Historisch Archief 1877-1940
U».' 849
DE AMSTEKDAMMEK
A°. 1893
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Bit nommer bevat t we 3 bijvoegsels.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
UitgcTer»! VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zcndag 1 October
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/" 1.65
Voor Indiëper jaar mail» 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12*
Advertenün van l?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel
0.20
0.40
I N H O C D:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. - SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Het woning-vraagstuk
door Socius. FEUILLETON: Een huwelijk
uit liefde, naar Ludovic Halévy. (Slot).
TOONEEL EN MUZIEK: Het tooneel, door H. J
Mehler. Muziek in de hoofdstad, door Van
Milligen. AANTEEKENINGEN SCHILDER
KUNST, door V. KUNST EN LETTEREN:
Mr. Jacob van Lennep, door J. H. Rössing.
J. A. Alberdingk Thijm, door A. J., II, beoor
deeld door J. H. Rössing. SCHAAKSPEL.
VOOR DAMES, door E-e. ALLERLEI.
RECLAMES. UIT Dr. GANNEF's STU
DEERKAMER. PEN- EN
POTLOOBKRASSEN. ADVERTENTIËN.
nuitiiiiiiiumiiimiiiitmiHiiiiiiiimmiimitiiiiiiimii
De verwerping van het Home l
ule-ontwerp voor Ierland door het Engelsche Hoo
gerhuis met eene meerderheid van negen
tienden der stemmen, heeft in het
Vereenigd Koninkrijk geen grooten indruk
gemaakt. Natuurlijk tracht de Unionistische
pers haren lezers te doen gelooven, dat de
hoogadellijke en hoogeerwaarde wachters
voor de eenheid des rijks allen
rechtgeaarden vaderlanders een pak van het hart
hebben genomen en dat de Engelsche natie
nu weer vrij kan ademhalen. Het kan
zijn maar dan openbaart zich de dank
baarheid over die verademing al op zeer
bescheiden wijze. Natuurlijk verzekeren aan
den anderen kant de lïome-Rulers en de
Gladstonianen, dat het besluit der wereld
lijke en geestelijke Lords een storm van
verontwaardiging heeft doen ontstaan en dat
het Hoogerhuis zelf het eerste slachtoffer
zal zijn van de politieke hartstochten, die
het heeft ontketend. Doch eerlijk gezegd
ook van die verontwaardiging is niet veel
te bespeuren.
Het een is al even gemakkelijk te ver
klaren als het andere. Men wist vooruit
dat het Hoogerhuis de wet zou verwerpen,
gelijk het zoo menig ander ontwerp heeft
afgestemd, dat toch wet is geworden. De
heer Chamberlain, die thans de wijsheid van
de Lords prijst, omdat hun votum bij uit
zondering zijne oppositie versterkt, zeide
negen jaren geleden in eene door hem in
Bingley Hall uitgesproken rede: »Het Huis
HNiHiiMimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
luiiiiiuiiiiiiiiiiiiiliiHiiiiiiiiiitfiiiniiiiim
EEN HUWELIJK UIT LIEFDE.
Naar het Fransch van L. Halévy.
6) DOOR
LOCO.
(Slat).
»»Het was er uit, voor ik 't wist... 't Was
ook zoo'n genot over haar te kunnen spre
ken, na alleen Picot tot vertrouwde gehad
te hebben, wat ik erg hard vond!"
»»De kolonel wordt geroepen voor het
rapport van den Zaterdag. Terwijl de
escadronschef van de week verslag uitbracht van
hetgeen er alzoo was voorgevallen : Die mer
rie heeft een schop gehad, deze man miste, op
het avondappèl, dat paard is geleten enz.,
zag de kolonel mij voortdurend met een
spottend gezicht aan en draaide aan zijn
grijzen knevel. Na het rapport ging hij heen
en mij passeerende, zei hij: »Daar heb je
nu die jonge wilde, die op weg is om mak
te worden en zijn paarden verkoopt... uit
liefde!"
»»'t Is een beste man, die kolonel, maar
«en verschrikkelijke babbelaar. Mijn geheim
zal binnenkort het geheim zijn van het
gansche regiment.""
»»Zaterdag 7 Juni. Het is wel erg! Van
nacht heb ik van hem gedroomd. Ja, zoover
is het reeds met mij gekomen! En dat de
teer Gambetta ook met dien droom gemoeid
der Lords heeft gedurende honderd jaren
nooit n jota bijgedragen tot de vrijheden
des volks, noch iets gedaan om het algemeen
belang te bevorderen. Gedurende dien tijd
heeft het ieder misbruik beschermd en elk
privilege gehandhaafd, het heeft recht ont
houden en hervormingen op de lange baan
geschoven; het is onverantwoordelijk zonder
onafhankelijk te zijn ; stijfhoofdig zonder
moed; willekeurig zonder oordeel en aanma
tigend zonder kennis."
De slimme heer Gladstone gebruikte deze
woorden van zijn vroegeren ambtgenoot als
tekst voor de rede, die hij in de Albert
Hall te Edinburgh voor zijn kiezers uit
Midlothian hield, en hij maakte deze kleine
hatelijkheid nog scherper door te verklaren,
dat de heer Chamberlain in dit vernietigend
oordeel heusch wel wat overdreef. Het zij
en passant opgemerkt, dat de tegenstanders
van den ouden premier in diens vroegere
redevoeringen een overvloed van dergelijke
teksten zouden kunnen vinden, om elk
voorstel van hem te bestrijden. De heer
Gladstone heeft in zijn politieke loopbaan
alle phasen, van ultra-conservatief tot ultra
radicaal doorloopen en vele malen stellingen
verdedigd, waartegen hij thans met altijd
jeugdig vuur opkomt. Alleen zijn die talrijke
gedaanteverwisselingen, welke bij een man,
die met zijn tijd meegaat, volkomen begrij
pelijk zijn, lang niet volledig geweest, en
hieruit laat het zich verklaren, dat de heer
Gladstone als staatsman eigenlijk in geen
enkele der gebruikelijke lijsten past.
Wat men van den heer Gladstone wenschte
te vernemen, was minder een historisch over
zicht van de reeks der conflicten tusschen
Hooger- en Lagerhuis, dan wel een positief
antwoord op de vraag, wat de regeering zou
doen, nu een voorstel van zoo ingrijpemlen
aard als het Home, Kule ontwerp door den
eenen tak van de vertegenwoordiging aangeno
men en door den anderen verworpen was. In
n opzicht was de premier zeer positief:
het votum van het Hoogerhuis was voor
hem geen aanleiding om het Lagerhuis te
ontbinden en een beroep op het volk te
doen. Zulk een handelwijze zou volkomen in
strijd zijn met de parlementaire traditiün.
De heer Gladstone herinnerde zijn hoorders,
hoe het conflict over de afschaffing van het
dagblad-zegel in 1860 was afgeloopen. Punclt
had destijds (in 1860) eene teekening gege
ven, waarop de heer Gladstone, die als
kanselier van de schatkist het ontwerp
had ingediend, werd voorgesteld als een
klein jongetje op een schoolbank, wien de
leider van het Iloogerhuis, Lord Derby,
lllllllinilUlltlttllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMlIlllltlllllllMMIMIlr.llllllllf
was, komt daardoor, dat er gisteren na het
diner over niets anders dan hem is ge
sproken."
»»Nu dan, hij was generaal-en-chef.. .
niet de heer Gambetta, neen, maar de heer
Léonelle ... Hij voerde bevel over het
geheele Fransche leger en had een groote over
winning behaald. Gambetta kwam hem ge
luk wenschen en riep hem toe: »Bonaparte
z'i' g'j geweest, wees nu Napoleon!"
»«Gambetta wilde hem een kroon opzetten
maar met beminnenswaardige bescheidenheid
wees hij het van de hand en sprak: »Neen,
neen, ik ben tevreden met Bonaparte en
verlang volstrekt niet Napoleon te zijn."
» » Waarop Gambetta antwoordde : Nu,
dat bevalt mij eigenlijk ook wel zoo goed,
dan behoud ik de macht. .." "
»»Wat zijn dat toch dolle dingen, die
droomen ; maar hoe dwaas ook om dergelijke
zaken op te schrijven !.. .
»»In den loop van den dag ben ik op
Jupiter uitgereden. Altijd hetzelfde prach
tige dier. Hij, laat zich niet zien, zeker uit
bescheidenheid, 's Avonds na het diner
wederverschijning van den kolonel. Toen hij
aangediend werd, zag ik mama een gezicht
trekken . . . alsof zij wilde zeggen : wat!
alweder die militair !" "
» »De kolonel deelt mede, dat de zaak van
Jupiter in orde is gekomen voor negentien
honderd francs . . . daarop wendt hij zich tot
papa en stelt dezen voor in den tuin een
sigaar te gaan rooken." "
» »Als zij een kwartiertje weg zijn geweest,
wordt mama wat ongeduldig en zegt:
wat heeft je vader toch in vredesnaam met
dien kolonel te praten ? Hij zal kou vatten
een uit een ontzaglijk groot vel papier
gemaakten zotskap op het hoofd zette.
Dit was eene zeer vleiende voorstelling
geweest van de overwinning der Lords. Maar
in het volgende jaar bedacht het Lagerhuis
een allereenvoudigst middel, om het Hooger
huis tot inkeer te brengen. In plaats van
alle ontwerpen van financieelen aard, waartoe
ook het geïncrimineerde behoorde, afzonder
lijk aan het oordeel der Lords te onderwer
pen, diende het die ontwerpen en bloc in, als
eene enkele begrooting van ontvangsten, en
deze konden de Lords toch niet met goed
fatsoen verwerpen. Zij namen dan ook de
begrooting met het onaangename toevoegsel
aan, en hebben sinds dien tijd nooit meer
eenigen invloed uitgeoefend op de financiën
van het rijk.
Het is duidelijk, met welke bedoeling de
heer Gladstone deze anecdote vertelde: het
Hoogerhuis kan er uit leeren, dat het elke
overwinning, die het in een conflict met het
Lagerhuis behaalt, ten slotte moet boeten
met een verlies van prestige en eene wel
niet theoretische, maar toch feitelijke ver
mindering van bevoegdheid.
Had de regeering thans weder zulk een
middeltje op het oog, om de oppositie der
Lords machteloos te maken ? Over die vraag
liet de heer Gladstone zich wijselijk niet uit.
Wel beproefde hij zijn hoorders een kijkje te
geven achter de schermen der oppositie-poli
tiek. Hij beriep zich daarvoor op een artikel
in Blaekwood's Magazine, waaruit bleek, dat
de Tories en de liberale Unionisten niet zou
den trachten de regeering omver te werpen,
maar wel wilden verhinderen, dat onder het
tegenwoordige régime eenige wetgeving van
belang tot stand kwam. Zoo zouden de Lords,
door eene soort van politieke werkstaking, het
bewijs willen leveren, dat het tegenwoordige
parlement onder leiding van den heer Glad
stone noodzakelijk onvruchtbaar moest zijn.
De premier verklaarde, het hierop gaarne
te willen wagen. De regeering had een aan
tal ontwerpen, ten deele ook van
sociaalpolitieken aard, voorbereid of reeds ingediend,
en zij was overtuigd, dat de volksvertegen
woordiging tot de aanneming daarvan zou
willen medewerken. Wat het Hoogerhuis dan
zou doen, kon de regeering met de meest
mogelijke kalmte afwachten, in de overtui
ging, dat %ij althans hare taak had volbracht
en aan haar programma was getrouw ge
bleven.
Uit het bovenstaande mag men afleiden, dat
de heer Gladstone, zonder zich aan het laatste
votum van het Hoogerhuis te storen, zal
voortgaan met het indienen van allerlei
ontwer
lUMiMHitiuiumiiiiiiMiiiiimiiiiiiiiiiuiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiii
want hij is zonder hoed den tuin ingegaan.
Breng hem toch zijn hoed en doe je best
hem naar binnen te krijgen. Ja, mama..." "
»»AIs ik in den tuin kom ... hoor ik den
kolonel duidelijk zeggen: Ik verzeker je,
het lx een parel ... en dan : Sst ! pas op !
En dadelijk wordt er over iets anders ge.
sproken. O maar dat is wat al te kras.
Zou hij nu reeds mijn hand hebben gevraagd
door middel van den kolonel en dus langs
hierarclüschcn weg ? Zou dat bij de cava
lerie zoo de gewoonte wezen ? Dat zou toch
wel wat al te hard gaan! Na een enkele
ontmoeting, waarbij slechts van haver, stroo
en hooi gesproken werd." "
»»De kolonel en papa zijn weder in den
salon teruggekeerd. De eerste is vertrokken.
Papa zag er afgetrokken uit. Toen ik om
elf uur hem goeden nacht kuste, alvorens
naar mijne kamer te gaan, nam hij mijn
beide handen in de zijne en vroeg: Wel,
ben je in je schik met het paard van dien
mijnheer ? ... Of ik, papa ... o, als u eens
wist, hoe lief ik mijn Jupiter heb, ik aanbid
hem! !""
» »Ik geloof, dat ik dat met wat al te veel
vuur, veel te levendig en hartstochtelijk heb
gezegd. Elk oogenblik ben ik bang mij te
zullen verraden. "\Yanneer ik van zijn paard
spreek, is het mij net of ik van hem spreek !
En de parel, wie zou dat zijn, de parel ? Hij
of ik?""
?» ?»Zondai] S Juni Van morgen ont
ving in het volgende schrijven van mijne
zuster: Ik ben dood op. k heb de beide
laatste dagen liefst veertig visites gemaakt,
Overal -wist ik zoo goed of kwaad mogelijk
in het gesprek de vraag te pas te brengen :
pen, die de wenschen van de verschillende
bestanddeelen zijner heterogene meerderheid
meer of minder zullen bevredigen. Hoe meer
van die wetten het hem gelukt, door het
Lagerhuis te doen aannemen, des te
moeielijker wordt de positie van het Hoogerhuis.
Of de berekening juist is, zal de tijd moeten
leeren. Talrijke praecedenten spreken ten
gunste van Gladstone's onderstelling, dat ook
nu het Hoogerhuis zal eindigen met toe te
geven; het zwakke punt van zijne redenee
ring is, dat de door hem onderstelde geest
drift voor het Home liule-ontwerp slechts
bij betrekkelijk weinigen bestaat, en dat ver
reweg de meeste Engelschen en Schotten
slechts afdoening dezer zaak wenschen, omdat
de heer Gladstone hardnekkig blijft volhou
den, dat de lersche quaestie, en deze alleen,
aan de invoering van andere populaire her
vormingen in den weg staat.
niiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiimmimiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiinii
Sociale,
IU1IIIIIIIIIIIIII
ifiiNiiiiiiiiiiiiiiiMiiimimiiiiiimiiiiimiiiitiiiiiMitti
Het Woning-Vraagstuk.
Ons land is van 't jaar ruim met congressen
gezegend geweest. We hadden o. a. ons
iLternaticmaal-rechtscongrcs, ons letterkundig congres,
ons congres betreffende de prostitutie en ons congres
van drankbestrijdtrs. Vooral de beide laatste trok
ken onze aandacht, n inder wegens hetgeen er be
handeld werd dan wel wegens hetgeen in den re
gel op dergelijke congressen over het hoofd wordt
gezien, dat is: de sloffdijke zijde der kwestie. Er
wordt veelal steen en been geklaagd over het
diep zedelijk verval waartoe een groot deel des
volks is gekomen en velerlei geestelijke middelen
worden aan de hand gedaan zoowel om verdere
demoralisatie te voorkomen als om degevallen slacht
offers weer terecht te brengen. Wij gelooven dat dit
alles geschiedt met de beste bedoelingen, maar aan
de doeltreffendheid der aanbevolen geneesmiddelen
rijst bij ons wel eens eenige twijfel. Wij hebben
nog al eens gelegenheid gehad om rond te kijken
in de wereld, vooral onder de arbeidende klasse,
en daarbij heeft het ons steeds gefrappeerd in hoe
hooge mate zedelijke misstanden hunne oorzaak
vinden in stofftlij/c lijden, hoe o. a. de ellendige
wijze waarop het volk wordt gehuisvest een der
bronnen is van demoralisatie, die prostitutie en
dronkenschap welig doen tieren. Het is merkwaardig
hoe weinig deze zijde der kwestie op congressen
wordt onder de oogen gezien, hoe zelfs een zekere
categorie van overigens weldenkende lieden, maar
die louter peinzen op geestelijke middelen van her
stel, het groote gewicht ontkennen dat aan deze
stoffelijke oorzaak van verval moet worden toege
kend. Nauwelijks echt-er rijst de vraag in hoever het
volk geschikt kan worden geacht voor de uitoefe
ning van politieke rechter, of de invloed van
gmillitlllniinliljiiliiiMnnniiiiiiiiiiiiliiTmliiiliiiiïiiiniiiitimiiiiiiliillimi
kent ge bij toeval ook een familie
Lablinière ? En ik heb ccn stuk of xes antwoor
den daarop gekregen, die alle uitstekend
luiden. Voortreffelijke* menschen. Heel
aardiij cjefortuncerd, icat nooit kiraad kan, maar
een xeer rechtmatig -verkregen fortuin. O f er
het jonge >ne.inje, maar n roep: het is een
engel ! Ga dus gerust je gang, kapitein, als
je hart je dat aanraadt.
»»Dat laatste met stomme verbazing ge
lezen. Kan men het mij dan aanzien, dat
ik verliefd ben ? Mijn zuster heeft het dus
bemerkt. Om 6 uur een klein briefje van
den vader met een uitnoodiging om aan
staanden Woensdag, Woensdag den Uden
te komen eten. De kolonel had gesproken
van over veertien dagen. Zal ik dadelijk
antwoorden ? Neen, morgen is het vroeg
genoeg." ''
v»Zondag 8 Juni. Toen ik van mor
gen al :vroeg naar beneden kwam, was de
post er juist geweest. Er lag een pakket
brieven op de schaal in de voorkamer. Zou
er iets voor mij bij zijn ? Neen, maar wel
een brief voor grootmama. Een dienstbrief
met een groot rood lak er op, waarin ge
drukt staat: Fransche lïepubhek. Mini-ster
van Oorlog. Afdeeling Personeel. Zou dfe
over mijn lot beslissen, die brief? want ik
weet zoo goed als zeker, dat grootmoeder
informaties gevraagd heeft, ja informaties
gevraagd. Een der bedienden komt voorbij.
Ik sluip weg als een diefegge. Tien uur.
Grootmoeder moet opgestaan zijn. Zij moet
haar brief reeds gelezen hebben. Ik ga naar
haar toe : Zoo kleintje, ben je daar ! ...
«Grootmoeder schijnt zeer in haar nopjes
te wezen : zij kust mij zeer hartelijk,
harte