedrijf; de maatschappij,
die de exploitatie voor Europa in handen had,
wilde de zaak exploiteeren als de Bell-telefoon,
en de toestellen niet verkoopen, maar verhuren,
met een centraal bureau in elke plaats. Thans
echter zijn de vertegenwoordigers van Th. A.
Edison, de hoeren Erod. Stieltjes & Co., gemach
tigd den phonograaf hier te lande voor billijken
prijs verkrijgbaar te stellen.
Tien jaren van de lïijks postspaarbank is de
titel van een artikel van den hoer A. C. W. van
Woerden, dezer dagen in De Gids verschenen.
Het geeft do geschiedenis dezer belangrijke instel
ling gedurende het afgeloopen tijdvak, een ge
schiedenis die niet anders dan een gelukwensen.
kan zijn met het reeds bereikte en oen aanmoe
diging voor de toekomst.
Hll lllllllllllltUllltl
SCHETSJES
Sterren op reis.
Een scnsatiemakend werk is dat van onzen
gewezen landgenoot, de i mpresario Schiirmann,
die zijn werk verstaat, en zijn naam met die van
Putti, Sarah Bcrnhiirdt en Coquelin heeft weten
te verbinden, liet boek is bij Olleiidorf te Parijs
verschenen, en heet f.i'.i tuilen en rm/ui/i;.
In het jaar JS61 luid Schürmaun de tournee
aangenomen, waaromtrent Adeliua Patti met den
heer Pollini overeengekomen was. Hij vertelt :
,/lk wachite de ,/goddelijke" voor het overeen
gekomen concert op het perron te Budapest, waar
zij niet groot gevolg aankwam. Van haar middel
bare grootte mat zij mij van hoofd tot voeten,
keerde mij toen den rug toe, en zeide : //Ik ken
dezen heer niet; ik ken alleen monsieur
Pollini. Dat is al wat heel nieuws, dat
men elkaar kunstenaressen als goederencollis van
hand tot hand toewerpt". Toch had het concert
plaats. Het bracht 16,690 francs op en kostte aan
uitgaven 16,652 francs; zuivere winst dus 38 francs.
Maar een andermaal was het beter; in andere
steden was de vangst overvloedig."
Over kleine eigenaardigheden der diva geeft de
impresario allerlei details ten beste: //Op de dagen,
waarop zij zingen zal, houdt Patti nooit repetitie
op het tooneel. Haar impresario moet dus de noodige
souplesse bezitten om in hare plaats met de kun
stenaars der stad in rapport te komen, hun de
mise-en-scène uitteleggen en hun de bijzondere
gewoonten zijner cliënte te verraden. Niet zonder
trots denk ik er aan, dat ik op die wijze de galante
heldin in la Traviata, de pittige Rosine in den
Barbiere, en de dramatische Lucia di Lnmmerraoor,
ja zelfs Carmen heb verpersoonlijkt,.. Als men de eer
geniet tot het intieme hofdiner der diva te worden
uitgenoodigd, zelfs iu den kleinsten kring, is het
strengste soiree-toilet voor dames en heeren voor
geschreven ; het werd mij eens zeer kwalijk geno
men, toen ik zouder mijn decoratiën verscheen."
Patti, welke de impresario in het voorbijgaan, naar
het voorbeeld van een beroemd criticus een
goddelijk kanarie-orgeltje" noemt, beweert dat zij
veel meer mag letten op eeue strenge etiquette
dan eene koningin, omdat zij veel luider eu war
mer toegejuicht wordt dan deze. Na het diner
mag meu zich niet onttrekken aan het traditioneele
partijtje biljart. liet biljart behoort tot de meu
bels, die zij op al haar tochten meesleept; zij is
zelf bij het in- en uitpakken. Eene welgelukte
carambole verrukt haar meer dan een onberispe
lijke triller, hoe lang en zuiver ook; bij het spel
neuriet en zingt zij de nieuwste chausonetten, of
zij draagt op komische wijze stukken uit Wagner's
opera's voor, die haar even afschuwelijk klinken
als het gehuil van een bedelaar."
* *
//Op 16 December 18ögaf Patti te Weenen in
de Musik-Verein-Saal een groot concert. Twee
beminnelijke jonge dames van eene aristocratische
familie werkten als pianisten mede in dat concert.
In den foyer lagen bouquetten voor de twee meisjes,
en Patti vroeg mij: //Dat is alles voor mij ?" Toen
ik haar de waarheid mededeelde, werd zij woedend,
en al de mooie bloemen, anjelieren en camelia's
mochten eerst iu de zaal verschijnen, nadat de
dina met razend applaus teruggeroepen was. Dit
was mij een leer, dat ik in 't vervolg altoos min
stens 600 francs voor bloemen te besteden had, welke
verschillende elegante heeren uit alle hoeken van de
zaal moesten slingeren. .. Kort na het concert ver
scheen de heer baron Nathaniel de Rothschild bij
Mad. Patti iu het hotel. De baron was door twee
andere heereu vergezeld, welke de diva uituoodigden
eene liefdadigheidsvoorstelling ten voordeele van de
armen daar te geven, Patti, wier geestdrift voor
liefdadigheidsvoorstellingen al heel gering was,
verwees koeltjes de heereu naar monsieur Schiir
mann, die aan de deputatie het volgende ver
klaarde : Mad. Patti is tot uwe dispositie, maar
onder deze condities, zoo vaak zij optreedt moet
ik haar 10,000 francs geven; ook krijg ik van
iedere voorstelling 10,000 francs. Wij zouden u
dus 20,000 francs voor uwe armen ter beschik
king stellen. Voegt u uu zelf die som bij uwe
recette, waarop ik geen aanspraak maak, dan
kunt u op ons rekenen. Het
liefdadigheidsconcert had niet plaats."
Eenige dagen later bracht, de grillige diva haren
impresario tot wanhoop. Hij had te Boekarest
het geheele theater verhuurd, maar de diva ver
klaarde, dat zij niet dat afschuwelijke weer, sneeuw
en ijs, niet naar Roemenie wilde reizen. Nu liet
zich de vindingrijke impresario door zijn secre
taris, uit, Boekarest de volgende dépêche zenden :
//De Italiaansche en Roemeensehe adel maakt
toebereidselen tot een grootsohe ontvangst van ilad.
Patti. Het ministerie zal vertegenwoordigd zijn.
Arrcnsleden, fakkels, muziek, Gelieve uur van aan
komst op te geven."
Verheugd besloot de zangeres terstond af te
reizen. Op het perron te Boekarest stonden zestig
heeren in ouverstoorbaren ernst en trotseerden de
koude in volledig galacostuum. De fakkels schit
terden, banieren wuifden, bloemen in kwistige
menigte, de muziek speelt nationale liederen. //Uit
naam van den adel begroet ik u," zegt een eer
waardig grijsaard in het Italiaanse!'.. Patti is ont
roerd, bedankt, en rijdt onder stormachtig aplaus
en gejuich, door haar zestig hovelingen ge
scorteerd, in triumf naar het hotel. Terwijl nog de
vivats klinken, verzoek ik mijn secretaris mij naar
mijn kamer te volgen: //Onmogelijk", antwoordt
hij. //Waarom niet?" Ik moet oppasseu-op die ge
huurde rokken; liet volkje kon er wel mee op den
loop gaan. Jk heb alle schoorsteenvegers cu Itali
aansche metselaars hier uit de buurt gehuurd, a
2 francs per hoofd; de rokken kosten a francs per
stuk ; witte dassen en handschoenen, alles samen
voor 320 francs.*! We waren zoo tevreden, dat we
gaarne het dubbel gaven."
(Slot volgt).
iinuiiHimimimiMMiiiiiniiimimmmiiiMMiiMiiiiimmimtmu
vo
A ME S
De Grand Prix. Rfode.
Aardleien inmaken. Keizerin Klivubeth.
De Grand Prix is dan sgeloopen", en de ver
maarde tentoonstelling van /omertoiletten is zoo
schitterend geweest als ooit. Het saisoen eindigt
dit jaar trouwens met buitengewone pracht; de
bals bij de prinses de Sagan. (waar de koningin
van Portugal was) bij den hertog de Grnmont,
en andere waren echt Parij sche feesten. Bij den