De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 17 september pagina 2

17 september 1893 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 847 De Engelsche arbeiders. Het jaarlyks congres der Engelsche TradesUnions, (1) ditmaal van 5 tot 9 Sept. te Belfast ge houden, was in meer dan een opzicht leerzaam en merkwaardig. Leerzaam in de eerste plaats foor hen, die de arbeidersbeweging nog steeds met leede oogen aanzien en haar gaarne door allerlei kleine middelen zouden tegenwerken. Zij toch kunnen uit den snellen groei en het hooge aanzien, waarin de Trades Unions zich mogen verheugen, leeren hoezeer de geest des t\jds met hunne middeltjes spot. Toen, nu slechts 26 jaar geleden, de afgevaardigden der Engelsche arbeiders voor het eerst samenkwamen, vergader den zy als eene vereeniging die zoo goed als buiten de wet stond en mochten zij blijde zijn een kroeg te vinden waar men hunne bij eenkomsten duldde. Hoe betrekkelijk spoedig echter zijn die ongunstige tijden veranderd! Dit bleek ons overtuigend toen wij in 1888, bij gelegenheid van het jfwternaiiowa/eTrades-UnionsCongres te Londen, het voorrecht hadden getuige te zijn van de schitterende wijze waarop de Engelsche werklieden hunne broeders yan het vasteland konden ontvangen : het deftige Holbornrestawant stond voor hen open en de aristocra tische studenten van Toynbee-Hall rekenden het zich tot een voorrecht, de gedelegeerden deiarbeiders aan hunne tafel te zien plaats nemen. En wil men nog een bewijs, hoezeer de geest is veranderd, ook in de offlcieele wereld, dan voor zeker kan moeielijk een sprekender worden ge leverd dan het feit dat de afgevaardigden te Setfast officieel werden verwelkomd namens den Lord Mayor en den Raad der stad. Men meene niet dat de Trades-Unions zich deze meer welwillende gezindheid hebben ge kocht door hunne beginselen te verloochenen. Integendeel, men zou kunnen zeggen dat zij er telken jare »rooder'! op zijn geworden, en dit jaar sprak het congres zich zelfs uit in beslist socialistischen geest. Het is vooral dit feit dat het congres zoo merkwaardig maakt en dat in hooge mate de aandacht verdient. De uitspraak waarop wij het oog hebben, werd uitgelokt door den afgevaardigde G. Macdonald van Londen, die, toen er sprake was van de stichting van een. fonds ter ondersteuning van arbeiderscandidaten bij verkiezingen, voorstelde daaraan toe te voegen de voorwaarde dat de ondersteunde camlidaten moesten beloven het beginsel te zullen voorstaan van collectief eigendom en beheer van alle mid delen van voortbrenging. Na een fel debat werd dit amendement aangenomen met niet min der dan 137 tegen 97 stemmen, een resultaat dat met luid gejuich werd begroet, liet was voeral de bekende John Burns, thans lid van het Parlement, die het voorstel verdedigde en daarom is het zeker een bewijs te meer van den uiterst radicalen geest die het congres behoorschto, dat deze, trouwens door vriend en vijand hoog geachte en dan ook inderdaad bizonder sympa thieke figuur, bij de samenstelling van het Par lementaire Comitéder Trade-Unions 214 van de 353 stemmen verwierf om daarna zelfs gekozen te worden tot president van dit comité, eeno waardigheid die voor enkele jaren nog werd waargenomen door den betrekkelijk conserva tieven heer George Shipton. Dat de Trades-unions eindelijk bij dit uiterste zijn aangeland, verwondert ons niet. Sinds jaren toch hebben de Engelsche socialisten onder hen een onvermoeide propaganda gemaakt, en dat deze niet zonder vrucht was gebleven bleek reeds bij gelegenheid van het Internationale trades-unionscongres, dat van G tot 10 November 1888 in (1) Trades-nnion is de naam der vereenigingen van arbeiders van hetzelfde vak in Engeland. ?iMtmiiuiiiiiiimimimtimiiiHiinii iiiimuiiiiiiiiiiiiiiMiimiiiiiimiin enz. Ik heb den grootsten onzin gedebiteerd. Ik beb haar gezegd, dafc herinner ik mij nu, dat het paard een lichten last noodig had en het dus met haar gelukkiger zou zijn dan met mij... Ik weet, dat ik op haar, door dergelijke nonsens, een allertreurig t n in druk moet hebben gemaakt. Eindelijk ben ik met Picot vertrokken en ik was dermate de kluts kwijt, dat ik onderweg naar huls den geheelen weg langs met Picot over niets anders heb gepraat dan over haar, En hij maakte mij het hart een weinig week, toen hij zeide: »Die lieve blonde... Zij heefteen manier van iemand aan te zien ... Ik geloof zeker, dat zij mij herkend heeft. Zij had mij dan ook wel goed opgenomen dien dag, dat ik een praatje heb gehouden met den conciërge. Het is datzelfde blondje, kapitein, dat zoo lief is geweest voor dat arme zieke kind." »Die goede Picot heeft toch wel een beetje deel gehad aan ous huwelijk..." »Dat denk ik ook, zeker, hij heeft mij het eerst zeer goede informaties aangebracht." 5f»En ik, die geen inlichtingen had over jou en die mooi op weg was je lief te krij gen . . . zonder deze ! Daar, oordeel zelf." mDonderdag :ïJuni. De gebeurtenissen volgen elkander snel op ; hoe zal dat alloopen, lieve hemel ? Ik heb K/JU paard. liet heet Jupiter. Het staat daar, in onzen stal, tusschen Nelly en George's ponny. Laat mij trachten een weinig orde te brengen in mijn arm hoofd. Wat is er van daag al niet ge beurd ! Na het dejeuner zegt George: zusjelief, je weet wel dat wij van daag naai den kermisphotograaf zullen gaan om het portret van Bob te laten maken. Je kunt daar best heengaan zonder mij, met mama. Neen, als jij niet meegaat, zal Bob niet stil willen zitten. . . St. Andrews Hall te Londen werd gehouden en waarvan wij zooeven reeds met 'een enkel woord lebben gewag gemaakt. Dit congres (waarop de thans theosofeerende Annie Besant nog streed in de voorste rijen van het socialisme) zou het strijd perk zijn waarin de conservatieve Kngelsche en Ie radicale elementen van het vasteland elkander zouden ontmoeten. De groote vraag waarover de strijd zou worden gevoerd was in hoofd zaak deze -.klassen-strijd ufniet;staatstusschenkomst of eigen kracht. De uitkomst was dat de Engel sche trades-unions werden geslagen niet alleen, maar dat zich ook in hun eigen gelederen reeds :en bedenkelijke scheuring openbaarde: vóór het Beginsel van den klassen-strijd toch spraken zich met zoo goed als algemeene stemmen 5 nationaiteiten uit, terwijl alleen Engeland tegen stemde; óór het beginsel van staatstusschsnkonst ter be merking der arbeidsuren verklaarden zich 4 natiën, :erwijl alleen Engeland en Itahétegenstemden, de laatstgenoemde nationaliteit evenwel niet uit conservatieven zin maar omdat de Italiaansche gedelegeerde anarchistisch stemde. De Engelsche delegatie was echter in de stem, die zij tegtn beide beginselen uitbracht, volstrekt niet unaniem, maar vertoonde een minderheid van 11 en 12 (van de 42) stemmen, die homogeen waren met de overige meer radicale nationaliteiten. Elieruit bleek dus toen reeds, dat de socialisten ladden bres geschoten in de gelederen der unions. En thans, nog pas C jaren later, moet worden jeconstateerd, dat zij de geheele veste reeds lebben veroverd! Wat het beginsel der staatstusschenkomst betreft, verklaarde toch de presi dent van het dezer dagen gehouden congres, mr. Samtiel Monro, onomwonden dat het door de publieke opinie als noodzakelijk wordt erien l, en wat aangaat de vaststelling van den ar beidstijd bij de wet, werd met 197 tegen 180 stemmen een motie aangenomen van Ben Tillett, waarbij het Parlementair Comitéwordt uitgenoodigd de invoering van den achturigen arbeids dag te bevorderen voor alle vakken, behoudens lerbiediging van de vrijheid voor elk vak, om zich bij meerderheid van stemmen aan deze re_eling te onttrekken. Deze laatste bijvoeging past nu wel niet bepaald in het dwangstelsel der socialisten, maar hun beginsel heeft in beide zaken de overwinning behaald en de geringe afwijking wordt voor hen ruimschoots vergoed door de onomwonden huldiging van hun hoofdbeginsel het collectief bez'd van alle arbeidsmiddelen. Het ligt buiten het bestek van dit opst -l do omstandigheden na te gaan die naar onze meening de arbeiders beweging in Eigelaml en elders meer en meer brengen in socialistisch vaarwater. Voor het oogenblik constateeren wij alleen het feit. Zonder bedenking vinden wij dit feit zeer zeker niet, maar toch geeft deze overgang ne lichtzijde te aanschouwen, die veel goed maakt, deze namelijk dat de socialistische beweging wordt gelouterd door de toetreding van bedaarde en degelijke elementen, zoodat zij haar gevaarlijk en terugstootend karakter meer en meer verliest. Wat kalmte kan ook in Engeland geen kwaad. want dat de arbeiders ook daar nog al eens ge neigd zijn uit den band te springen getuigt het ruw optreden der mijnwerkers waarvan dezer dagen de bladen hebben gewaagd. Dat het schermen niet de leuze af-iclvifpng van prii-imtbesit, met de bedoeling om elke geleidelijke hervorming onmogelijk te maken, volstrekt niet tot de taktiek der trades-unions zal gaan behooren, bleek gelukkig al dadelijk uit de overige besluiten, die hun congres heeft genomen. Het verwierp toch met 11!' tegen 9l> stemmen een motie van het parlementslid Keir Ilardie, die alle samenwerking met andere partijen wilde afsnijden, en sprak overigens de wenschelijkheid uit van tal van hervormingen, die o,) den grondslag der bestaande staatkundige en maaisc/iappclijke ver houdingen kunnen worden tot stand gebracht. Zoo werd sterk aangedrongen op de betaling der parlementsleden om het optreden ook van arbei ders als zoodanig te vergemakkelijken. Mede werd een motie aangenomen, waarbij de wenschelijk» »Ik geef toe, wij gaan en komen bij den photograaf. Juist toen Bob gephotografeerd zou worden, zie ik iemand de tent binnen treden. .. En wie is dat?... Hij!... en niet alleen, maar met een jong en allerliefst vrouwtje. Wie mag dat wezen ? Maar er zijn ook twee kinderen bij. Zij noemen hem oom... Dus is zij zijn zuster ! ... George kon Bob niet tot rede brengen en dus ben ik genoodzaakt geweest, daar, onder zijn oogen, een belachelijke rol te spelen. Ik moet op hem den indruk hebben gemaakt van een half-idiote. Ik heb Bob in het Engelscli toegr sp'oken en het had dus allen schijn, dat ik een geleerden hond vertoonde: Rood van sc'iaamte en verlegenheid verliet ik het tentje. Thuisgekomen voelde ik mij diep ongelukkig en woedend sloot ik mij in mijn kamer op. Intusschen was ik. toen het vijf uur had geslagen, wel genoodzaakt naar beneden te gaan om thee te drinken." " » «Nauwelijks was ik beneden gekomen of Pieter brengt een kaartje binnen. Wie is daar? vraagt mama. Mevrouw, daar is een officier, een kapitein bij de jagers. Eon kapitein bij de jagers. Ik ken geen kapitein van de jagers. Ik ben hier buiten gekomen om rust te zoeken en het huis wordt overloopcn door soldalen ! Gisteren een kolonel ! .. . nu weer een kapitein ! . . . Morgen krijgen wij het geheele regiment! Wat wil die kapitein ? Mevrouw hij heeft gezegd, dat hij kwam voor een patrd. Janc, zie jij eens wat er op dat kaartje staat: maar wat heb je toch, wat zie je er rood uit! . . . . II 'i bloed stiigt je naar het hoofd. Neen, mama. Nu kijk dan en lees... Ik neem lut kaartje en lees: (.iraaf lloijcr d*' /<>'>»tfllr, ku)iili'in bij !/<;l 21ste jnijffs. Graaf! hij is een graaf, dat heid wordt uitgesproken van een wetswijziging waardoor ook arbeiders juryleden kunnen worden. Met algemeene stemmen werd voorts de noodza kelijkheid geconstateerd van onmiddelijke wij ziging der armenwet, met invoering van een door den staat gesteund pensioenfonds voor bejaarde werklieden. Niet minder positief en geheel een stemmig verklaarde het congres het bezorgen van eerlijken en behoorlijk loonenden arbeid aan de werkloozen tot een vraagstuk van het eerste belang, waarmede dit en elk volgend gouverne ment zich bezig heeft te houden. Eindelijk be tuigde het congres zijn sympathie met de onlangs ingediende Empioyers LiabUity Bil/, die trouwens de voornaamste zaken inhoudt waarvoor bet con gres jarenlang heeft gestreden, waaronder vooral de voorziening tegen het contracteeren buiten de wet om. Een voorstel van den Heer Paisley ter be vordering van het houden van betoogingeu voor de arbeiderszaak op den eersten Zondag in Mei van elk jaar werd niet 58 togen GO stemmen verworpen, naar het schijnt op grond van gods dienstige bezwaren. Althans John Burns liet zich na de stemming verleiden tot den uitroep : Bigotry has won! Socii's. TOONLLCTÏMVZiEK Het Tooneel. In onze schouwburgen feestvreugde en feest stemming. Veel publiek en welk een publiek ! Een, dat meeleeft en meegeeft; een goedlachsch en goedklapsch. Geen pruttelaars en kribbebijters. Een rechtgeaard Septemberstuk (en welk Septemberstuk is niet rechtgeaard 'i) heeft per se succes en dat is oen groot geluk, al ware het maar alleen voorde directies, die overal te vurige belangstelling van het publiek in de overige maanden van het jaar gewoonlijk niet te klagen hebben. Van het vele nieuws, dat de afgeloopen week bracht, be viel niet alles mij even best. Wat doet het er toe? liet bewijst hoogstens, dat ik of niet in de ware stemming was of mij n i :t op het juiste stand punt wist te plaatsen. De vcrtooningen vonden allen zonder onderscheid geestdriftig onthaal en dat is natuurlijk de hoofdzaak. Bij l'rot iJe millioenenoütn, eene Fransche operette, door Alex. Faassen vrij bewerkt, dat wil zeggen in een llollandsch pakje gestoken en niet zonder verdienste. Het eenige, wat nog niet geheel llollandsch is geworden, zijn de zang nummers ; enkele eigenaardigheden van taal en zinsbouw zouden meer bijzonder aan het Transvaalsch kunnen doen denken. Overigens is de metamorphose goed gelukt. Of aan de eigenlijke handeling is geplukt en getornd, weet ik niet. In ieder geval is zij echt llollandsch van geest en stemming en zou zij met alle recht voor oorspronkelijk kunnen doorgaan. Een burgerman, die een groote erfenis krijgt, en hooger op wil. die zich door een arme adellijke familie, die op den bruidschat der dochter aast, in bet ootje laat nomen, e;i zijn kind tot het slachtoffer zijner dwaasheden zou gemaakt hebben, indien hem niot juist op het laatste oogenblik de oogen werden geopend en hij niet juist bijtijds inzag, dat een jonker zonder geld een bespottelijk individu is en een burgerjongen met datzelfde gebrek dan toch nog altijd de voorkeur verdient. Ken ge schiedenis vol gezonden humor, zooals men dat pleegt te noemen. Een bespotting van den edel man met weinig contanten en veel pretenties, die ons Nederlanders terstond aan den >Spaansche Brabander" of «Janus Tulp" doet denken. Het bijzondere van DK millioinenooM is, dat een testamentaire bepaling den burgerman verplicht een halfjaar voor dorpsherbergier te spelen en iilimiiimmMMiiimll ontbrak er nog maar aan! Léonelle! roept George uit, maar dat is de officier van het paard voor Jane. Dat is waar, zegt mama, de kolonel heeft gisteren dien naam genoemd... Hoe jammer, dat je vader nu niet thuis is... Enfin, wij moeten mijn heer toch ontvangen... Laat mijnheer bin nenkomen, Pieter. . . Maar jij, Jane, zult hem moeten te woord staan, want je weet, Ik hel) niets geen verstand van paarden..."" » ,:De deur gaat open. .. Hij is het! . . Hij komt binnen, hij groet... en daarop zegt mama na een .vrij vriemlelijken groet, die echter toch nog wel wat vriendelijker had kunnen /iju naar mijn meening, tot mij : Jane, daar het een paard voor u betreft, wil je wel met mijnheer spreken...'' " »:>l)aav stonden wij nu tegenover elkan der. . . Do geheele conversatie was voor mijne rekening. Hij was eenvoudig verruk kelijk, zóó innemend, zóó wellevend, zóó eenvoudig! En ik daarentegen was dom, erg dom. Ik voelde mij zoo onbeholpen, verlegen, geheel van streek. Ik zal be proeven het gesprek terug te geven, dat hem zeker van mij een min idee heeft doen krij gen. Wij zaten op een paar pas afstunds tegenover elkander, ik gelukkig met mijn ru»; naar "t licht. ^lijn kolonel, mejuf frouw, heeft mij van morgen aangesproken en verteld, dat u een paard zocht? Dal is zoo, mijnheer, papa wil mij er een voor mijne verjaring geven. . .'' " »>I[oe akelig dom! Wat had /V/)'daarmee te maken? Maar ik zocht in mijn verlegen heid naar de juiste woorden en zei dus maar wat mij voor den mond kwam. Hij ver volgde : ik ben zoo gelukkig een paard ter uwer beschikking te kunnen stellen, dat, naar ik geloof, u zeer goed zal bevallen.-dat op stuk van zaken de erfenis toch nog zijn neus voorbij gaat. Doch al genoeg. Een operette goed na te vertellen is bijna even moeilyk als een goede operette te schryven. Het tekstboekje zegt bovendien, dat aan de vele verwarringen geen touw is vast te knoopen en dat ontslaat mij wel eenigszins van den plicht dit onmogelijke te beproeven. Het eerste bedrijf is een beetje saai; het tweede is uitstekend met tal van kostelijke verwikkelingen en quiproquo's sn het derde is bijna even amusant als het tweede. De muziek is van Audran, doch niet van zijn beste, niet al te oorspronkelijk en karakteris tiek. Buitengewoon en welverdiend succes had het duo tusschen Krnma en Gustaaf in het tweede bedrijf; dit is alleraardigst en zal wel iederen avond worden gebisseerd of getrisseerd. De vertoouers kunnen allen geprezen worden, d e een en om hun zang, de anderen om hun spel. De heer Chretienni (van Zwabberdam) is beter coupletzanger dan acteur. Met zijn niet al te geestige coupletten in het tweede bedrijf behaalde hij groot succes; het was of er plotseling een ander mensch voor het publiek stond; in plaats van den druk ken, zenuwachtigen speler de zanger, die den toeschouwers met verbluffende zekerheid en ma jesteit zijn coupletten in het gezicht slingert. Allergrappigst typeerde de jonge Solser het boertje uit het Westland, uitstekend ook de heer Poons het Marker boertje. De rollen der overigen, ook die der dames, zijn van minder belang. Mevrouw Bouwmeester (Alida) en mevrouw Poons (Emma) waren vroolijk en monter als altijd. Het ensemble liet weinig of niets te wenschen over. In den Franschelaan-schouwburg De twee Di ana'?, drama in vijf bedrijven door Vv'illem Potharst. »Verscheide vaders hebben vaderlyk recht aen dit kindt," zeide Vondel van zijn »Amsterdamsche llecuba". Van De twee Ijia.no!s geldt hetzelfde. De heer Polbarst putte zijn stof uit romans van Ainsworth en den ouden Dumas, doch bewerkte deze geheel zelfstandig. De twee Dian'is is een niet al te slecht geslaagde pastiche van het romantische drama uit het midden dezer eeuw. De auteur blijkt met de aesthetiek van het genre goed vertrouwd; bij heeft allerlei moois uit de romantische antiquiteitenkast bijeengescharrold en dit met zorg en overleg tot een geheel verbonden. Van de klassieke phrasen maakte hij met graagte gebruik. Met beroemde «Ongelukkige wat hebt ge gedaan !'?' ontbreekt evenmin als het beruchte: »Mijn dochter, bemint gij den graaf V" De ->o, mijn God"s zijn met kwistige hand over den dialoog uitgestrooid. Als Saint-Valder in het tweede bedrijf gevangen genomen wordt, ziet bij »den hemel opengaan1', voorspelt zijn dochter, Diane de Poitiers, dat zij de maitres van Frans l zal worden en geeft in den vorm eener profetie een zwakke copie van de mooie imprecaties, hem door 11 ugo in diens Le roi s'amuse" in den mond gelegd. \Vnt aan De twee LiMtia's ontbreekt, wat daaraan moest ontbreken, is gloed, ziel, ka rakter. Hot is een knap maakwerkje, niet zonder handigheid in elkaar geknutseld engoschacherd. Als zuiver tooneel-spektakol is het niet zonder verdien ste, liet blijkt voortdurend, dat een acteur het schreef. De intrige is goed opgezet en niet kwaad uitgewerkt; aan spannende tooneelen ontbreekt het niet; de bedrijven eindigen met een meer ot' minder verrassend knaletïectje; de rollen zijn gemakkelijk en dankbaar geschreven. Toch heb ik nog oen bezwaar, doch eeu bezwaar van zoo bijzonderen en toevalligen aard, dat ik het nau welijks te berde durf brengen. De beer Potharst vervult in zija d ram i de rol van Karel van Bourbon. lu het dorde bedrijf heat deze persoon te zijn gostoiveu. Natuurlijk geloofde ik dit geen ooganblik en spitste ik mij tot het einde van b «t stuk (doch helaas! te vergeefs) op de terugkomst van den dood gewaande, schijndoode of uit de dooden verrezene. Wie kan ook maar zoo dadelijk aannemen, dat een acteur, wanneer hij voor zich zelf een rol schrijft, deze reeds in het tweedj van de vijf bedrijnen zal laten eindigen? Dit is eeu heroïsme, waarom ik don heer Pothurst bijna mser zou willen Ik ben u dankbaar, mijnheer, maar uw ko lonel heeft gisteren gezegd, dat u zeer veel van dat paard hieldt en ik zou u niet wil len. ... O, mejuffrouw, het is een uitste kend dier en zonder dat, zou ik mij niet ver oorloven het u aan te bieden, maar het is voor mij wat te licht; een kleine last zal hem beter passen." " »»Hij jokte, want de kolonel heeft het paard gereden ... en deze vond het prach tig. . . En om den kolonel te dragen ! hij is waarlijk geen kleine last te noemen, hij is enorm zwaar !!!" " » »A,V;t Idi'inf la.it :\.al hr-ni l>cter pnxsc.n.. . Hoe lief gezegd van hem. Kon het beschei dener en lijner worden uitgedrukt! Als men tot den verborgen zin van dat woord door dringt, dan wil dat zeggen : gij zij t licht en slank, gij zijt een veertje, een vogeltje!., :>»Hij voegde er bij : ons werk is nog al eens zeer zwaar .. . Het paard zal bij u veel gelukkiger zijn .. . ?f,»}': rl iji'l/il.-kiijcr \/jn bij u .'.'.' Dat heeft hij gezegd op zoo'n zaehten, bijna teederen loon. Dost was een slinksche manier om mij te zeggen: Het is onmogelijk om met u niet gelukkig te wezen. De geheele wereld moet met u wel gelukkig zijn, zelfs de paarden L. » Kan liet geestiger en fijner worden uitge.lrukt !" En Jane vroeg, terwijl zij plotseling met lcz_>ii ophirld : »'.jaf je je ze! ven geen rekenschap van al de aardige dingen, die je me toen gezegd hebt ?" Xeen.'' .Meende je het ten minste?" «Zeker." »Dat is 't voornaamste ... ik ga verder." (Wordt vervolyd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl