Historisch Archief 1877-1940
AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 836
, brandhout Torderde. Daardoor werkte hij willens
w«tens diefstal in de hand, want die boeren
dat brandhout by de boscheigenaars
om 't aan Z. W. E. te kunnen afleveren.
wwd door zekere clique onder z\jne
gemeenteaangeklaagd en had veel verdriet van die
geschiedenis, veel drukte met 't gerecht en 't huis
vol gendarmes; daardoor geraakte bij zoo uit zijn
humeur, dat by de Christelijke zachtmoedigheid
vergat en tegen den aanvoerder van 't complot
een. aanklacht indiende wegens majesteitschennis.
Deze ernstige aanklacht gaf nu der tegenpartij
handen vol werk en't kostte genoemden belhamel
veel moeite en bovenal veel geld om zich uit
dehanden van 't gerecht te redden. Wie had in deze
sehnld ? Ik kan 't niet zeggen, misschien een van
beiden, misschien geen van beiden, doch voor
zoover ik de Russen ken, zou ik geneigd zijn
aan te nemen, dat aan beiden een steekje los was.
Sedert is de pastoor gestorven; hij ruste in vrede.
Ik geloof dat hij stierf aan 't overmatig gebruik
van varkensvleesch.
Nu komen de popes aan de beurt, de geestelijken
der alleen zaligmakende grieksch-katholieke kerk,
wier opperhoofd de keizer aller Russen is. Ach !,
H wordt hoe langer hoe treuriger; ik vrees dat
uw geloof in het goede een schok zal krijgen
door de vele ongerechtigheden die ik u van die
keeren vertellen moet.
Er woonde op het land, bij de stad Witebsk
een oude pope met zijn. bejaarde dienstmaagd.
Zyn lange haren en dunne vlasachtige baard hin
gen ordeloos op den rimpeligen nek en de inge
vallen borst, 't Tanig gelaat sprak van levens
moeheid en zwakte, doch de kleine glinsterende
«ogen vonkelden onheilspellend zoodra zij rusten
bleven op het slijk der aarde. Die oude afgeleefde
man, die nauwelijks lezen en schrijven kon, die
steeds arm geweest was, maar zonder gebrek te
Iqden, had een onverzadelijken gelddorst, die hem
in 't verderf bracht. Eens kwam hem een
gepasporteerde soldaat bezoeken om een som geld terug
te vorderen, die hij vroeger aan »vadertje!' (de
populaire naam voor pope) had in bewaring ge
geven. Vadertje betaalde zijn bezoeker, doch zon
tevens op middelen om zich weer in 't bezit van
't geld te stellen. Wat kon de zwakke grijsaard
echter tegen den krachtigen jongen boer begin
nen ? De soldaat wil afscheid nemen, dankbaar
omhelst hij den geestelijke, en deze drukte hem
plotseling de kleine scherpe tanden in den strot
en verscheurt hem zooals een wolf een veulen ver
scheurt. Met behulp zijner huishoudster werd het
slachtoffer in stukken gesneden en ... ingezouten.
Nu en dan werden de varkens en honden ont
haald op een stukje soldaat, totdat de zaak
ruchtbaar werd en de misdadiger zijn verdiend
loon ontving.
Op een landgoed waren eens eenige heeren
en brachten hun tijd door, op de gewone Rus
sische 'wijze, met kaartspel en brandewijn drinken.
Weldra liep de wotki voorraad ten einde en
werd er geloot wie een nieuw quantum uit de
herberg zou halen. Het lot trof den aanwezigen
pope, die al meer gebruikt had dan dienstig voor
hem was. Daar de aanwezigen wel van een grapje
hielden, werd er een koe uit den stal gehaald en
de drenken pope daarop gezet, doch zoo dat bij
tot meerdere zekerheid de staart van 't beest
met beide handen vast kon houden Zoo reed de
man naar de kroeg, waar de kroeghouder en zijn
klanten met open monden den dienaar des Heeren
aangaapten.
Ik maakte ook kennis met een anderen pope,
in de wandeling vadertje Pjotre genoemd, een
krachtige, welgevormde Hunnengestalte, met in
telligente trekken, groote bruine oogen en lange
kastanjekleurige lokken, die zijn edel gevormd
voorhoofd omlijstten, 't Was een man die door
zijn uiterlijk, goede manieren en welluidende stem
imponeerde en voor zich innam. Wij dronken
thee bij een spoorwegbeamte, wachtend op een
nachttrein. Daar ons reusachtig »vadertje" zijn
thee niet met heet water maar met cognac ver
sneed, kwam de man, na 't gebruik van circa
liMiiiiiiiiiiiimiiim
iHHiiHiiiiiiiiiitmmiiiiiii
Door heel de kolonie, zelfs in Kaapstad,
kende men Modder fontein, en toen Cyril
Danish met gele schoentjes en een korten
broek uit Engeland kwam, had hij van den
Engelschen gezant een aanbevelingsbrief aan
Piet Villiers in den zak. Geen toerist of
hij kwam vroeg of laat op Modder-fontein te
land.
Op zekeren brandend heeten middag in
Maart 1892 reed Cyril Danish, in den
»Spider", dien hij te Queenstown gehuurd had,
de laan van aloë- en gomboomen in, welke
naar de hoeve leidde. Hij droeg een
Norfolksch wambuis, een korten broek en slob
kousen, in 't kort: ean jagerspak.
Piet Villiers zat met Adriaan en Sannie
op de stoep over den oegst te praten, toen
de »Spider", dien zij in de verte hadden zien
aankomen, voor het huis stilhield.
Cyril stapte uit het wagentje en zei:
»U hebt mijn telegram hoop ik ontvangen ?"
»Ja zeker, wij hebben u een uur geleden
reeds verwacht. Gij zijt zeker bij Van
deiBijl een versch paard gaan halen en daar
hebben ze u zoo gauw niet weg willen laten
gaan. Hoe het zij; iedere Engelschman is
mij welkom ; ik hoop dat u een paar maan
den blijft. Dit is mijn dochter Sannie.
Adriaan, mijn zoon, zorg voor mr. Danish's
bagage. Adonis kan den koffer binnen
brengen."
Adonis was een afschuwelijke Hottentot,
wiens prachtige tanden gewoonlijk als in een
openstaande piano zichtbaar waren. Nadat de
eerste begroetingen voorbij waren, ging Cyril
naar zijn kamer, verbaasd over de aangename
vormen van zijn gastheer, de eenvoudige,
hoogst fatsoenlijke manier waarop men hem
ontving. Er lag geen kleed op den grond,
en terwijl h{j zijn jachthuis, enz. voor een
meer gekleed pak verwisselde, dacht hij »als
tien glazen, zoogenaamde thee, in een eigenaardigen
toestand en scheen behoefte te gevoelen zijn vol
gemoed door zingen op te luchten. Weldra weer
galmden geestelijke liederen, met stentorstem
aangeheven, door 't enge vertrek; te vergeefs
smeekte onze verschrikte gastheer om stilte, steeds
luider zong de geestelijke, die door inspanning vuur
rood in 't gezicht werd. Wie weet of het kleine sta
tionsgebouw door de kracht dezer stem niet was inge
stort of ten minste onze trommelvliezen waren
gesprongen, als niet gelukkig de gedachten van
den zingende werden algeleid, doordien hjj naar
buiten zien ontwaarde dat iemand zijn paard be
tastte. Dit wekte zijn dronkemanswoede op. Steeds
doorzingende stormde hij naar buiten, nam zijn
lange soutane tot aan de knie op en vervolgde nu
den vluchtenden boer met trappen en stompen,
zonder echter een oogenblik zijn lofzang op don
een of anderen heilige af te breken. Het was
komiek en toch walgelijk om te zien. Later werd
vadertje Pjotre verplaatst,omdathij in een vrome (?)
bui zijn koster bijna dood had geranseld.
Verwondert het u, M. d. R., na 't bovenstaande
gelezen te hebben, dat de Russen geen eerbied
voor hunne geestelijken hebben en niemand er
aan denkt de popen op straat te groeten?
M. J.
IIIIIIIIIMIIIIIIItllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Brieven uit Utrecht
door
GlESB VAN DEN DOM.
Een van de vermakelijke gevolgen van de on
langs plaats gehad hebbende verkiezing voor den
gemeenteraad is wel, dat de Utrechtsche Kiezers
vereeniging en het Utrechtsche Provinciaal en
kltedelvjk Dagblad, die het al gedurende een «reeks
van jaren" zoo goed samen hebben kunnen vin
den, nu een weinig aan het harrewarren zijn
geraakt.
De liberale candidaat, die door deze beide
organen bij de jongste herstemming gesteld en
gesteund was, is bij die gelegenheid verreweg in
de minderheid gebleven en do candidaat der
antirevolutionairen, burger Van Veldhuysen, is met
groote meerderheid gekozen.
Nu, dat zijn we hier niet gewoon.' Als de
Utrechtsche Kiesvereeniging voorheen iemand tot
candidaat voor raadslid proclameerde en het
Utrechtsche Dagblad hechtte daaraan zijne adiiaosie,
dan was de verkiezing ook in den regel verzekerd.
De leiding van de kiesvereeniging was bij den
heer De Muralt in zulko goede handen en hij had
den staf van getrouwen, waarmede hij zich om
ringd had, zoo van zijn geest weten te doordrin
gen, dat nog langen tijd na zijn dood »de zaak
op denzelfden voet kon worden voortgezet."
Maar allengs verminderde de invloed, dien deze
machtige persoonlijkheid bij zijn leven steeds op
zijn omgeving had uitgeoefend en die ook lang
na zijn verscheiden bleef nawerken.
De leiding der vereeniging kwam in andere
handen: professor d'Aulnis de Bourrouil is er
tegenwoordig voorzitter van. Het Utrechtsche Dal/
blad zegt het nu maar kortweg: dat we bij deee
verkiezing de nederlaag geleden hebben, ligt aan
de leiding!
Dat trekt professor d'Aulnis zich aan! Hoe kan
dat nu aan de «leiding" liggen ? Professor toont
aan, dat het zóó en zóó in het reglement van de
kiesvereeniging staat en dat hij zóó en zóó doet.
Wat wil men nog meer.
De leden komen bijeen ter vergadering, bespre
ken de candidaten die men voornemens is te stel
len en zijn geheel vrij, als een vogeltje in de lucht,
om vóór of tegen zoo'n candidatuur te stemmen.
En zou men nu willen dat men nu noc; in overleg
ging treden met een zustervereeniging, wier leden
volgens haar reglement ook geheel vrij zijn, als
een vogeltje in de lucht, of dat men met de leden
IIIIIIIHIMI mm iiiimmmiiiiimimMiimii <IIIH
het in de provisiekamer even kaal is als
hier op den grond, wacht mij niet veel bij
zonders !"
Cyril zag er in zijn gekleede jas goed uit
even goed alsof hij op het terras te Hom
burg het middagmaal ging gebruiken.
De eenvoudige Hollander zette groote
oogen op, toen zijn gast de lage eetkamer
binnentrad, waar niets tot verfraaing was
aangebracht dan de portretten van president
Kruger en generaal Joubert en een merklap
met het Onze Vader er op geborduurd.
»Ik heb u hoop ik niet laten wachten,
mr. Villiers ?" vroeg Cyril.
»Neen, zeker niet; maar het eten is klaar.
Sannie, zeg dat Adonis het binnenbrengt."
Na een lang gebed, in het Hollandsen,
verscheen er een groote rib van een
sprijigbok, gelardeerd met spek, gekookt in azijn,
en een sauskom met bruine jus. Cyril bleef
staan, daar Sannie nog niet gezeten was.
»Kom, neem plaats," zei Piet, op een toon,
die Cyril deed gehoorzamen ; en Sannie be
gon de drie mannen te bedienen.
Cyril vond dit niet aangenaam, doch had
te veel honger om tegenwerpingen te maken
en liet zich den springbok, gooseberry jam,
en een kop afgrijselijke thee, goed smaken.
Na afloop van het middagmaal zetten
allen zich op de stoep en Cyril haalde zijn
cigarettenkoker voor den dag.
»Wat een aardig doosje, mr. Danish ?"
riep Sannie.
»'t Is een cigarettenkoker, over de honderd
jaar oud. Hij heeft lang als snuifdoos dienst
gedaan, maar het snuiven is uit de mode,
zooals u weet, miss Sannie."
»Mag ik het eens in de handen hebben ?
Ik zou het gaarne goed zien,'' vroeg zij.
Het was een langwerpinge, porceleinen
doos, met Chineesehe poppetjes op een zwart
nog eens ging praten of met de
kiezers-nietleden, om hen tot betere gedachten te brengen !....
Maar dit zou een aifront zijn den Utrechtschen
kiezers aangedaan! Alsof die menschen nog voor
lichting noodig hadden!
't Is te hopen dat jhr. De Muralt er niets van
merkt, want het zou hem het leven na dit leven
vergallen, als hij te weten kwam dat hier in zijn
geliefd Utrecht, waar hij zoolang als oppermach
tig kiesvorst heerschte, zoo'n minister van
buitenlandsche zaken, die maar niet uit den dop kan
komen, de zaken der diplomatie zoo en grand
seigneur dreef!
Niet in overleg treden, niet gaan praten met
de lui! ... . Maar de professor weet blijkbaar
nog niet wat kiezers zijn! Kiezers zijn in de eer
ste plaats de meest gewichtige personen van een
gemeente en voorts zijn liet de meest voor in
drukken ontvankelijke wezens die er leven.' Als
jhr. De Muralt een concert van de Utrechtsche
Mannenzangvereeniging bijwoonde (wat hij in den
tijd van verkiezingen trouw deed), dan nam hij
van de solisten, die uit Weenen of Berlijn over
gekomen waren, volstrekt geen notitie, maar de
«tweede bassen" van de liedertafel groette lüj bij
hun vadersnaam of reikte hun glimlachend den
wijsvinger.... als ze maar kiezers waren!
Nu, daartoe is professor d'Aulnis de Bourrouil
eigenlijk een veel te «fatsoenlijk" mensch en ....
daarom is de leiding der verkiezingen in zijne
handen dan ook wel een weinig misplaatst. Als
hij zich bij de aanstaande periodieke verkiezin
gen in Juli niet een beetje meer inspant en en
canailleert met de kiezers, dan kan het voor de
liberale partij hier wel eens vreemd afioopen.
De andere partijen zijn duchtig aan bet werk in
den laatsten tijd en die overleggen en praten wel
degelijk !
Als d'Aulnis er nog prijs op stelt om aan het
hoofd der burgerbeweging mede te doen, dan zal
hij zijn aristocratische allures een weinig moe
ten laten varon.
MlnillllllllMUllHIIIIHMUlml
iiimiiimiHiiutimiimiiiiiiiiiniiiHitiijm'ii
Het Tooneel.
Met de vertooning van De erfoom, blijspel in
vijf bedrijven uit het Duitsch van E. Henle, bad
»llet Xederlandsch Tooneel" waarschijnlijk een
geheel bijzondere bedoeling en ik geloof, dat ik
die heb geraden. »IIet Nederlandsch Tooneel"
heeft de jonge heeren en dames eens een genoegen
willen doen. De er/bom kan door nog onbedorven
hoofden en harten uitstekend worden begrepen en
gewaardeerd; bet is de arbeid van een gemoedelijke
Duitsche dame, die meende haar vriendjes en vrien
dinnetjes eens bijzonder te Iraktceron door een
Marlitt-geschiedenisje op Moser-Schönthanschen trant
te dramatiseercn. Of de hoeren en dames deze
goede bedoeling op den juisten prijs zullen weten te
stellen, is de vraag. Tk kan mij voorstellen, dat
zij het extratje een beetje smakelijker zouden
gewenscht hebben. Een vraag is ook, of »Het
Nederlandsch Tooneel" bet blijspel wel nauwkeurig
en van alle kanten bekeek, alvorens hot dat ten
tooneele bracht. Het lijkt aandoenlijk onschuldig en
toch ik geloof, dat het schandelijk realistisch en
stuitend gewaagd is. De geschiedenis van een jong
meisje en een eens zoo ouden oom, bij wie plotseling
en te gelijker tijd de bliksem der liefde inslaat.
De nicht roept uit: »Wat een interessante kop !
De Christuskop van Gabriel Max !", de oom:
»Wat een lieve verschijning .' Een meisjeskopje
van Murillo !". Deze artistieke
bewonderingsuitgcëmailleerd fond. In het deksel was een
miniatuurportretje van een mooi jong meisje
met een laag uitgesneden lijfje.
»Het portret van mijn overgrootmoeder,"
legde Cyril uit, toen hij het meisje even de
wenkbrauwen zag fronsen. »Men kleedde
zich zoo. Wit was de mode. althans voorde
vrouwen, toen de mannen snuif gebruikten."
Adriaan had tot nog toe weinig gespro
ken ; hij bestudeerde diea lijnen vlinder van
over de zee.
?»Deden bij u de mannen anders niet dan
snuiven ?"' vroeg de jeugdige Hollander.
De oude Boer zag zijn zoon goedkeu
rend aan.
»0, neen ! zij gingen op de jacht, hielden
races, en vochten ook somtijds ja, meestal.
Kr is zes geslachten achtereen een Danish
in het leger geweest. Een is bij Waterloo
gesneuveld, toen we de Franschen op hun
baaitje gegeven hebben, en een is dood
gevonden bij Isandula, met een troep doode
? i i
inegers om zich heen.
Piet stak de ooren op terwijl hij zeide :
:>En u, mr. Danish, kunt u ook rijden en
vechten ?'"
»Hm, ik rijd tamelijk goed, maar vechten...
och, ik kom later in 't Parlement, dus u
begrijpt, ik zal niet veel meer bijwonen dan
een opstootje, als er een nieuwe belasting
gestemd wordt."
Dit was zoo goed als Latijn voor zijn
hoorders, maar Cyril, een goedhartige knaap,
legde het hun uit en baande zich spoedig
een weg tot de harten van alle drie, vooral
van Sannie. Ook wist hij aldra het onder
werp van zich en zijn vooruitzichten af te
brengen en op Modder fontein en haar be
woner te komen.
»Ja," zei Piet, »dertig jaar geleden was
hier alles nog dor en kaal. Mijn vader heeft
roepen hebben niets onbehoorlijks, integendeel, zjj
zijn zoo onschuldig, naïef, onnoozel als men dit
slechts kan verlangen. Erger is echter, dat het
nichtje, die smoorlijk is van den ouderen oom, hem
dit telkens op niet juist geheimzinnige wijze meent
te moeten laten merken, hem om dehaverklap om den
hals valt, enz. Zij is een Amerikaansche en ik
weet heel goed, dat onze Hollandsche meisjes zoo
iets nooit zullen doen. Men kan echter niette voor
zichtig zijn. Een goed voorbeeld vindt spoedig
navolging. Het heeft mij dan ook niet verwon
derd, dat de mama's op stuk van zaken haar
dochters niet met De erfoom hebben laten ken
nis maken. Dat zij zelf thuis bleven, vind ik
even verklaarbaar. Waarschijnlijk vernamen z\j
van bekenden, dat het geen stuk voor groote
menschen is. Daar noch het jonge noch het
oudere Nederland het Duitsche blijspel kwam
bewonderen, spreekt het van zelf, dat »Het
Nederlandsch Tooneel" het spoedig van het pro
gramma deed verdwijnen en het fraaie product
reeds tot het verleden behoort. Alvorens af
scheid er van te nemen den vertolkers een
complimentje voor de ijver en opgewektheid, waar
mede zij zich, niettegenstaande het bescheiden
getal bezoekers, van hun taak kweten en juffrouw
de Vries (Het Amerikaansche nichtje) de raad
aan de ontwikkeling van haar stem nauwlettende en
onvermoeide zorg te besteden. Aanleg bezit zij zon
der twijfel; enkele tooneelen speelde zij voortreffe
lijk; enkele volzinnen zeide zij alleraardigst; het
schrille of' doffe van haar orgaan bederft echter
te vaak den indruk.
In »Frascati" een nieuwe operette, 't
Zondagskind, tekst van Wittmann on Baner, muziek van
Millöcker. Een echte Duitsche operette met
echte en lieve muziek, muziek naar ieders keus
en smaak, eenvoudige coupletten naast uitvoerige
ensemble', luchtige dansmotieven naast stemmige
aria's. De tekst misschien een beetje al te
Duitsch, te ernstig en ingetogen, te stroef en
zwaar, te opéra-comique-, bijna
tegroote-operaachtig. Een ingewikkeld en omslachtig
intrigetje, dat door het bijwerk moet goedgemaakt
worden en, ten minste in de latere bedrijven, goed
gemaakt wordt. liet eerste bedrijf, jammerlijk
gerekt en langdradig, is verreweg het minste Het
tweede met tal van goedgeslaagd e tooneelen en
anxprechtnde zangnummers, waarvan meer dan
n rnoest herhaald worden, besliste over het
succes. Het bijzondere, het echt Duitsche en niet
Fransche van 't Zondogskind is mede, dat de
hoofdpersoon, die de operette aan een naam helpt,
en haar met het gebruikelijke coupletje besluit,
geen vrouw maar een man is. Van de ver
tooning, decoratief, kostumen en groepeering,
was veel werk gemaakt, vooral in het eerste
bedrijf, dat hiertoe de meeste en velerlei gele
genheid bood. Van de vertooners moet de heer
van der Lee ('t Zondagskind), die steeds meer een
groote aanwinst voor het gezelschap blijkt, in de
eerste plaats worden genoemd. Hij speelde en zong
de vermoeiende titelrol met benijdenswaardige ge
makkelijkheid en ongegeneerdheid. Hij is een
geboren operette-speler. Hij heeft verve en tem
perament. Zijn Vlaamsen klinkt niet onaardig.
In de kleinere rollen muntten de heeren Jurgens
(sir Lothair) en Lageraan (Butterfield) uit. De
dames Tartaud (Sylvia) enliamberg (Betty) sloegen
zich met goeden moed en afwisselend geluk door
haar zware zangpartijen heen. De eerste was een
bekoorlijk weeuwtje, doch had joliger en levens
lustiger kunnen zijn. De laatste streve voor alles
naar zuivere en natuurlijke dictie. Bij latere voor
stellingen moet en zal er in het geheel meer
gang komen.
II. J. MEIILEK.
iftiïimiiiiiiiiliMiiniMiluiuiluuittiitllillimui
iimmniMiiiiuiit
Nieuwe uitgaven van Muziekwerken.
Catherina van Remies. 4 Terzetten voor
vrouhet eerste wilgestekje uit Kaapstad meege
bracht. Toen zijn de populieren gekomen ea
er zijn ginds bij de Kloof mooie dammen ge
maakt. Ieder jaar planten we tienduizend
boomen aan en ik verkoop al palen voor
den spoorweg."
Terwijl zij zoo zaten te praten, verdween
do zon aan den gezichteinder in een beer
lijken, purperen gloed. De sterren werden
zichtbaar aan den hemel, hier en daar zag
men op de heuvels de vuren der Kaffers.
»Wat dunkt u, zullen we naar binnen
gaan ? Sannie, zing eens iets voor den En
gelschen meneer." En het meisje, ziehzelve
op de oude piano begeleidend, zong met een
allerliefste stem een paar oude liedjes.
Adriaan en zijn vader zaten onderwijl
gemeene tabak te rooken, die Cyril half deed
stikken, maar Sannie scheen er niet om te
geven. Piet was nooit meer in zijn nopjes,
dan wanneer hij met zijn zoon over de scha
pen sprak; hij liet het dus aan Cyril en
Sannie over elkaar te amuseeren, en de jonge
Engelschman wist alle verlegenheid, die het
meisje nog hebben mocht te overwinnen,
door aan de piano te gaan zitten en eenige
balladen te zingen met zooveel vuur, dat
Sannie in de handjes klapte van plezier en
langzamerhand met het refrein instemde.
;>Geef nu het Boek, Sannie" zei Piet, en
Sanwie bracht den grooten familiebijbel.
Piet las een paar hofdstukken uit Jesajaen
deed een lang gebed. Cyril's knieën deden
pijn toen hij opstond.
Zoo eindigde de avond een geheel
nieuwe ondervinding voor Cyril; doch toen
hij naar bed ging, zei hij tot zichzelf, dat
hij nooit zooveel plezier gehad had.
(Wordt vervolgd).