Historisch Archief 1877-1940
DE. AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 839
Uit Dr. GAJJNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
lüeir Buitsohe voerstdling Tau het Qaartier Latin tijdem de laatste
«mgeregaldheden.
Een prettige verjaardag.
Neef Pattifant hield veel van zalm. Hij was er
bepaald dol op. Ik gaf hem er verleden jaar een
op zijn verjaardag en hij was er wat mee in zij a
achik. Hij genoot er meer van dan van al zijne
andere cadeaux te zamen.
Hij kreeg anders heel wat moois. Want neef
Pattifant was een eenzame oude vrijer met een
hoop geld, en dat maakte dat de mensehen
vonden, dat hij cadeautjes noodig had. Hij had
zeer veel achterneven, neven en nichten en een
menigte verre bloedverwanten, die schenen te vin
den dat juist het //verre" een zekere bekoring gaf
aan het gezicht, en daarom hem zoo dikwijls mo
gelijk kwamen opzoeken.
Toen ik merkte dat ik hem pleizier had gedaan
met den eersten zalm, gaf ik hem nu op zijn ver
jaardag er weer een. 't Was een reusachtige visch,
maar omdat het een verjaarsgeschenk was, wilde
ik het hem niet laten zenden. Ik rolde hem op in
kranten en een stuk linnen en nam hem mee.
Ik vond neef Pattifant in zijn kamer en begreep
dat hij daar cadeautjes zat aftewachten. Hij keek
nieuwsgierig naar het pakje, terwijl ik het open
maakte, maar zoodra hij zag, wat het was, scheen
het hem niets meer te kunnen schelen. Mij a eerste
gedachte was, dat hij vond, dat hij niet groot
genoeg was.
Is het geen monster?" riep ik uit om hem te
laten zien, dat ik niet zijn opinie deelde.
//Reusachtig!" riep hij, terwijl hij zich inspande
om vriendelijk te kijken. Ja. Maar 't doet
niets terzake toen ik gisteren uit was jij
kan het niet helpen, hoor dacht ik mij zelf
eens op mijn verjaardag te tracteeren en ik be
stelde een zalm. Die kwam een uur geleden en
even daarna werden er nog drie voor mij gestuurd
van buiten. Maar 't hindert niets. Heel aardig van
je, bepaald." Ik was juist aan 't probeeren om iets
aardigs tegen hem te zeggen, toen een van neef
Pattifant's neven binnenkwam. Het was een aar
dige jongen en zijn vader had hem gezonden met
een mand. Het gezicht van de mand deed neef
Pattifant opluiken. Hij word weer heelemaal
vroolijk en hielp den knaap den mand te openen. Zij
maakten hem open en zij haalden wat stroo weg.
Toen snakte neef Pattifant naar adem en smeet
driftig den boel weer op de mand.
Neem hem er maar niet uit", zei hij gelaten,
't is al klaar". Hij ging heen om de huishoudster
te roepen om de dingen weg te halen en ons wat
sherry en koekjes te brengen.
Vader zei, dat hij zooveel van zalm hield",
merkte de jongen op, op een beetj i verbluften toon,
maar ik geloof er niets van."
Ne'ef Pattifant kwam terug en probeerde weer
vriendelijk te zijn. Nog twee neven kwamen tege
lijk met hem binnen. De eene droeg een karton
nen doos met het opschrift Hecreu wollen vesten."
Ik was blij dat te zien. Ik hoopte dat neef Patti
fant iets anders zou krijgen dan visch. en vesten
zouden even nuttig als iets anders zijn, voor een
man van zijn lesftijd. De andere neef had een
stevig vierkant ding meegebracht, dat ik op eens
vermoedde een marmeren klok te zij u. Neef Pat
tifaut was blijkbaar net zoo blij als ik op het ge
zicht van deze twee.
-/Wel, en wat hebben wij hier. hè?" riep hij in
een plotselinge uitbarsting van vreugde. //Iets goeds
hè? Ha, ha, ha!" Hij nam het eerste het papier
weg van de klok; toen bleek het geeu klok te zijn,
maar een vierkante houten doos. Wij gingen er
allen om heen staan en keken naar het opendoen
van de doos. Er was wat stroo in en onder het
stroo was ik kreeg het warm op liet gezicht er
van de voorste helft van een zalm. Hij smeet
de deksel op de doos en draaide zich om, om zich
te troosten met de vesten. Toen hij de kartonnen
deksel had weggenomen en ik wat stroo er uit zag
komen, bereidde ik mij op het ergste voor. J let
waren geen vesten, maar het achtereind van een
zalm en ecu felicitatiekaartje.
Neef Pattifaut liep naar het raam eu keek er
Yóór de aanneming der legerwet.
(Punch).
Keizer "Wilhelm (tot den heer Gladstone, die de
Home Rule-aal op zijn neus balanceert): Kunt ge
mij dat kunstje ook niet leeren, oude heer?
uit zonder een woord te zeggen. Ik was ook ver
ontwaardigd geworden, want ik had hem het eerst
een zalm op zijn verjaardag gegeven en ik voelde
dat ik een soort van monopolie had op dat soort
geschenken, voor zoover het neef Pattifaut betrof.
Maar ziende hoe blij hij er verleden jaar mee was,
haddden zij mij nu allen nageaapt. liet was een
soort van plagiaat en ik vond het niet aardig.
Voor ik hun er een standje over kon maken,
kwam Tremliu (een neef) binnen, een flinke leven
dige kerel, een volleerd musicus en hij had zijn
viool bij zich.
//Wel gefeliciteerd, neef Pattifant", riep hij luid
ruchtig. Dank je George, dank je wel,"antwoordde
neef Pattifant, zijn neerslachtigheid zoekende af te
schudden.
Ik heb hier wat voor u meegebracht", zeide
Tremliu, terwijl hij zijn vioolkist op tafel zette en
op dezen wees, een cadeautje waarvan ik zeker
vvget dat u houdt."
Dus het was niet zijn eigen viool, naar het
scheen, maar een die hij voor neef Pattifaut had
meegebracht, die wel is wa ir ook een beetje speelde,
maar hij had een oude boven, goed genoeg voor
alles wat hij kon. Het was nog al dwaas, hem ceue
nieuwe te geven, maar dat moest Tremliu weten.
Ik was onder deze omstandigheden blij het te zien,
het zou een verandering zijn,
//Ik kou hem niet onder mijn arm dragen", merkte
remlin op, terwijl hij de kist open maakte en
daar hij hierin past als of hij er voor gemaakt is
Wat is er?"
Keef Pattifant had zich omgedraaid om woest
uit het venster te kijken en wij overigen waren
somber op onze stoelen gaan zitten.
Wel?" riep Tremlin uit, iu klagelijke
verwouwonderimr, ,ik dacht dat je er zooveel van hield?'
Veel van houden?" barstte neef Pattifant los,
zich plotseling tot hem wendende, maar dit is de
zevende dien ik vandaag "
Hij werd in de rede gevallen door de huishoud
ster, die een groote vischmaud binnen bracht van
boven met een pen vastgemaakt; hij zeide dateert
jongen hem juist afgegeven had. Het was niet
noodig dezen te openen, want aan den eencn kant stak
er een staart uit en aan den anderen kant een kop.
En dat maakt acht!" ging neef Pattifant voort,
woedend wordende. //Jullie hebt geprobeerd me
voor den gek te houden, jullie allemaal! Ik heb,
jullie zoo zeker als iets in de ga "
Juist op dat oogenblik kwam Blaster, een andere
neef, glimlachend binnen met een hoedendoos. De
naam en het adres van den hoedenmaker stonden
op de doos, maar neef Pattifant was al eens te
voren net zoo beetgenomen. Blaster's glimlach
en de gedachte dat zij beproefden hem tweemaal
op dezelfde manier beet te nemen, maakten hem
buiten zich zelven van woede. Hij vloog plotseling
op Blaster aan, en zijn gezicht beetgri; pende, sloeg
hij hem met het hoofd tegen den muur.
Blaster wist niet hoe hij het had. Zoo iets had
hij niet verwacht. Hij liet zijn cadeau vallen en
verdedigde zich. Er was gedurende een oogenblik
een worsteling en beiden verloren zij het evenwicht
en kwamen bovenop de hoedendoos terecht.
Neef Pattifant stond op eens op, alsof hem het
vechten goed had gedaan.
, Wat moet dat beteekenen?" vroeg Blaster ver
baasd op den grond zittende. Ik kom hier heel
welgemoed binnen met een klein cadeautje."
Klein cadeautje!" brulde neef Pattifant. Praat
mij niet van kleine cadeautjes! Flauwe aardigheden,
ik deuk dat je dat bedoelt. Weizoo, houd je me
niet voor den gek ? Neem hem maar mee naar huis
en eet hem zelf op."
Zelf opeten!" vroeg de verwonderde Blaster.
Wel, het is een hoed!"
De woorden vielen op ons als een donderslag.
Niemand bewoog zich, behalve Blaster. Hij stond
op, raapte de hoededoos op en zette haar op tafel,
en daar zij aan alle kanten opengebarsten was,
nam hij den hoed er uit zonder den deksel er af
te doen.
,.Hem opeten'', merkte hij bitter aan, in ieder
geval is het onmogelijk hem te dragen".
Terwijl hij probeerde hem weer stijf te maken,
kwam met een goed gesloten houten doos Waller
(een andere neef) binnen. Er was een teekeuing
van een champagiieflesch en de naam van een wel
bekend wijnhandelaar op dea achterkant gebrand.
Hier, dacht ik, schijnt in ieder geval het middel te
komen om alles op een aardige, gezellige manier
te eindigen. Ik kon op Waller zijn aangevlogen en
hem gezegend hebben.
Hier bennen we!" riep hij, zijn doos op den vloer
zettende. Ik heb een cab genomen om u zelf een
verrassing te brengen. Tusschen twee haakjes, u
kijkt alsof u net een erge verrassing had gehad.
Wat is er gebeurd ?"
Is het champagne?" vroeg neef Pattifant zenuw
achtig.
Neen, raad nog eens", riep Waller, iets waar
u van houdt!"
Toch geen zalm?" riep neef Pattifant wanhopig.
Juist! Hoe weet u. Nu dan, wat gaat u doen?"
Ik zag neef Pattifant opvliegen en ik liep op
eens de kamer uit. Ik merkte dat het beter was
ergens anders te zijn. Ik hoorde het lawaai begin
nen iu de kamer, maar liep regelrecht de deur uit
en de straat op. Ik ontmoette neef Sawyer bij den
hoek, met iets in Amerikaansch linnen bij zich.
Is dat zalm?" vroeg ik.
//Eti wat zou dat dan nog?" zei hij achterdochtig.
Ik raadde hem aan het- niet te brengen, maar
hij dacht dat ik zoo handelde uit eigenbelang en
zeide hatelijke dingen, dat ik hem zijn eigen weg
niet liet gaan, en liep door. Ik weet niet wat er
met hem gebeurd is. Ik heb hem sedert niet gezien.
De zilvercrisis.
(Lustige Elatter).
Met de Jansens is het zoo slecht gesteld, dat ze nog maar van zilver eten.
Geen vader, die zijn zoon een zilveren horloge cadeau doet, behoeft meer te denken ;
U is een uurwerk, dat staat in den lommerd,
V is een vader, daarover bekommerd.