De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 24 september pagina 2

24 september 1893 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

AMSTEKDAMMEB, NEDERLAND. die het socialisme levendig hielden, terwijl schat rijke kapitalisten als Menier en Crémieux hun beurs beschikbaar stelden voor het stichter, van bladen en het organiseeren van congressen! De plaats waar aldus te Parijs de kiem van het socialisme bewaard bleef was een caféop den hoek van de boulevards St. Michel en St. Germain, het caféSouflet. Hier was namelijk de plaats van samenkomst van tal van jongelieden die in 1873 en 1874 een kleine groep hadden gevormd ver bonden door de vriendschapsbanden van het quartier Latin en door gemeenschappelijke democra tische en socialistische neigingen. Zij waren ruim schoots toegerust althans met jeugdigen moed en illttsiën, maar wat hun ontbrak dat was een doc trine. Die doctrine zouden zij vinden in de bureaux van Les Droits de l'ffomme, een blad opgericht met het geld van Menier, en de man die hun die geven zou, heette Jules Guesde, redacteur van dat blad geworden dank zij de bemiddeling van de heeren Sigismond Lacroix en Yves Guyot, later Minister van Openbare Werken. Reeds toen was Goesde laag geen onbekende. Wegens persdelict had bij al een vonnis van vijf jaar beloopen,. dat hem had doen uitwijken naar Genève, van waar hij in 1876 in Frankrijk terugkeerde en onmid dellijk begon om het toen zeer tamme proletariaat voor zijne revolutionair-socialistische beginselen te bewerken, eerst in Les Droits de l'Homme, toen iu Le "Radical en daarna o. a. in l'Egalité, welk laatste blad onder zijne medewerkers telde de alom bekende socialistische leiders Liebknecht, Bebel, de Paepe en Malon. Verwonderlijk snel zagen Guesde en de zijnen hunne denkbeelden zich verbreiden, dank zij niet alleen hun eigen ijverige propaganda, maar vooral ook de ijverige medewerking der.... Regeering, die tot vervolgingen overging, waarvan een verschijnsel dat men ook hier te lande heeft kun nen waarnemen! het resultaat juist het tegen overgestelde was van hetgeen men er van ver wachtte. Het was het gewoon verloop bij zulk soort van dingen: De Regeering verbood een in ternationaal werkliedencongres, dat in 1878 tijdens de tentoonstelling te Parijs zon worden gehouden, Guesde en zijn vrienden echter zetten door en de gematigde elementen sloten zich uit ergernis bij Een aan. Wel zette toen ook de Regeering door, liet de afgevaardigden aan de plaats van samen komst arresteeren en 38 ervan strafrechterlijk ver volgen en tot gevangenisstraf veroordeelen, maar het gevoerde proces, waarin de gemeenschappelijke verdediging werd gevoerd door Guesde, was een verbazende reclame voor het revolutionaire socia lisme. Van de daardoor verkregen publiciteit werd handig en onvermoeid gebruik gemaakt door de verspreiding van de verdedigingsrede en van een zuiver socialistisch manifest, waarop uit alle deelen des lands betuigingen van adliaesie kwamen. Het gevolg was dat reeds in 1879 op het congres te Marseille de revolutionair socialistische partij van Frankrijk werd gesticht, die op liet congres van Havre in November 18SO een program ontving, dat door Guesde te Londen in overleg met Marx en Engels voor haar was gemaakt. Zoo stond Guesde in 1SSO aan het hoofd zijner partij, eene positie die hem toen, althans openlijk, nog door niemand werd betwist. Op de gunst des volks valt echter weinig te bouwen. Dat ondervond ook Guesde, toen hij reeds het volgend jaar in zijn eigen partij in de minderheid werd gebracht door zijn geestverwant Brousse, die, verbitterd door dat hij niet was uitgenoodigd tot de Loudensche conferentie, waar liet program werd opgesteld, Guesde had ondermijnd en Joffrin had gesteund, die zich bij de verkiezing candidaat had gesteld op een ander program dan het officieele program der partij. Het gevolg'was ecu splitsing der partij in Guesdisten (of Marxisten) en Broussisten, welke laatsten later (in 1SS2) den scheldnaam van poxsibilislen kregen naar een uitdrukking in hun or gaan, waarbij zij verklaarden: Nous voulous fractionner notre but, jusqu'a Ie rendrc possible". Uit deze verklaring blijkt tevens dat de possibilisten ecu minder revolutionaire taktiek volgen dau de Guesdisteu, maar dit is dan ook liet nig ver schil ; onderscheid in beginsel bestaat hier niet en de splitsing wordt slechts levendig gehouden door persoonlijken wrok der leiders, een wrok zelfs in 1889 nog zóó fel dat een poging tot verzoening ?HlllimilllUIIIIIIHIIIMmtlllllllllllti^lllllllllllMIIUimillllUimiimillllllllUI Daarna groette hij ons en zou heengaan, toen ik naar hem toeging. Hij bleef staan. Ik wilde hem bepaald iets vriemlelijks, iets aardigs zeggen ... maar de ontroering snoerde mij de keel dicht en ik kon geen woord uitbrengen. Hij wachtte en herhaalde zijn groet: mejuffrouw .. . mejuffrouw . .. De toestand was ondragelijk. Ik moest iets zeg gen, wat clan ook. n ik vind niets anders dan: »Met uw verlof, mijnheer, hoe heet het paard ?" »Jupiter, mejuffrouw." »Dank u, mijnheer.1' «Mejuffrouw .. ." »»Ën hij is weggegaan met den jager, die het dameszadel op den schouder droeg. Die soldaat heet Picot. Als George met Lodewijk naar den stal gegaan is en ik met groot mama alleen ben gebleven, zegt zij: »mijn kleine Jane, willen wij wat in den tuin gaan wandelen . .." »»Daar, op een bank heeft zij mij in 't verhoor genomen, die grootmama, en ik heb haar alles bekend .. . alles, dat wil zeggen niets, want er is niets en toch is dat niets toch wel iets. Grootmoeder zeide: »Zottinnetje! wat haal je je toch in 't hoofd..." :>Ik haal me niets in het hoofd, groot moeder : ik weet heel ftoed, dat dat alles toeval, ja, zuiver toeval* is... Maar, wat ik u bidden mng, zeg er geen woord van aan mama; zij zou mij uitlachen, en bo vendien is zij geheel anders dan u, groot moeder: zij houdt niets van al wat militair is." »Wat ? houd ik daar dan wel van ?" »Zeker grootmoeder, n houd wel degelijk van ze, en ik heb dan ook meermalen ge dacht: Ik weet niet, of grootmoeder het niet heel aardig zou vinden als ik met eeii door enkele buitenlandsche partijhoofden beproefd, mislukte, zoodat in genoemd jaar zoowel de Gues disten als de Possibilisten te Parijs hnn interna tionaal congres hielden tot niet geringe vreugde van hen, die van alle organisatie der arbeiders afkeerig zijn en die beide congressen nu bespotten als lei deux congres impossibilistes, Wij zeiden dat de genoemde groepen zich alleen onderscheiden door zeker verschil in taktiek. Ook in dit opzicht is het onderscheid echter niet groot want het revolutionaire zit er ook bij de Guesdis ten inderdaad niet zoo heel dik op, tenzij in woorden. Dit bleek het best uit het manifest dat Guesde dezer dagen uitvaardigde toen hij te Roubaix tot kamerlid was gekozen en deze zijne verkiezing be stempelde als >}unc véiitable rétolution, Ie commencement de la révoltition qui j'era des hommes l'ibres!" Nu, zulk een revolutie ziet er tamelijk onschuldig uit en draagt een vrij possibilistisch karakter ! Zij ge lijkt evenveel op een heusche revolutie als Guesde op den grooten man waarvoor hij zichzelf houdt. Hij is inderdaad, gelijk de meesten zijner collega's, de type van een volksleider van de soort die ons wel eens aan het doorzicht en de degelijkheid van het volk zelf doen twijfelen. * * * Een geheel ander man was Benoit Malon, ver leden week in den leeftijd van 52 jaar aan de keeltering overleden. Omtrent hem kunnen wij kort zijn, niet omdat hij minder beteekeut dan Guesde, maar omdat hij minder heeft gewerkt in het openbaar. Toch was vooral in den beginne ook zijn leven fel bewogen en moet het hem ontzettend veel inspanning hebben gekost om zich op te werken tot het standpunt dat hij ook als wetenschappelijk man heeft weten te bereiken. Een opvoeding ont ving hij in zijn jeugd zoo goed als niet. Hij kwam als los werkman naar Parijs, werd later schildersknecht en daarna gerant in een coöperatieve krui denierswinkel. In 1870 werd hij gevangen gezet maar in het volgend jaar werd hij lid van de Assemblee Nationale en van de Commune, die hij verdedigde tot de intrede der Versaillanen binnen Parijs. Hij vluchtte naar Zwitserland, maar werd uit dit land verwijderd en zwierf toen rond in Sardinië, Engeland en elders, steeds, voor zoover hem dit mogelijk was, propaganda makende voor zijne denkbeelden. Eerst in 1880 veroorloofde de amnestie hem naar Frankrijk terug te keeren. Hij was toen merkbaar kalmer geworden: de revo lutionaire frases van Guesde met wien hij in de redactie van l'fiiiiaucipntion. werkzaam was, be vielen hem geenszins, evenmin als Guesde's auto ritair optreden, zoodat hij zich onwillekeurig meer aangetrokken gevoelde tot de groep van Brousse. Een bepaald partij man werd Malou echter nooit. Daarvoor was hij niet doctrinair genoeg en kou zijn idealistische natuur zich te weinig vinden in de realistisch nuchtere stellingen en formules van Karl Marx eu andere economen. Zijn kracht vond hij dan ook niet op de tribune maar in de stu deerkamer en daar bewees hij hoc ver een man met een helder hoofd en een warm hart het bren gen kan ook zonder wetenschappelijke opvoeding. Behalve artikelen in verschillende bladen schreef hij werken die in elke socialistische bibliotheek een eereplaats innemen en waarvan ziju J//-foire jiopulaire dn Socialisme en Sociiilixam ia/l-gn/l de meest bekende en voornaamste zijn. [s Guesde de man van het koele hoofd en den bitteren haat, Malon was de man van het wanne hart en van de geloovcnde liefde. Daarom was Malon, evenals in Belgiëzijn boezemvriend Geaai de Paep?, geliefd niet alleen door zijn geestver wanten, maar ook door hen, die in beginsel verre van hem verwijderd stonden. Sonus. iiraiiiiimiiiuiiiniitmiiHiiiiiiiHiMnmiiiiiMiiniiiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiiiiiiia Brieven uit Uti-eclit door GlKSK VA.T IKN* Do.V. Wij beginnen hier nu reeds nog wel eenigszins vroeger dan men eigenlijk verwacht bad de wrange vruchten te plukken van de Blommers-vergoding, waaraan het enkele hoeren hier to stede nu eens lust zich te bezondigen l Ka lilommers met baar kliek beschouwen zich itiiiiiiiiiMinii militair trouwde .. ." «Thuis gekomen, roept mama ons toe: »Zoo, zijn jullie daar eindelijk, zegt mij nu toch eens, wat er eigenlijk te doen is. Het, plein leek wel vol soldaten te zijn.'' »IIoe komt u er bij, mama, er was niemand dun . .. die mijnheer met zijn oppasser." »Zijn oppas ser! spreek je nu ook al kazernetaai:''' »0ch, mama, dat woord heb ik daareven ge hoord." Ik moet zeggen," hernam mama, »dat hij er overigens hoogst fatsoenlijk uit ziet, die mijnheer, on heb je bij het Ie/en van zijn kaartje nog opgemerkt, dat hij een graaf is?'' -'.Graaf?'''?»Ja,'kijk maar." . Xeen, dat had ik niet opgemerkt''. . . »»Kan men onbeschaamder jokken dan ik deed? Mama was heel wat kalmer geworden. Zij is een allerliefst best moedertje, maar zij heeft n zwak. Zij zou dolgraag willen, dat ik markiezin of gravin werd. Ik daar entegen hecht heel weinig aan die dingen. Om die reden zou ik niet iemand kunnen liefhebben van wien ik niet hield, dat is zeker. Maar het zou mij ten slotte ook niet beletten iemand te beminnen van wieu ik wel hield." " »Ben je aan het einde?" »Ja... en mij dunkt, dat het nog al wel is voor n enkelen dag. .. Nu is het weer jouw beurt!" »»r/'//i/'/'/ C> Juni. Afwachten is nu do boodschap en bescheidenheid het wachtwoord. Daarom ga ik noch naar het bosch noch naar het terras." " »»}rrijdi/ij li J/uii. Ik heb van morgen Jupiter gereden en ik geloof zelfs, dat het zeer goed is gegaan, liet is een wonderdier. reeds als den hechtsten steun van het gezag en meenen te mogen doen wat hun goeddunkt, als het maar is, in naam van Oranje en in naam van het heil des volks! Dat zich deze gevaarlyke overtuiging gevestigd heeft in den maar al te ontvankelijken boezem van het gepeupel in Wijk C, dat danken we nu aan eenige dweep zieke heeren, die in hunnen angst voor het sociaal-democratische spooksel, dat dag en nacht over hunne overprikkelde hoofden waart, aller onverstandigst handelen in de keuze der midde len om dat spook te verjagen. Zij vereeren Ka Blommers en prijzen haar hemelhoog om .... ja waarom eigenlijk ? Omdat zij dingen doet waarvoor iedere andere fatsoenlijke weduwe eenige dagen in de gevangenis zou zijn ! Zij stelt zich aan het hootd van een aantal dronken kerels en verstoort dan, rekenende op den steun van dezen krijgshaftigen troep, vergaderingen van menschen die zich veroorloven anders te den ken dan zij ; zij slaan de glazen in van het locaal waar die andersdenkenden zich bevinden, wer pen met steenen en doen allerlei fraaie dingen die in een welgeordenden staat niet te pas komen. Nu moet erkend worden dat onze burgemeester volstrekt niet ingenomen is met de manier waarop Ka en hare volgelingen uiting aan hunne Oranje liefde geven en dat hij zelfs met kracht vooral bij de politie de steeds meer veldwinnende meening onderdrukt: tegen de sociaal-democra ten kan men optreden zooals uien wil! Doch hoe krachtig van wil de heer Reiger ook is, hoe zal hij zich op den duur kunnen verzetten tegen een partij volks, die hier inder daad al zoolang de «oudste menschen zich kun nen herinneren'1 meer gevreesd werd dan geacht als er van dit laatste nog sprake kan zijn tegenover de Katrijnestraters wanneer die partij nu gesteund en opgehemeld wordt door eenige mannen van invloed, die zich niet ontzien om die Ka Blommers met muziek en toespraken en cadeaux te huldigen. En dan heeft dr. Schubart, het hoofd dezer onzinnige beweging, nog wel de dwaze gedachte om aan Ka en haar ge zelschap mede te deelen dat hij burgemeester en wethouders uitgenoodigd heeft om bij de plech tigheid tegenwoordig te zijn! Wat moet dat mensch teleurgesteld zijn geweest, toen burgemeester en wethouders niet kwamen! Zij die bet toch zoo goed met Oranje meent, die maar ecu sein be hoeft te geven of Oranje ligt van den troon, moet op haar huldigingsfeest het gemeentebestuur niet aan hare voeten zien ! 't Is ongehoord! Zij nam intusschen het geschenk van de acht Indische nabobs uit de l'reanger (een spaarbank boekje van /' 100) en den speech van dr. Schubart in ontvangst op eene haar waardige en voor de feestcommissie zeer beschamende wijze. Zij zeide, dat ze 't volkomen in den baak vond zooals zij nu gevierd werd, en dat liet baaieen aanleiding zou zijn orn op den ingeslagen weg voort te gaan. (l'leizierig vooruitzicht !) Toen gaf' zij moederziel alleen en niet met zijn achten zij, slaapsteêhoudster in wijk C, een cadeau aan het Oranje-park, een tuinbank die haar ? ?'!?"> kost, en de muziek speelde Wien Xcerlandsch iiloed ! liet vaderland is gered! En een van bare commensalen zij beeft veertig jongens aan buis declameerde met geestdriftige gebaren en met schuim op den mond, boe verdienstelijk Oranje en Wijk O door alle eeuwen heen voor elkaar geweest zijn en gat' hoog op van de hel dendaden die ^\ijk C zou verrichten als bet noodig was! Dan kan men op Wijk C rekenen ! I)e roem van Ka Blommers verspreidt zich over het geheele land. lieods heeft zij een be zoek gehad van hare geestverwante uit do hoofd stad, van Christina van der Wouden, de ont moeting' van deze beide vorstelijke nichten was allerbartelijkst. Ka bracht dezer dagen niet ge volg (want het komt er op de scenten1' niet aan bij haar) een contrabezoek in de residentie van Christina. Op geen slagveld kan zooveel bloed stroomen, als bij die ontmoetingen van gelijk gevoelende zustors do oranjebittcr gestroomd heeft. En nu, als gevolg van al d'it gesol en gewau wel moesten we er dezer dagen getuigen van zijn, dat toen op eene vergadering van den Oranjebond van Hervorming (waar Ka natuurlijk ook was, Grootmoeder sliep nog toen ik uitreed; thuis gekomen ben ik naar haar kamer gegaan om haar goeden morgen te zeggen. Zij was be/.ig te schrijven eu had zeker niet gehoon! dat ik binnenkwam en toen bon ik, om haar te verrassen, op Je tcenen naar haar toe geloopen . . ." " ::I)at schijnt wel een gewoonte van je te wezen ..." ^Grootmoeder schreef een brief, aio begon met de woorden: >/i>jn u'n>irilc <j< iti mal! ... Ik heb niets anders gezien dan dal. Ik herinner mij, dat grootmoeder een generaal kent, die een hooge positie bekleedt aan het ministerie van oorlog. Waarom zou zij hem juist van morgen schrijven r Kn waarom zou zij niets van dien brief go/.egd hebben ': Na het diner komt die zaak van het paard op iiet tapijt: papa heeft plan morgen eerst met den miudagtrein naar Parijs te gaan om 's morgens een bezoek te brengen aan den heer de Léonelle... Daar gaat de deur open en komt de kolonel binnen ... en na tuurlijk wordt er weder over hel. paard ge sproken en ook over het voorgenomen be zoek op morgenochtend: papa zegt, dat het hem met zijn zaken zoo slecht voegt om eerst met den middaglrein te gaan. ;'Wel nu, geneer u dan niet,'1 zegt, de kolonel, »ik zal wel naar mijnheer de Léonelle gaan en die zaak in orde brengen. De prijs van het paard is immers negentienhonderd francs? l" begrijpt wel, dat hij er geen winst op wil hebben. Hij zag, dat wij elkander ken den en toen was hij de inschikkelijkheid zelve en heeft met beide handen de gelegen heid aangegrepen om zijn kolonel een dienst gezeten aan de rechterhand van een orgeldraaier) bleek dat deze bond in een hopeloozen toestand verkeerde van wege de weinige sympathie die in klinkende munt getoond werd, en de heer van der Ven uit de mededeelingen dienaangaande aanleiding nam tot het voorstel om dien bond maar op te doeken dat toen een soort van wilde-beesten-gebrul uit den hoek van Ka Blom mers opsteeg en een haren volgelingen zijn ge balde vuist voor des heeren van der Ven's gelaat kwam houden, onder opmerking dat zij hem nu kenden. Om welke reden een der be stuurders daarna nog eens in dezen kring door eene quasi-vraag moest bekend maken dat de heer Van der Ven redacteur is van De Controleur, was mij niet duidelijk ! De heeren hebben nu op dit «avondje" kun nen zien, waar zij met Wijk C heengaan. De man van de vuist ontzag zich toch niet om in een dreigende houding eenigen tijd aan de deur der zaal te gaan staan, als om den heer V. d. Ven duidelijk te maken wat hem te wachten stond! Laat dit den heeren een vingerwijzing zyn! De volkswaan is veranderlijk en Ka Blommers is al in de zestig! Als de goede leiding van dit goede mensch eens aan Wijk C ontvallen mocht (hetgeen God nog lang genadig verhoede) dan kon Wijk C wel eens uit den band springen en dan sta ik zelfs voor dr. Schubart niet in. Want al sterft de dynastie-Blommers nu juist met Ka niet uit, het is nog niet gebleken dat een harer nakomelingen in het volledig bezit van hare Oranjelievende qualiteit is ! MUMiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiHiiiiiiHiumiiiMuiiiiumiHMMMiiiii Het Tooneel. Over de Koninklijke Vereeniging »IIet Neder landsen Tooneel" doen de zonderlingste be richten de ronde. Sommigen beweren, dat zij het lokaal «Victoria" in de Nes heeft aangekocht, het in »Solser-Schouwburg" zal herdoopen en het I Januari a.s. met een geheel nieuwe, finde-sièc/c-editie van »Kloris en Roosje" zal openen. Anderen meenen te weten, dat mevrouw Frenkel en de heer Bouwmeester den velen vrijen tijd, waarin zij zich mogen verheugen, zullen ge bruiken om zich in de gymnastiek te bekwa men en het Septemberstuk van het volgend jaar als clou hun werkzaamheden aan een zwe vend rek of iets dergelijks zal te bewonderen geven. Natuurlijk zijn dit alles slechts vuige lasterpraatjes, uitgestrooid door de Nurksen, die het de Koninklijke Vereeniging kwalijk nemen, dat zij dit jaar eens een bijzonder kermisachtig kennisstuk ten beste geeft. Ik ben het met deze pruttelaars volstrekt niet eens. Zeven bruiden behaalde mijns inziens bij de première terecht grooten bijval; in de eerste plaats om do deugden der vortooning, vervolgens om die van bet stuk. De vertooning was een modelvertooning of kwam daar heel dicht bij. Aan de bedoelingen van den auteur, van de auteurs (Fritz Schater voor het proza, W. X. Peypers voor do poëzie) werd in geen enkel opzicht te kort gedaan; ieder was ten volle voor zijn taak berekend; bet ensemble liet niets te wenschen over: regie en mise-en-scène waren onverbeter lijk geregeld. Men schatte deze verdienste niet te gering, zelfs niet waar het een stuk als Zeven bruilcn geldt. Ik weet niet, hoe anderen erover denken, ik voor mij zie liever een onbeduidend stuk in alle opzichten tot zijn recht komen dan een mooi en degelijk verknoeien en vermin ken : ik voor mij geniet bij de goede vertoo ning van zulk een middelmatig product meer dan bij de minder goede van een ernstig kunst werk. Kn bovendien is Xa-eii Inuuleu een middelmatig' stuk, is bet een middelmatig kermisstukv Ik zou het niet gaarne willen be weren, liet schijnt mij veeleer het kennisstuk te bewijzen. En nu kunt u heel goed hem een beleefdheid terug bewijzen, door hem over een veertien dagen of zoo, te dineeren te vragen. Zeer waarschijnlijk neemt hij 't niet aan. Hij is een halve wilde, een schuw man, die zich nergens vertoont en altijd 's avonds op ijn kamer zit te werken .. . Buiten den dienst, voor eigen zaken, voor liefhebberij... - Dit werd nu aldus afgesproken. Zal hij weigeren? ik geloof het niet. Al ware 't alleen maar om zijn kolonel genoegen te doen? dat. geloof ik nog minder..."" :>/''</'';?-'/<"/ 7 Jinti. Om half negen stegen wij af' op het. binnenplein der kazerne. De kolonel kwam naar mij toe en bedankte mij voor mijne welwillendheid: hij denkt, dat ik er om zijnentwil in heb toegestemd om . . . Over den prijs zijn wij het terstond eens ge worden, en daarop zegt de kolonel: ->Ik denk wel, dat zij u over een veertien dagen eens (e dineeren zullen vragen, maar maak u niet, ongerust! l" kunt immers bedanken. Ik heb hun gezegd, dat gij zoo eenzelvig en schuw, zoo'n halve wilde zijt."?-Maar kolo nel..." --Is dat dan niet de waarheid? (7 bedankt immers voor alle inviuities." Deze zou ik misschien aannemen, kolonel." >Kijk, kijk, zou ik mij soms vergist heb ben? {_* geeft tegen den kostenden prijs een paard, dat ten minste twee duizend dueaten waard is en waarvan u eerst gezegd hadt, nimmer afstand te willen doen. Weizoo, weizoo! zouden de mooie oogen van dat blondinetje mede in 't spel zijn?" »Xu ja, kolonel, dat is de zaak'. Ik zal het u maar bekenneiijdat ik haar verrukkelijk vind!" (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl