De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 20 augustus pagina 1

20 augustus 1893 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER A*. 1893 WEEKBLAD VOOK NEDERLAND Dit nommer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgeverij VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel böde Vijzelstraat, 542. Zondag 20 Augustus Abonnement per 3 maanden ..... ?1.50, fr. p. post ? 1.65 Voor Indiëper jaar mail,, 9. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ...» 0.12* Advertentiën van t?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.40 I N H O 17 D< VAN VERRE EN VAN NABIJ. - Brieven wit Utrecht, door Giese van den Dom. FEUIL LETON: Op audiëntie, naar het Deensch. (Slot). TOONEEL EN MUZIEK: Het Tooneel, door H. J. Mehler. AANTEEKENINGEN SCHIL DERKUNST: Boeken en Tpschriften, door J. V. KUNST EN LETTEREN: Wetenschap of Kunst ? door C. H. den Hertog. Sonja Kovalevsky, Persoonlijke herinneringen van Anna Carlotte Leffler. De Esseeërs en Jeanne d'Arc. SCHETSJES: De Romeinsche Donna SCHAAK SPEL. VOOR DAMES, door E-e. ALLER LEI. RECLAMES. UIT Dr. GANNEF's STUDEERKAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIÉN. MuiiuiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiMtnuiuun Het is in de Europeesche politiek bijzon der rustig; het warme weder doet zijn in vloed gelden en de komkommertijd is in vollen gang. Keizer Wilhelm's reizen heb ben dezen keer geen stof gegeven tot op merkingen en commentaren; alleen houdt de Fransche pers zich bezig met het bezoek van prins Heinrich, 's keizers broeder, aan koning Umberto, met wien de Duitsche vorst de manoeuvres der Italiaansche vloot /al bijwonen, terwijl ook de belofte van den Italiaanschen kroonprins om in September bij de Duitsche keizer-manoeuvres in ElzasLotharingen tegenwoordig te zijn, door de Fransche publicisten op zeer onvriendelijken toon wordt besproken. Toch behooren dergelijke bezoeken voor de verbonden vor sten en hunne naaste bloedverwanten tot de meest alledaagsche beleefdheden, en het zou zelfs als een veeg teeken te beschouwen zijn, indien de hoofden der geallieerde staten niet meer elkanders legermanoeuvres bijwoonden. Maar naar zulke veege teekenen ziet de Fransche pers juist met brandend verlangen uit, en de kleinste bijzonderheid, die haar het onverzwakt voortbestaan der triple alli antie herinnert, is haar een doorn in het oog. Hoe vaak heeft zij niet al hare wel sprekendheid uitgeput om aan te toonen, dat Oostenrijk zich op vernederende wijze door Duitschland liet gebruiken en dat Italiëzich door zijne eerzucht om met de groote keizer rijken mede te doen, geheel te gronde richtte! Al die klimmende betoogen waren echter vergeefsch; de geallieerden kunnen of oFmiUdon. uiliiiiuiimiiiHiiitimum OP AUDIËNTIE. (Naar het Deensch.) (Slot). Ik kwam in een groot vertrek. De minis ter zat voor een schrijftafel, die bij het eenige venster in de kamer stond. Een onaangename stilte heerschte in de kamer; men hoorde slechts het zachte krassen van de pen, waar mede Zijne Excellentie op het voor hem liggend papier notities maakte. Na een pauze, die mij een eeuwigheid scheen, hoorde ik plotseling zijn diepe, welluidende stem; zon der van zijn werk op te kijken vroeg hij: »U komt om de opengevallen betrekking verzoeken, niet waar ?" »Ja, uwe Excellentie, gedurende O j aar is het mijn vurigst verlangen.... die plaats te verkrijgen! " stamelde ik. »De inlichtingen omtrent u luiden zeer gunstig!'' en zich langzaam naar mij toekee rend: »U weet wel, dat bij het aanvaarden der betrekking een cautie van 1200 kronen moet gestort worden. Is u in staat om over die som te disponeeren ?" »Ja, uw Excellentie, mijn oom zal, inge val ik het groote geluk heb de betrekking te krijgen, de cautie voor mij deponeeren!'' antwoordde ik en haalde gemakkelijker adem. willen maar niet inzien, dat hunne verhou ding onnatuurlijker en kunstmatiger zou zijn dan die van de Fransche republiek tot het Russische czarenrijk. Men zou waarlijk heel wat onnoodige en, wat erger is, verbitterende polemiek besparen, wanneer men wilde over eenkomen om de tegenwoordige groepeering der Europeesche groote mogendheden, al was het desnoods slechts voor een tijdvak van een paar jaren, als een voldongen feit te beschouwen, dat men in stilte betreuren kan en mag, maar waaraan voorloopig niets te veranderen is. Terwijl de Duitschers uitrusten van de spanning der laatste verkiezingen, hebben de ministers van financiën der verschillende bondsstaten te Frankfurt a,d Main eene bij eenkomst gehouden om te beraadslagen over de middelen tot dekking der uitgaven, die de nieuwe legerwet met zich zal brengen. Daar waren de folio-staat Pruisen en de lijvige quarto-staten Beieren, Saksen, Baden en Wurteraberg even goed vertegenwoor digd als de duodecimo-staatjes Reusz jon gere en oudere linie, Schwarzburg en Lippe-Detmold. Voorzitter was natuur lijk de rijks-secretaris der schatkist -Von Moltzohn, maar die eer was slechts eene schijnbare, want de dagen van het ministerieele leven van den heer Von Moltzohn (wiens opvolger al reeds benoemd is) waren geteld, en de spiritus rector der vergadering was de Pruisische minister van financiën Miquel, de gewezen leider der nationaal-liberalen, die tot een goed-conserva tief Pruisisch minister is geworden en den heer Von Caprivi zooal niet uit de hoogte, dan toch op zijn minst als gelijke behandelt. De genoemde tinancieeele specialiteiten heb ben van den heer Miquel eene bonnc inarquc gekregen; de groote man was welwillend ge noeg om te zeggen, dat er onder hen knappe koppen waren en dat hij met heel veel pleizier nog eens met hen zou vergaderen. DeFrankfurters waren minder complimenteus en spra ken van de Schraubenxieher-Conferenx. Naar het schijnt, zullen belastingen worden ge heven van den tabak, den wijn althans wat de betere soorten betreft en van quitantiën. Of het ook thans zal uitkomen, dat Miquel beveelt en de goede Michel be taalt, zal de Duitsche Rijksdag moeten uit maken, die de »mennetjes" heeft toegestaan, en nu voor de »dubbeltjes" moet zorgen. De voorbereiding voor de algemeene ver kiezingen in Frankrijk levert niet veel merk waardigs op, althans niet in vergelijking met de hartstochtelijke wijze, waarop het vroeger bij dergelijke gelegenheden toeging. De epi gonen van het boulangisme, mannen met «"i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii IIHIMI niiiiiiiiiiimirai »Zoo-o-o!" zei de minister, terwijl hij lang zaam en afgemeten zijn lorgnet met een zij den zakdoek schoonmaakte. Toen hij met dat proces 't duurde omstreeks ander halve minuut gereed was, zette hij het lorgnet weder op en zei mij aanziende: »kom eens wat naderbij." Met een buiging voldeed ik aan zijn ver zoek en trad bij het venster, vlak tegenover hem. Het was alsof hij mij met de oogen doorboren wilde. Plotseling kwam er een uitdrukking van verbazing op zijn gelaat; hij stond van den stoel op en kwam naar mij toe. Zijn oog was op mijn rok gevestigd en wel bijzonder op het bovenste linker knoopsgat. Onwillekeurig kwam de gedachte bij mij op: »Zou hij nu reeds merken dat die fijne kleeding mij niet toebehoort?" »Ge zijt mooi gedecoreerd, mijnheer!" zei Zijn Excellentie op verwonderden toon en zag mij opmerkzaam aan. «Waarachtig, het kommandeurskruis ook." »Ik?" antwoordde ik verbaasd, niet dat ik weet." »Maar u draagt het lint toch in het knoops gat!" hernam hij eenigszins scherp. »Ik?" riep ik verlegen en keek naar mijn linker knoopsgat, waar ik werkelijk een roset van gekleurd orden-lint bemerkte. »Uwe hum! Uwe Excellentie.... dat is een vergissing.... een aardigheid, die men zich met mij veroorloofd heeft,.... ik ben er ge heel onschuldig aan!" Dit verzekerende lei ik mijn rechterhand met den chapcau claque op de borst en trachtte met de linker de noodlottige roset te verwijderen. De minister scheen niet naar mijne verzekeringen te hooeen voor goed verloren reputatie zooals Paul Déroulède en Lucien Millevoye, maken rumoer genoeg, en worden, vooral in hunne bestrijding van den radicalen leider Cl menceau, door hunne politieke geestverwanten Drumont en de Mores ijverig gesteund. Als Clémenceau niet wordt herkozen, zal dit voor de radicale partij een zeer groot verlies zijn, maar voor de meer of minder opportu nistische kabinetten der toekomst, die alle reden hebben om den tombeur de ministères te vreezen, eene wellicht niet openlijk er kende, maar toch welkome geruststelling. Als de boulangisten in de volgende Kamer hunne hoofdlieden niet weervinden, zal men tevens menig tooneeltje missen, dat men, al naar zijn standpunt, vermakelijk of ergerlijk, eene farce of een schandaal kan noemen. Maar deze quaestiën raken de groote po litieke vraagstukken slechts van ter zijde. De eenige, die in deze verkie zingsstrijd een echt politiek manifest heeft gepubliceerd, is Leo XIII, die den Franschen monarchisten behoorlijk de les heeft gelezen, orndat er onder hen altijd nog velen zijn, die, al zijn zij goede katholieken, voor hun politiek credo op zelfstandigheid aanspraak maken. Het valt intusschen niet te betwij felen, dat de zeer besliste houding van den paus het aantal der rallies d la républiquc aanmerkelijk zal doen toenemen. Of de re publiek van deze nieuwe vrienden zal mogen getuigen, dat n zondaar, die zich bekeert, haar dierbaarder is dan negen-en-negentig rechtvaardigen, zal de toekomst moeten leeren. Er zijn er, die dit op goede gronden be twijfelen. In Engeland is de j ach top korhoenders ge opend en nog houdt het Parlement zitting. Niet het Huis der Lords, de erfelijke en geestelijke vertegenwoordigers weten beter, wat een mensch van rang en stand toekomt. Maar de on vermoeide oude heer Gladstone heeft nu eenmaal besloten, zijn Home Ridc,ontwerp in het Lagerhuis door te zetten, en het lijdt geen twijfel, of hij zal zijn zin krijgen. Dan komt het Hoogerhuis weer aan het woord, natuurlijk alleen om het ont werp met overgroote meerderheid af te stem men. En wat daarna zal geschieden, schuilt nog in het duister. Ware het Home Iluleontwerp populair, dan zou men gerust kun nen voorspellen: het Hoogerhuis zal, met zijn afkeurend votum, tegelijk zijn eigen doodvonnis uitspreken. Maar Gladstone's lersche politiek is, al vindt zij in het Huis der Gemeenten eene meerderheid, volstrekt niet populair; de meesten beschouwen haar als een noodzakelijk kwaad en den Home Knie als een struikelblok, dat uit den weg iliiiiiiiiiiiiiiiMiimiiiiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiHitimmiiiiiiiiiitiimii ren, want hij zag nu weder met de grootste belangstelling naar mijn' hoed op welks crèmekleurige atlas-voering een goud mono gram schitterde. Mijn verlegenheid groeide aan. Nadat Zijne Excellentie mij nog eenigen tijd, zonder een woord te zeggen, met doorborende blikken gemonsterd had, bromde hij zoo iets van: »dat is vreemd .... opval lend vreemd!" en vroeg daarop op barschen, onvriendelijken toon: »Laat mij uw attesten en overige papieren eens zien ?" »Ja Excellentie,'' antwoordde ik haastig en greep in den borstzak van mijn rok. Op hetzelfde oogenblik kwam de vrees in mij op, dat ik ze in mijn eigen rok had laten zitten, maar gelukkig voelde ik de papieren reeds en reikte ze met een zucht over. De minister nam ze zeer onverschillig aan en ging naar het venster. Toen hij het eerste papier opcnvouwde, hoorde ik dat een kreet van verwondering zijne lippen ontsnapte. Dit herhaalde zich bij het tweede en derde, slechts met dat verschil, dat zijn verbazing scheen aan te groeien. Ik was bizonder ver heugd over den oogenschijnlijk gunstigen indruk, die mijn papieren maakten en hoopte reeds dat ik de betrekking zou krijgen. Zijne Excellentie was met het doorzien der papieren gereed, vouwde ze langzaam samen en keek mij met oen onderzoekenden blik aan; daarop drukte hij op een ivoren knop aan den muur bij zijn schrijftafel. Dadelijk verscheen een bediende, die een kort, zacht uitgesproken bevel ontving en weder verdween. Met van vreugde kloppend hart dacht ik, dat mijn aanstelling dadelijk in orde zou gemaakt worden. Ik werd vermoet worden geruimd, om tot andere en meer belangrijke hervormingen te komen. Het eenige, wat in dezen strijd den heer Gladstone eene gunstige uitkomst schijnt te belooven, is het feit, dat eene zoo verouderde instelling als het Hoogerhuis, zich vierkant plaatsende tegenover een votum der volks vertegenwoordiging, van welken aard dit votum ook zijn moge, noodzakelijk in een ongunstig daglicht verschijnt. Als een zeer verblijdend feit vermelden wij ten slotte nog, dat het geschil tusschen Engeland en de Vereenigde Staten over de robbenvangst in de Behringzee, na voor eenige maanden aan de beslissing eener scheidsrechterlijkc commissie te zijn onderwor pen, tot genoegen van beide betrokken par tijen is opgelost. Eene schoone overwinning voor de, gelukkig in aantal voortdurend toe nemende, voorstanders der internationale arbitrage. iiiiMiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiililuiil Urieven uit Utrecht door GlESE VAN DEN DüM. De séances, die Sequah hier in de laatste da gen geeft, zijn een waar beeld van onze geheele Utrcchtsche samenleving. »Men" gaat er heen! Dat wil zeggen »men" zijn we zoowat allemaal. De kasteleins der bierhuizen pruttelen, omdat hunne localen ontvolkt zijn en begrijpen er niets van, dat hunne vaste klanten, wier verstandelijke vermogens er overigens, naar hunne meening, nogal »mede door" konden, nu eensklaps zoo dwaas zijn geworden om zoo'n kwakzalver na te loopen. Zelfs trouwe bezoekers van Tivoli, die anders gewoon zijn om ^vanwege de netheid" met een Domtorensborst aan Buitenlust voorbij te loopen, zijn nu voor de aantrekkingskracht van Sequah gezwicht en den fraaien tuin in ds Maliebaan binnengegaan. Nu, nog eene belangrijke factor om het in Zomerdijk's tuin zoo vol te doen zijn, is: dat het er zoo goedkoop is. De toegangsprijs is tien cents en plotseling zijn alle mannen, die anders hunne vorschriflsmassifie dosis Beiersch bier zitten te ver orberen, gemétamorphoseerd in liefhebbende mannen, vaders en minnaars. Zulk een goedkoope gelegenheid om de dames eens mee te nemen (die goede zielen hebben toch anders ook zoo eens niets, beginnen zy nu eens klaps in te zien) komt maar zoo zelden voor, dat zij nu gretig dient te worden aangegrepen. En zoo ziet men daar om het orkest, waarop Sequah zijne kunsten uitoefent, een breede schaar van menschen van beiderlei kunne, die met geheel onverklaarbare aandacht naar de verrichtingen van den masseur kijken en naar zijne verhalen luisteren. Nu, van zijne verrichtingen als masseur wordt jHtiiiiiiiiitmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiniiimim sterkt in dat geloof, toen de minister aan de schrijftafel ging zitten en eenige woorden schreef. Maar hoe verbaasd was ik niet, toen ik een politiedienaar zag binnentreden. Zijn Excellentie gaf hem het beschreven papier, fluisterde hem iets toe en wees op mij. Na dat hij zich weder naar zijn schrijftafel gekeerd had, kwam de gerechtsdienaar op mij toe en verzocht mij met hem mede te gaan. Ver wonderd voldeed ik aan zijn verzoeken boog tot afscheid voor den minister, hetgeen deze volstrekt niet scheen te bemerken. Door den politieagent vergezeld, ging ik de breede trappen af, plotseling hield ik op en vroeg mijn geleider, waar wij eigenlijk heen moesten. Een barsch »Dat zul je straks wel zien!" was het antwoord. Ik maakte een beweging, alsof ik niet verder wilde gaan, maar de agent nam mij bij den arm en drong mij vooruit, mij kort en scherp toeduwend: »Geeii praatjes, anders zal ik je leeren je beenen te gebruiken." Verschrikt begreep ik nu, dat ik gearres teerd was. Hoe onmogelijk mij die gedachte ook voorkwam, werd ik toch spoedig in mijn meening versterkt. De menschen bleven op straat staan om mij na te zien, daarop sta ken zij de hoofden bijeen en bespraken hef tig, wat of ik wel gedaan kon hebben. Ook de schooljongens, die uit een zijstraat kwa men aanhollen, scholden mij uit en met den uitroep ><kijk, die dief!" liepen zij mij na en ik hoorde duidelijk een jongen naast mij zeggen dat ik veel op een' moordenaar leek. Ik dacht van schaamte in den grond te zinken. Ik hield den chapeau claque, dien ik nog maar niet openen kon voor mijn gezicht

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl