De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 25 juni pagina 2

25 juni 1893 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 835 landnaticnalisateur, enrljj zekere verkiezing te Haarlem heb ik dat ondubbelzinnig doen blaken maar ik ben het geheel eens met een shderen oeconomist, dien ik met vertrouwen durf inroepen in tegenwoordigheid van den Minister ran Financiën, ik bedoel John Stuart Mill. Toen ik bflna 40 jaren geleden in Amsterdam het voorrecht had bekend te worden met den »grooten oeconomischen denker" mr. W. C. Mees, den toenmaligen Secretaris der Nederlandsche Bank, vroeg/ ik heni wat zyns inziens het beste boek was voor staathuishoudkunde, en hij noemde mij toen het boek van Mill. In dit boek ligt de grondgedachte, dat de eigendom van land is een eigendom, die moet gerespecteerd worden, maar die niet is een eigendom als andere eigendom, juist omdat, wanneer men tot de oorspronkelijke gronden wil opklimmen, de aardbodem behoort aan het menschelijk geslacht en niet aan de individuen. Welnu, ik respecteer dien eigendom ten volle, ik wensch er niet aan te raken; maar de landeigenaren moeten niet vergeten, dat zij eigenlijk in het bezit z\jn van een monopolie en dat het daarom niet meer dan billijk is dat zjj voor dat monopolie betalen, even goed als een aandeelhouder van de Bank betaalt voor het monopolie van de Bank." Beze leer te weerspreken of liever er een hatelijkheid over te debiteeren dat was weg gelegd voor den heer Rutgers van Rozenburg, die in dezelfde zitting 'tnoodig achtte zich te verzetten tegen het epitheton »agrariër", door den heer Mees voor hem uitgezocht. «Voorzeker een nieuwe leer!" riep de heer Rutgers uit. »Ja, Mjjnheer de Voorzitter, wanneer ik let op de voorspoedige ontwikkeling, welke de denk beelden van dien Haarlemschen afgevaardigde in zekere richting reeds hebben ondergaan, sedert hfl hier is opgetreden, dan verwondert mij die redeneering van zijn kant niet. Wellicht zal hij er dan iets vroeger of later ook wel toe komen, te eischen dat werkelijk 30 pet. (als van de Bank) van den landbouw worde geheven; ik wanhoop zelfs niet er aan, hem eenmaal nog met anderen hier te hooren verkondigen, dat eigendom, althans grondeigendom, is diefstal." Dus Farncombe Sanders op weg naar het soci alisme volgens Rutgers. Borgesius idem vol gens van Houten. Wat 'n »rooie" onder de libe rale Kamerleden volgens andere liberale Kamerleden. De woorden van den heer Sanders gaven ook den heer Levy aanleiding tot het uitspreken van een rede ten betooge dat Sanders zich ten on rechte had beroepen op Mill, iets wat «gevolgen hebben kan, welke men niet kan overzien." Een rede, die Nederland heeft bewaard voor ijselijk heden, welke men niet kan overzien, zulk een rede behoort in alle gemeenten van ons land te worden aangeplakt; ik kan dus nalaten ze over te nemen. Z. VAN DEN BEKOII. miniiii immimiiiH niiiiii l i minimi» TOO-NLLKÏMVZIEK Het Tooneel.. Bij »Het Nederland sch Tooneel" een reprise van De demi-monde. Dumas' tooneelspel dateert van 1855; het draagt zijn jaren met eere en waardigheid Het is een van die kourwerken der Fransche dramatiek uit de tweede helft dezer eeuw, waarvoor men niet onverschillig kan blijven, die men bekibbelt en beknibbelt, wanneer inen ze niet bewondert, die hoofd en hart in beweging brengen en houden, die nawerken en bijblijven, de arbeid van mannen, die iets te zeggen hadden en dit met klem en overtuiging zeiden, die het leven van vele kanten hadden bekeken en den indruk, dien zij daarvan ontvingen, zoo juist en zuiver mogelijk in beeld brachten. I>e demi-monde is voor het tegenwoordige geslacht niet meer wat het voor een vroeger was; het is voor ons Hol landers bovendien nooit dat geweest wat het voor de Franschen, wat het in het bijzonder voor de Parijzenaars heeft kunnen zijn. Den demiIIIIIIII1IIIHIIIHII1IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMU Dus maar verder. De boekhandelaar was ook heel vriendelijk, maar zei lachend: »Mijn neef stelt zich dat gemakkelijker voor dan het is. Wij hebben wel de meest verschillende Columbuspostzegels in het land, maar alleen op het postkantoor, niet in het verkeer. Brieven, die een dollar of meer port kosten, zijn er eenvoudig niet, althans niet in het binnenlandsch verkeer. Zoogenoemde pakketten, drukwerken, worden maar tot een gewicht van vier pond door de post ge xpedieerd, en dat kost hoogstens 64 cents. Met andere woorden : onze slimme generaal-postinspecteur heeft de dollarspostzegels eenvoudig als speculatie op de liefhebberij van de post zegelverzamelaars laten vervaardigen. In zijn jaarverslag aan den president zegt hij het woordelijk: ik reken er op, dat de re geering der Unie door de Coiumbuspostzegels een extra-ontvangst van 2 a 3 mini oen dollars zal genieten. En ik geloof dat de man zich niet vergist heeft.'' »Ik denk het ook; maar zeg eens, mijn heer Hopkins ; u ontvangt dus nooit postze gels van 50 cents ?" »Ja wel, maar wij hebben met een groote firma in postzegels hier een contract geslo ten, waardoor ze ons alle afgestempelde Columbus-postzegels tegen een derde van de waarde afkoopt." »Donnerwetter. Pardon dan. Maar zooiets had ik nooit kunnen denken." »Pardon ook," zei de boekhandelaar heel beminnelijk ; »in Amerika gebeurt veel waarmonde, zooals Dumas dien heeft geschilderd, ken nen wij niet. Wat voor de Parijzenaars van 1855 (en ook alleen voor dezen, want de demi-monde bestaat niet meer als een nle flottante qui vogue sur l'océan parisien," vormt niet meer een we reldje op zich zelf) een stukje leven van hun leven was, is voor ons een curiositeit, van wier juiste beteekenis wij ons geen te best denk beeld kunnen vormen, waarvan wij de geestige beschrijving waardeeren en bewonderen, zonder dat wij over het min of meer juiste daarvan een oordeel kunnen vellen. Voor ons is Dumas' tooneelspel geen van gloed en leven tintelende zedenschildering, voor ons is het eigenlijk in het geheel geen zedenschildering. Ons boeit het als tooneelspel, door een der geestigste mannen en meest begaafde dramaturgen dezer eeuw ge schreven, voor ons is het een intrigekomedie, of nog liever en nog juister een intrigetragedie. Wie het op zijn juiste waarde wil schatten, dient het als zoodanig te beschouwen. liet geheel bij zondere er van is, dat het komisch van vorm en tragisch van inhoud is, dat het als blijspel be handelt, wat eigenlijk geen oogenblik komisch is. Onder zijn vroolijkheid bergt het namelooze ellende, onder zijn opschik diepe verwording, de bloemengeuren trachten te vergeefs de graf- en knekelhuislucht te verstikken. De demi-monde mist, als alle werken uit Dumas' tweede periode, het volle, warme, echte leven; in de karakterteekening zijn oneffen heden en onzekerheden; van de personen zien wij er bijna geen een zooals de dichter wilde, dat wij dat zouden doen, zijn helden niet zoo groot, zijn boozen en onreinen van harte niet zoo klein als hij deze bedoelden. Reeds jaren geleden wezen de Fransche critici op het eenzijdige en gewrongene van Dumas' moraal en vonden de verkla ring hiervoor eensdeels in zijn onwettige geboorte en verwaarloosde opvoeding, anderdeels in zijn af stamming; zijn overgrootmoeder van vaderszijde was een negerin. Dumas heeft in vele werelden ver keerd, bij voorkeur echter in de hoogste en laagste. In den middelstand, in de fatsoenlijke burger kringen bleef hij steeds een vreemdeling. n van zijn meest kenmerkende eigenaardighe den, zijn bijna stuitend zinnelijke vereering van het sexueel reine jonge meisje kan alleen uit deze omstandigheden worden verklaard. Een waar achtig kuische, een eenvoudig onschuldige jonge vrouw heeft hij nooit kunnen schilderen. Mar cello in De demi-monde, die daarvoor moet door gaan, is bijna een caricatuur ervan. Zij blijft rein, omdat zij weet welke rampzaligegevolgen de val van een vrouw na zich sleept, omdat zij vroeg wijs en vroeg oud is; zij blijft rein uit overleg, langs den weg der redeneering, uit berekening, en slimheid zou men bijna zeggen. Haar reinheid schijnt een truc om den geblaseerden Olivier te boeien en te vangen. Als Raymond baar tegen liet slot toe voegt : »U trouwt met den braafsten man, dien ik ken," gunt men haar dit buitenkansje van harte, omdat men het op den juisten prijs weet te stel len, omdat men onwillekeurig aan Agnès en Arnolphe uit Molière's »Ecole des femmes" denkt en bijna hoopt, dat Olivier met zijn zelf ge kweekt onschuldjo evenveel geluk zal hebben als de oude heer van Molière. Olivier, die zich in het geheele stuk gedraagt als een ploert en een vlegel, die de vrouwen, wier gunsten hij genoot, bespot en bedriegt, die, even verdorven als deze, zich ver boven haar verheven denkt, wiens eenige verdienste het is, dat hij een man is, terwijl zij vrouwen zijn, wiens mooie woorden en leelijke daden bijna meer weerzin wekken dan de listen en lagen van Suzanne. Dumas wilde, dat wij do vrouwen der demi-monde zouden verachten. Zijn tooneel spel brengt er ons voor alles toe ze te beklagen. AVel benijdenswaardig het lot van de vicomtcsse de Vernières en Valentine de Santis, wol benij denswaardig dat van Suzanno, wier leven n lange worsteling was en zal blijven, die in den wanhopigen strijd om een naam en positie steeds opnieuw zal Lopen on waarschijnlijk steeds opnieuw teleurgesteld zal worden. Kn stel, dat zij haar doel bereikt, dat een fatsoen lijk man haar tot vrouw neemt. Vroeg of laat zal hij de waarheid omtrent haar verleden ont dekken on haar dooden, zooals Raymond zegt, of verstouten. Marcello heeft wel gelijk, dat zij een fatsoenlijke vrouw wil blijven, ^'iet iedere vrouw vindt echter een leerschool en bescher mers als zij. De vertooning als geheel liet in twee opzichten te wenschen over. In de eerste plaats werd het tempo veel te langzaam genomen. Vervolgens was het met de dictie van bijna allen meer dan eens allesbehalve in den haak. Blykbaar had men zich niet genoeg overtuigd, dat De demi-monde een stuk is van de oude school, indien men dat wil, een stuk, dat voor alles is geschreven, waar van ieder woord beteekenis heeft, waarvan geen geheele volzinnen mogen worden geradbraakt of ingeslikt. Het minst schuldig in dit opzicht waren mevrouw Frenkel (Suzanne) en de heer Clous (Olivier), die vooral, wanneer zij tegenover elkander stonden, wedijverden in juist en geestig zeggen. Beider creaties waren het lichtpunt van den avond. De Suzanne van mevrouw Fren kel was voortreffelijk zonder voorbehoud, een mengeling van naïeve verdorvenheid, slimheid, wilskracht en overmoed, genoeg courtisane om niet te sympathiek, genoeg vrouw en groote dame om niet te afstootend te schijnen. Haar eerste gesprek met Olivier was reeds dadelijk een mees terstukje, niet minder fraai waren het groote tooneel dor afrekening in het derde en de ijzige kalmte en beslistneid tegenover Marcello in het laatste bedrijf. In het eerste gesprek met de Thonnerins had nog duidelijker kunnen uit komen of zij voor den markies werkelijk iets gevoelt of ook tegenover hem huichelt. Van baar toiletten scheen mij vooral dat in het vierde be drijf een meesterstuk. Als Olivier heeft de heer Clous bewezen dat hij voor het emplooi van raisonneur geheel bijzondere eigenschappen bezit. In enkele gedeelten had de toon nog iets luch tiger, voornamer, sarcastischer kunnen zijn, overi gens valt zijn creatie slechts te loven en te prijzen en zal zij hem door niet velen worden verbeterd. Den Raymond van den heer de Jong ontbrak het voor alles aan hartstocht. Op het naïeve, een beetje domme en onnoozele in liet karakter viel te veel de nadruk. De figuur was niet sympathiek genoeg, boezemde geen belangstelling in. Deze Raymond scheen een slachtoffer, Suzanne's geniale geslepcnheid niet waard. Juffrouw Lorjéwas als Valentine guitig, dartel, petillant. liet brutale in toon on uiterlijk, dat de rol vereischt, bezit zij niet. Ook mevrouw Iloltrop (Marcolle), boe fraai zij enkele volzinnen zeide, bewees op nieuw, dat zij geen ingénue is. Mevr. Pauwels (de vicomtesse de Vernières) speelde en zoide haar partij wel een beetje erg kleurloos. De heer Spoor (de Thon nerins) bad iets correcter, de heer Van Schoon hoven (Richond) iets minder correct kunnen zijn. De vertaling liet zeer veel te wenschen over. II. J. MKÜI.KR. Minimum i n mi iiiiiiiimmmmiiiiimtmmiimiiiiiiimmiii IIP Muziek in de hoofdstad. De criticus wikt en de coiicertbestumi be schikken. Hij moge het muzikale wiiitcrsaisoeii j als geëindigd beschouwen, (hetgeen m de Junimaand toch waarlijk geen buitensporige opvatting kan genoemd worden) altijd komen er nog lenige laatste eii onherroepelijk laatste concerten. Ik zal dan ook maar niet meer beweren, dat het nu wel gedaan zal zijn tot September. Met kan nooit we ten! Hoe het ook zij, ik heb thans uog melding te maken van enkele uitvoeringen die iu de loep van de maand J uiii hebben plaats gehad. De liedertafel Kuterpe'', (directeur de lieer Joh. ; M. Messchaert) kon haar laatste wintercoueert ! niet eerder geven, omdat de heer Alesschaert als | solist zoodanig in beslag was genomen, il.it hij er niet aan deuken kou eciie uitvoering te leiden, alvorens alle groote concerten hier cu elders waren ! afgeloopen. | Gelukkig bezit echter Euterpe onder de werkende leden iemand die de rrpetiticèu kau leiden wan neer het noodig is, zoodat, deze vrreenigüig toch | geregeld eu met, vrucht kan oefenen. Op deze uitvoering werden twee koren zonder j begeleiding van Ma\ rueli en ISrambach (naar l ik ineen \roeger reeds uitgevoerd) eu ecu nitge; breid werk: /A-/,//vV/i /A-,- /:'/'?/.;'<?,? van \Vullucr teil gelioore gebracht. Vooral het koor van I! aiiibach word zeer schoon voorgedragen, doch ook iu de werken van ijiuch eu ! \Vulliicr kou men de uitstekende eigenschappen ! van En/rfjic dikwijls opmerken. Toch kon mij de i voordracht, vootal van het, laatste werk niet ge| heel bevredigen. -Men moet, eu mag aan l'.ii/ci'pe ', mi eenmaal zeer hooge eisclicu stellen en afge scheiden van het feit, dat deze compositie veel verliest door klavierbegeleiding, inplaats van orkest (hoe uitstekend die partij ook door een lid van Euterpe werd vervuld) werd zij .niet met de ze kerheid en gemakkeiijkheid vertolkt, die wij van Euterpe geweud zijn. Toch bood deze avond weer veel schoons, waartoe de solisten ook het hunne zeer bijdroegen. De lieer van Duinen droeg de moeielijke en afmattende partij van Heinrich (die over het geI heel voor zijne stem wat hoog ligt) met veel inj tentie eu goede declamatie voor; hij toonde Mes! schaert's wenken met zorg te hebbeu behartigd. 1 Ook de kleinere partijen door de heeren Wessing : (een dilettant die ik voor het eerst hoorde en die , blijk gaf van goede voordracht en oef'eniug) en de | heer jVltlippeau verleenden relief aan dit werk. j De heeren van Adelberg (viool) en Parnever (piano) vverkteu eveneens op dit concert mede." j De heer vati Adelberg maakte door muzikale i voordracht en technische zekerheid een zeer goe! den indruk iu de aantrekkelijke Schmedhche IVeisen '? vuil 'Füiize van Amauda eu Julius Röntgeu. Met de l'aust-ïiintasie vau Wieiiiawski had deze solist l geeu gelukkige keuze gedaan, want hij staat m.i. j als musicus liooger dau a's virtuoos. l De heer Pameyer (oud-leerlmg van het Conser vatorium) toonde (Jat hij aan zelfbeheersching en zekerheid gewonnen heeft. Hoewel de keuze vau Schumaüii's Faschiugscliicaak niet gelukkig was, omdat de groote zaal vau het Concertgebouw voor zulke stukken niet erg geschikt is, kan ik toch van de wijze waarop hij deze compositie voordroeg zeer veel goeds zeggen. Er is iu zijne wijze vau optreden nog iets onvrijmocdigs, doch dit zal wel van zelf verdwijnen. Met groote ingenomenheid heb ik echter zijn spel gevolgd. De liedertafel Apollo, directeur de heer Ph. Loots, vierde haar veertigjarig bestaau en gaf bij die gelegenheid aan de kuustlievende leden een feestcoueert met medewerking vau het orkest vau het Concertgebouw en de solisten : de heereu Rogmans, relio en van Duinen. Men ziet het, iu beide concerten verscheen geen enkele dame op het podium. Hoezeer ik ook waar deer wat er geboden werd, speet mij dit toch, want nog meer dan anders werkt een vrouwenstem weldadig op een maiiiieiuaugvereeiiiging-concert. Doch in de werken die op beide uitvoeringen wer den ten gelioore gebracht, kwameu alleen teuor eii bas-soli voor; dit kan dus als excuus gelden. Apollo had aan Ned. eompositiën een ruime plaats gegeven. Behalve ecu LnJ'zang van den di recteur werden Nicolai's Jlnini/ceit eau Gelder, Hol's Lci'Je/i untzet eu een soldateukoor uit diens jleiligerlife-Cdittiite uitgevoerd. Over deze uitvoe ring wil ik kort ziju, want liever bespreek ik de eigenschappen van dat koor eens bij eeu gewoon concert, wanneer deze kleiue vereeuigiiig zonder orkest zingt. Daartegen toch bleek zij niet opjej wassen, (het soldateu-koor marcheerde echter volI doende), althans niet 111 de eerste ai'deeliug die ik j alleen bijwoonde. Iii koren zonder begeleiding of met pianobegeleiding zal zij zich ongetwijfeld gunstiger doen kennen. l Let publiek toonde door een krachtig applaus zijn sympathie voor deze vereeniging. Apollo zij in het volgende veertigtal jaren krach tige ontwikkeling eu bloei toegewenseiit! De l Leer van Duinen droeg vooral deu klemeu solo iu HitiisSicn. n'ii lïtdnt'i' zeer goed voor. De Heer Rogmaus zong van ditzelfde werk de hoofdpartij. \\aiiueer ik met eeu van de nieuwste werkwoorden die de l'raiiseiie critici met zekere voorliefde gebruiken, wilde spreken,/.ou ik zeggen : J/. YiV////,v/A- a tii/iiïcti lj,'ulf<,<ii<itfi/tL ik geloof uier. dat liet, werkwoord: unfitimer ook rcads bestaat; anders zou ik dit gebruiken voor deu zaug vau den i [eer Orelto, die een drietal Aed. liederen met veel uitdrukking voordroeg. j j De einduitvoering van het Conservatorium voor nui/.iek alhier [schooljaar JVJi?IS'Jo) had gister.I avond plaats. Leerhu^en vau de klassen Voor piano, i zang, viool eu violoneel deden zich iu eeu zeer uitgebreid programma hooren. ! Diuirdoar kreeg men een blik op het onderwijs ; in de klassen van den heer iioiitgen (pianoi, -Vlij. U'jdduigius en de lieer Messchaert (zang;, Cnimer 1 (viool), IJübiuaus (viuloucel) eu de Lange (soiicgela.>.~(J. Hen hoorde hier sommige leerlingen wier spel ntmiliililiiiiiilimimmMiiiiliiilllllllllllliiiiiiimmmimmiMimiiiiiiiurau van men in ander land zelfs niet droomen kan. Eigenlijk is geheel Chicago een on mogelijkheid, Voor vijftig jaren jaagden de Indianen hier nog op buffels en scalpeerden lederen blanke, die zich vertoonde." »Zeker, zeker. En nu scalpceren do blan ken hier elkaar bij het jagen op den dollar. Maar daarvan afgezien, kunt u mij niet een paar postzegels afstaan tegen denzelfden prijs, dien de postzegelhandeïu geeft ?" »Het spijt mij zeer. Ik zou dan een boete van 10000 dollars er aan wagen. Dat staat namelijk in mijn contract. Nu ken ik u im mers niet, mijn beste heer: ik heb dus geen idee ervan, of u niet misschien een agent van de firma in postzegels zijt, die mij op heeterdaad betrappen wilt. Niet waar. dat zou een aanlig buitenkansje zijn, 5000 dol lars voor u en 5000 voor uw firma 'f Tk werd oprecht verontwaardigd, dat hij mij van zulk een genieenen streek verdacht; ik gaf den boekhandelaar een kort overzicht van mijn levensloop en familieomstandig heden, ik liet hem credietbrief. pas en visite kaartje zien en wilde toen vertrekken. Maar hij liet mij niet zoo boos heengaan ; hij viel van de eene lachbui in de andere, en kwam slechts met. moeite zoover bij, dat hij tot mij kon zeggen : »Och, wat bent u toch goddelijk! Wat bent u groen . . . ! Denkt u dan dat hier iemand u dat kwalijk zou nemen 'i In tegen deel men zou u heel smart vinden, u zcttdt hier stellig uw fortuin maken, ''t Zou een iiiiiiiiiiiiumm iiiimiMiMiiiiiiiMimmimiiiil heel aardig zaakje zijn. Nu ik zie wel, j dat u werkelijk van overzee en nog niet lang; ,. ...., - . ~ l ! hier ztjt, ik zal u een kaarlje voor mijn post- i ' zegelhandelaar meegeven." i »Is dat ver van hier ?" »Ver ? Neen, vlak bij! Zes blokken weste lijk ; u behoeft niet eens een <-ar te nemen; l u wandelt er in een kwartiertje heen. ' Na een half uurtje otnzwervons de Chicagoer had blijkbaar hut oponthoud aan de ! hoeken der straten, waar men altoos tusschen l de treinen en rijtuigen eeu vrij oogenblik voor het oversteken moet afwachten, niet i 1 meegerekend was ik bij den postzegelhan' delaar aangekomen. Life i 1de verdieping, groote zaak, twee kassiers, vijftien bedienden, negen meisjes aan de schrijfmachine, zeven telephonen. Ik zeide wat ik \venschte. i ;>lk dunk u, neen,''/.ei de chef..De vraag naar ' Colunibuspostzegels is zooveel grooter dan liet aanbod, dat ik mijn heelen voorraad tot | na afloop van het Columbusjaar wil bewa ren. Mijn groeten aan Ilopkins-Fellow. ! Adieu!" :|: :;; Ik wilde nu aan (..'hristiaan Furchtegott ! Muller schrijven en hem dit onbevredigend ( resultaat van mijn pogingen meedeelen, maar ! 's nachts in den droom ver.seheeii mij mijn ;>oude trouwe schoolkameraad'1 en beweerde niet 7.00 droevig gezicht, dat al zijn zieleheil van het bezit der C'olumbiis-postzegels afhing, dat ik besloot, den bijl er nog niet bij neer te leggen. Ik schreef dus aan een postzegelzaak te New-York, die in de bladen fiad geadverteerd en alle postzegels ter wereld, gestempeld en ongestempeld, wilde leveren. »YVij zijn bereid," antwoordde mij de NewYorksche iiniia, ,>u al de (Jolumbus-zegels, tegen l ',.; der nominale waarde te leveren. Gelieve op te geven welke u wenscht, en ons het bedrag op te zenden ; levering volgt dan terstond !:' »Zijn de lui dan allen krankzinnig," vroeg ik in een opwelling van wanhoop, ergernis en ongeloof. »0ude postzegels duurder dan nieuwe ; en dan nog met moeite te k r ij gou ! Daar heef'i mijn vriend Cltristiaan Furclitegot Muller in JDuitschland tocii geen idee van. Als ik het hem schrijf, gelooft hij het niet eens ! Kn toch is het waar. I)e eenvoudigste en gemakkelijkste manier om zieli in Ame rika oude postzegels ie verschaften, is dunkt mij, dan, dat men nieuwe koopt, op 't postkantoor, en ze door een vriendelijk postumbt.enaar laat alstempelen. JJus naar het postkantoor \" »(leef mij alstublieft een stel postzegels en eert stel couverten." «Zestien dollars .'j l- ets voor de postzegels en een dollar -'.> ets voor de enveloppen." Dus ongeveer 75 mark Duitsch, (45 gul den Hollandsen)! Canstiaan Fürclitegott Muller had wel gelijk, toen hij beweerde, dat ik als Amerikaan hem zonder bezwaar de gewenschte postzegels zou kunnen ba' zorgen !"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl