Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 844
klaard; ik heb de Thekla's en Johanna's aan een
scherpe kritiek onderworpen en nu speelt het
noodlot mij een poets en stuurt er mij een in
mijn huis."
Het was Goethe geweest, die terstond ua den dood
van Christiane het huwelijk had doorgezet om
wttr een huisinoedertje in huis te hebben; het
jonge paar kwam bij den dichter inwonen. De
jonge schoondochter bezat vele eigenschappen,
?waardoor zij Goethe's genegenheid won. Niet alleen,
dat zij zijn //Tasso" in het Engelsen vertaalde;
niet alleen, dat hij met haar gaarne zijne en anderer
verken las; voor alles was zij hem dierbaar om
haar natuurlijkheid, oprechtheid en oorspronkelijk
heid. .Beminnelijk en voorkomend, vau al het ge
wone en nuchtere afkeerig, maar ook geen maat
kennend, van geen boei of band willende weten,
scheen zij voor een andere planeet geschapen,
waar men grooter denkt en heftiger voelt dan op
de onze. Het is misschien geen toeval dat de
bekoorlijke Alma, de dochter van dit hartstochtelijke
Coontje op zestienjarigen leeftijd tengevolge van
ge zenuwkoortsen overleed. Niet gelukkiger
was het lot harer broeders. Het erfdeel der groote
voorouders werd ook den kinderen in liet tweede
geslacht ten vloek. W<;1 bleven zij lanj ia leven
Wolf von Goethe stierf in 1883, zijn oudere broe
der Walther volgde hem twee jaar later doch
wij weten het sedert lang, dat de wereld hun
'vreemd en het leven hun een last was. Wolf
schreef op negentieujarigen leeftijd behalve eenige
andere gedichten een drama Erlinde"; dat het
geen bijval vond, griefde en verbitterde hem. Ook
schijnt de opvoeding zijner moeder hem veel kwaad
gedaan te hebben. Tot Jenny von Gustedt zeide
hij: »Gij weet, hoe onze moeders onze jeugdige
gemoederen voor het edele en groote trachten te
winnen, soms door liefde en, als het niet anders
kan, met zweep en sporen." Kvenzoo, doch met
meer gelatenheid, leed Walther er zijn geheele
leven onder, dat zijn composities niet werden op
gemerkt. De ruwe buitenwereld kwetste en wondde
hen; zij trokken zich hoe langer hoe meer in zich
zelf terug. Het geslacht van den grooten dichter
der levensvreugde en levenslust verkwijnde in
wrok en haat tegen de wereld en het bestaan.
Het drama, dat Goethe's familiegeschiedenis in
tragische kracht overtreft, moet nog gesehreven
worden.
««IHIIIIIUHI u ninniiii
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUlltlllllllIlIlllllllllM
Josef Lauff.
Des heeren Josef Lauff reputatie als schrijver
is in Duitschland op dit oogenblik nagenoeg ge
vestigd. In Nederland is bij zoo goed als onbe
kend. Zijne gedichten, die ieder een boekdeel be
slaan, zijn: Jan van Calker, der Helfensteiuer en
«Die Overstolzin". Met »Die Hexe" is hij begonnen
in proza te schrijven. Deze geschiedenis uit de
zestiende eeuw, toen het verbranden van heksen
nog in vollen gang was, is geschreven in rhytmisch
proza, in een proza waar de rhytmus vrij sterk is
doorgevoerd en dat zich daarom met een zeker
genoegen laat lezen.
H>H is overbekend dat er in den laatsten tijd
zoo goed als geen leesbaar boek in het uitsch is
verschenen. Men mag daarom blij wezen in die taal
eene aangename distractie te kunnen hebben.
