Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEEDAMMEK
A°. 1893
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Ditnommer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond
Uitgeven J VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel brj de Vijzelstraat, 542.
Zondag 3 September
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/" 1.65
Voor Indiëper jaar mail,, 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar .... 0-12*
Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel
0.20
0.40
I N H O U Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Een huwelijk uit liefde, naar Ludovic
Halévy. II. MUZIEK, door van Milligen.
Het musée de l'opéra te Parrjs. Philipje, (In
gezonden.) door Philippophilus.
AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST, door V. KUNST
EN LETTEREN: Van 't beste uit Bredero, door
J. L. C. A. Merjer. WETENSCHAP: Jean
Martin Charcot, 1825?1893, door Prof. Dr. B.
J. Stokvis. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES,
door E-e. ALLERLEI. RECLAMES.
UIT Dr. GANNEF's STUDEERKAMER.
PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVER
TENTIËN.
«iiitiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiijiiiiuiiiiiHiiiiiimiiiiiiMMin
SEven als in elk najaar, is ook thans weer
het slot Fredensborg bij Kopenhagen ge
tuige van eene vriendelijke familie-reunie.
Koning Christiaan van Denemarken en zijne
echtgenoote vereenigen daar hunne kinderen
en kleinkinderen om zich heen. Aan het
reizen en trekken van den prins van Wales
wordt geen bijzondere beteekenis gehecht;
de koning van Griekenland is buiten de
grenzen van zijn land slechts dan een per
soon van gewicht, als de Franschen uit zijne
aanwezigheid op een hunner badplaatsen
politieke munt trachten te slaan; de hertog
van Cumberland, ofschoon nog steeds preten
dent, heeft lang opgehouden een belangwek
kend pretendent te zijn en de Deensche
prinsen spelen in de hooge politiek nog
geen rol. Des te meer zijn de oogen gericht
op een der vorstelijke schoonzoons, den czar,
voor wien de dagen iu de eenvoudige om
geving van Fredensborg eene ware vacantie
zijn. Zal hij op zgne leenreis of terugreis,
den Duitschen keizer bezoeken, of zal dezen,
zoo hij niet naar Kopenhagen wil reizen,
den machtigen buurman rendez-vous geven
op de réede van een der Oostzee-havens ?'
Ziedaar gewoonlijk de eerste vraag, die
naar aanleiding van czar Alexander's
vacantiereis wordt gedaan. Dezen keer schijnt er
van eene ontmoeting niets te zullen komen.
Noodig is zij dan ook niet, want de
zoetzure verhouding der beide souvereinen zou
nMIllHHMMUIIIIItlnil
iiiiiiiiiiiiiiti
EEN HUWELIJK UIT LIEFDE.
Naar het Fransch 'van L. Halévy.
2) DOOK
LOCO.
»Niets over jou. ..
»»Zou het waar zijn
Daar, luister maar:
wat grootmama eer
gisteren zei: 't" Is vreemd, die kleine
Jane is zoo op eens een mooi meisje gewor
den! En dan volgt er een heel gesprek
tusschen mama en grootmama: mama nam
het haar kwalijk, dat zij zulke dingen in
mijn presentie durfde zeggen, dat zou mij
maar nuffig maken, enz... enz. Niets van
belang, zeg ik je... Vervolg!"
»Ik heb niets den 22sten."
»Ik ook niet."
»-s>23 Mei. Jupiter is gekomen. Op het
terras en in 't bosch het paard geprobeerd.
Het dier bevalt mij uitstekend.''
»En over mij ?"
»Niets."
»Dat is niet aardig, want ik, ik heb wel
iets over jou den 23ste. »Het jongmensch
dat mij eergisteren in den trein zoo aan
keek, is militair. Hij is daareven in uniform
te paard voorbij gekomen. Hij had drie
zilveren strepen op de mouwen. Ik zeg, dat
hij voorbij is gekomen, hij deed meer dan
voorbijkomen ... Het is al te dol om dat neer
te schrijven, maar, enfin, niemand zal het le
zen ... Zou hij mij werkelijk opgemerkt hebben
er zeker geenerlei verandering door onder
gaan ; de economische betrekkingen tusschen
Rusland en Duitschland zouden er niet door
verbeteren, en het bezoek van de Russische
vloot aan Brest zou er niet om worden uit
gesteld. Hoe ontstemd de czar is over den
tegenwoordigen loop van zaken, blijkt uit
het feit, dat hij zich niet eens liet vertegen
woordigen bij de begrafenis van Hertog
Ernst II van Coburg Gotha, ofschoon het
overlijden van dien vorst de eigen zuster
van den czar, de hertogin van Edinburgh,
op den troon van het Duitsche vorstendom
heeft gebracht. Een Russische vertegen
woordiger bij eene plechtigheid, die door
vorst Ferdinand van Bulgarije, zij het dan
ook alleen in zijne qualiteit van »Coburger"
werd bijgewoond, dat zou immers al te
erg zijn !
Intusschen, hoe onvriendelijk men ook
moge oordeelen over de Russische politiek,
die zelfs tegenover de nieuwe Fransche
vrienden ieder spoor van hartelijkheid en
warmte mist men zal haar geen gebrek
aan geduld en volharding kunnen verwijten.
Gaan de zaken op het Balkan-schiereiland
niet naar wensch, welnu, men kan te S t.
Petersburg wachten, en men heeft er mér
ijzers in 't vuur. Leger en vloot kunnen
worden uitgebreid, met het oog op den tijd,
waarin het bloedige ernst wordt. Van het
leger merkt men buiten af niet veel; met
de uitbreiding der vloot gaan de Russen op
meer demonstratieve wijze te werk. Zoo
heeft het zeer de aandacht getrokken, dat
de czar zijne reis naar Fredensborg, voor
hem inderdaad het beloofde land van rust en
vrede, een paar dagen afbrak tot het leggen
van den eersten steen voor de oorlogshaven van
Libau, en de Duitsche pers heeft dadelijk in
deze versterking van Rusland's zeemacht
eene bedreiging van Duitschland gezien.
Van meer belang echter komt ons het plan
van Rusland voor, om een vlootstation te
vestigen in de Middellandsche Zee. De
Fransche bladen verzekeren, dat Rusland
voortaan, even als Engeland, een vast
eskader in de Middellandsche Zee zal onderhou
den. Natuurlijk juichen zij dit plan zeer
toe; de Algemeene Raad van Corsica heeft
zich reeds tot de Fransche regeering gewend
met het verzoek het eiland als vlootstation
bij de Russische autoriteiten aan te bevelen.
Er is niets nieuws onder de zon: Rus
land heeft reeds in de vorige eeuw een
vlootstation gehad in de Middellandsche Zee,
destijds op een der Balearische eilanden.
?UIUUlIIIUIIIJIMIIIIIIIUllllllllllllulinillllllllllllllllllllllllllllllUIMIIUIItlMf
in het spoor ? Zou hij informaties genomen heb
ben ? Zou hij weten, dat ik hier woon ? Zou
hij voor mij hebben willen paradeeren ? Hij
is minstens een kwartier lang, datr, op het
terras, tusschen het paviljoen Henri IV en
het rasterwerk gebleven en heeft zijn paard
allerlei sprongen en toeren laten doen ...
Als hij denkt, mij door zulke kunstjes te
zullen inpakken, dan moet het al een heel
ordinair man zijn." "
»Dat was niet aardig van je! Je ziet im
mers, daar in mijn zakboekje staat het:
»Jupiter geprobeerd". »Dat deed ik dan ook
en ik bespeurde dat hij voortreffelijk gedres
seerd was. Maar ga voort!"
»Ik ga voort. »»Des avonds na het diner,
zeg ik tot George, die al is hij reeds
twaalf jaar, nog altijd gaarne met zijn
tinnen soldaatjes speelt en goed op de
hoogte is van militaire zaken : George, wat
voor rang heeft een officier, die drie zilveren
falons op de mouw draagt?" »Dat is een
apitein." »Is dat nog al een mooie be
trekking ?" »Dat is er naar. Als men
vijf en twintig is, is het mooi, maar als men
vijftig is, dan beteekent het niets "
»»Vijf en twintig jaar ? Hij zal wel wat
ouder zijn, maar veel toch niet. Grootmoeder,
die een scherp gehoor heeft, had mijn praatje
met George gehoord en vroeg aan mama:
»is er, zoover je weet iets aan de hand?
Jane vraagt daar aan George inlichtingen
over de militairen ...."
»»Ik werd zoo rood als een kreeft. Toen
volgde er een heele discussie. Grootmoeder
verklaarde, dat zij een penchant had, voor
al wat militair is, en mama riep uit, dat zij
er nooit toe zou kunnen besluiten mij aan een
man te geven, die mij van het ceno garnizoen
naar liet andere %ou sleepen. Ik vraag mij
Maar dit is lang geleden, en slechts het
derde van een eeuw is verloopen, sedert de
West-Europeesche mogendheden den czar
verboden eene vloot te onderhouden in een
zoo bij uitstek Russisch water als de Zwarte
Zee. Bedenkt men, hoe Rusland zich aan
dit verbod reeds in 1870 heeft onttrokken,
en thans in de Zwarte Zee eene zeer sterke
vloot heeft bijeengebracht, hoe de
pantserschepen van den czar door den Bosporus
en de Dardanellen stoomen zonder zich aan
de protesten der Porte te storen, en hoe
thans ook de Middellandsche Zee door de
Russen als een terrein wordt beschouwd,
waar zij minstens evenveel recht hebben als
de bezitters van Gibraltar, Cyprus en Malta
en de bezetters van Egypte, dan zal men
moeten erkennen, dat de bovengenoemde
eigenschappen der Russische staatkunde door
de uitkomst op schitterende wijze zijn be
vestigd.
September is voor vele groote landen de
tijd der legermanoeuvres. De Duitsche zullen
dit jaar worden gehouden in
Elzas-Lotharingen, en het laat zich hooren, dat door deze
omstandigheid de gevoeligheid der Franschen
in niet geringe mate wordt opgewekt. Toch
gaat het niet aan, zelfs niet voor de ergste
chauvinisten, er den Duitschers een verwijt
van te maken, dat zij voor de manoeuvres
een terrein kiezen, waar het oorlogsspel
eerder werkelijkheid kan worden dan in
andere deelen des rijks. De Franschen zelveji
hebben immers herhaaldelijk, ook 'MNÉpiff
hunne oostelijke grensprovinciün voor hun
Qi";en legermanoeuvres aangewezen. Toen
_, ^e jaren geleden, tijdens het leven van
'ft.cr Wilhelm I, de Duitsche legermanoeu
vres ook in eene aan Frankrijk grenzende
provincie werden gehouden, was daarbij niet
splits de Fransche attachémilitaire te
Berlijn aanwezig, maar werd zelfs een bui
tengewoon gezant der Fransche regeering
afgevaardigd, om den keizer in de nabijheid
der grenzen te begroeten.
Van deze beide door de internationale
hoffelijkheid voorgeschreven gebruiken zal
thans door Frankrijk worden afgeweken.
Verstandig is dit zeker niet, evenmin als de
uitbarstingen van verontwaardiging van een
goed deel der Fransche pers over liet feit,
dat de Italiaansche kroonprins, op
uitnoodiging van den keizer, de Duitsche legerma
noeuvres zal komen bijwonen. Gambetta
heeft indertijd van de revanche-idee gezegd:
»C'est une chose u laquelle 011 pense toujours,
aniiiiHiiiiiimmiiiliiiiiMiiiitiilimiiiilHiiiMMlMiiiiiiHiiitmiiiiimiiiiiliitii
zelve af, waarom ik al die gekheden in mijn
album opteeken ? 't Is zeker uit gehoorzaam
heid aan juffrouw Guizard." " Daar, je ziet
het, dat heb ik geschreven. Nu is 't jouw
beurt weder. Ik heb verder niets meer."
»üen 24ste, twee regels.... »»Ontmoet te
paard in het bosch dat jonge meisje van
verleden Woensdag. Bepaald een allerliefst
gezichtje en lang niet kwaad te paard.""
»Is dat alles ? . ... Nu korter kan het
moeielijk ! Daar had wel een kleine commen
taar bij mogen zijn."
»Die kleine commentaar dat ben je
zelve, mijn liefste. Doch je hebt gelijk... ze
zijn akelig droog, mijn aanteekeningen . . .
maar, zie je, als ik niet bang was den schijn
aan te nemen vaii een herdersdicht te willen
rnaken ..."
»Wees maar niet bang. . er is niemand
hier..."
»Dan zou ik zeggen, dat alles wat onge
schreven bleef in dit zakboekje, hier geschre
ven staat,... in mijn hart. Die Meimorgen,
die ontmoeting in het bosch .. . niettegen
staande er twee jaren over verloopen zijn,
herinner ik mij nog als den dag van gisteren
en tot in de kleinste bijzonderheden. Wij
hadden van vijf tot zeven uur manoeuvres
gemaakt op het Loges veld in een afschu
welijke stofwolk. Daarop breng ik mijn
escadron naar de kazerne terug, verwissel van
paard en rijd weder uit op Jupiter."
»Die goeie Jupiter!"
»Een kwartier later reed ik in galop een
lange, oploopende laan door. Ik zie een kleine
cavalcade naderen, jij op Jenny, je zwarte mer
rie, George op zijn grijze pony eri de oude
Lodewijk achter je op een grooten schimmel.
Je merkt,.. ik herinner mij zelfs nog hoe de
paarden er uit zagen. Eensklaps, op een vijftig
mais dont on ne parle jamais." Het eerste
gedeelte van dit voorschrift wordt door de
Franschen getrouw genoeg opgevolgd, aan
het tweede denken zij maar al te weinig.
Dit gemis aan zelf beheersching is niet ge
schikt om het prestige der republiek te
verhoogen, en de zenuwachtige uitingen van chau
vinisme zijn allerminst gepast tegenover Italië,
dat door Frankrijk zelf als het ware in de
armen der triple alliantie gedreven is en
getuige de jongste voorvallen te
AiguesMortes steeds meer gedreven wordt.
Waarschijnlijk is het juist dat gemis aan
zelfbeheersching bij de Fransche vrienden,
dat den czar zoo voorzichtig, om niet te zeg
gen zoo wantrouwend maakt. Alexander III
heeft óók zijn zwakke zijde, maar dit maakt
hem niet blind voor de gevaarlijke tekort
komingen van zijn aspirant-bondgenooten.
itiaiinumiiliiMiiniiiiiiiiiiiiiiititittiiiiiiiiiitMiiiiimitiifiiiiiriiiiiiiiiiiiim
De zeldzaam schoono zomer djên _
hebben zal spoeftig voor den herfst plaats
en tegelijkertijd Zal weder een " ^
^MpPMgepera's gehoor
^revende publiek. Het is
vóór den aanvang van de muzikale wintercam
pagne een overzicht te geven wat ons ongeveer
ta wachten staat en wat wij te hopen of te
vreezen hebben.
Mijn taak wensch ik te bepalen tot bespre
kingen en beschouwingen naar aanleiding van
hetgeen reeds heeft plaats gehad, en niet van
hetgeen nog komen moet.
Evenmin wensch ik terug te komen op den
afgeloopen winter die zoo rijk aan muzikale
uitvoeringen was dat men werkelijk behoefte
gevoelde het oor eenige rust te gunnen.
Is daar in den zomer gelegenheid voor V
Ik zou het baast betwijfelen. Sluit u op in het
meest landelijke gedeelte van een schoone streek,
waar de mode hare tenten nog niet heeft opge
slagen, toch zult gij er een hotel met conversatie
zaal vinden waar van den morgen tot den avond
piano gespeeld en gezongen wordt. Bestijg in
Zwitserland of Beieren een zeer hoogen berg;
wanneer gij eindelijk een afgelegen but tegen
komt, waar gij hoopt wat uitterusten en ver van
het aardsch gewoel wilt genieten van eene
majestueuse natuur, wordt uw oor getroffen door
een wals van Strauss, die door eene dame of
mtiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
meters afstand, begint het mij voor mijn oogen
te duizelen ... Ik had je herkend . .. Met
forschen ruk dwing ik haastig dien armen
Jupiter in den pas te gaan. Het kleine
ruitertroepje gaat mij voorbij. Ik zie je nog in
je grijze rijkleed, met zwarten hoed en de
blonde krulletjes, die onder je voile zich
kronkelden... En terwijl je voorbijreedt,
zeide ik tot mij zelve: «waarachtig, niets
ter wereld is zoo bekoorlijk als dat jonge
meisje!" En jij, wat dacht jij wel ?"
»Wat ik toen zei of dacht... dat herinner
ik mij niet meer... maar zie hier wat ik
schreef!"
En met een ietwat bevend stemmetje, want
zij was door den kleinen commentaar van
hem, wel wat ontroerd geworden, las Jane
het volgende :
»»Van morgen ben ik hem tegengekomen
in de buurt van Val. Hij kwam in galop
op ons toe, maar zoodra hij mij herkende,
hield hij zijn paard dadelijk in ... Ja, toen
hij mij herkende... Uit zijn beweging bleek
dat duidelijk. Ik weet heel goed, hoe men
een paard, dat galoppeert, moet intoomen...
Men moet het eerst waarschuwen ... AVelnu,
hij heeft zonder waarschuwing, brutaal weg,
met n enkelen ruk, zijn paard bijna op
hetzelfde oogenblik doen stilstaan. Hij is mij
bijna rakelings voorbijgereden. Ik had niet
den moed hem aan te kijken, maar ik voelde
wel, dat hij naar mij keek. Hij was nog geen
tien pas ons voorbijgereden of dat uilskuiken
van een George zei tegen mij : O, Jane,
heb je er op gelet ? Wat zag die er besto
ven uit! Hij leek wel een hansworst! Dat
is een kapitein van het 21ste. Hij droeg het
nummer 21 op den kraag van zijn uniform...
»>-Ik was meer dan boos op George ...
Als hij maar niet gehoord heeft, wat de