Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
A°. 1893
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Ditnommer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel by de Vijzelstraat, 542.
Zondag 9 Juli
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65
Voor Indiëper jaar B mail,, 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12*
Advertentiëri van t?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per vegel _ 0.40
I N H O V Di >
VAN VERRE EN VAN NABIJ. - Onderwijs
in de sociologie een eisch des tijds, door Mr.
S. R. Steimnetz. FEUILLETON: Een bewijs
van liefde, een verhaal uit Zuid-Afrika, door
Arnold White. I. TOONEEL EN MUZIEK:
Het Tooneel, door H. J. Mehler. Het
oudIndisch tooneelstuk Vasantasena in den Berlijn- i
schen Hofschouwburg. Drie coupures in Faust. !
Aanteekeningen Schilderkunst, door J. V. '
KUNST EN LETTEREN: Bene voorrede door !
Henrik Ibsen. SCHETSJES: De
Noord-Amerikanen, door Vosmeer de Spie. (Slot.)
SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e.
ALLERLEI. RECLAMES. UIT Dr.
GANNEF's STUDEERKAMER. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIÉN.
lllllllllllllinillllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIHIfHil
In den vroegen morgen van den
waarop de Duitsche Rijksdag zou worde^n
geopend, heeft de Duitsche Keizer te
Potsdam zijn paard bestegen, om na een rit van
twee-en-een-ha)f uur te Berlijn aan te komen.
Het is alsof hij in deze lichamelijke inspan
ning een tegenwicht heeft gezocht voor de
réserve, die hij zich in de door hem voorge
lezen troonrede moest opleggen. Want die
troonrede is werkelijk heel wat bezadigder
uitgevallen dan men verwacht had. Slechts
in n opzicht geleek zij ophet»Quos ego...r
van den ouden Neptunus: zij was zwak in
argumenten. En met leedwezen misten die
genen, die begrijpen dat de legerwet, met of
tegen hun goedvinden, toch wel zal worden
aangenomen, elke nadere aanduiding van de
wijze, waarop de regeering de zeer hooge
kosten der legeruitbreiding denkt te dekken.
Hoogstens kan men uit hetgeen de keizer zeide,
of liever uit hetgeen hij voorlas, opmaken,
dat »de drie B's" (Bier, BranntweiH, Barse)
zullen moeten bloeden. Overigens heef t men
met eene zekere voldoening geconstateerd,
dat de toon der troonrede, voor zoover
het de internationale politieke verhou
dingen betrof, kalm en vredelievend
was. De keizer heeft natuurlijk bijzon
deren nadruk gelegd op de «onvermij
delijke noodzakelijkheid" der legeruitbrei
ding, en verklaard, dat het zijn plicht was,
alles te doen wat hem mogelijk was om de
wet tot stand te brengen. Maar of hij daar
mede bedoelde, dat hij, indien ook de nieuwe
Rijksdag onwillig bleek, voor eene tweede
gaiMMiiiMiHitiiHiHiiiiuiiiiiiiiiiiiiiniiiiininiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiimïinïia
immiuHimmuiuitmuiiiiiinitiiiiiniiiiiHiiiiniiiiiiiiiiiiitiiiiti
EEN BEWIJS VAN LIEFDE.
Een Verhaal uit Zuid-Afrika.
DOOR
ARNOLD WHITE.
II.
Toen hij 's morgens uit zijn kamer kwam,
was er niemand in huis te hooren of te zien.
In de huiskamer stond een kop thee op de
tafel, het schoteltje op het kopje, om de
thee warm te houden een koude patrijs
en eenige sneden bruin brood. Juist toen hij
dit met welbehagen bekeek, trad Sannie
binnen, het blonde haar door den wind in
het gezicht gewaaid, de blauwe oogen schit
terend van levenslust. In haar boezelaar
droeg ze veertien eieren, welke ze op de tafel
legde.
»Wel mr. Danish," riep zij,
»umoetvoortmaken met ontbijten. Adriaan wil met u
naar de Kloof om patrijzen te schieten
tenminste, als u dat kunt," voegde zij er
ondeugend bij. »Adonis is bezig de paarden
op te vangen; over tien minuten zijn ze
gezadeld."
Cyril ging met veel eetlust zitten ontbij
ten, onderwijl druk pratend, als had hij het
meisje heel zijn leven gekend. Zij werden
spoedig vertrouwelijk. Hij vertelde van zijn '
ontbinding niet zou terugdeinzen, dan M el
of hij, zooals sommige bladen beweren voor
nemens zou zijn, bij eene verwerping van
het regeeringsvoorstel zijn ontslag te nemen
als opperbevelhebber van het leger (een fan
tastisch, maar daarom nog niet onmogelijk
plan) valt uit het door hem gezegde niet
met eenige zekerheid op te maken.
Zeer eigenaardig was de kleine improvi
satie, die de keizer aan het officieele (reeds
aan de pers medegedeelde) staatsstuk toe
voegde, en waaruit bleek, dat hij zich van
zijn karakter als -usummus episcopusn volko
men bewust is.
Nog ne bijzonderheid is door de Duit
sche bladen opgemerkt. Toen de Keizer de
slotkapel verliet om de Witte Zaal binnen
te treden, speelde de muziek, op zijn be
paald bevel, het «Wilhelmus van Nassauwe".
Vermoedelijk vindt Z. M., die eenigszins
muzikaal is, deze melodie bijzonder aantrek
kelijk ; eene andere reden zou men voor het
»hoog bevel" moeielijk kunnen aanwijzen.
Parijs is eenige dagen lang in rep en roer
geweest. Gevechten tusschen de politie en
het publiek, waarbij zeer velen aan beide
zijden meer of minder ernstig werden ge
wond en zelfs dooden vielen, kampvuren van
brandende kiosken, omvergeworpen tramwa
gens en omnibussen, die als barricades dienst
deden, gansche wijken, door cavalerie en
artillerie bezet, stormachtige demonstraties
buiten en booze interpellaties in de Kamer,
waarbij vooral het onbeschoft optreden der
centrale politie en het volslagen gemis aan
takt van de hoofden der politie streng wer
den gelaakt dat alles deed aan een kleine
revolutie denken.
Aanleiding tot de ongeregeldheden w£.s
eene demonstratie van studenten en leerlin
gen der Ecole des Bcaux-Arts tegen de heeren
Bérenger en Jules Simon, welke senatoren
voor eenigen tijd de Ligue conlre la licenrc
dans les rucs hebben opgericht. Op eene
klacht van deze heeren was eene vervolging
ingesteld tegen eenige jongelui die een kun
stenaarsbal hadden georganiseerd, waar vrou
welijke modellen in al te beknopt costuum
waren verschenen. De rechtbank veroor
deelde enkele der heeren en dames van het
»Bal des quatre'z arts" tot eene kleine geld
boete, en daarop volgden optochten en mo
no me* naar de woningen der beide genoemde
senatoren ; een vijgeblad diende tot veld- en
herkenningsteeken, en luide weerklonken de
kreten: »Conspuez Bérenger.' Connj>uex,
Jules Simon .'" De politie wilde dit
straatrumoer tegen gaan, zooals haar recht en
MMI11UIIIU1IIIIIIII
iiiiiiiiiiiiuiimiitiiiujliiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiim
studietijd aan de academie, van zijn moeder
en beide zusters, en dat hij voor de verkie
zingen een reis door de wereld maakte.
Ook zij vertelde van haar vader en broeder,
en hoezeer zij aan elkaar gehecht waren;
van den Zoeloetijd en de angsten die ze
uitstond toen haar vader en Adriaan naar
den oorlog waren, hoe ze te Grahamstown
school gegaan en fijne Engelsche manieren
geleerd had van het hoofd dier school, een
engelachtig mensch, die tot alles in staat
was, behalve tot lage en onedele handelingen.
Ze vertelde Cyril van het bal in het stad
huis te Queenstown, waar ze alle dansen
mee gedaan en nog drie, welke niet op de
balkaartjes stonden !
Toen kwam Adriaan binnen.
»Nu, 'mr. Danish, haal gauw uw geweer.
Vader moet naar de schapen-kraals; de
herder is zooeven komen vertellen, dat er
schurft uitgebroken is."
Cyril besteeg onmiddellijk een paard, dat
nooit van dressuur gehoord had. De eene
stijgbeugel hing aan een stukje leer, de an
dere aan een eind ongelooid schapenvel.
De snaffel was hard en stijf van wel hon
derd maal doorweekt te zijn geweest van
regen, het gebit en de stijgbeugels zagen
rood van het roest en het zadel was wel
tweemaal te groot voor het dier.
De jongelieden reden te zamen weg. San
nie de oogen met de hand overschaduwend,
stond hen met haar zakdoek een afscheid
na te wuiven. Zij zuchtte, ze begreep zelf
niet waarom, toen ze naar de kalveren liep
die ze bezorgen moest.
Een uur later waren de ruiters, gevolgd
door een paar flinke jachthonden, vijftien
haar plicht was; maar zij deed dit op zoo
brutale en onverstandige wijze, dat bloedige
gevechten ontstonden, en bij een daarvan
een doodonschuldige winkelbediende, zekere
Nuger, gedood werd. Nu verkreeg de geheele
zaak een ernstig karakter. Bijna alle organen
der pers protesteerden tegen de brutaliteit der
politie en de onbekwaamheid van den prefect
Loze. Het gewone publiek van onruststokers en
leegloopers, dat te Parijs zeer talrijk is, vond de
gelegenheid om zijn haat tegen de politie en
tevens aan zijn vernielzucht lust te geven,
al te schoon om die ongebruikt te laten
voorbijgaan. Het volk ging tot allerlei ge
welddadigheden over, en de politie verdub
belde haar onhandigheden. De studenten
hadden zich teruggetrokken toen zij zagen,
welken loop de zaken namen, en vermaan
den nu zelven tot rust, maar die wijze raad
kwam te laat. Een talrijke troepenmacht
moest worden ontboden om de orde te her
stellen ; gelukkig ging dit zonder bloedver
gieten, want het volk toonde zich even sym
pathiek jegens de troepen als vijandig jegens
de politiemannen.
Het naspel zal wel bestaan in het ontslag
van den prefect van politie Loze. Bij de
tegen aanstaanden Maandag aangekondigde
interpellatie wachten het ministeiïe-Dupuy
nog moeielijke oogenblikken.
De heer Gladstone heeft getoond, dat hij
van de hem door eene kleine meerderheid
van het Engelsche Parlement verleende vol
macht weet gebruik te maken. Men herin
nert zich, dat de nog ter behandeling over
blijvende artikelen van het Home /^«/e-ont
werp in een aantal groepen zijn verdeeld, en
dat voor de discussie van elk dezer groepen
een bepaalde tijd is aangewezen. Was men
dan nog niet gereed, dan zou over al de
artikelen der groep, die nog niet waren aan
genomen, zonder verdere discussie worden
gestemd.
De oppositie volgde hare oude
obstructionistische taktiek, en hield zich een week
lang bezig met de bespreking van allerlei
amendementen op artikel 5. Toen echter
Donderdagavond de fatale termijn was
afgeloopen sloot de heer Mellor de discussiön
en liet achtereenvolgens het juist aan de
orde zijnde amendement in stemming bren
gen en daarop de artikelen 5, (J, 7 en 8.
De aanneming der artikelen geschiedde met
meerderheden, die van 30 tot 15 stemmen
afwisselden.
Thans is een der belangrijkste artikelen
aan de orde, namelijk dat waarin de ver
tegenwoordiging van Ierland in het
RijksiiiiiitiiiiimiiiiiiiiM
honderd voet gestegen en bevonden zich in
een aaneenschakeling van rotsachtige val
leien, waar niets groeide dan hier en daar
een streepje gras. Ze schoten goed met el
kaar op ; Adriaan deed onder 't rijden het
verhaal van Insandlwana, hoe zijn vader
hem het leven gered had en sedert dien
datum, in 1879, geen dag van Sannie of hem
was af geweest.
»Ik weet niet wat vader beginnen zou,
als ooit een van ons iets overkwam," besloot
Adriaan.
Eindelijk stegen zij af, lieten den teugel
los hangen, riepen de honden, en de jacht
begon. Een der honden vestigde de aandacht
op een nest, in de laagte, een drie honderd
meters verder. De jagers daalden voorzichtig,
kropen op handen en voeten nader en de
vogels vlogen op, zooals alleen in Zuid-Afrika
patrijzen dit doen, met de vlucht van
korhoenders. Adriaan schoot er een met den
linker en een met den rechterloop van zijn
geweer. Cyril miste eens. De ergernis over
zijn domheid deed hem ook den volgenden keer
misschieten, toen zij iets verder dezelfde
vlucht opjoegen. Adriaan raakte er weer
twee.
»Heb maar geduld, straks komt u aan de
beurt", zei Adriaan; en Cyril, zijn best
doende zich goed te houden, gaf een luchtig
antwoord en werd, na een uur gezocht te
hebben, beloond door een mooi nest van
dertien vogels, waarvan hem een tweetal ten
deel viel. Adriaan mikte op een, die met
aangeschoten pootjes wegvloog.
Hoe weinig hij ook voor den dag bracht, was
Cyril volstrekt geen slecht jager,maar die steile
rotsblokken,die men voor iedcrenvogelopen af
parlement wordt geregeld. Denkelijk zal
hierover ook wel weer een week worden
gepraat, en dan de snelstemmerij van Don
derdag worden herhaald. Het is eene jam
merlijke wijze om eene Wet te discuteeren,
maar de oppositie heeft den heer Gladstone
geen anderen uitweg gelaten.
MiMiiiiiiiiiinnHiitiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Onderwijs in de sociologie een eisch
des tijds.
Een feit dat, dunkt mij, Nederlanders van onze
dagen evenveel te denken moet geven, als inder
tijd het verschijnen van een komeet aan een astro
loog, is dit, dat er in Amsterdam en in Leiden
sociologische studentenvereenigingen zijn opgericht.
Ik wil op het oogenblik niet nagaan van welke
gebeurtenissen, van welke verandering onder de
studenten dit een symptoom is, maar alleen wijzen
op de curieuze tegenstelling, die hierin ligt, dat er
in de sociologie aan geen enkele der vier
Nedcrlandsche universiteiten een professoraat of ook maar
een lectoraat bestaat. Dus wel sociologische
studenten, maar geen professor! Zou er ooit door
zooveel studeuten zoo duidelijk begeerte aan den
dag gelegd zijn om een wetenschap zonder
examendwang te studeeren, en dat in Nederland, waar
extra studie al een zeer ongewoon verschijnsel is?
En toch geen enkele leerstoel!
Maar zouden de studenten nu misschien onge
lijk gehad hebben, 't zij met het stichten dezer
sociologische vereenigingen, 't zij met ze zoo te noe
men? Hadden zij deze gezelschappen niet liever
oeconomische moeten heeten, behoort het voorwerp
niet geheel tot de staathuishoudkunde en is dus
in de behoefte aan leiding hunner studiën niet
reeds voorlang voorziet?
Hebben de studenten zich vergist of hebben zij
zeer juist gezien en zeer verstandig gehandeld met
den passenden naam aau te nemen, al is die dan
ook in Nederland nog evenmin populair als de
wetenschap die zij aanduidt?
In Januari van. dit jaar is in Parijs de eerste
aflvering van een tijdschrift verschenen, getiteld
Rente Internationale de Sociologie, dat ik gaarne een
ander maal aan de lezers zal voorstellen; nu wenschte
ik alleen op een paar artikelen uit deze Revue
opmerkzaam te maken, die dit, punt in kwestie
betreffen. In La Sociologie dans les facultés de
Droit en France" klaagt Fernand Faure, professor
in de Facultéde Droit te Parijs, dat in de
Frausche rechtsfaculteiten nog geen plaats is gemaakt
voor het onderwijs in de sociologie; in een//Note."
van een andere ailevering wijst dezelfde schrijver
erop, dat de Vereenigde Staten in dit op/.icht veel
verder zijn, waar b.v. in drie hooge scholen cur
sussen in de sociologie gegeven worden
(Technplogical Institutc of Boston, niversity of Virginia,
Uuiversity of Michigan). Léon Duguit, professor
in het staatsrecht te Bordeaux, geeft een heel
aardig verslag van een poging door hem gewaagd,
0:11 een semiuaar op Duitsche wijze (ongeveer ons
privatissimum) in de sociologie te openen, waar
met goed gevolg zeven oudere studenten gebruik
van maakten.
UUttlllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIMHIlitlllltMIIIIIIIIIlllllllllllMllllflIlllmi
moest, hinderden hem en maakten hem uit zijn
humeur. Cyril had in een uitstekend geweer
al het voordeel, dat geld en de kunde van
den geweermaker een jager kunnen geven ;
Adriaan daarentegen bezat de voorrechten,
welke men erft van voorouders, die nooit
hun oogen bedorven hebben door tot laat in
den avond te lezen, wier zenuwgestel niet
geleden heeft door overdreven inspanning,
weelde of uitspattingen. En zoo begon het
een wedstrijd te worden tusschen de beide
jonge mannen.
«Pardon, ik geloof dat ik dien geschoten
heb," zei Cyril hijgend en blazend achter
Adriaan aankomend, die zoo kalm was, als
vertrok hij pas van huis.
»Neen, zeker niet, uw schot was te laag,
ik ben u de baas.''
«Verduiveld," mompelde Cyril binnen
smonds. »Ik wou dat we in Norfolk waren,
dan zouden we eens zien, wie van ons de
baas is." Intusschen waren zij niet in Nor
folk, maar in de Kaapkolonie, en de onge
lijkheid tusschen hen bleef, tot het geen
twijfel meer leed of Adriaan was de beste
schutter.
?»Kom, laat ons de paarden opzoeken en
wat eten," stelde Adriaan voor.
Cyril was heel blij. Van de twaalf en een
half koppel in de weitasch, had hij slechts
vier koppel geschoten. De Hollander had
hem dubbel en dwars de loef afgestoken, hij
stelde zich Sannie's minachtenden blik reeds
voor. Eindelijk vonden ze de paarden en
Adriaan haalde eenige hard gekookte eieren
en springbok-sandwiches uit een taschje, dat
aan zijn zadelknop hing. De plaats voor
den maaltijd gekozen, was een groot,
reus