Alfradis, de eenige dochter" van een overleden
patriciër, (de moeder is ook dood), wordt verliefd
op een koorddanser, Sebaldus geheeten. Deze maakt
deel uit van een troep zwervende acrobaten, goo
gelaars, zangers, waarzegsters etc., maar hij was
van goede afkomst. Zijn vader, een hoofdofficier,
was gevallen in eene beroemde cavalleriecharge in
den slag van Pavia tegen Frans I, koning van
Frankrijk. Ook wordt Sebaldus bemind door een
meisje uit den acrobatentroep, Sigorue, die met
hem sinds zijn kindsche jaren is opgegroeid onder
den blooten hemel, in hun zwerftochten door
ZuidDuitschland. Hij wendt zijn hart tot Alfradis en
laat zich opnemen in een klooster, waar hij, zonder
plan te hebben om monnik te worden, de wijsbe
geerte en andere wetenschappen studeert. Hij wordt
zeer knap en verdedigt zegevierend op het laatste
examen zijne stellingen. Zijn kwade geest is broeder
Ramuldus, die, na zelf in de liefde vroeger teleur
gesteld te zijn geweest, de liefde van Sebaldus wil
vernietigen en hem wil zien opgenomen in het
klooster als monnik, die de drie geloften heeft af
gelegd. Ramuldus weet te bewerken dat Alfradis
van tooverij wordt aangeklaagd en ten slotte wordt
veroordeeld om als heks verbrand te worden. Maar
Sebaldus rent naar den keizer, legt hem hem het
geval bloot en verkrijgt gratie voor Alfradis. Reeds
luidt het klokje voor de brandstapel, toen de diena
ren des keizers kwamen aandraven en den voort
gang van de verschrikkelijke plechtigheid stuitten.
De schrijver is een Duitsch artillerie officier, die
wel onder zijne collegas een uitzondering mag
heeten. Want vooral in Duitschland vindt men
onder de mannen van de uniform slechts zeer zel
den esn schrijver. Milita;ren hebben uitstekende
memoires te boek gesteld. Te beginnen met Cesar
wiens Latijnsch proza onovertroffen is. Fantasie
werken hebben soldaten zelden geschreven : de daad
werkt doodend op de fantasie. De heer Lauff is
reeds //hauptmann" en heeft het op zijn leeftijd,
die nog niet ver is gevorderd, evenver gebracht
als zijne collegas die niet schrijvers zijn. Zijne
verhalen zijn misschien te theatraal (hij is zeker
veel in den schouwburg geweest), zijn taal is dik
wijls gesaccadeerd naar de manier van de meeste
Duitsche officieren, n qualiteit heeft hij, zijn
diep gevoel voor de natuur. Hij mag somtijds
dit gevoel onbeholpen uitdrukken, dat gevoel is
van hem en geheel oorspronkelijk.
Waar uit het Duitsch in den laatsten tijd zoo
vele onbeduidende en vervelende boeken worden
vertaald iii het Nederlandse!), mag men wel, dunkt
me, een minder onbeduidend en een minder ver
velend releveeren. Er is hier niets langdradigs,
de beschrijvingen zijn kort, de dialoog is schaarsch.
In groote trekken staat het naakt verhaal voor de
oogen van den lezer. Kloosterscenes, teekeningen
van het leven der patriciërs in de stad Regensburg,
schilderingen van heide en bosschen, donkere ker
ken, heksenprocessen! Dat alles discht ons de
schrijver in dit boek op. Er over heen ligt een
waas van oudheid en mysticisme, dat in den laat
sten tijd voor velen een eigenaardige bekoorlijk
heid bezit.
Het boek eindigt met een lied aan den nacht,
waarvan de aanhef aldus luidt:
Jetzt blitzt es auf an allen Enden,
Die lieben Sterne sind entfacht;
Den düstern Schleier hoch in Handen,
Steigt zaubergleicli herauf die Nacht.
Wie feierlich nun allerorten
Der Traum auf weichen Sohlen geht;
Es summt in klaren Silberworten
Der ferne Rhein sein Nachtgebet.
Die Nachtigall sie that es schmettern
Vom Kirschenbliitenglast umflockt,
Was dort in rieseuhaften Lettern
Am blauen Firmament frohlockt.
Es ist das junge Lied der Liebe,
Was dort am Himmel leuchtend steht.
Was aus dem dunklen Blattgetriebe
Der laue West herübjrweht.
F. E.
Het oudste boek van de wereld zal wel
de Prisse-papyrus, n der schatten van
de»Bibliothèque nationale" te Parijs, zijn. Deze papyrus
werd door Frisse gevonden in een Thebaansch
graf, dat behalve dit geschrift nog de mummie
van een lid der eerste Thebaansche dynastie
bevatte. Hieruit volgt, dat het boek minstens uit
de 25ste eeuw voor Christus dagteekent; doch
uit het boek zelf blykt, dat het nog van veel
ouder dagteekening is en tot de regeering van
koning Assa opklimt. De titel luidt: »Voorschrif
ten van den prefect Ptah-Hotep, die onder Assa,
koning van het Noorden en Zuiden, leefde." Deze
Assa regeerde 3350 jaar voor Christus. De prefect
in het oude Egypte was de vertegenwoordiger van
de hoogste macht des konings, de tweede man in
het rijk. Het boek van den prefect Ptah-Hotep
is in 44 hoofdstukken verdeeld en in de
rhytmische priestertaai geschreven. Het richt zich
tot de hoogere klassen en bevat een menigte
wenken en voorschriften, die de hedendaagsche
moralisten gaarne zouden onderschrij f en. Naar
zijn meening moet een hooggeplaatst ambtenaar
de wetenschap en wijsheid in eere houden en
naar haar raad luisteren; hij moet in alles ge
matigd zijn, zijn macht niet misbruiken en er
naar streven, eerder liefde dan haat op te wekken,
want alleen op zulke wijze kan men een goeden
naam bij het nageslacht verwerven. Uit zijne
opmerkingen betreffende God blijkt, dat het
monotheïsme met de godsdienstige voorstellingen
van het oude Egypte uitstekend overeenstemde.
In zijn boek vertelt de prefect dat hij 110 jaar
oud werd en alle gunsten en waardigheden ver
wierf, waarover de Egyptische koningen te be
schikken hebben.
De Stanford- Universiteit in Californië, door
den overleden senator Leiand Stanford gesticht,
zal weldra de rijkste universiteit der wereld zijn.
De Vereenigde Staten hebben overigens geen
gebrek aan schatrijke Universiteiten. Zoo bezit
b. v. de Columbia-Universiteit een kapitaal van
2000000 pond sterling, Harward en Yale even
zoo veel, de California 1400000 pond sterling en
de John Hopkins (JOOOOOO pond sterling. De
Stanford-Universiteit echter zal binnen korten
tijd een kapitaal van 40000000 pond sterling be
zitten, welke som een jaarlijksch inkomen va<;
2200000 pond sterling zal afwerpen. De
uitstekendste mannen in de Vereenigde Staten houden
zich bezig met de vraag, op welke wijze men
van deze kolossale middelen het beste gebruik
zal maken.
Zooals men weet, zal er in Wales een Univer
siteit worden opgericht. In de statuten, die dezer
dagen aan het parlement ter beoordeeling zijn
gezonden, vindt men deze twee bepalingen:
Vrouwen zullen zoo goed als mannen alle aca
demische graden kunnen behalen en voor iedere
betrekking, waarvoor een academische graad
vereischte is, verkiesbaar zijn.
Van Amstels Middenstand, weekblad gewijd aan
plaatselijke belangen, officieel orgaan van de
Vereeniging »Arnstels Middenstand" verscheen
19 Augustus het Ie nummer.
?uiuiiiiiiiiiiutiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiminiiiHimiiiuit
tTENSCHAP
Helen Keiler.
Helen Keiler, het oudste dochtertje van majoor
Arthur Keiler uit den staat Alabama in de Ver
eenigde Staten, werd in het jaar 1881, toen zij
18 maanden oud was, ten gevolge van een hevige
ziekte blind en doofstom. In 1887 werd zij aan
de goede zorgen van miss Sullivan, een jonge
onderwijzeres in het blindeninstituut Perkins te
Boston, toevertrouwd. Dank zij veel geduld, veel
vindingrijkheid en veel toewijding slaagde deza
er in de sterkte, die men voor onneembaar zou
kunnen houden, binnen te dringen en daar het
licht der rede, der verbeeldingskracht en der
wetenschap te ontsteken.
«Terstond nadat zij mij was toevertrouwd," zegt
zij, »begon ik haar het hand-alphabet te leeren, mij,
om mij begrijpelijk te maken, bedienende van alle
voorwerpen, die mij omringden. Met de meest
zorgvuldige nauwkeurigheid bootste zij al mijn
bewegingen na en scheen zeer goed te begrijpen
dat ik haar den naam der voorwerpen, die wij
aanraakten, leerde. Binnen weinige dagen kon
zij haar naam spellen en weldra ook de woorden,
die een voorwerp of handeling aanduidden:
»Helen is in de kamer; de doos staat op de
tafel." Maar ik bemerkte spoedig dat deze me
thode voor de behoeften van mijn leerlingen niet
toereikend was; ik bepaalde mij niet meer tot
die uitdrukkingen, waarvan zij den waren zin
begreep, maar begon mij ook van woorden te
bedienen, die haar door het verband alleen dui
delijk moesten worden. Ik bemerkte dat zij liet
gebruik er van vaak zonder iets te vragen be
greep. Ik ging soms tot vrij lange zinnen over,
mij meer dan eens van een woord bedienend,
waarvan zij den waren zin niet begreep, dien
zij dan echter door de samenhang en opeenvol
ging der ideeën langzamerhand raadde. Na
weinige maanden leerde ik haar het alphabet
en relief, dat bjj de blinden ia gebruik is en in
Juli kon zij reeds een brief, leesbaar en zonder
fouten, aan een harer nichtjes schrijven. Ze leest
veel boeken, vooral sprookje, geschiedenis en
poëzie, onthoudt voortreffelijk en geeft het
gelezene met veel juistheid weer.
Dit alles was reeds verrassend en verwonderlijk.
Natuurlyk mag niet vergeten worden dat men,
met een bijzonder scherpzinnig kind te doen heeft.
Zij zou het echter nog verder brengen. In 18SIO be
greep zij, dat de middelen om zich uit te drukken,
waarvan zij zich bediende, verschilden van die,
welke haar vriendinnetjes in het blindeninstituut
gebruikten. »Hoe komt het toch, vroeg zij op zekeren
dag, dat de blinde meisjes met hun mond kunnen
spreken? Waarom leert men mij dat ook niet?"
Men antwoordde haar, dat er werkelijk scholen zijn,
waar men de stommen leert spreken, doch dat
dezen den mond van hun meesters kunnen zien
en dat dit een vereischte is. Eenigen tijd na dit
gesprek vertelde een dame haar de geschiedenis
van een Noorsch meisje, dat blind en doofstom
was, en dat had leeren spreken en begrijpen, wat
haar meesters zeiden, door hun lippen te betasten.
Helen's vreugde was grenzenloos; zij had geen
rust voor men haar beloofd had met haar het
zelfde te beproeven. Men bracht haar bij miss
Fuller, directrice eener school voor doofstomme
meisje te Boston. Z\j was toen drie jaar onder
leiding van miss Sullivan geweest.
Dit was een nieuw tijdperk van vooruitgang.
»Ik begon, aldus schryft miss Fuller, met haar
omtrent de ligging en het onderling verband
der verschillende deelen van den mond en de
luchtpijp bekend te maken. Ik liet haar hand
het ondergedeelte van mijn gezicht betasten
en stak haar vingers in mijn mond. Ik maakte
mij gereed den klank i uit te spreken en vestigde
haar aandacht op de ligging der tong en den afstand
van de tanden; tegelyk bracht ik haar vingers aan
het onderste gedeelte van mijn keel en sprak den
klank herhaalde malen achter elkander uit. Vol aan
dacht scheen zij naar mij te luisteren. Nadat ik opge
houden had, bracht zij de vingers aan haar
eigen mond en hals en nadat zij de tong op den
juisten afstand der tanden had gebracht, gelukte
het haar den klank i duidelijk uit te spreken.
Wij deden hetzelfde voor de a eüde o en weldra
was zij bij machte het woord arm zeer zuiver
uit te spreken en was niet weinig verheugd, toen
zij vernam, dat zij een woord had uitgesproken.
Sedert behoort Helen weder tot de wereld der
levenden; niet alleen kan zij zich door lezing
de schatten der moderne beschaving eigen maken,
maar bovendien is zij in staat haar gedachten
en indrukken aan haar omgeving door het woord,
aan afwezigen door de pen mede te deelen.
lltllfltllllltllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHtllllllllHIlllllllllllllllllllltttlllllllU
Linnen en zijde. Ttsselschade.
Geleerde dansen. Een menu.
Van de Engelsche badplaatsen, waar veel aan
roeisport, aan boot- of jachttochtjes, aan visschen
on rijden gedaan wordt, komen als modedracht
meest combinaties van stoffen die gewasschen en
die niet gewasschen kunnen worden, zooals
opgeregen revers op linnen of piquécostumes, wit
katoenen crêpons met los ingezette zijden vesten,
geborduurde linnen costumes met zijden jaquettes
of zijden dofmouwen, enz. Ook maakt men
costumes van eenige soorten wit linnen, met
grootere of kleinere damastpatronen; en vooral
ook van de zijdesoorten die gewasschen kunnen
worden. Deze zijde blijft in de natuurlijke kleur;
zij gaat door onder de namen Tussore, Munga en
Ena. De Tussore (»tusser" of »tassar") komt
uit Engelsch-Indië; de prijzen zijn heel ver
schillend, omdat men de productie niet naar het
verbruik kan regelen. Zij is namelijk afkomstig
van eene wilde zijderups, wier vlinder een
zwerver is, en niet binnenshuis kan gekweekt
worden. Zij is dus soms vrij schaarsch, maar
meestal heel overvloedig. Anders is het mot de
munga (een mooie havanabruine soort) en de
eria, die beiden uit Assam komen. Ze worden
maar in kleine hoeveelheden gewonnen; een
inlandsche vrouw haspelt en spint slechts zooveel
als zij voor haar eigen gebruik noodig heeft, maar
deze zijden gewaden zijn zoo sterk, dat ze meer
dan een menschenleven duren, en vaak van
moeder op dochter en kleindochter overgaan.
Misschien echter hebben ze in Assam niet zooveel
van het wasschen te lijden, als wanneer een
Europeesche ze jaar in jaar uit wilde dragen.
*
De »Algemeene Nederlandsche
vrouwenvereeniging Tesselschade" vermeldt als groote
financiocle gebeurtenis in haar verslag over 18!)2
18:)3, een legaat doorMej. P. S. Zeegers Veeckens
in 1888 te Wiesbaden overleden, ten bedrage
van 200.000 gulden. Ofschoon dit met dankbaar
heid bericht wordt, merkt het bestuur terecht
op, dat met geld alleen de vereeniging, opgericht
met bet doel «beschaafde onvermogende vrouwen
in hare eigene pogingen om in haar onderhoud
te voorzien, te steunen" eigenlijk niet geholpen
is. Het geld intusschen kan dienen om de gele
genheden tot verkoop uit te breiden, de algeineene
kosten te bestrijden, de voorschotten te vermeer
deren ; het behoeft ook geen afbreuk te doen
aan het met liefde ijveren voor de zaak, het
steunen van vrouwen door vrouwen, zooals dat
sinds jaren geschiedt.
Nieuwe loopbanen of betrekkingen werden dit
jaar niet door Tesselschade geopend; een ver
waarloosd vak werd weer opgenomen en aan een
protégée geld verstrekt om het bloemenmaken te
leeren. Voorts werd 17,500 uitbetaald aan 45(j
werksters. Dit laatste cijfer is 4 lager dan het
vorige jaar, waarschijnlijk daaraan toe te schrijven
dat er meer en meer neiging ontstaat onder de
vrouwen om zich zelfstandig te maken, terwyl
ook langzamerhand de meening verdwijnt, dat
werken voor eigen onderhoud vernederend zou
zjjn en men dus openlijk voor zjjn werk uitkomt
zonder den dekmantel der anonymiteit van
»Tesselschade" te hulp te roepen een verblijdend
verschijnsel dus.
De verslagen van de afdeelingen geven eenige
details. Den Haag had een voordeeligen bazaar in
October, ontving veel bestellingen van H. M. de
Koningin-Regentes, en verkocht veel geconser
veerde vruchten. Amsterdam behaalde met eene
collectie poppen in nationale costumes op de
Tentoonstelling te Brussel eene medaille Ie prys;
eene belangstellende jonge dame verkocht vele
dezer poppen en eenig houtsnijwerk in
OudHollandschen stijl aan de badgasten te Domburg.
Het verkocht ook veel met St. Nicolaas aan H. M.,
veel op de bazaars in de verschillende afdeelin
gen ; het bemiddelingsbureau hielp 50 dames aan
betrekkingen. Vlissingen hield een bazaar in het
badhuis, Maastricht een te Valkenburg. Haarlem
bezorgde aan 42 dames betrekkingen; de overige
afdeelingen hielpen hare werksters aan
naaiborduur- en breiwerk, vertaalwerk en allerlei
andere bezigheden.
Op de algemeene vergadering werd o. a. een
punt behandeld, dat wel overweging verdient.
De vereeniging geeft namelijk een orgaan uit,
en neemt daarin advertenties op. Het was nu
de vraag of het bestuur zich ook verantwoor
delijk stelde voor de soliditeit der advertenties,
en dus alleen die opnam waarvoor het kon in
staan. Besloten werd, alleen voor de genum
merde advertenties, door de directrices der af
deelingen ingezonden, verantwoordelijk te zijn,
maar ook alle andere te blyven opnemen.
Voor de volgende algemeene vergadering werd
eene uitnoodiging van de barones van Nagell
van Ampsen, op den huize Ampsen bij Lochem,
aangenomen.
* *
*
In bijna geen ander land ziet men, zooals in
Engeland, door de dames op feesten diamanten
tiara's of diademen dragen. In Frankrijk, in Oos
tenrijk, waar ook genoeg oude diamanten zyn,
worden ze naar den smaak van het oogenblik ver
zet of gearrangeerd; wie in Engeland een diamanten
tiara in de familie heeft, draagt haar onveranderd
bij alle groote gelegenheden. Wonderlijk is het
dat men ze daardoor niet gracieuzer gaat dragen ;
men merkt telkens op, dat ze de eene topzwaar
naar den neus zakken, de ander te hoog op de
kruin zitten ; de prinses van Wales is een van
de weinigen, die men er op alle portretten in de
perfectie mee getooid ziet; toch denkt men allicht
aan prinsessen uit een wassenbeeldenspel.
* *
*
Dezen winter zijn ook te Parys, evenals in Enge
land en aan het Berlijnsche hof, de »geleerde dan
sen" voor een groot deel in de plaats gekomen,
van het algemeen gespring. Eenige paren stu
deerden een memiet de la cour en later kwam er
een menuct fin, de siècle; ook pavanes, courantes,
yigue?, alle een beetje gemoderniseerd, kwam op
het programma voor. Voorts was er een pas de
guatre, een mengsel van wals en polonaise, die veel
succes had. De geleerde dansen hebben dat voor,
dat zij ook de niet dansenden amuseeren, dat zij
repetities vorderen en zoo van oen bal er vier of
zes maken, en dat zij onder de jongelui een zekere
intimiteit en gezelligheid bevorderen, die sommige
moeders niet ongaarne zien. Overigens zijn al de
dansen, behalve de wals, in verval.
* *
*
Een menu voor een tijn diner ,1 deux, niet te
kostbaar en niet te moeielijk klaar te maken:
sole i\ la Turque; cötelettes d'agneau paneés;
pigeon il la Marquise; salade depetits
pois;pouding h la crème; Mayonnaise.
Sole a la Tu,rqne. Snijd een tong midden langs
de graat open en licht de filets aan beide kanten
met de punt van een mes op. Wrijf dan eenige
garnalen met wat bo*er, wat velouté-saus, zout en
goed peper. Zeef dit en leg het onder de opge
lichte filets, zoo dik mogelijk; plaats dan de tong
in de pan met een wijnglas sherry, wat blanke
saus en kruiderijen, strooi er wat beschuit over
en bak het in een matigen oven.
Ct'itelettes d'agneau panées. Kruid de cóteletten
met zout en peper; wentel ze in broodkruimels,
dan in goede olie en rooster ze zorgvuldig. Dien ze
op met een macédoine van verschillende groenten.
Pigeons a la marquise. Onder de borst van de
opgemaakte duiven wordt een sneedje spek ge
bonden en de vogel daarmede twintig minuten
gebakken of geroosterd, dan het spek weggeno
men en de vogel op gebakken croütons
opgedischt, met een puree van champignons en ge
bakken aardappelen.
Salade de petits poif. Men kookt wat jonge
doperwten en voegt er versche boter en kruize
munt bij, maakt een sausje van hard gekookte
eieren, mosterd, peper, zout, olijfolie en
dragonazijn; hakt wat kruizemunt en dragon en voegt
het koud bij elkaar.
Pouding d la crème. Men belegt een vorm van
binnen met een figuur van geconfijte kersen en
geschilde amandelen in vlakjes gesneden, giet er
een weinig gelei van kalspooten (gekleurd en
geparfumeerd naar den smaak) op, zet op dat
laagje een tweeden \o.~m en giet daaromheen gelei
tot boven aan. Als dit gestold is, neemt men er
den binncnsten vorm uit, klopt drie eierdooiers,
roert daar een pint melk door, naar don smaak
gezoet en met vanille geparfumeerd, voegt er een
klein half ons gelatine bij en roert deze crème
tot ze stijf wordt zonder te koken. Als het ge
heel koud is, roert men er nog wat room dooi
en .yiet het midden in den vorm, om te stollen.
Mayonnaise. Koud kalfsvleesch, wild, kippen,
kreeft en visch, alles aan dobbeltjes gesneden,
wordt bedekt met schijfjes geroosterd bruin brood.
dan met dikke mayonnaise bedekt en gegarneerd
met gehakte peterselie en het vleesch uit do
kreeftenscharen.
E?e.