De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 1 oktober pagina 1

1 oktober 1893 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

U».' 849 DE AMSTEKDAMMEK A°. 1893 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Bit nommer bevat t we 3 bijvoegsels. Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. UitgcTer»! VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zcndag 1 October Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/" 1.65 Voor Indiëper jaar mail» 9. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12* Advertenün van l?5 regels ?1.10, elke regel meer Reclames per regel 0.20 0.40 I N H O C D: VAN VERRE EN VAN NABIJ. - SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Het woning-vraagstuk door Socius. FEUILLETON: Een huwelijk uit liefde, naar Ludovic Halévy. (Slot). TOONEEL EN MUZIEK: Het tooneel, door H. J Mehler. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. AANTEEKENINGEN SCHILDER KUNST, door V. KUNST EN LETTEREN: Mr. Jacob van Lennep, door J. H. Rössing. J. A. Alberdingk Thijm, door A. J., II, beoor deeld door J. H. Rössing. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e. ALLERLEI. RECLAMES. UIT Dr. GANNEF's STU DEERKAMER. PEN- EN POTLOOBKRASSEN. ADVERTENTIËN. nuitiiiiiiiumiiimiiiitmiHiiiiiiiimmiimitiiiiiiimii De verwerping van het Home l ule-ontwerp voor Ierland door het Engelsche Hoo gerhuis met eene meerderheid van negen tienden der stemmen, heeft in het Vereenigd Koninkrijk geen grooten indruk gemaakt. Natuurlijk tracht de Unionistische pers haren lezers te doen gelooven, dat de hoogadellijke en hoogeerwaarde wachters voor de eenheid des rijks allen rechtgeaarden vaderlanders een pak van het hart hebben genomen en dat de Engelsche natie nu weer vrij kan ademhalen. Het kan zijn maar dan openbaart zich de dank baarheid over die verademing al op zeer bescheiden wijze. Natuurlijk verzekeren aan den anderen kant de lïome-Rulers en de Gladstonianen, dat het besluit der wereld lijke en geestelijke Lords een storm van verontwaardiging heeft doen ontstaan en dat het Hoogerhuis zelf het eerste slachtoffer zal zijn van de politieke hartstochten, die het heeft ontketend. Doch eerlijk gezegd ook van die verontwaardiging is niet veel te bespeuren. Het een is al even gemakkelijk te ver klaren als het andere. Men wist vooruit dat het Hoogerhuis de wet zou verwerpen, gelijk het zoo menig ander ontwerp heeft afgestemd, dat toch wet is geworden. De heer Chamberlain, die thans de wijsheid van de Lords prijst, omdat hun votum bij uit zondering zijne oppositie versterkt, zeide negen jaren geleden in eene door hem in Bingley Hall uitgesproken rede: »Het Huis HNiHiiMimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiini luiiiiiuiiiiiiiiiiiiiliiHiiiiiiiiiitfiiiniiiiim EEN HUWELIJK UIT LIEFDE. Naar het Fransch van L. Halévy. 6) DOOR LOCO. (Slat). »»Het was er uit, voor ik 't wist... 't Was ook zoo'n genot over haar te kunnen spre ken, na alleen Picot tot vertrouwde gehad te hebben, wat ik erg hard vond!" »»De kolonel wordt geroepen voor het rapport van den Zaterdag. Terwijl de escadronschef van de week verslag uitbracht van hetgeen er alzoo was voorgevallen : Die mer rie heeft een schop gehad, deze man miste, op het avondappèl, dat paard is geleten enz., zag de kolonel mij voortdurend met een spottend gezicht aan en draaide aan zijn grijzen knevel. Na het rapport ging hij heen en mij passeerende, zei hij: »Daar heb je nu die jonge wilde, die op weg is om mak te worden en zijn paarden verkoopt... uit liefde!" »»'t Is een beste man, die kolonel, maar «en verschrikkelijke babbelaar. Mijn geheim zal binnenkort het geheim zijn van het gansche regiment."" »»Zaterdag 7 Juni. Het is wel erg! Van nacht heb ik van hem gedroomd. Ja, zoover is het reeds met mij gekomen! En dat de teer Gambetta ook met dien droom gemoeid der Lords heeft gedurende honderd jaren nooit n jota bijgedragen tot de vrijheden des volks, noch iets gedaan om het algemeen belang te bevorderen. Gedurende dien tijd heeft het ieder misbruik beschermd en elk privilege gehandhaafd, het heeft recht ont houden en hervormingen op de lange baan geschoven; het is onverantwoordelijk zonder onafhankelijk te zijn ; stijfhoofdig zonder moed; willekeurig zonder oordeel en aanma tigend zonder kennis." De slimme heer Gladstone gebruikte deze woorden van zijn vroegeren ambtgenoot als tekst voor de rede, die hij in de Albert Hall te Edinburgh voor zijn kiezers uit Midlothian hield, en hij maakte deze kleine hatelijkheid nog scherper door te verklaren, dat de heer Chamberlain in dit vernietigend oordeel heusch wel wat overdreef. Het zij en passant opgemerkt, dat de tegenstanders van den ouden premier in diens vroegere redevoeringen een overvloed van dergelijke teksten zouden kunnen vinden, om elk voorstel van hem te bestrijden. De heer Gladstone heeft in zijn politieke loopbaan alle phasen, van ultra-conservatief tot ultra radicaal doorloopen en vele malen stellingen verdedigd, waartegen hij thans met altijd jeugdig vuur opkomt. Alleen zijn die talrijke gedaanteverwisselingen, welke bij een man, die met zijn tijd meegaat, volkomen begrij pelijk zijn, lang niet volledig geweest, en hieruit laat het zich verklaren, dat de heer Gladstone als staatsman eigenlijk in geen enkele der gebruikelijke lijsten past. Wat men van den heer Gladstone wenschte te vernemen, was minder een historisch over zicht van de reeks der conflicten tusschen Hooger- en Lagerhuis, dan wel een positief antwoord op de vraag, wat de regeering zou doen, nu een voorstel van zoo ingrijpemlen aard als het Home, Kule ontwerp door den eenen tak van de vertegenwoordiging aangeno men en door den anderen verworpen was. In n opzicht was de premier zeer positief: het votum van het Hoogerhuis was voor hem geen aanleiding om het Lagerhuis te ontbinden en een beroep op het volk te doen. Zulk een handelwijze zou volkomen in strijd zijn met de parlementaire traditiün. De heer Gladstone herinnerde zijn hoorders, hoe het conflict over de afschaffing van het dagblad-zegel in 1860 was afgeloopen. Punclt had destijds (in 1860) eene teekening gege ven, waarop de heer Gladstone, die als kanselier van de schatkist het ontwerp had ingediend, werd voorgesteld als een klein jongetje op een schoolbank, wien de leider van het Iloogerhuis, Lord Derby, lllllllinilUlltlttllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMlIlllltlllllllMMIMIlr.llllllllf was, komt daardoor, dat er gisteren na het diner over niets anders dan hem is ge sproken." »»Nu dan, hij was generaal-en-chef.. . niet de heer Gambetta, neen, maar de heer Léonelle ... Hij voerde bevel over het geheele Fransche leger en had een groote over winning behaald. Gambetta kwam hem ge luk wenschen en riep hem toe: »Bonaparte z'i' g'j geweest, wees nu Napoleon!" »«Gambetta wilde hem een kroon opzetten maar met beminnenswaardige bescheidenheid wees hij het van de hand en sprak: »Neen, neen, ik ben tevreden met Bonaparte en verlang volstrekt niet Napoleon te zijn." » » Waarop Gambetta antwoordde : Nu, dat bevalt mij eigenlijk ook wel zoo goed, dan behoud ik de macht. .." " »»Wat zijn dat toch dolle dingen, die droomen ; maar hoe dwaas ook om dergelijke zaken op te schrijven !.. . »»In den loop van den dag ben ik op Jupiter uitgereden. Altijd hetzelfde prach tige dier. Hij, laat zich niet zien, zeker uit bescheidenheid, 's Avonds na het diner wederverschijning van den kolonel. Toen hij aangediend werd, zag ik mama een gezicht trekken . . . alsof zij wilde zeggen : wat! alweder die militair !" " » »De kolonel deelt mede, dat de zaak van Jupiter in orde is gekomen voor negentien honderd francs . . . daarop wendt hij zich tot papa en stelt dezen voor in den tuin een sigaar te gaan rooken." " » »Als zij een kwartiertje weg zijn geweest, wordt mama wat ongeduldig en zegt: wat heeft je vader toch in vredesnaam met dien kolonel te praten ? Hij zal kou vatten een uit een ontzaglijk groot vel papier gemaakten zotskap op het hoofd zette. Dit was eene zeer vleiende voorstelling geweest van de overwinning der Lords. Maar in het volgende jaar bedacht het Lagerhuis een allereenvoudigst middel, om het Hooger huis tot inkeer te brengen. In plaats van alle ontwerpen van financieelen aard, waartoe ook het geïncrimineerde behoorde, afzonder lijk aan het oordeel der Lords te onderwer pen, diende het die ontwerpen en bloc in, als eene enkele begrooting van ontvangsten, en deze konden de Lords toch niet met goed fatsoen verwerpen. Zij namen dan ook de begrooting met het onaangename toevoegsel aan, en hebben sinds dien tijd nooit meer eenigen invloed uitgeoefend op de financiën van het rijk. Het is duidelijk, met welke bedoeling de heer Gladstone deze anecdote vertelde: het Hoogerhuis kan er uit leeren, dat het elke overwinning, die het in een conflict met het Lagerhuis behaalt, ten slotte moet boeten met een verlies van prestige en eene wel niet theoretische, maar toch feitelijke ver mindering van bevoegdheid. Had de regeering thans weder zulk een middeltje op het oog, om de oppositie der Lords machteloos te maken ? Over die vraag liet de heer Gladstone zich wijselijk niet uit. Wel beproefde hij zijn hoorders een kijkje te geven achter de schermen der oppositie-poli tiek. Hij beriep zich daarvoor op een artikel in Blaekwood's Magazine, waaruit bleek, dat de Tories en de liberale Unionisten niet zou den trachten de regeering omver te werpen, maar wel wilden verhinderen, dat onder het tegenwoordige régime eenige wetgeving van belang tot stand kwam. Zoo zouden de Lords, door eene soort van politieke werkstaking, het bewijs willen leveren, dat het tegenwoordige parlement onder leiding van den heer Glad stone noodzakelijk onvruchtbaar moest zijn. De premier verklaarde, het hierop gaarne te willen wagen. De regeering had een aan tal ontwerpen, ten deele ook van sociaalpolitieken aard, voorbereid of reeds ingediend, en zij was overtuigd, dat de volksvertegen woordiging tot de aanneming daarvan zou willen medewerken. Wat het Hoogerhuis dan zou doen, kon de regeering met de meest mogelijke kalmte afwachten, in de overtui ging, dat %ij althans hare taak had volbracht en aan haar programma was getrouw ge bleven. Uit het bovenstaande mag men afleiden, dat de heer Gladstone, zonder zich aan het laatste votum van het Hoogerhuis te storen, zal voortgaan met het indienen van allerlei ontwer lUMiMHitiuiumiiiiiiMiiiiimiiiiiiiiiiuiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiii want hij is zonder hoed den tuin ingegaan. Breng hem toch zijn hoed en doe je best hem naar binnen te krijgen. Ja, mama..." " »»AIs ik in den tuin kom ... hoor ik den kolonel duidelijk zeggen: Ik verzeker je, het lx een parel ... en dan : Sst ! pas op ! En dadelijk wordt er over iets anders ge. sproken. O maar dat is wat al te kras. Zou hij nu reeds mijn hand hebben gevraagd door middel van den kolonel en dus langs hierarclüschcn weg ? Zou dat bij de cava lerie zoo de gewoonte wezen ? Dat zou toch wel wat al te hard gaan! Na een enkele ontmoeting, waarbij slechts van haver, stroo en hooi gesproken werd." " »»De kolonel en papa zijn weder in den salon teruggekeerd. De eerste is vertrokken. Papa zag er afgetrokken uit. Toen ik om elf uur hem goeden nacht kuste, alvorens naar mijne kamer te gaan, nam hij mijn beide handen in de zijne en vroeg: Wel, ben je in je schik met het paard van dien mijnheer ? ... Of ik, papa ... o, als u eens wist, hoe lief ik mijn Jupiter heb, ik aanbid hem! !"" » »Ik geloof, dat ik dat met wat al te veel vuur, veel te levendig en hartstochtelijk heb gezegd. Elk oogenblik ben ik bang mij te zullen verraden. "\Yanneer ik van zijn paard spreek, is het mij net of ik van hem spreek ! En de parel, wie zou dat zijn, de parel ? Hij of ik?"" ?» ?»Zondai] S Juni Van morgen ont ving in het volgende schrijven van mijne zuster: Ik ben dood op. k heb de beide laatste dagen liefst veertig visites gemaakt, Overal -wist ik zoo goed of kwaad mogelijk in het gesprek de vraag te pas te brengen : pen, die de wenschen van de verschillende bestanddeelen zijner heterogene meerderheid meer of minder zullen bevredigen. Hoe meer van die wetten het hem gelukt, door het Lagerhuis te doen aannemen, des te moeielijker wordt de positie van het Hoogerhuis. Of de berekening juist is, zal de tijd moeten leeren. Talrijke praecedenten spreken ten gunste van Gladstone's onderstelling, dat ook nu het Hoogerhuis zal eindigen met toe te geven; het zwakke punt van zijne redenee ring is, dat de door hem onderstelde geest drift voor het Home liule-ontwerp slechts bij betrekkelijk weinigen bestaat, en dat ver reweg de meeste Engelschen en Schotten slechts afdoening dezer zaak wenschen, omdat de heer Gladstone hardnekkig blijft volhou den, dat de lersche quaestie, en deze alleen, aan de invoering van andere populaire her vormingen in den weg staat. niiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiimmimiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiinii Sociale, IU1IIIIIIIIIIIIII ifiiNiiiiiiiiiiiiiiiMiiimimiiiiiimiiiiimiiiitiiiiiMitti Het Woning-Vraagstuk. Ons land is van 't jaar ruim met congressen gezegend geweest. We hadden o. a. ons iLternaticmaal-rechtscongrcs, ons letterkundig congres, ons congres betreffende de prostitutie en ons congres van drankbestrijdtrs. Vooral de beide laatste trok ken onze aandacht, n inder wegens hetgeen er be handeld werd dan wel wegens hetgeen in den re gel op dergelijke congressen over het hoofd wordt gezien, dat is: de sloffdijke zijde der kwestie. Er wordt veelal steen en been geklaagd over het diep zedelijk verval waartoe een groot deel des volks is gekomen en velerlei geestelijke middelen worden aan de hand gedaan zoowel om verdere demoralisatie te voorkomen als om degevallen slacht offers weer terecht te brengen. Wij gelooven dat dit alles geschiedt met de beste bedoelingen, maar aan de doeltreffendheid der aanbevolen geneesmiddelen rijst bij ons wel eens eenige twijfel. Wij hebben nog al eens gelegenheid gehad om rond te kijken in de wereld, vooral onder de arbeidende klasse, en daarbij heeft het ons steeds gefrappeerd in hoe hooge mate zedelijke misstanden hunne oorzaak vinden in stofftlij/c lijden, hoe o. a. de ellendige wijze waarop het volk wordt gehuisvest een der bronnen is van demoralisatie, die prostitutie en dronkenschap welig doen tieren. Het is merkwaardig hoe weinig deze zijde der kwestie op congressen wordt onder de oogen gezien, hoe zelfs een zekere categorie van overigens weldenkende lieden, maar die louter peinzen op geestelijke middelen van her stel, het groote gewicht ontkennen dat aan deze stoffelijke oorzaak van verval moet worden toege kend. Nauwelijks echt-er rijst de vraag in hoever het volk geschikt kan worden geacht voor de uitoefe ning van politieke rechter, of de invloed van gmillitlllniinliljiiliiiMnnniiiiiiiiiiiiliiTmliiiliiiiïiiiniiiitimiiiiiiliillimi kent ge bij toeval ook een familie Lablinière ? En ik heb ccn stuk of xes antwoor den daarop gekregen, die alle uitstekend luiden. Voortreffelijke* menschen. Heel aardiij cjefortuncerd, icat nooit kiraad kan, maar een xeer rechtmatig -verkregen fortuin. O f er het jonge >ne.inje, maar n roep: het is een engel ! Ga dus gerust je gang, kapitein, als je hart je dat aanraadt. »»Dat laatste met stomme verbazing ge lezen. Kan men het mij dan aanzien, dat ik verliefd ben ? Mijn zuster heeft het dus bemerkt. Om 6 uur een klein briefje van den vader met een uitnoodiging om aan staanden Woensdag, Woensdag den Uden te komen eten. De kolonel had gesproken van over veertien dagen. Zal ik dadelijk antwoorden ? Neen, morgen is het vroeg genoeg." '' v»Zondag 8 Juni. Toen ik van mor gen al :vroeg naar beneden kwam, was de post er juist geweest. Er lag een pakket brieven op de schaal in de voorkamer. Zou er iets voor mij bij zijn ? Neen, maar wel een brief voor grootmama. Een dienstbrief met een groot rood lak er op, waarin ge drukt staat: Fransche lïepubhek. Mini-ster van Oorlog. Afdeeling Personeel. Zou dfe over mijn lot beslissen, die brief? want ik weet zoo goed als zeker, dat grootmoeder informaties gevraagd heeft, ja informaties gevraagd. Een der bedienden komt voorbij. Ik sluip weg als een diefegge. Tien uur. Grootmoeder moet opgestaan zijn. Zij moet haar brief reeds gelezen hebben. Ik ga naar haar toe : Zoo kleintje, ben je daar ! ... «Grootmoeder schijnt zeer in haar nopjes te wezen : zij kust mij zeer hartelijk, harte

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl