De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 27 augustus pagina 6

27 augustus 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 844 Uit Dr. GrAJSTNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). bourgeois-klayerblad of: Rost is de eerste plicht van den anarchist! (UIK). Vtr anr/tri liinfralt dtr YntThni uni-J 'raat Br. Ulk biedt den parlementariërs der sociaal-democratie voor hun stevig optreden te Zürich de JMtrgerkroon aan. Hulp in den nood. Kapiiein von Brixen, een kuap, deftig heer, in 't begin van de vijftig, had twee geheimen. Het eerste was, dat hij al sedert vijf en twintig jaar-een pruik droeg. Geen mensch wist iets van dit geheim. Het tweede was van jongeren datum. Von Brixen was verliefd. Verbeeld u een kapitein, een. deftige vijftiger verliefd. De zaak wordt echter interessanter: Kapitein VOU Brixen was verliefd op zijne zoogenoemde nicht Truida Tapenbek, die even haar twintigsten zomer gepasseerd was. Truida Tapenbek Vas de jonge dochter van een gestorven kameraad Vin onzen kapitein, en uit deze kameraadscliappelijke betrekking dateerde het nichtschap. Inderdaad, Brixen had de kleine Truida ten doop gehouden, had haar later snoepgoed en speelgoed gebracht en zich oom Brixen laten noemen tot nu, tot op heden. Hij bracht ook nog heden snoep goed voor de kleine Truida" mede. Maar het «oom" hinderde hem nu. Te duivel ook. De//kleine Truida" was mooi en heer vou Brixen nog onge trouwd. Ook van dit geheim wist geen mensch iets af, zelfs Truida Tapenbek niet, die nog heden haar «lieve oom Brixen" met dezelfde onbevan genheid begroet had, waarmede zij hem sedert Baar vroegste kindsheid gewoon was te ontmoeten. Dat zou echter nu een eind nemen. Von Brixen was het jongezellenleven moede en Truida Tapen bek nu juist oud genoeg om uit het nichtschap in het degelijker eu gelukkiger leven van ver loofde en echtgenoote te kunnen treden, Daaren boven stond Kerstmis voor de deur. In den lichtglans van den kerstboom zou het beslissend woord gesproken worden, de kerstavond zou hem als gelukkig bruidegom, Truida Tapenbek als geIttkkige bruid zien. Zou het anders kunnen uit vallen ? Pats? Niet mogelijk. Van Bixen keek naar zijn deftig spiegelbeeld en streek daarbij met wel gevallen over den glanzenden zwarten baard. Wanneer Barneberg den bouquet maar bijtijds stuurt. Het zou afschuwelijk zijn, wanneer hij mij in den steek liet. Een verloving zonder bruidsbouquet! Ondenkbaar! Nu dat zullen we zien ! Het is overigens een vertrouwde kameraad!" Ja, hij had reeds aan den bruidsbouquet gedacht, ie goede //oom Brixeu". Voor zijn vertrek naar bet garnizoen had hij het zijnen adjudant, den lui tenant von Barneberg op het hart gedrukt, per soonlijk er voor te zorgen dat hij bijtijds afgezonien werd. . Truida Tapenbek en hare moeder hadden met den .//lieven oom Brixen" om vier uur koffie gedronken, toen hadden zij zich teruggetrokken. Er was nog zooveel te doen voor de kersttafel. Dok Brixen had zich op zijn logeerkamer begeven. Voor* de eerste maal in zijn leven voelde hij zich «rustig; zijn hart klopte onstuimig tegen de ribben. ?/Voor den duivel,oude Brixen, schaam je!" fluisterde hij in zichzelf, en om het kloppende slagwerk in de borst met geweld rust te gebieden, wierp hij zich op een divan, om met diepe ademhaling het hart tot bedaren te brengen. Spoedig trokken ook de gelukkigste toekomstbeelden langs zijn geestesoog en hij sliep onder gelukkige droornen in. Het behoorde niet tot Brixens gewoonten overdag te slapen, maar toch hij sliep vast en rustig, meer dan een uur lang. Hij had wellicht nog langer geslapen, als hem niet een gevoel van koelte op zijn schedelhuid gewekt had. Brixen sprong op. De pruik was hem van 't hoofd gevallen. Daar het reeds schemerde, tastte hij er op de soplia naar. Vergeefs. //Zij zal op den grond gevallen zijn," fluisterde hij en stak een kaars aan. Maar ook hier zag hij het verweuschte ding niet. i/Schockschwerenoth, waarachtig zij is er afgevallen, zij moet er dus ouder liggen !"; hij lichtte onder de sopha, daar ziet zijne onvaste blik glanzende zwarte haar lokken op den grond verstrooid lip-gen en, als hij de oogen verder liet gaan, zag hij Truida's schoot hondje bezig, de mooie schedelbedekking in dui zend stukkeu te scheuren. De goede Brixen voelde zieli alsof hem een be roerte getroffen bad. De cenige pruik die hij bij zich had, gehavend in de tanden van den hond ! Zonder twijfel was het oridier hem onbemerkt nageloopen, toen hij de dames verlaten had. Brixen greep naar zijn degen en stommelde daarmede onder de divan. De houd begon te blaffen. //Ook dat nogl" steunde de ongelukkige kapitein eu hield op met stommelen. Hij stond op en blikte radeloos roud. Wat te doen? Onmogelijk kon hij zich zonder pruik laten zien en, zelfs wanneer hij ze den houd afnam, was het niet mogelijk het verscheurde ding op te zetten. Op dit oogenblik naderden schreden buiten. Brixen sprong naar de deur eu sloot ze af. Men klopte. // Wie is daar ?" //Een postpakket, kapitein !' Ah-ha !" Een bittere trek gleed over het gelaat van den kapitein. liet was zeker de bruidsbouquet, dien Barneberg had moeten zenden. Wat hielp hem dat thans ? Zet het alsjeblieft maar voor de deur neder," beveelt hij, ik ben juist aan het toilet maken." De knecht deed, wrt hem bevolen was on ging heen. Luisterend bleef Brixen aan de deur. totdat de stappen van den knecht weggestorven waren, toen hing hij een handdoek over zijn hoofd en opende voorzichtig de deur. In orde het was een postpakket uit de residentie, maar de kapi tein keerde het pakket om en om, dat kan toch onmogelijk een bouquet zijn '- Wat heeft die Bar neberg daar voor een vergissing begaan !" Hij vergat voor een oogenblik den ongelukkigen toestand waarin hij zich bevond en haalde het pakket vol ergernis open. Daar heilige Brahma ! Door von Brixen liep het heet en koud tegelijk, daar blonk uit de doos een glanzende, zwarte, fonkelnieuwe pruik, aan de zijne op een haar gelijk. Brixen vreesde te droomen en uit dien droom te ontwaken ; maar het was een feit. Hij zette de pruik op en trad daarWat de heer Goschen in het nest van de lersche quaestie yindt. (Judy). 1. Het Britsche rijk (voor 't mooi, van buiten); 2. den Grand Old Man; 'A. den lersclien patriot (Sexton); 4. den ordinairen samenzweerder of Moonshiner on 5 ....den bisschop! mede voor den spiegel, zij zat als geschilderd. Nu liet de kapitein den hond den hond. Hij behoefde zich niet meer te verbergen. Maar hoo kon da_t zijn. Hoe was het mogelijk geweest, dat hem zijn adjudai.t in plaats van den bestelden bouquet eene pruik zond 'f Zonderling! Vergenoegd en verrast maakte hij thans werkelijk toilet. Hij was pas er mede klaar, daar werd er weer aan zijne deur geklopt. //Binnen ! ! ' //De luitenant-adjudant von Barneberg!" diende de knecht aan. Ah waarde Barueberg !" De kapitein trad zijn jongen adjudant lachend tegemoet. //Je hebt mij daar een mooion streek gespoeld '."... //Ik vraag u duizendmaal excuus, kapitein, mijn oppasser ... Ik kom expres daarom hierheen rijden, de bouquet zal zoo meteen hier gebracht worden. De pruik is voor mij bestemd, ik moet ze op een bal-masquc hebben, dat op oudejaars avond bij mijne tante zal plaats hebben. De knecht heeft de kist met den bouquet in mijn koffer ge pakt eu het andere pakket, aan u gezonden." ,/Ah ?,oo '. Nu, waarde Barncberg, de bouquet komt nog vroeg genoeg : maar uw pruik 't doet mij werkelijk zeer leed! ik had het pakket ver wonderd opengemaakt ja wat zal ik veel praten, het houdebeest van mijne nicht heeft het ding daar onder de schrijftafel te pakken, als ge mij helpen wilt om het meubel van den waifd te schuiven". . . . Dit geschiedde en lachend namen de beide hoeren den knorreudcn hond de erg ge havende pruik af. Ik betaal u natuurlijk wat het ding kost, waaide Barneberg," lachte van Brixen, terwijl hij de stukken in de kachel wierp, waar zij lustig brandden. »Voor uw bal-masquéis liet nog tijd genofitr, om een nieuwe te bestellen" . . . De bruidsbouquet kwam ook nog'aan, maar werd niet meer als zoodanig gebezigd ; inplaats daarvan bleef Barueberg bij mevrouw Tapenbek voor deu kerstavond te gast, en in zijn gezelschap ging den goeden kapitein de overtuiging op, dat hij beter voor oom" dan voor minnaar van de jonge Truida paste. Hij is derhalve ook de //lieve oom Brixen" gebleven, Truida's verloofde is echter spoedig daarna de heer von Barneberg geworden eu zijn kapitein heeft den echt zouder jaloezie gezegend. De beide geheimen zelf zijn nog lieden geheimen, en ik ver zoek de beminnelijke lezeressen, ze niet te ver klappen. Frankrijk en de Eugelsche diplomatie. (Moomhine). \ President Carnot (lot Lord lïoselerry) : »Maak je zoo dik niet, kettert je; zoolang Monsieur Gladstone je baas is, mag je toch niet bijten."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl