Historisch Archief 1877-1940
Uit Dr. G-A.NTsnEF"s Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd vólg-ens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Vrije oefeningen in den Rijksdag. | De Zilver-crisis.
j (m.)
(Lustige BMtter.)
" ^ (JSstjtnübtc Bern &tputivttn rgcr unt> aucvsmami.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 842
Het kommando luidt: »Buigt de knieën!" een
kommando dat door de militaire afdeeling der
vrijzinnige partij gewillig wordt opgevolgd.
Het onmisbare.
^Mevrouw Pruim zegt, dat ze nooit weer
naar buiten gaat, of ze moet er een bij zieli heb
ben," herhaalde mevrouw Duffe).
Duffel vroeg wie haar dat belette.
/,0, niemand natuurlijk", antwoordde mevrouw
Duffel geraakt.
Duffel vond het jammer, dat Niemand zich niet
bij zijn eigen zaken hield.
//Ia allen gevalle", vervolgde mevrouw Duffel,
»je kunt er een koopeu in den huishoudwiukel, en
wenemenhet de volgende week mee uaarZandvoort."
//\Ve hebben het altoos zonder gedaan", wierp
Duffel tegen.
,/Ja, en wat dikwijls zijn we laat thuis ge
komen en vonden dan dat de hospita het
keukenVuur had laten uitgaan, denkend dat we niet thuis
kwamen theedrinken. Als je een petroleumstel
hebt. ben je onafhankelijk van de hospita; je
steekt het aan, zet de ketel er op, en kunt je een
kop thee zetten wanneer je wilt."
Duffel zei, dat zoo dikwijls thee heel ongezond
was. Maar mevrouw Duffel hield vol, dat een
petroleumstel iets onmisbaars was, want mcviouw
Pruim had het gezegd, en wie op reis ging kon
er niet buiten.
Toen wou Duffel weten, wie mevrouw Pruim
dan toch wel was; het kon hem niet schelen wat
mevrouw Pruim zei; mevrouw Pruim mocht zich,
Toor zijn part.. .! Dat bracht mevrouw Duffel
aan 't schreien, maar Duffel hield zich goed, en
weigerde een petroleumstel te gaan koopen, omdat
bij mevrouw Pruim wilde laten zien, dat hij niet
om haar gaf.
Den volgenden dag intusschen, had hij berouw,
en toen hij van de Beurs kwam, kocht hij er een.
Hij sleepte het zelf mee naar huis, zette het met
een bons op de tafel voor mevrouw Duffel's neus,
en zei, dat hij hoopte dat ze nu voldaan was.
En dat was ze niet. Zij zei dat hij het grootste
petroleumstel had gekocht dat er ooit gemaakt was.
Als dat stel voor een weeshuis had moeten dienen,
zou het geweest zijn wat men maar had kunnen
wenschen, maar. daar hun gezin geen weeshuis
was, moest hij het ruilen voor een soort kleiner.
Duffel zei, dat hij de baas was in ziju eigen
huis en het niet wou ruilen. Toen huilde mevrouw
Duffel weer, en nadat Duffel verklaard had, dat
als hij iets zei, hij het meende en zich daaraan
hield, nam hij den volgenden morgen, toen hij naar
het kantoor ging, het petroleumstel mee eu ruilde
het voor een kleiner. Het was zoo klein, dat
toen mevrouw Duffel het zag, zij beweerde dat
het eeu poppen-petroleumstel was, speelgoed en
anders niet.
4.'t Is alleronaangenaamst, je doet het om
me te plagen!" riep zij uit.
Ze meende dat hij expres het grootste stel voor
het allerkleinste had geruild.
//In den ketel die er bij behoort", merkte zij
of>, //kan maar water voor n kop thee. Het kan
je zeker niet schelen of ik en de kiudcren het
zonder doen."
Duffel zei, dat het hem niet kon schelen of hij
zeif het zouder deed. Hij was gewoon liet zonder
te doen. Hij zei dat eeu beetje hard en toen be
gon ze weer te huilen. Zij zei, dat hij ter wille
van het geheel» gezin dit stel moest ruilen. Toen
zei hij, dat hij hoopte in Zandvoort zooveel af
wisseling te vinden als het stel in Amsterdam
ondervond ; en den volgenden dag ruilde hij het weer.
//Daar uu!" riep mevrouw Duffel, //als je
diegrootte uu dadelijk genomen luidt . . . ."
//Dan had ik hem toch moeten ruilen, ' zei
Duffel.
* * *
Nu kwam de tijd van pakken.
Duffel zei, dat men het maar aan hem moest
overlaten. Hij nam aan, een oneindig aantal kof
fers te pakken in minder dan geen tijc*, tegen
wien ook. Mevrouw Duffel lesde dus k kar het
geen zij in de vacantiedagen noodig had, en Duffel
trok ziju jas uit, en begon met den eersten koffer.
Toen die zoo vol was, dat mevrouw Duffel en de
meid op het deksel moesteu gaan staan, terwijl
hij het sloot, sloeg hij er nog een touw om, en
zei: //Dat is dat alvast."
//O", zei mevrouw Duffel, twijfelend rond
kijkende, //waar is het petroleumstel 'f"
Maak je daar maar niet ongerust over/'
zei Duffel. /Dat is al in orde ; het staat onderin,
op den bodem van don koffer."
Mevrouw Duffel zei, dat het dan juist was,
waar het niet behoorde. Als zij het uu noodig
hadden voor dat ze het andere uit de koffers ge
bruikten, wat een moeite zou liet dan ziju, het er
uit te krijgen !
Duffel beweerde dat het er niet op aan kwam,
en dat, al kwam het er op aan. hij er niets aan
doen kon. Maar mevrouw Duffel kou dat niet
inzien, en om des lieven vredes wille, maakte
Duffel den koffer weer open, haalde den inhoud
overhoop en nam het petroleumstel eruit.
Hij pakte den tweeden koffer den volgenden
avond; vlak onder het deksel duwde hij aan den
ccnen kant het petroleumstel, en aan den anderen
kant den ketel.
//Daar," dacht hij, //als zij ze nu noodig
hebben, kunnen ze er gemakkelijk bij."
Hij had juist weer het touw om den koffer,
toen mevrouw Duffel binnenkwam. Zij had bood
schappen gedaan.
,/üDauiel," zei ze, //ik had je juist willen
zeggen, het petroleumstel niet in te pakken."
./Waarom?"
Omdat ik het gebruikt heb. Het is nog
biji.a geheel gevuld en de ketel zal van onderen
/wart zijn."
//Nu," zei liij, met de kalmte der wanhoop,
je komt er wat laat mee. Het is ingepakt."
Mevrouw .Duffel gaf een gil.
/.Waai- je de ketel ook op gezet hebt, dat is
bedorven," riep zij; en als je met den koffer
geschommeld hebt, dan zal de petroleum overal
door zijn ...!''
Duffel had den koffer heel wat heen en weer
geschommeld toen hij er het touw om heen deed.
.Hij gevoelde, dat, hij 'm de gegeven omstandig
heden maar beter deed, hem gauw weer open te
doen. en deed dat ook maar.
De petroleum r/',.v overal door, en er was een
patroon van den ketel in roetzwart op een van
zijn overhemden. .-t
Misschien," merkte hij bitter op, //zou
Eerste optreden van Herliert JHsmarck.
(Lustige Bliitter.j
INBREKER (een lade met zilver vindend). Wat
zilver zou ik stelen bij de tegenwoordige
prijzen, ?. Neen, merci, dat kan me gestolen
worden.
't Is een geluk voor de familie, dat de souffleur gedokt is.
mevrouw Pruim vinden, dat we dit hadden kun
nen missen."
Dien nacht, terwijl mevrouw Duffel met de
meid de petroleum uit de kleeren kookte en
waschte, maakte Duffel den ketel schoon en droogde
en poetste hij het stel.
Het was ochtend toen ze klaar waren, en Duffel
maakte eenige opmerkingen over petroleumstellen,
die wij achterwege laten uit consideratie voor de
fabrikanten. Hij zei ze nog eens over tot hij in
slaap viel; en toen droomde hij, dat hij
muizeudood" in de keuken had gestrooid omdat ze met,
petroleumstellen vergeven was. Hij versliep zich
en ging zoo laat, naar zijn kantoor, en had zoo
het land, dat hij haast wou dat iemand hem
muizendood gaf eu hem uit zijn ellende hielp.
's Avonds bevond hij, dat mevrouw Duffel en
de meid den tweeden koffer weer ingepakt hadden ;
het petroleumstel was er buiten gebleven. Ze
wilden dat hij liet in zijn hoedendoos zou zetten,
maar hij wou niet. Plij deed het met andere
dingen in zijn valies, en zei dat hij blij was, er
mee klaar te zijn.
De twee volgende dagen bleek het, dat allerlei
kleine en noodzakelijke dingen vergeten waren;
die moesten nog in het valies, eu het petroleum
stel ging er dus zoolaiiff uit. Duffel zei nu plat
weg, dat hij er ^misselijk" van was. Hij had uu
een week lang niet veel anders sedaan, dan het
petrolcumstel in en uitpakken; iedereen zou
meencn dat ze, in plaats van zelf ecu uitstapje te
maken, hun petroleumstel een uitstapje lieten
maken.
Langzamerhand kwam hij weer tot kalmte,
wikkelde het stel en den ketel ieder in een stuk
grauw papier en bond er ecu touwtje om heen.
zoodat toen de bewuste Zaterdag kwam, en zij
gereed waren om op reis te gaan, hun bagage
bestond uit, twee groote koffers, een heerenhoeden
doos, een dameshoedendoop, een valies en zes pakjes
van verschillende grootte.
Natuurlijk was op het laatst alles in de war,
maar zij vertrokken naar het, station in haast en
in een vigelai.tc, en kwamen 's middags te
Zandvoort aaü. Toen zij op het perron stonden, te
midden van hun bagage, wachtend op den besteller
om alles mee te nemen, telde mevrouw Duffel de
pakjes nog eens over.
Daniel!" riep ze plotseling; ik kan er
maar vijf uit maken."
Duffel telde ook, en vond er ook geen zes. Zij
gingen zoeken eu informeeren, maar het zesde
pakje bleef ontbreken. Toen gingen ze haastig de
vijf die ze hadden, betasten, om te weten, welk er
mankeerde.
-/Nu," zei Duffel philosophisch, het zal niet
de eerste keer ziju, dat het onmisbare gemist
moet worden."
Wat bedoel je r" vroeg mevrouw Duffel
flauwtjes.
Ik bedoel, dat we den ketel hier hebben,"
riep hij, met zijn woede worstelend, maar het
petroleumstel hebben we thuis gelaten !"
iniiiiiiinninMinnninniiiiimmmiiiMnmmnmniiminMnimiHiiiiHiiiu*
't Is van de stad.
't Is Maandagmorgen, prachtig1 weer; ik
kijk mijn ve.nster uit en snuif' begeerig het
frissche koeltje op, dat de bladeren der booinen,
aan den walkant, zachtjes doet ritselen.
Een schuit vol zand en keien ligt vlak voor
mijn huis vastgemeerd en werklieden zijn
ijverig bezig met 't zand op den wal te bren
gen en de keien op te stapelen- Ze werken
ijverig door; waarschijnlijk is 't aangenomen
werk. anders zouden ze zóó niet zweetcn.
'n Mooi hoopie zand m'neer, en voor 'n
lief' ceuije keien, roept de krantenman me
van de stoep at' toe, terwijl hij 't Ochtendblad
in mijn brievenbus steekt.
J)e berg zand wordt al liooger en hooger,
de stapel keien steeds grooter. Tegen den
middag is de schuit ledig en vaart weg. Ik
kom tot de aangename overtuiging, dat de
bestrating, die reeds lang en hevig om ver
betering heeft gesmeekt, door treurige kuilen
en sehcrpgepunte keibrokkeai, zal worden
onder handen genomen «vanwege de stad".
Mijn schoenen glimmen vandaag _ buitenge
woon mooi, misschien wel van plezier, omdat
ze weldra niet meer gemarteld zullen worden.
^I'.ianiltti/ru'untl: de hoop zand brengt groote
yroolijkheid in de geheele buurt vooral de
jeugd uit de dwarsstraatjes is er dol blij mé.
Kleine en groote. morsige en zindelijke kin
dertjes krioelen als mieren op den hoop. Ze
graven en krabben er in met nagels en hout
jes, bloempotten en klompen, 't Is
Scheveiiingen in 't klein.
Plomp! Plomp! Plomp! Een kleine
dwars