De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 27 augustus pagina 1

27 augustus 1893 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H*. 844 DE AMSTERDAMMER A'. 1893 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Bit nommer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. UltgeTem VA^I HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, ? Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 27 Augustus Abonnement per 3 maanden /"1.50,fr. p. post ? 1.65 Voor Indiëper jaar , mail,, 9. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ...» 0.12' Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer Reclames per regel 0.20 0.40 I K H O V D< VAN VERRE EN VAN NABIJ. Rotterdamsche Brieven. FEUILLETON: Een huweIp uit liefde, naar het Fransch. I. - TOONEEL EN MUZIEK: Het Tooneel, door H. J. Mehler. KUNST EN LETTEREN. Een Fransch verluchter, door J. V. De mémoires van me vrouw Heiberg. Goethe's familie in een nieuw licht. Josef Lauff, door F. E. WETEN SCHAP: Helen Keiler. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e. ALLERLEI. RECLAMES. UIT Dr. GANNEF's STUDEER KAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiitiimiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiniiiiiiiiuf Van de tweeduizend en zestig candidaten bij de algemeene verkiezingen voor de Fransche Kamer is er slechts n geweest zekere heer Calla die den moed heeft gehad, met een rondweg monarchistisch pro gramma voor zijne kiezers op te treden. Dit feit bewijst, beter dan de langste betoogen, welke ontzaglijke vorderingen de republiek gedurende haar weldra drie-en-twintigjarig bestaan in de schatting der Fransche be volking heeft gemaakt. Niemand zal bewe ren, dat er in Frankrijk niet meer voor standers van een constitutioneel koning schap zijn overgebleven dan de paar duizend kiezers, die te vergeefs beproefden den heer Calla in de Kamer te krijgen ; waarschijnlijk zijn er, in verhouding, in Frankrijk ook thans nog veel meer monarchisten dan bij voorbeeld republikeinen in Engeland of in Nederland. Maar het monarchisme heeft op gehouden een artikel te zijn, dat bij verkie zingen, zij het dan ook voor een beperkt getal van gegadigden, courante waar is. Men kan zich te nauwernood voorstellen, dat nog slechts vier jaren geleden eene coalitie van monarchisten, bonapartisten en boulangisten in allen ernst meende, aan het republikeinsche régime een einde te kunnen maken en dat hun stormloop ervaren politici met angst vervulde. De Fransche Kamer telt 581 leden ; de stemming van den vorigen Zondag heeft 426 mandaten dadelijk toegewezen, terwijl op 3 September in 155 districten herstemmingen itiimiiiiHUHNuiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiim iiimiiiiiiiiiuiiiiUfittimtiifiimiHUH EEN HUWELIJK UIT LIEFDE. Naar het Fransch van L. Halévy. DOOR LOCO. Hij was gewoon iederen morgen en avond, zoo beknopt mogelijk in telegram stijl, een verslag van zijn leven en lotgeval len te schrijven in een agenda. Op zijn twintigste jaar, 3 October 1869, was hij daarmede begonnen en de eerste aanteekening op dien datum luidde aldus: Benoemd tot 2de luitenant bij het 21ste jagers. Den Sisten December stopte hij de agenda van het afgeloopen jaar in een laadje van zijn bureau en verving haar door een nieuwe voor het volgende jaar. Zij had, zoolang zij jong meisje was, zeer uitvoerig een dagboek van haar leven ge houden en alles met groote zorg en nauw keurigheid opgeteekend, in keurig nette, in blauw marokijn gebonden albums, voorzien van een goed slot. Zij was daarmede op haar zestiende jaar begonnen, en haar eerste aanteekening, gedateerd 17 Mei 1870, be helsde het belangrijk bericht: Vandaag voor het eerst een lange jurk aangehad. moeten plaats hebben. Worden de stemmen dan verdeeld in dezelfde verhouding als op 20 Augustus, dan zal de Kamer bestaan uit 55 reactionairen, 35 rallies, 140 gematigde republikeinen (centre gauchë), 170 opportu nisten, 150 radicalen, 10 tot 20 socialisten en 5 tot 10 boulangisten. Gesteld, dat deze uitkomst inderdaad be reikt wordt, dan is de eerste vraag, waar de regeering hare meerderheid zal vinden. De opportunisten voeren thans een hoog woord en zij hebben inderdaad het vooruitzicht de sterkste partij te zullen worden. Als men nu maar wist, wat de opportunisten eigenlijk zijn en wat zij willen! Neemt ge er n, dan kunt ge mogelijk een programma uit hem halen ; maar de partij als geheel schijnt zich zulk een weelde niet te kunnen veroor loven. Een harer hoofdorganen, de E publique Francaise, kon het dezer dagen niet verder brengen dan de definitie »républicains de gouvernement, républicains de raison, r publicainssansépithète." Daardoor wordt men waarlijk niet veel wijzer. Een opportunist kan in theorie voor allerlei hervormingen zijn, maar ze in de praktijk bestrijden, onder voorwendsel, dat de tijd daarvoor nog niet gekomen is. Onder de overige partijen zijn er ook maar weinige, die op een duidelijk omschreven programma kunnen wijzen. De woorden «liberaal" en «conservatief" hebben in Frank rijk hunne oorspronkelijke beteekenis geheel verloren, en de grenzen tusschen »radicaal" en «socialistisch" zijn daar te lande al even moeielijk aan te geven. Reactionairen noe men zich liberalen; de liberalen van het linker-centrum noemen zich conservatieve republikeinen; de radicalen treden bijna zon der uitzondering op als républicains radicauxsocialistes, ofschoon zij zeer ver staan van de eigenlijke socialisten. Worden, zooals te verwachten is, het centre gauchëen de op portunisten te zamen de toongevende partij, dan zal het waarschijnlijk hunne taktiek worden, alles zooveel mogelijk bij het oude te laten en elke hervormingspolitiek zooveel mogelijk te vermijden. Wij zouden daarin nog niet zulk een groot onheil zien, indien men tegelijk kon besluiten, te breken met de zoogenoemde polüique de concentralion, welke beproefde de radicalen te vriend te houden door hen op te nemen in een mini sterie, waarin zij bij voorbaat tot onmacht waren veroordeeld. Beter eene rondweg er kende scheiding en een eerlijke strijd, dan zulk een modderen en scharrelen, dat ten slotte niemand kan bevredigen. Doch al zijn nu de vooruitzichten op een liiiiiiiMiimiiiiiiimiimiiiiiiiiiuiiiiiiiHiiiiitmiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Zij trouwde den 17den Augustus 1870 en liet verder haar dagboek gesloten. Zij schreef niets meer in die blauw marokijnen bandjes. Maar zij had al die cahiers, waarin zij haar leven beschreven had, van af de Meimaand van 1876 tot de Augustusmaand van 1879, van af haar eerste japon tot haar huwelijk, bewaard en veilig weggeborgen in een geheim laadje van haar schrijftafeltje. Hij was ook op den 17den Augustus ge trouwd maar had zijn dagelijksche notities niet afgebroken, en zoo waren er in zijn lade al dertien van die zakboekjes bijeen gebracht, waarin zijn leven, van dag tot dag, ondanks den korten en leuken vorm van het opgeteekende, nauwkeurig beschreven was. Nu mocht hij gaarne, zoo nu en dan, eens een van die agenda's in handen nemen en doorbladeren, las dan eenige bladzijden er uit en doorleefde zoo weder het verleden, het heden vergetend voor het eertijds. Zoo gebeurde het, den 19den Juni 1881, dat de jonge luitenant van 1869, die sedert kapitein was geworden en zijn bevordering tot escadronchef iederen dag kon verwach ten, op zekeren avond omstreeks tien uur alleen in zijn kabinet voor zijn schrijftafel zat en met het hoofd in de handen zich afvroeg, of dat in de lente van 1878 of wel in het voorjaar van 1879 was geweest, dat hij in het Bulletin de la réunion des officiers een artikel had geschreven over de nieuwe organisatie der artillerie-treinen in OostenrijkHongarije. Terwijl hij daarover peinsde, schoot het hem te binnen, dat hij waar schijnlijk wel in zijn aanteekenboekjes den datum zou kunnen vinden, waarop dat artikel in het licht was verschenen. Hij opende het laadje van de agenda's en beter en zuiverder partijformatie verre van schitterend, toch kan men, wanneer men zich op het standpunt van de vrienden der republiek plaatst, den uitslag der verkiezin gen niet onbevredigend noemen. Het wan trouwen ten opzichte van de rallies, de conservatieven, die, hetzij omdat zij zich niet durven verzetten tegen het machtwoord van Leo XIII, hetzij omdat zij het hopelooze van hun verzet hebben ingezien, hun bestrij ding van den republikeinschen regeeringsvorm hebben opgegeven, is voor deze nieuwe broe ders wel niet vleiend, maar het is volkomen verklaarbaar. Volkomen verdiend is de ge voelige nederlaag van de boulangisten. Van de treurige overblijfselen dezer fractie, die haar eigen beginselloosheid trachtte te ver bergen door de lasterlijkste beschuldigingen tegen hare medeafgevaardigden, zal de nieuwe Kamer niet veel last hebben. De justiciers zijn door de natie zelve veroordeeld, en het blad van Clémenceau kan terecht de be kende versregels van den dichter Millevoye parodieerend en ze op diens rumoerigen naneef toepassend spotten: Des fidèles de Millevoye Le scrutin a jonchéla terre. Delahaye garde son mystère, Et Drumont, quatre mille voix. Met dezen Drumont zou het antisemitisme zijn intocht in <ie Kamer hebben gedaan. De kiezers van Amiens zijn zoo verstandig geweest, deze joijeuse entree te verhinderen. Kan de Republiek over den voorloopigen uitslag der verkiezingen tevreden zijn, zij heeft ook reden tot dankbaarheid, omdat zij aan een groot gevaar van ganwch anderen aard is ontsnapt. Te Aigues-Mortes, aan do kust der Middellandsche Zee, is het in de vorige week tot bloedige botsingen ge komen tusschen Fransche en Italiaansche arbeiders, waarbij onder de laatsten, die in de minderheid waren, een feitelijke slachting werd aangericht. De houding der autori teiten was betreurenswaardig: in plaats van de schuldigen zonder aanzien des persoons te straffen, nam zij de Franschen in be scherming en beloonde hen nog bovendien door te verklaren, dat de concurrentie der Italianen voortaan zou worden geweerd. De schandalen van Aigues-Mortes hebben in geheel Italiëeen storm van verontwaar diging doen opgaan en aanleiding gegeven tot tal van anti-Fransche demonstratiën, waarbij de grenzen van het betamelijke verre werden overschreden. Maar de Italiaansche MniiiiiiumiiiMiiHHiiiiiiiliiiiiiiiii het toeval wilde, dat hij juist die van het jaar 1879 in handen kreeg. Hij bladerde het kleine boekje door.... sloeg het eene blad na het andere om, maar plotseling hield hij op, en begon met zekere aandacht een aan teekening te lezen, die hem een glimlach ontlokte. Hij stond op, verliet zijn schrijftafel en ging in een grooten leunstoel zitten, waarin hij op zijn gemak de lectuur voort zette. Hij dacht in 't geheel niet meer aan die organisatie der artillerie-treinen in Oostenrijk-Hongarije. Blijkbaar doemden oude herinneringen bij hem op, die tegelijkertijd een flauw glimlachje op zijn lippen tooverden en hem ontroerden ; zelfs moest deze kapitein der cavalerie enkele malen met een zijner vingertoppen een begin van een traan wcgpinken. Geheel verdiept in zijn lectuur, bemerkte hij niet, dat een der gordijnen van zijn kabinet zachtjes, heel zachtjes werd wegge schoven en een heerlijk blond kopje zich in de omlijsting van het ouderwetsche voor hangsel vertoonde. Wat voerde hij daar uit in dien grooten leuningstoel ? Zou hij een slaapje doen ? Een half uur te voren had hij haar onbarmhartig weggezonden, omdat hij wilde H-erken en zij hem, als zij in de kamer bleef, maar zou hinderen, in de war maken en allerlei dingen in zijn hoofd brengen, die nu niet precies met werken in verband stonden. Daarop gleed met de meeste omzichtigheid het kleine blondje, fijn en buigzaam in de lange plooien van haar wit neteldoeksch peignoir, de kamer binnen, kwam op de punten van haar voetjes een pas of vier voorwaarts, boog zich een weinig op zijde... hij sliep niet ... hij las en wel met veel regeering haastte zich, die ongeregeldheden te onderdrukken en zelfs hooggeplaatste ambtenaren, die voor het behoud der orde aansprakelijk waren, maar in de vervulling van dien plicht waren te kort geschoten, op staanden voet te ontslaan. Deze correcte houding van de regeering te Rome zette nadruk bij aan haren eisch om voldoening voor de mishandeling der Italianen. Het Fransche ministerie beloofde al wat men redelijkerwijze kon verlangen, en zoo werd het incident, dat een paar dagen lang een zeer dreigend karakter had vertoond, spoe dig uit de weield geholpen. Intusschen is het bij deze gelegenheid overtuigend gebleken, hoe weinig er noodig is om den wrok, dien de Franschen en de Italianen tegen elkander koesteren, zich te doen uiten in daden van geweld, die den vrede van gansche Europa in gevaar bren gen. Het conflict te Aigues-Mortes had ongetwijfeld meer een economisch dan een internationaal karakter: de Italianen zijn er vervolgd en mishandeld, niet omdat zij Italianen waren, maar omdat zij de markt bedierven. Doch de demonstratiën in de voornaamste steden van Italiëwaren wel degelijk van politieken aard: het volk onder schreef, tot verbazing van velen, de officieele politiek van de regeering, door vEvviva la tripliee" te roepen en het Duitsche volkslied toe te juichen. De Franschen hebben nu kunnen zien, hoe zij het moeten aanleggen om den door hen zoo gevreesden bond van vorsten en staatslieden tot een verbond van de natiën zelven te maken. miiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiiiiiiiniHiiiiiiiinHiiiiiniiiiiiiiiiiii Rotterdamsclie Brieven. Wie in dezen tijd uit Rotterdam een brief schrijft over Rotterdamsche dingen, voelt zich zedelijk verplicht tenminste iets over de kermis te zeggen. De Kermis met een groote K die nu aan 't sterven is en alleen nog maar hier en daar zwakjes hlikoogt uit een ros verlichte wafelkraam tusschen allerlei gesloten, donkere tentjes rondom, die er uitzien als groote dood kisten in zaklinnen genaaid. Tusschen die lange rijen van somherheden door slentert nog traag of tuimelt dronken her- en derwaarts wat men veilig de droeve resten van het hreede corps der vastberaden kermisvierders mag noemen, armoedige menschenzielen in nog armoediger lijven, die maar niet begrijpen kunnen dat 't uit is, tinaal uit, en bang om 't hart worden, bij 't denken, dat weer een jaar verloopen moet voor die heerlijkheid opnieuw komt. Als men nu niet behoort tot die zielen boven iiiiiiiiiiiiiMiiintitiuuimiiiiiiiiiiiiiuiiiiuiniMiiiriiiiiiiiiiMiiHiiiiiiiiiiiiiNii aandacht ook, want hij had niets gehoord en verroerde zich niet.. . Hij had niet te veel gezegd. Lezen is ook werken. »Met ingehouden adem liep zij langzaam, o zoo langzaam, op den leunstoel toe, en terwijl zij dat deed, stelde zij zich een vraag. /ij was nog zoo half en half een kind .. . Een en twintig jaar en verliefd tot over de ooren . . . Dat moet tot hare verontschuldi ging wel gezegd worden, want de vraag, die bij haar oprees, was deze: »Waar zal ik hem pakken ? een kus op zijn voorhoofd, op zijn wang ... of zoowat overal, of hij wil of niet ?" Zij naderde steeds meer... Reeds raakte zij bijna met hare vingertoppen de haren van den kapitein aan, was zij reeds besloten hem zoowat overal of hij wilde of niet te kussen, toen zij plotseling doodsbleek werd... Op de twee opengeslagen blaadjes der agenda las zij: Ui Juni Ik bemin haar ! 17 Juni Ik bemin haar .' ! Eén uitroepingsteeken achter dat eerste:: Ik bemin haar! twee achter dat tweede., . Die liefde was dus sterk toegenomen tusschen 1(5 en 17 Juni! Zij gaf een gilletje en met sterk bevende stem vroeg zij : »Wat is dat, wat moet dat beteekenen ':" Zij was op het punt flauw te vallen, toen hij opsprong en haar in zijn armen opving. Nu was het tranen geen gebrek en snikkend herhaalde zij: 10 Juni, Ik bemin haar! 17 Juni. Ik bemin haar !! en vandaag is het de 19de Juni! Je bemint dus een andere vrouw! O, dat is verschrikkelijk! dat is verschrikkelijk!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl