De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 13 augustus pagina 4

13 augustus 1893 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 842 ?enige toon van Ali ben Sidi, dien de profeet tot fieh geroepen had. Ibrahims grootste geluk was zijn eenige vrouw Patimeh, die hij boven alles beminde, en drie ionen en even zoovele dochters, welke hem Fatimeh geschonken had. De jonge mannen waren echte ridders, de meisjes lieflijke bloemen, op welke de morgendauw lag en ? lonnegoud, als op den zonen kracht en krijgsmoed. Allah had Ibrahim en zijn huis wel gezegend. Hij ?was de rijkste man van zijne stam en van menig anderen stam in den Teil en in de oasen der tlgerische Sahara. Vele duizenden schapen aten jn voeder en de dadelboomen van zijn kweek leverden overrijke oogsten. Maar nu hadden de vanen van den profeet gewapperd, hem ten krijg geroepen tegen de Giaours, de ongeloovigen, welke de uitverkorenen van Allah beoorloogden. Ibrahim en zijne zonen en de mannen van zijne dochters togen goed gewapend uit om de christenhonden te vernietigen in Mohammeds naam. Slechts Fatimeh en hare dochter?, en de dienaressen van Fatimeh en de dienaressen der dochters bleven terug in de hutten die de profeet hun zoo genadig geschonken had. De schapen te hoeden, de dadels te verzamelen en Allah te smeeken om zijne bescherming voor hen en de mannen van hun stam, daarvoor bleven zij thuis... Noordwaarts in den Teil woedde ondertusschen de wilde krijg. Eens op een morgen, toen de zon baar goud begon te werpen over de grauwe oude hutten der oase, kwam op een flinken renner Mustapha, een van den stam van Sidi el Saad, naar de palmen?wereld van El Kantarah. Toen Fatimeh hem aansag, vist zij dat Ibrahim Mohammeds rijk ingegaan ?wa«. Mustapha zweeg, slechts zijn oog dat von kelde, was naar het Oosten gericht; toen wist Fatimeh, dat het zoo was, als zij gedacht had .... Geen woord van lijden kwam over hare lippen... Sekondenlang zweeg zij.... Eindelijk hief zij het hoofd op, hare oogen blonken en keken naar boven, toen zij riep »La Allah ill' Allah en Mohammed zijn profeet. Zooals Allah het wil moge het geschieden. La Allah ill' Allah !" Noordwaarts echter in den Teil brandde de wilde krijg altijd wilder Driemaal slechts was de zon opgegaan sedert Mustapbft verschenen was voor de hutten van Fatimeh. Toen kwam Omar uit den stam van Sidi el Saad Zijn ros hijgde zwaar van den snellen rit. Omars blik echter was op den grond gericht. Hij schaamde zioh, de groote slanke vrouw in de oogeu te zien. Beiden zwegen.... slechts een woord kwam over hare lippen. Welke;'".... Omar blikte naar het Oosten en fluisterde: //Almansor!'' Het was de oudste harer zonen. Geen toon van klacht werd gehoord. Haar hoofd hief zij naar boven, hare groote oogen schoten vlammen. //La Allah ill Allah en Monammed zijn profeet. Zooals Allah het wil,moge het geschieden. La Allah ill'Allah!"... Toen de zon zonk, was een derde bode gekomen. Ismaël, Fatimehs tweede zoon, was in liet Para dijs. Geen klacht kwam uit haren mond. Hare pogen gloeiden, toen zij vurig uitriep: //La Allah ill' Allah en Mohammed zijn profeet. Zooals Allah het wil, moge het geschieden. La Allah ill'Allah!" Duister lag het reeds over de oase, toen weder een ruiter op denzelfden dag voor de hutten stil hield. Ook de laatste der zonen van Ibrahim en Fatimeh, Hassan, de jongste, was den hemelsche vrede deelachtig geworden . . . Fatimeh ech ter stond recht en boog zich voor Allahs wil. »La Allah ill' Allah en Mohammed zijn profeet. Zooals Allah het wil, moge het geschieden! La Allah ill' Allah!" Toen de zon den volgenden dag westwaarts wegzonk, het gebergte scheen te branden en de hemel in goudgelen gloed gedompeld was, sprongen de eerste scharen der overwinnende ongeloovigen door den »Mond der Wildernis." Het getrappel hunner paarden klonk door de lucht en het opge worpen stof hulde ze in een waaienden sluier. Spoedig sloegen hier en daar uit de hutten der oase de roode tongen op. Zij vlogen over het gansche dorp ... Wat de vlammen niet verdelgden, vernielden de Giaurs ... Wat leefde was aan den dood gewijd. Als de ruiters op den woestijnweg verder ge trokken waren, naar de groote woestijnstad Biskra heen, leefde nog slechts n menschelijk wezen, waaraan Allah en de profeet het leven geschonken hadden . .. Het was Fatimeh, de Heilige van El Kantarah" .... llllllllllllllllllUaillllllllllllllllllltllllllllllUIHIIIIItllllllllllllllllltltHI Water en wijn in Spanje. In Spanje heerscht de meening, dat niets zoo nadeelig is voor de gezondheid, als dikwijls van drinkwater wisselen. Daarom nemen welgestelde lieden, als zij op reis gaan, men kan het op reis telkens opmerken, bij hun bagage altoos een behoorlijken voorraad van hun gewoon drink water mee; zelfs naar badplaatsen en zomerverblijven. Het transporteeren van het water geschiedt in groote dikbuikige aarden kruiken, naar boven nauw uitloopend, de bolijos, waar het water bij zonder zuiver en frisch in blijft. De groote poreusheid van de aarde veroorzaakt een voort durende langzame verdamping, die het warm worden van het water verhindert, en maakt dat alle onreinheid op de bodem zinkt. Op 18 Juli is koningin Christina naar de badplaats San Sebastiaan vertrokken. Zulk een reisje met hofstoet en gevolg kost ook heel wat; ditmaal niet minder dan 30.313 pesetas. In vier groote botijos wordt dan ook iederen dag het drinkwater voor het hof nit Madrid naar de hoofdstad van Guipuzcoa verzonden. Dit water wordt met groote zorg geput uit de Fuente del berro (kers bron) op de Plaza de Oriente, die een bijzonder groote reputatie door geheel Madrid heeft. Tal van Madrilenen willen enkel water uit den Fuente del Berro drinken; jaar in jaar uit is deze ook uitsluitend hofleverancier. Al het water dat men in den zomer in zwart aarden kruiken door ezels gedragen op de straten van Madrid ziet verkoopen, neet water uit den Fuente del Berro te zijn; het zal- intusschen wel van heel diversen oorsprong zijn, want 500.000 menschen dagelijks uit n bron te drenken is wel wat sterk. Niet enkel in de hoofdstad, maar in geheel Spanje, in de onaanzienlijkste dorpen zoowel als in de groote steden, hecht men veel aan goed drinkwater. De Spanjaard is een hartstochtelijk waterdrinker; nooit drinkt hij een kop koffie of chocolade, of een glaasje likeur, zonder direct daarop een glas water te verzwelgen. Het water wordt smakelijker gemaakt door er een azucarillo in optelossen. De azucarillo, waarover reeds Alexandre Damas père met den meesten lof spreekt, is een klein staafje, zes centimer lang, 3 breed en 2 dik, van eene witte sponsachtige massa, uit citroensap, suiker en geklutst eiwit bestaande. Het snel oplossen in het water maakt dit koeler, en de smaak is geurig en verfrisschend. In sommige streken zijn de waterbronnen schaarsch; zoo bij voorbeeld vindt men in La Mancha, het vaderland van den edelen ridder Don Quichotte, een aantal plaatsen die het drinkwater uit bronnen, mijlen ver gelegen, moeten balen. Op den koopprijs van een landgoed heeft het bezit van eene wel den grootsten invloed. Een brief schrijver aan de Frankfurter uit Barcelona vertelt, dat hem dikwijls op zijne vraag naar drinken ge antwoord is : senhor, water hebben we helaas niet, we kunnen u eukel wijn aanbieden." In Oud-Kastiliëdaarentegen ontbreekt het niet aan goede bronnen, klare btken en rivieren. Daar bestaat de eigenaardige gewoonte, dat men zich vele jaren vooruit van drinkwater voorziet. Dit moet vooral een bijzonder voorbehoedmiddel tegen besmettelijke ziekten, zooals typhus, cholera enz. zijn. Het water wordt in den stiengsten wintertijd, als het het helderst is, geschept en in groote aar den vaten, Tinajas genoemd, gedaan. In de koele kelders worden de Tinajas, naar jaargangen op de rij gezet, bewaard en al naar mate de achterste jaargangen opraken, worden de anderen naar voren gehaald en er nieuwe tinajas bijgevoegd, zoodat de voorraad van goed oud drinkwater" nooit af neemt. Hoe ouder hét water is, des te beter en helderder moet het zijn, even als bij wijn. Of deze beschouwing voor de wetenschap stand houdt, weet ik niet", schrijft de man uit Barcelona, maar dat kan ik verzekeren: voor eenige weken was ik te Soria (het oude Numantia) en daar werd mij water gegeven dat in 1852,dus voor 41 jaar, in de tinaja geschept was ; en nog nooit in mijn leven had ik zulk smakelijk-water gedronken. In de jaren wan neer besmettelijke ziekten heerschen, vult men den voorraad water niet aan. In Oud-Kastilie wordt bij alle gewichtige familievoorvalleu, zooals bij het doopen en trouwen, een zeker aantal oude tinajas, bijzonder tot dat doel bewaard, aangebroken. Uat alles klinkt den vreemdeling welliclit wat //Spaansch", doch hij geloove mij, dat ik hem //klaren wiju" inschenk." Wijn wordt in Spanje betrekkelijk weinig ge dronken, en wanneer men bedenkt, dat liet land gemiddeld O-000.000 hektoliter wijn voortbrengt, kan men zich denken welk een harde slag de staking in den uitvoer was, door de hooge douane tarieven, als protectiemaatregel door frankrijk geheven, teweeggebracht. Frankrijk was vroeger de grootste afnemer voor Spaansche wijiien, zooilut nu de wijnvoorraad in Spanje zich op bedenkelijke wijze ophoopt. Eene ongehoorde daling der wijnprijzen is het gevolg geweest. Ia sommige streken kost dit jaar een liter wijn 2i/s cent. Eene Engelsche over Schevenirigen. In het Engelsche tijdschrift Truth geeft »Madge" hare impressies over den Haag en Scheveningen. »Ik schrijf deze uit den Haag, waar wij Maan dagmorgen tijdig voor het ontbijt aankwamen; wij waren Zondagavond van Harwich naar den Hoek van Holland overgestoken. De nieuwe weg bespaart het lange langzame opstoomen van de Maas naar Rotterdam, de spoorlijn heeft maar 25 minuten noodig en de boot anderhalf uur. Wij hadden een heel goede passage, de boot was heel goed, bijna zonder merkbare beweging. De tra gische toebereidselen door de meeste passagiers in de dameskajuit gemaakt voor mogelijke zeeziekte, verschrikten ons erg; we bleven dus tot het allerlaatste oogenblik op het dek; de maan scheen heerlijk. Na den nacht op dek, waren Maud en Sc een beetje ontdaan, zooals je je kunt voorstellen, en vonden het dus heerlijk, aan den Hoek ruime toiletkamers te vinden en een jutfrouw. die of schoon zij blijkbaar een Hollandsche was, toch goed Engelsen sprak. Terwijl Papa en Charlie met het goed bij de douane waren, genoten wij de verfrissching, en dronken een heerlijk kop koffie in het ververschingslokaal aan den Hoek. De trein vertrok om kwart over zes; de wagons zijn heel weelderig bekleed met rood fluweel, men kan onder het raampje een kussen uittrekken en de leuning in het midden van de bank op duwen, zoodat de reizigers, als er niet te veel zijn, languit op de bank kunnen gaan liggen. Terwijl wij door den helderenmorgenzonnescliiju stoomden, scheen alles, nieuw en genotvol. Wij zagen onze boot de Maas opstoomen en lieten haar spoedig ver achter ons. De boeren in hun kielen van Cambridge-blauw, de onbekende groote vogels, de vele windmolens, alles gaf ons een opwekkend gevoel van het ongewone. Wij kwamen in den Haag om 7.30, en gingen naar het Hotel Central, met een trein, die aan het station begint en de stad doorgaat De stad is heel mooi, met groote open pleinen en een overvloed van mooie groote boomen aan weers zijden van de voornaamste straten. Wij vonden het hotel heel vol, maar konden toch kamers krijgen, en na ons wat stofschoon gemaakt te hebben, vonden wij de ontbijtkamer. De oberkellner en de portier spreken heel goed Engelsch, en dat is gelukkig voor ons, want geen van ons kende een woord Hollandsch. De kamermeisjes zijn alle Hollandsche, en we konden niet wijs uit haar worden, zelfs met onze proeven van Fransch en Duitsch ; het gesprek eindigde met een hartelijken lach van onzen kant en een vriendelijken glimlach van den hunnen. Toen we dan ook na het ontbijt er op uit gingen, was onze eerste aankoop een woordenboek en een boek met gesprekken. Deze beiden voor Hollanders die Engelsch wilden leeren; het omgekeerde kon den we niet krijgen, zoodat we hier nauwkeurig onderricht vonden, hoe we onze moedertaal moes ten uitspreken, maar geheel in 't duister bleven omtrent de uitspraak van het Hollandsch. Wij vonden dat de kamermeisjes en mindere winke liers de g als k uitspreken, de t als dt en zoo voorts, maar nu verstaan w\j ze en kunnen ons verstaanbaar maken. Het Hollandsch klinkt soms als kinder-Engelsch. »Een kop koffie en brood en boter" klinkt zoowat als een vraag uit de kinderkamer, niet waar? Wij besloten, vóór ons vertrek al, met zorg te vermijden al wat op galerijen of musea geleek; op vroegere reizen merkten we, dat die ons vreesel\jk vermoeiden en al den tijd in beslag namen. Wij besteden nu al onzen tijd te Scheveningen, dat de heerlijkste zeeplaats is, die we ooit gezien hebben; we vinden het er veel prettiger dan te Trouville. Om er te komen, hadden we geen hon derd el van het hotel te wandelen; daar staat de electrische tram, die om de vijf minuten gaat en u voor drie stuivers er heen brengt, wat een kwar tier rijdens is. Toen we er het eerst kwamen, keken we te vergeefs rond naar de zee, maar we volgden de andere menschen een steil heuveltje op. en spoedig hoorden we het geruisch van de golven en zagen de wonderheerlyke zee. Een nieuwe sensatie. De duinen, lange lage zandheuvels, beschermen de huizen tegen de zee, en vóór hen, eindeloos, rollen de groote golven schuimend over elkaar heen, altoos door, zelfs op de kalmste dagen. Het Kurhaus, een prachtig gebouw, en al de hotels (in het eene logeeren de koning en koningin van Saksen) liggen boven op de duinen. Het strand is bedekt met honderden en duizen den menschen, want het is in het volle van het saizoen; de meeste zitten in »windstoelen", zooals ze hier heeten; ook zijn er tenten, die men per dag, week of maand huren kan. Aan beide kanten staan de badkoetsjes; dames en heeren baden te samen, zwemmen ziet men weinig, zij plompen maar op en neer, en plassen en gooien met water en lachen, en hebben veel pret. Voor kinderen is het hier een volmaakt paradijs. Zij bouwen hooge vestingen van zand, en maken er een greppel omheen, waarin dan het zeewater vloeit; ook volwassenen doen daaraan mee en 't is grap pig heele groepen jongelui te zien, ijverig bezig, alsof ze iets heel ernstigs onder handen hadden. 't Is een groot genot in die windstoelen te zitten luieren, en naar die bewegelijke zee en al die duizenden netgekleede en welopgevoede menschen te kijken; alleen is het wonderlijk ze allen te hooren praten en geen enkel woord te verstaan van wat ze zeggen, soms meenen we een woord of wat Engelsch te hooren, en kijken met belangstelling op, maar dan waren het maar een paar woorden die in de twee talen op elkaar gelijken. Wij zagen ook heel wat flirten, vooral voor op de tram, waar het staan bij den koet sier als een bijzonder fashionable plaats beschouwd wordt. Aan het strand kan men allerlei krijgen, koekjes, limonade, Delftsch aardewerk, vruchten, schelpendoosjes; sommige van de verkoopers spreken Engelsch, maar wij maken ons al rede lijk verstaanbaar in het Hollandsch. Ook loopen er jongentjes in zeemanspakjes, met geglaceerde schijfjes citroen op metalen blaadjes voor G centen; zoo goedkoop zouden we het toch bij ons niet kunnen krygen, niet waar 'i Het geld is eerst wat lastig, maar als men het maar goed in 't hoofd heeft dat zes guldens een halve sovereign zijn, is het gemakkelijk genoeg. Ik breng een compleet stel Ilollandsche munten mee, van een rijksdaalder tot het kleine bronzen baby-stukje, een halve cent. Bij ons hotel Central is een groot caf -restaurant, daar gaan we 's avonds dineeren; er is een hoog glazen dak over, men kan zich voorstellen in de open lucht te zijn, het ziet van voren op de straat uit. Er komen massa's menschen eten, en alles ziet er eenigzins feestelijk uit. Soms zijn de schotels wat ongewoon, maar men kan ook Engelsch eten krijgen. Overheerlijk zijn de ommeletten, en van de saladen moet ik zien de recepten te krijgen. Engeland schijnt zoo ver weg, als we hier aan een van die kleine tafeltjes eten, met een orkest ergens in de buurt, en het electrisch licht dat door het dak van gekleurd glas schijnt, en poorten en pilaren geheel om wonden met klimop en bloemen en slingerplanten. Wij zagen te Scheveningen heele mooie toilet ten ; de Hollandsche dames zien er heel anders uit dan de Duitsche, wel rechtop en vol waar digheid, maar niet zoo stijf. De kinderen kleeden ze hier heel elegant, vooral de jongens. lederen morgen aan 't ontbijt geeft de kellner ons de Time». Ze zien dadelijk aan ons dat we Engelschen zijn en spreken tot ons in iets wat daarop moet lijken. Grappige dingen gebeuren daarbij. Papa vroeg om vier stoelen aan het strand en ze brachten ons vier ezels. Het idee, papa met zijn embonpoint op een ezel te zien, deed ons schudden ; de man scheen het niet gek te vinden ; we wezen hem in het boek het woord, en hij bracht ons gauw wat we verlangden. Een man met een stuk wrakhout op zijn schouder deelde aan Maud mee dat: »a sheep is bruk over daar" .... en toen Maud dacht dat er pas een schipbreuk was geweest en vol deelneming op vloog en vroeg «where '.-"' zei hij : »You spik no Knglish. I taugt you wass English." Hij haalde zijn schouders op en ging verder. liet bevalt ons hier zoo goed, dat we zoo lang blijven als we kunnen; een volgende brief zal dus ook wel van hier gedateerd zijn." iMiiiiiiiniiniHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliMiiiliiliiiiillililliiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiim vo DAMES. Matinees. Bruin worden. Bloemen voor het venster. Kreeft-aardbeien. Een buitengewone pracht ziet men op sommige badplaatsen besteden aan de matinéef, vooral wan neer de bezitsters eene verandah aan de prome nade en daarin een schommelstoel hebben,waarin zij 's morgens den voorbij trekkenden wandelaars een vreugde der oogen kunnen zijn. Sommige matinees worden met kanten en kleuren versierd als baltoiletten, maar overladener. Licht zyden krip, van voren en in de rondte bezet met Valenciennes of Clunykant; ook wel een soort van robe de chambre van zijde of Indisch batist, rioh openend op een zyden rok, geheel met stroolwn kant bezet. Op rose zijde draagt men polonaises van wit batist met rozenknopjes bezaaid, demou wen van crêpe indéplissable, ceintuur en charpe ook van de zijde; op geel zijden rokken drapeert men wit, lila of groen gaas, zoodat het samen een soort changeant schijnt; iets nieuws is, de kanten volants op zulk een rok zoo te nemen, dat ze over de polonaise heen, als eene charpe, in een strik kunnen bijeengenomen worden. Origineel en goed kleedend zijn matinees van vuurrood geplisseerd crêpon, aan den hals een breede ruche, een zwart fluweelen schouderstuk en geen ceintuur ; de draagster moet vrij lang zijn, maar dan komt de taille er ook minder op aan. Ook neemt men vuurrood crêpe indéplissable op een gekleurden rok, dan met een zijden charpe in de kleur van het onderkleed, twee- of driemaal om het middel geslingerd. De mouwen zijn dan half lang en bestaan uit twee of drie doifen, met korte ondermouw. Een paar jaar geleden zag men ook zomer japonnen met Madera- borduursel, die te spoedig uit de mode gegaan zijn. Men kan ze nu opge bruiken als matinees met zijden jakjes en groote mouwen, des noods van effen batist met een paar strepen entredeux er schuins doorheen en een strook in de kleur van het jakje op den rok. Ook ziet men weer heel eenvoudige witte polonaises, zich openend op een gekleurd zijden rok ; men zet dan aan de polonaise een grooten zijden matrozen kraag, of een kraag met groote revers, die er los opgeknoopt worden. Men maakt natuurlijk ook eenvoudige matinees, van wollen stof, jaconas, wollen crêpon, maar men mag ze gerust met breede gele, roode, blauwe strepen versieren; hoe bonter hoe beter, zelfs verschillende naast elkaar; dan langs de naden gekleurde passepoiln, langs den rand een breeden volant van surah. Plaatst men verschillende ruches in elkaar, dan de bontste het buitenst en breedst, de afstekende daarin en eene donkere smalle het binnenst. * * * In Figaro's »Courrier" wordt de vraag behan deld, hoe men van de buitenlucht profiteeren kan zonder terug te komen met een bruin ge zicht, dat nog lang daarna groezelig blijft en de eigenares bijna dwingt, 's winters aan de lastige mode van het verven en emailleeren mee te doen. Inderdaad ziet men de geverfde geverniste ge zichten met ieder jaar meer, zonder dat de wan delende schilderstukken toch zoo heel mooi zijn ; ze durven noch weenen noch lachen, haar kinderen zelfs mogen ze niet kussen, want bij de geringste kwetsing barst het email en heeft plekken als van craquelé. Wat moet men doen, om het teint te bewaren V Vooreerst : vermijden al wat de parfumeurs aan cold-cream's, vetten, zalven, glycerine of vaseline-producten er voor verkoopen. Hetzij men een vette of een droge huid heeft, enkel poudrede-riz is onschadelijk en afdoend. Eigenlijk was zuiver stijfselpoeder het beste, maar dit plakt en spreidt zich niet fijn genoeg uit; men kan het alleen in de eenzaamheid gebruiken, want men ziet er als een Pierrot mee uit. Voorts een witte voile, dik maar niet aanslui tend, zoodat de lucht er tusschen door kan spelen. Een aansluitende voile onderhoudt eer e warmte die nadeelig is voor het teint, en de wrijving zelfs van de fijnste tulle irriteert de huid en rukt nu en dan een ooghaartje uit, dat men nooit terugkrijgt. Het kan zijn, dat de al te sterke lucht de huid reeds geïrriteerd heeft en ruwe meelachtige plekken heeft veroorzaakt; dan mag men (alleen 's avonds) zich het gezicht met warm water wasschen, en over het nog natte gezicht een beetje zuivere glycerine met eau-de-cologne erdoor wrijven. Men laat het eenige oogenblikken drogen, en veegt het luchtig af met een linnen doek. Het mag intusschen niet dikwijls gebeuren, en wie eene vettige huid heeft, moet het nooit doen. Een paar correspondenten geven andere middelen : 1. Twee of drie keer 's weeks wasschen met water zoo warm als men het verdragen kan, en onmiddelijk daarop met heel koud water. Het eerste ontdoet de huid van stof en opent de poriën, het tweede sluit ze weer. 2. Warm water in den winter, koud water in den zomer met een paar druppels alcali volatil (koolzure ammoniak); daarna een beetje poeder, nooit blanketsel, nooit cold-cream of andere crèmes, nooit lait d'amandes of andere emulsies. De dame die dezen raad geeft, is de vrouw van een che micus, die parfumeurs -laboratoria te Parijs en te Londen heeft gedirigeerd. ij. Dadelijk na het opstaan afsponzen met een stuk ongesatineerd vloeipapier, papier Joseph. Dan wasschen met warm water, waarin een beetje amandelzemelen opgelost zijn; even laten drogen, dan afvegen met een fijnen batisten doek. Vervolgens beleggen met eene adstringeerende crème, na een kwartier alles afvegen met een fijnen drogen doek, twee of driemaal poederen, dit telkens afschuieren. 's Avonds weer wasschen met wat amandelzemelen in het warme water; niet afdsogen. »Bloemen voor het venster",... het is won derlijk, boe sommigen onverschillig kunr.en zijn omtrent de combinaties, die zij zich daarin ver oorloven. Vrouwen van smaak, die voor niets tor wereld onharmonische kleuren bij elkaar zouden dragen, zijn, hetzij 's zomers buiten of in de stad. tevreden met iedere vereeniging van kleuren voor het raam, als bet maar bloemen zijn. Men moet toegeven dat er veel door kan, door de natuur lijke gratie en frischheid der bloemen en de nuanceering, die blad en bloem zelf, door de verschillende graden van frischheid en verwelking, al geven. Maar toch, er wordt treurig gezondigd in dezen. lloode geraniums (zonales), gele marguerites en blauwe lobelia's, de samenvoeging is even grof als algemeen. Cineraria's of héliotropen in het voorjaar,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl