Historisch Archief 1877-1940
AMSTEKDAMMEB,
NEDERLAND.
die het socialisme levendig hielden, terwijl schat
rijke kapitalisten als Menier en Crémieux hun
beurs beschikbaar stelden voor het stichter, van
bladen en het organiseeren van congressen!
De plaats waar aldus te Parijs de kiem van
het socialisme bewaard bleef was een caféop den
hoek van de boulevards St. Michel en St. Germain,
het caféSouflet. Hier was namelijk de plaats van
samenkomst van tal van jongelieden die in 1873
en 1874 een kleine groep hadden gevormd ver
bonden door de vriendschapsbanden van het
quartier Latin en door gemeenschappelijke democra
tische en socialistische neigingen. Zij waren ruim
schoots toegerust althans met jeugdigen moed en
illttsiën, maar wat hun ontbrak dat was een doc
trine. Die doctrine zouden zij vinden in de bureaux
van Les Droits de l'ffomme, een blad opgericht
met het geld van Menier, en de man die hun die
geven zou, heette Jules Guesde, redacteur van dat
blad geworden dank zij de bemiddeling van de
heeren Sigismond Lacroix en Yves Guyot, later
Minister van Openbare Werken. Reeds toen was
Goesde laag geen onbekende. Wegens persdelict
had bij al een vonnis van vijf jaar beloopen,. dat
hem had doen uitwijken naar Genève, van waar
hij in 1876 in Frankrijk terugkeerde en onmid
dellijk begon om het toen zeer tamme proletariaat
voor zijne revolutionair-socialistische beginselen te
bewerken, eerst in Les Droits de l'Homme, toen iu
Le "Radical en daarna o. a. in l'Egalité, welk
laatste blad onder zijne medewerkers telde de
alom bekende socialistische leiders Liebknecht,
Bebel, de Paepe en Malon.
Verwonderlijk snel zagen Guesde en de zijnen
hunne denkbeelden zich verbreiden, dank zij niet
alleen hun eigen ijverige propaganda, maar vooral
ook de ijverige medewerking der.... Regeering,
die tot vervolgingen overging, waarvan een
verschijnsel dat men ook hier te lande heeft kun
nen waarnemen! het resultaat juist het tegen
overgestelde was van hetgeen men er van ver
wachtte. Het was het gewoon verloop bij zulk
soort van dingen: De Regeering verbood een in
ternationaal werkliedencongres, dat in 1878 tijdens
de tentoonstelling te Parijs zon worden gehouden,
Guesde en zijn vrienden echter zetten door en de
gematigde elementen sloten zich uit ergernis bij
Een aan. Wel zette toen ook de Regeering door,
liet de afgevaardigden aan de plaats van samen
komst arresteeren en 38 ervan strafrechterlijk ver
volgen en tot gevangenisstraf veroordeelen, maar
het gevoerde proces, waarin de gemeenschappelijke
verdediging werd gevoerd door Guesde, was een
verbazende reclame voor het revolutionaire socia
lisme. Van de daardoor verkregen publiciteit werd
handig en onvermoeid gebruik gemaakt door de
verspreiding van de verdedigingsrede en van een
zuiver socialistisch manifest, waarop uit alle deelen
des lands betuigingen van adliaesie kwamen. Het
gevolg was dat reeds in 1879 op het congres te
Marseille de revolutionair socialistische partij van
Frankrijk werd gesticht, die op liet congres van
Havre in November 18SO een program ontving,
dat door Guesde te Londen in overleg met Marx
en Engels voor haar was gemaakt.
Zoo stond Guesde in 1SSO aan het hoofd zijner
partij, eene positie die hem toen, althans openlijk,
nog door niemand werd betwist. Op de gunst des
volks valt echter weinig te bouwen. Dat ondervond
ook Guesde, toen hij reeds het volgend jaar in
zijn eigen partij in de minderheid werd gebracht
door zijn geestverwant Brousse, die, verbitterd door
dat hij niet was uitgenoodigd tot de Loudensche
conferentie, waar liet program werd opgesteld,
Guesde had ondermijnd en Joffrin had gesteund,
die zich bij de verkiezing candidaat had gesteld
op een ander program dan het officieele program
der partij. Het gevolg'was ecu splitsing der partij
in Guesdisten (of Marxisten) en Broussisten, welke
laatsten later (in 1SS2) den scheldnaam van
poxsibilislen kregen naar een uitdrukking in hun or
gaan, waarbij zij verklaarden: Nous voulous
fractionner notre but, jusqu'a Ie rendrc possible".
Uit deze verklaring blijkt tevens dat de
possibilisten ecu minder revolutionaire taktiek volgen dau
de Guesdisteu, maar dit is dan ook liet nig ver
schil ; onderscheid in beginsel bestaat hier niet en
de splitsing wordt slechts levendig gehouden door
persoonlijken wrok der leiders, een wrok zelfs in
1889 nog zóó fel dat een poging tot verzoening
?HlllimilllUIIIIIIHIIIMmtlllllllllllti^lllllllllllMIIUimillllUimiimillllllllUI
Daarna groette hij ons en zou heengaan,
toen ik naar hem toeging. Hij bleef staan.
Ik wilde hem bepaald iets vriemlelijks, iets
aardigs zeggen ... maar de ontroering snoerde
mij de keel dicht en ik kon geen woord
uitbrengen. Hij wachtte en herhaalde zijn
groet: mejuffrouw .. . mejuffrouw . .. De
toestand was ondragelijk. Ik moest iets zeg
gen, wat clan ook. n ik vind niets anders
dan: »Met uw verlof, mijnheer, hoe heet het
paard ?" »Jupiter, mejuffrouw." »Dank
u, mijnheer.1' «Mejuffrouw .. ."
»»Ën hij is weggegaan met den jager, die
het dameszadel op den schouder droeg. Die
soldaat heet Picot. Als George met Lodewijk
naar den stal gegaan is en ik met groot
mama alleen ben gebleven, zegt zij: »mijn
kleine Jane, willen wij wat in den tuin gaan
wandelen . .."
»»Daar, op een bank heeft zij mij in 't
verhoor genomen, die grootmama, en ik heb
haar alles bekend .. . alles, dat wil zeggen
niets, want er is niets en toch is dat niets
toch wel iets. Grootmoeder zeide:
»Zottinnetje! wat haal je je toch in 't hoofd..."
:>Ik haal me niets in het hoofd, groot
moeder : ik weet heel ftoed, dat dat alles
toeval, ja, zuiver toeval* is... Maar, wat
ik u bidden mng, zeg er geen woord van
aan mama; zij zou mij uitlachen, en bo
vendien is zij geheel anders dan u, groot
moeder: zij houdt niets van al wat militair
is." »Wat ? houd ik daar dan wel van ?"
»Zeker grootmoeder, n houd wel degelijk
van ze, en ik heb dan ook meermalen ge
dacht: Ik weet niet, of grootmoeder het niet
heel aardig zou vinden als ik met eeii
door enkele buitenlandsche partijhoofden beproefd,
mislukte, zoodat in genoemd jaar zoowel de Gues
disten als de Possibilisten te Parijs hnn interna
tionaal congres hielden tot niet geringe vreugde
van hen, die van alle organisatie der arbeiders
afkeerig zijn en die beide congressen nu bespotten
als lei deux congres impossibilistes,
Wij zeiden dat de genoemde groepen zich alleen
onderscheiden door zeker verschil in taktiek. Ook
in dit opzicht is het onderscheid echter niet groot
want het revolutionaire zit er ook bij de Guesdis
ten inderdaad niet zoo heel dik op, tenzij in woorden.
Dit bleek het best uit het manifest dat Guesde
dezer dagen uitvaardigde toen hij te Roubaix tot
kamerlid was gekozen en deze zijne verkiezing be
stempelde als >}unc véiitable rétolution, Ie
commencement de la révoltition qui j'era des hommes l'ibres!"
Nu, zulk een revolutie ziet er tamelijk onschuldig
uit en draagt een vrij possibilistisch karakter ! Zij ge
lijkt evenveel op een heusche revolutie als Guesde
op den grooten man waarvoor hij zichzelf houdt. Hij
is inderdaad, gelijk de meesten zijner collega's, de
type van een volksleider van de soort die ons wel
eens aan het doorzicht en de degelijkheid van het
volk zelf doen twijfelen.
* *
*
Een geheel ander man was Benoit Malon, ver
leden week in den leeftijd van 52 jaar aan de
keeltering overleden. Omtrent hem kunnen wij
kort zijn, niet omdat hij minder beteekeut dan
Guesde, maar omdat hij minder heeft gewerkt in
het openbaar. Toch was vooral in den beginne ook zijn
leven fel bewogen en moet het hem ontzettend
veel inspanning hebben gekost om zich op te werken
tot het standpunt dat hij ook als wetenschappelijk
man heeft weten te bereiken. Een opvoeding ont
ving hij in zijn jeugd zoo goed als niet. Hij kwam
als los werkman naar Parijs, werd later
schildersknecht en daarna gerant in een coöperatieve krui
denierswinkel. In 1870 werd hij gevangen gezet
maar in het volgend jaar werd hij lid van de
Assemblee Nationale en van de Commune, die hij
verdedigde tot de intrede der Versaillanen binnen
Parijs. Hij vluchtte naar Zwitserland, maar werd
uit dit land verwijderd en zwierf toen rond in
Sardinië, Engeland en elders, steeds, voor zoover
hem dit mogelijk was, propaganda makende voor
zijne denkbeelden. Eerst in 1880 veroorloofde de
amnestie hem naar Frankrijk terug te keeren.
Hij was toen merkbaar kalmer geworden: de revo
lutionaire frases van Guesde met wien hij in de
redactie van l'fiiiiaucipntion. werkzaam was, be
vielen hem geenszins, evenmin als Guesde's auto
ritair optreden, zoodat hij zich onwillekeurig meer
aangetrokken gevoelde tot de groep van Brousse.
Een bepaald partij man werd Malou echter nooit.
Daarvoor was hij niet doctrinair genoeg en kou
zijn idealistische natuur zich te weinig vinden in
de realistisch nuchtere stellingen en formules van
Karl Marx eu andere economen. Zijn kracht vond
hij dan ook niet op de tribune maar in de stu
deerkamer en daar bewees hij hoc ver een man
met een helder hoofd en een warm hart het bren
gen kan ook zonder wetenschappelijke opvoeding.
Behalve artikelen in verschillende bladen schreef
hij werken die in elke socialistische bibliotheek
een eereplaats innemen en waarvan ziju J//-foire
jiopulaire dn Socialisme en Sociiilixam ia/l-gn/l de
meest bekende en voornaamste zijn.
[s Guesde de man van het koele hoofd en den
bitteren haat, Malon was de man van het wanne
hart en van de geloovcnde liefde. Daarom was
Malon, evenals in Belgiëzijn boezemvriend Geaai
de Paep?, geliefd niet alleen door zijn geestver
wanten, maar ook door hen, die in beginsel verre
van hem verwijderd stonden.
Sonus.
iiraiiiiimiiiuiiiniitmiiHiiiiiiiHiMnmiiiiiMiiniiiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiiiiiiia
Brieven uit Uti-eclit
door
GlKSK VA.T IKN* Do.V.
Wij beginnen hier nu reeds nog wel
eenigszins vroeger dan men eigenlijk verwacht bad
de wrange vruchten te plukken van de
Blommers-vergoding, waaraan het enkele hoeren
hier to stede nu eens lust zich te bezondigen l
Ka lilommers met baar kliek beschouwen zich
itiiiiiiiiiMinii
militair trouwde .. ."
«Thuis gekomen, roept mama ons toe: »Zoo,
zijn jullie daar eindelijk, zegt mij nu toch eens,
wat er eigenlijk te doen is. Het, plein leek
wel vol soldaten te zijn.'' »IIoe komt u
er bij, mama, er was niemand dun . .. die
mijnheer met zijn oppasser." »Zijn oppas
ser! spreek je nu ook al kazernetaai:'''
»0ch, mama, dat woord heb ik daareven ge
hoord." Ik moet zeggen," hernam mama,
»dat hij er overigens hoogst fatsoenlijk uit
ziet, die mijnheer, on heb je bij het Ie/en
van zijn kaartje nog opgemerkt, dat hij een
graaf is?'' -'.Graaf?'''?»Ja,'kijk maar."
. Xeen, dat had ik niet opgemerkt''. . .
»»Kan men onbeschaamder jokken dan ik
deed? Mama was heel wat kalmer geworden.
Zij is een allerliefst best moedertje, maar zij
heeft n zwak. Zij zou dolgraag willen,
dat ik markiezin of gravin werd. Ik daar
entegen hecht heel weinig aan die dingen.
Om die reden zou ik niet iemand kunnen
liefhebben van wien ik niet hield, dat is
zeker. Maar het zou mij ten slotte ook niet
beletten iemand te beminnen van wieu ik
wel hield." "
»Ben je aan het einde?"
»Ja... en mij dunkt, dat het nog al wel
is voor n enkelen dag. .. Nu is het weer
jouw beurt!"
»»r/'//i/'/'/ C> Juni. Afwachten is nu do
boodschap en bescheidenheid het wachtwoord.
Daarom ga ik noch naar het bosch noch
naar het terras." "
»»}rrijdi/ij li J/uii. Ik heb van morgen
Jupiter gereden en ik geloof zelfs, dat het
zeer goed is gegaan, liet is een wonderdier.
reeds als den hechtsten steun van het gezag en
meenen te mogen doen wat hun goeddunkt, als
het maar is, in naam van Oranje en in naam
van het heil des volks! Dat zich deze
gevaarlyke overtuiging gevestigd heeft in den maar al
te ontvankelijken boezem van het gepeupel in
Wijk C, dat danken we nu aan eenige dweep
zieke heeren, die in hunnen angst voor het
sociaal-democratische spooksel, dat dag en nacht
over hunne overprikkelde hoofden waart, aller
onverstandigst handelen in de keuze der midde
len om dat spook te verjagen. Zij vereeren Ka
Blommers en prijzen haar hemelhoog om ....
ja waarom eigenlijk ? Omdat zij dingen doet
waarvoor iedere andere fatsoenlijke weduwe eenige
dagen in de gevangenis zou zijn ! Zij stelt zich
aan het hootd van een aantal dronken kerels
en verstoort dan, rekenende op den steun van
dezen krijgshaftigen troep, vergaderingen van
menschen die zich veroorloven anders te den
ken dan zij ; zij slaan de glazen in van het locaal
waar die andersdenkenden zich bevinden, wer
pen met steenen en doen allerlei fraaie dingen
die in een welgeordenden staat niet te pas komen.
Nu moet erkend worden dat onze burgemeester
volstrekt niet ingenomen is met de manier waarop
Ka en hare volgelingen uiting aan hunne Oranje
liefde geven en dat hij zelfs met kracht vooral
bij de politie de steeds meer veldwinnende
meening onderdrukt: tegen de sociaal-democra
ten kan men optreden zooals uien wil!
Doch hoe krachtig van wil de heer Reiger
ook is, hoe zal hij zich op den duur kunnen
verzetten tegen een partij volks, die hier inder
daad al zoolang de «oudste menschen zich kun
nen herinneren'1 meer gevreesd werd dan geacht
als er van dit laatste nog sprake kan zijn
tegenover de Katrijnestraters wanneer die partij
nu gesteund en opgehemeld wordt door eenige
mannen van invloed, die zich niet ontzien om
die Ka Blommers met muziek en toespraken en
cadeaux te huldigen. En dan heeft dr.
Schubart, het hoofd dezer onzinnige beweging, nog
wel de dwaze gedachte om aan Ka en haar ge
zelschap mede te deelen dat hij burgemeester en
wethouders uitgenoodigd heeft om bij de plech
tigheid tegenwoordig te zijn! Wat moet dat mensch
teleurgesteld zijn geweest, toen burgemeester en
wethouders niet kwamen! Zij die bet toch zoo
goed met Oranje meent, die maar ecu sein be
hoeft te geven of Oranje ligt van den troon,
moet op haar huldigingsfeest het gemeentebestuur
niet aan hare voeten zien ! 't Is ongehoord!
Zij nam intusschen het geschenk van de acht
Indische nabobs uit de l'reanger (een spaarbank
boekje van /' 100) en den speech van dr.
Schubart in ontvangst op eene haar waardige en
voor de feestcommissie zeer beschamende wijze.
Zij zeide, dat ze 't volkomen in den baak
vond zooals zij nu gevierd werd, en dat liet
baaieen aanleiding zou zijn orn op den ingeslagen
weg voort te gaan. (l'leizierig vooruitzicht !) Toen
gaf' zij moederziel alleen en niet met zijn
achten zij, slaapsteêhoudster in wijk C, een
cadeau aan het Oranje-park, een tuinbank die
haar ? ?'!?"> kost, en de muziek speelde Wien
Xcerlandsch iiloed !
liet vaderland is gered! En een van bare
commensalen zij beeft veertig jongens aan
buis declameerde met geestdriftige gebaren
en met schuim op den mond, boe verdienstelijk
Oranje en Wijk O door alle eeuwen heen voor
elkaar geweest zijn en gat' hoog op van de hel
dendaden die ^\ijk C zou verrichten als bet
noodig was! Dan kan men op Wijk C rekenen !
I)e roem van Ka Blommers verspreidt zich
over het geheele land. lieods heeft zij een be
zoek gehad van hare geestverwante uit do hoofd
stad, van Christina van der Wouden, de ont
moeting' van deze beide vorstelijke nichten was
allerbartelijkst. Ka bracht dezer dagen niet ge
volg (want het komt er op de scenten1' niet aan
bij haar) een contrabezoek in de residentie van
Christina. Op geen slagveld kan zooveel bloed
stroomen, als bij die ontmoetingen van gelijk
gevoelende zustors do oranjebittcr gestroomd heeft.
En nu, als gevolg van al d'it gesol en gewau
wel moesten we er dezer dagen getuigen van
zijn, dat toen op eene vergadering van den
Oranjebond van Hervorming (waar Ka natuurlijk ook was,
Grootmoeder sliep nog toen ik uitreed; thuis
gekomen ben ik naar haar kamer gegaan
om haar goeden morgen te zeggen. Zij was
be/.ig te schrijven eu had zeker niet gehoon!
dat ik binnenkwam en toen bon ik, om haar
te verrassen, op Je tcenen naar haar toe
geloopen . . ." "
::I)at schijnt wel een gewoonte van je te
wezen ..."
^Grootmoeder schreef een brief, aio begon
met de woorden: >/i>jn u'n>irilc <j< iti mal! ...
Ik heb niets anders gezien dan dal. Ik
herinner mij, dat grootmoeder een generaal
kent, die een hooge positie bekleedt aan het
ministerie van oorlog. Waarom zou zij hem
juist van morgen schrijven r Kn waarom zou
zij niets van dien brief go/.egd hebben ': Na
het diner komt die zaak van het paard op
iiet tapijt: papa heeft plan morgen eerst
met den miudagtrein naar Parijs te gaan
om 's morgens een bezoek te brengen aan
den heer de Léonelle... Daar gaat de deur
open en komt de kolonel binnen ... en na
tuurlijk wordt er weder over hel. paard ge
sproken en ook over het voorgenomen be
zoek op morgenochtend: papa zegt, dat het
hem met zijn zaken zoo slecht voegt om
eerst met den middaglrein te gaan. ;'Wel
nu, geneer u dan niet,'1 zegt, de kolonel, »ik
zal wel naar mijnheer de Léonelle gaan en
die zaak in orde brengen. De prijs van het
paard is immers negentienhonderd francs?
l" begrijpt wel, dat hij er geen winst op
wil hebben. Hij zag, dat wij elkander ken
den en toen was hij de inschikkelijkheid
zelve en heeft met beide handen de gelegen
heid aangegrepen om zijn kolonel een dienst
gezeten aan de rechterhand van een orgeldraaier)
bleek dat deze bond in een hopeloozen toestand
verkeerde van wege de weinige sympathie die
in klinkende munt getoond werd, en de heer
van der Ven uit de mededeelingen dienaangaande
aanleiding nam tot het voorstel om dien bond
maar op te doeken dat toen een soort van
wilde-beesten-gebrul uit den hoek van Ka Blom
mers opsteeg en een haren volgelingen zijn ge
balde vuist voor des heeren van der Ven's
gelaat kwam houden, onder opmerking dat zij
hem nu kenden. Om welke reden een der be
stuurders daarna nog eens in dezen kring door
eene quasi-vraag moest bekend maken dat de
heer Van der Ven redacteur is van De Controleur,
was mij niet duidelijk !
De heeren hebben nu op dit «avondje" kun
nen zien, waar zij met Wijk C heengaan. De
man van de vuist ontzag zich toch niet om in
een dreigende houding eenigen tijd aan de deur
der zaal te gaan staan, als om den heer V. d.
Ven duidelijk te maken wat hem te wachten
stond!
Laat dit den heeren een vingerwijzing zyn!
De volkswaan is veranderlijk en Ka Blommers
is al in de zestig! Als de goede leiding van dit
goede mensch eens aan Wijk C ontvallen mocht
(hetgeen God nog lang genadig verhoede) dan
kon Wijk C wel eens uit den band springen
en dan sta ik zelfs voor dr. Schubart niet in.
Want al sterft de dynastie-Blommers nu juist
met Ka niet uit, het is nog niet gebleken dat
een harer nakomelingen in het volledig bezit van
hare Oranjelievende qualiteit is !
MUMiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiHiiiiiiHiumiiiMuiiiiumiHMMMiiiii
Het Tooneel.
Over de Koninklijke Vereeniging »IIet Neder
landsen Tooneel" doen de zonderlingste be
richten de ronde. Sommigen beweren, dat zij
het lokaal «Victoria" in de Nes heeft aangekocht,
het in »Solser-Schouwburg" zal herdoopen en
het I Januari a.s. met een geheel nieuwe,
finde-sièc/c-editie van »Kloris en Roosje" zal openen.
Anderen meenen te weten, dat mevrouw Frenkel
en de heer Bouwmeester den velen vrijen tijd,
waarin zij zich mogen verheugen, zullen ge
bruiken om zich in de gymnastiek te bekwa
men en het Septemberstuk van het volgend
jaar als clou hun werkzaamheden aan een zwe
vend rek of iets dergelijks zal te bewonderen
geven. Natuurlijk zijn dit alles slechts vuige
lasterpraatjes, uitgestrooid door de Nurksen, die
het de Koninklijke Vereeniging kwalijk nemen,
dat zij dit jaar eens een bijzonder
kermisachtig kennisstuk ten beste geeft. Ik ben het
met deze pruttelaars volstrekt niet eens. Zeven
bruiden behaalde mijns inziens bij de première
terecht grooten bijval; in de eerste plaats om
do deugden der vortooning, vervolgens om die
van bet stuk. De vertooning was een
modelvertooning of kwam daar heel dicht bij. Aan
de bedoelingen van den auteur, van de auteurs
(Fritz Schater voor het proza, W. X. Peypers
voor do poëzie) werd in geen enkel opzicht te
kort gedaan; ieder was ten volle voor zijn taak
berekend; bet ensemble liet niets te wenschen
over: regie en mise-en-scène waren onverbeter
lijk geregeld. Men schatte deze verdienste niet
te gering, zelfs niet waar het een stuk als Zeven
bruilcn geldt. Ik weet niet, hoe anderen erover
denken, ik voor mij zie liever een onbeduidend
stuk in alle opzichten tot zijn recht komen dan
een mooi en degelijk verknoeien en vermin
ken : ik voor mij geniet bij de goede vertoo
ning van zulk een middelmatig product meer
dan bij de minder goede van een ernstig kunst
werk. Kn bovendien is Xa-eii Inuuleu een
middelmatig' stuk, is bet een middelmatig
kermisstukv Ik zou het niet gaarne willen be
weren, liet schijnt mij veeleer het kennisstuk
te bewijzen. En nu kunt u heel goed hem
een beleefdheid terug bewijzen, door hem
over een veertien dagen of zoo, te dineeren te
vragen. Zeer waarschijnlijk neemt hij 't niet aan.
Hij is een halve wilde, een schuw man, die
zich nergens vertoont en altijd 's avonds op
ijn kamer zit te werken .. . Buiten den
dienst, voor eigen zaken, voor liefhebberij...
- Dit werd nu aldus afgesproken. Zal hij
weigeren? ik geloof het niet. Al ware 't
alleen maar om zijn kolonel genoegen te
doen? dat. geloof ik nog minder...""
:>/''</'';?-'/<"/ 7 Jinti. Om half negen stegen
wij af' op het. binnenplein der kazerne. De
kolonel kwam naar mij toe en bedankte mij
voor mijne welwillendheid: hij denkt, dat ik
er om zijnentwil in heb toegestemd om . . .
Over den prijs zijn wij het terstond eens ge
worden, en daarop zegt de kolonel: ->Ik
denk wel, dat zij u over een veertien dagen
eens (e dineeren zullen vragen, maar maak
u niet, ongerust! l" kunt immers bedanken.
Ik heb hun gezegd, dat gij zoo eenzelvig en
schuw, zoo'n halve wilde zijt."?-Maar kolo
nel..." --Is dat dan niet de waarheid?
(7 bedankt immers voor alle inviuities."
Deze zou ik misschien aannemen, kolonel."
>Kijk, kijk, zou ik mij soms vergist heb
ben? {_* geeft tegen den kostenden prijs
een paard, dat ten minste twee duizend
dueaten waard is en waarvan u eerst gezegd
hadt, nimmer afstand te willen doen. Weizoo,
weizoo! zouden de mooie oogen van dat
blondinetje mede in 't spel zijn?" »Xu
ja, kolonel, dat is de zaak'. Ik zal het u
maar bekenneiijdat ik haar verrukkelijk vind!"
(Slot volgt).