De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 15 oktober pagina 1

15 oktober 1893 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

IP. 851 DE AMSTERDAMMER A'. 1893 WEEKBLAD YOOR NEDERLAND Bit nommer bevat twee bijvoegsels. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel by de Vijzelstraat, 542. Zondag 15 October Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. Voor Indiëper jaar Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . Ad verten tien van l?5 regels ?1.10, elke regel meer . Reclames per regel p. post/1 1.65 mail,, 9. . . ! 0.12» 0.40 IN H OU I>> VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Ons armwezen, door Socius. (Slot) Brieven uit Utrecht, door Giese van den Dom. FEUILLETON: Een journa list op z\jn zomer-uitstapje, door A. Prell. I. TOONEEL EN MUZIEK: Hettooneel, door H. J. Mehler. Boeren als tooneelspelers, door M. W. Muziek in de. hoofdstad, door Van Milligen. KUNST EN LETTEREN: Nog eens J. A. Alberdingk Thijm, door J. H.Rössing. WETEN SCHAP: De wetenschap der historie, door Dr. W. G. Kernkamp. I. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e. INGEZONDEN. RE CLAMES. UIT Dr. GANNEF's STUDEER KAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIÉN. Bijvoegsel: KUNST EN LETTEREN: Het stand beeld van Jan Pietersz. Coen, door Mr. J. E. Banck. De Van Lennep's tentoonst. van A. Th. Hartkamp (Stot), door J. H. Rössing. Lucie, door Frans Netscher. SCHETSJES : Amigo-Klanten, Brusselsche schets door Alfred Bogaerd. Ingezonden. ?iiiiimiHiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiii'iiiini» De Oostenrijksche premier, graaf Taaffe heeft geheel onverwachts en tot niet geringe verbazing van alle partijen in het Parlement eene kieswet ingediend, die een kiesrecht in voert, dat wel niet gelijk voor allen, noch rechtstreeksch, maar toch zoo goed als alge meen zal zijn. Volgens de tegenwoordige regeling worden de 353 afgevaardigden van den liijksraad verkozen door v}er groepen van belangheb benden. Het groot grondbezit zendt 85 afge vaardigden naar het Parlement; de Kamers van Koophandel verkiezen er 21; de bewo ners der steden, voor zoover zij minstens 5 gulden aan directe belastingen betalen, of het kiesrecht voor een der Landdagen be zitten, verkiezen er 117. De vierde groep wordt gevormd door de plattelandsgemeente!), welke 130 vertegenwoordigers afvaardigen. Hier is het kiesrecht verbonden aan een dergelijken census als in de steden, maar de verkiezingen hebben in twee trappen plaats. Het springt in het oog, dat deze regeling alles behalve democratisch is. De groot grondbezitters, ongeveer C500 in getal, vor men 0,38 percent van de 1,700,000 kiezers, welke de monarchie thans heeft, maar be schikken over 24 percent van de zetels. InmiiiiiiMiiiimi iiHimuiuiumuuiiMHiiiHtimuraiiumi Een journalist op zijn zomer-uitstapje, DOOR A. PEE L L. Als de zon verzengende stralen schiet op de neergelaten gordijnen van het redactie bureau, de «eenden" in onrustbarende menigte om het roodgloeiende hoofd van den om nieuwtjes verlegen krantenschrijver fladderen, de »zeeslangen" allerwege dreigend het hoofd verheffen en de duimen der redactie-leden, tot onvruchtbaar wordens toe uitgezogen, bleek en akelig op het maagdelijk papier rusten »dann fühlt die Brust ein machtig Drangen das auswarts zieht". Door deze sterke neiging werd ook de heer Van der Grooten, hoofdredacteur van de Rykstrom, aangegrepen. Peinzend zat hij in zijn leunstoel en liet den blik met wel gevallen op de als goud schitterende kranen der waterleiding rusten. Hij was den kleinen waterverkwister veel dank verschuldigd. Eergisteren had hij zich naar gewoonte de handen willen wasschen, doch ziedaar! de verfrisschende straal was uitgebleven ; slechts enkele droppeltjes vielen neder op de met inkt bevlekte vingers, en een gorgelend ge luid uit de diepte der buis had het luiste rend oor bereikt. Het was om woedend te worden ! Wee, wee u, gij nalatige directie der waterleiding! Daar lag het nu voor hem, het artikel: een lijvige rol papier, elke bladzijde een pijl in het hart der aandeelhouders. Drie weken lang, iedere week twee maal, had hij nu stof derdaad eene ongehoorde bevoorrechting. Aan den anderen kant wordt de plattelandsbe volking niet eens rijp geacht om rechtstreeks aan den verkiezingsarbeid deel te nemen. Graaf Taaffe wil deze »constitutioneele grond slagen van het Oostenrijksch kiesrecht" on veranderd laten bestaan. Hij behoudt dus de vier groepen of »Curiën"; hij behoudt eveneens de cijfers van het voor elk der groepen vastgestelde ledental; hij wil aan de plattelands-bevolking geen rechtstreeksche vertegenwoordiging toestaan. Maar hij breidt tegelijker tijd de grenzen van het kiesrecht zóó uit, dat de onvermogenden en minver mogenden in dichte drommen de rijen der kiezers van de derde en de vierde »Curie" zullen komen versterken, en dat het aantal kiezers in het geheele rijk met minstens drie millioen zal worden vermeerderd. Het kiesrecht wordt toegekend aan allen, die de, hun door de wetten voorgeschreven, verplichtingen hebben vervuld. De regeering heeft hierbij het oog op tweeërlei plichten : schoolplicht en dienstplicht. Kiezers zullen zijn allen, die kunnen lezen en schrijven, hetzij dit blijke uit een getuigschrift van met vrucht genoten lager onderwijs, hetzij uit eene af te leggen eenvoudige proeve (geen examen). Maar ook de analphabeten zijn niet geheel uitgesloten: van hen worden als kiezers toe gelaten: lo. zij die hun militairen dienstplicht op verdienstelijke wijze hebben volbracht, hetgeen kan blijken uit eene bevordering tot onderofficier of uit het verkrijgen eener me daille; 2o. zij, die in den oorlog tegenover den vijand hebben gestaan; 3o. zij, die eene som, hoe gering ook, in eene der directe belastin gen betalen. Voorts zullen allen, die vóór de invoering der schoolwet van 1800 schoolplichtig waren, van de lees- en schrijfproef worden vrijgesteld. Er is eene allerzonderlingste tegenspraak tusschen het behoud der vier curiën met de haar toegekende cijfers van vertegenwoordi ging en de toekenning van een bijna alge meen kiesrecht. Een radicale loot wordt geënt op een conservatieven stam; de groot grondbezitters van den adel en de geestelijk heid zullen al hunne privilegiën behouden en hunne positie zal, aanvankelijk althans, zelfs versterkt worden, daar de drie millioen nieuwe kiezers over slechts twee groepen zullen worden verdeeld en geen enkelen afgevaardigde meer dan thans in de Kamer zullen brengen. Het is eene dwaze overdrij ving, als de Neue Freie Presse, het hoofd miiiHiniiiniiiiHiiiiiHiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiHiiiiiiimiHiiiiiiiiHiiiiiiiiiiMiiual voor een hoofdartikel. »Dank, mijn kraantje-lief," mompelde hij zacht. Nu stond hij op en riep met krachtige stem: «Mijnheer De Haas wil u zoo goed zijn even hier te komen." De geroepene, een klein, bleek mannetje verscheen in de deur en sloeg een vragen den blik op het gevreesde redactiehoof'd. *Mijn waarde collega," begon deze, »ik ge voel dringend behoefte aan rust; mijn zenuw gestel is geheel in de war ; ik moest boschlucht inademen." «Werkelijk, mijnheer, u ziet er overspan nen uit," antwoordde de aangesprokene, ter wijl een teedere blos zijn wangen kleurde bij de gedachte aan het vooruitzicht dat hem de zelfstandige leiding der redactie zou worden toevertrouwd. Ha! nu zou hij den directeur der telefoonmaatschappij eens de waarheid zeggen over de wijze, waarop het dienstper soneel zich vaak van zijn plicht kweet. Wat was hem onlangs nog gebeurd ? Terwijl hij zijn vrouw door de telefoon het dalen der aardappelprijzen meedeelde, hadden schert sende telefoonjuffers hem onverwacht met den eveneens in gesprek zijiiden redacteur der Rijksklok verbonden. En de boosaardige collega had in de avond-editie van zijn blad de volgende per siflage geschreven: »Naar ons de redactie van de Rijkstrom meedeelt is de prijs der aardappelen van 2.50 op 2.45 gedaald. Dit doet ons leed voor de leden van bedoelde redactie, die zich, naar wij vernemen, sedert geruimen tijd met succes op de verbouwing der grootste »Kartoffeln" toelegden". »Ik weet werkelijk niet, waarheen ik gaan zal," vervolgde de heer Van der Grooten en keek zijn collega nadenkend aan. Dv ze schraapte zich de keel een paar maal orgaan van de Duitsch-liberalen, jammerend uitroept, dat graaf Taaffe op zijn grijzend hoofd de phrygische muts heeft gezet en voor de oogen van Oostenrijk's verbaasde volkeren de Carmagnole danst. Maar die onbillijkheid wordt begrijpelijk en vergefelijk, wanneer men bedenkt, dat de nieuwe kieswet, indien zij tot stand komt, waarschijnlijk een doodelijken slag zal brengen aan de liberale (juister gezegd: conservatief-liberale) bour geoisie der Duitsch-Oostenrijkers. De bladen dier partij beweren en zij zullen het wel het best weten dat de candidaten der nieuwe kiezers hunne vertegenwoordigers zul len verdringen. »Het doel is niet zoozeer, den niet-bezittenden het kiesrecht te geven, als wel het kiesrecht van de bourgeoisie te vernietigen. Ja, het kiesrecht van de bour geoisie ; en óók van den anders als het fon dament van den staat geprezen boerenstand. De volkslaag, welke de grondwet heeft aan gewezen als het kiezerscorps van de steden en de marktvlekken, vertegenwoordigt in Oostenrijk niet slechts het bezit, maar ook den arbeid, de conservatieve spaarzaamheid, en vóór alle dingen het intellect. Deze laag zal volgens het ontwerp door de meerderheid der arbeiders van de industrie worden overheerscht. Op het land zal een dergelijke strijd ontstaan tusschen den landbouwer, die op zijn eigen hoeve zit en de boeren arbeiders." Men kent deze jeremiades, die zeker bij hen, die ze uitspreken, uit den grond des harten komen, maar die dagelijks minder indruk maken en minder instemming vinden. Heeft graaf Taaffe dit laatste ook inge zien, on begrepen, dat het zaak is de bakens te verzetten, vóór het getij verloopt? Dat komt ons niet zeer waarschijnlijk voor. Men heeft, als punt van overeenkomst, gewezen op het feit, dat in Engeland in grijpende politieke hervormingen in democratischen geest meer dan eens juist door Tory-kabinetten zijn ingevoerd. Het feit is juist, maar men dient daarbij in het oog te houden, dat die hervormingen steeds door de Whigs waren voorbereid, dat zij als het ware onafwijsbaar waren geworden, en dat de Tories, die wellicht mér nog dan de Whigs met hun tijd medegingen, althans sneller volte-faces maakten, zich menigmaal gehaast hebben om te maaien, wat hun po litieke (of zullen wij zeggen : hun persoon lijke ?) tegenstanders hadden gezaaid. Aan eene bekeering van graaf Taaffe tot IIIIHIMIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMIMHItllimiHHimiimillllimillimilllMlf en antwoordde: »Wat dunkt u van het Teutoburgerwoud ? We hebben laatst een prospectus uit Holzhausen gekregen. Het is daar mooi en goed koop." »Hum, hum", bromde Van der Grooten, »geef mij dat boekje maar eens mee. Ik wil het mijn vrouw laten zien ; misschien trekt het denkbeeld haar aan. In dat geval gaan we in 't begin der volgende week op reis en leg ik de leiding van het blad voor veer tien dagen in uw beproefde handen." De Haas boog gevleid en begaf zich grinnekend naar het zijvertrek, waar echter het nieuws door nog twee collega's geheel anders werd opgenomen. Dan zouden zij voor drie mogen werken en dat bij de afschuwelijke hitte. De heer Van der Grooten bleef nog en kele minuten in den gemakkelijken leunstoel zitten. Het voorhoofd werd bewolkt. In ge dachten philosopheerde hij over de onbe hoorlijke verdeeling van macht en middelen onder de trawanten van de Koningin der Aarde. Zijn collega's in de zes bekende mo gendheden behoefden er niet over na te denken, waar zij hun vacantie zouden door brengen ; zij behoefden zich niet te bekrim pen en hadden ook niet noodig hun vacantietijd precies af te bakenen. Terwijl hij ... »0nzin," riep hij heftig uit, »al weer die muizenissen, tengevolge van zenuwoverspan ning !" Hij zette den gladgestreken cylinder op, bracht het gelaat in diepzinnigen plooi, gelijk het een hoofdredacteur betaamt en sloeg den weg huiswaarts in. Zijn vrouw Alida en de drie kinderen Kobes, Bram en het kleine Sientje begroet ten de tijding van het voorgenomen uitstapje met de grootste vreugde. Terwijl mama aan dachtig het prospectus bestudeerde, stroomde uit de kindermonden een zee van vragen. de zuivere en onvervalschte leer der demo cratie gelooven wij niet. Wel aan een eigen aardig opportunisme. Graaf Taaffe is, nu reeds jaren geleden, opgetreden als hoofd van een zoogenoemd »verzoeningskabinet.'' Die verzoening moest plaats hebben tusschen de nationaliteiten, aan welke Oostenrijk zoo rijk is, en de taktiek van den heer Taaffe bestond in eene reeks van concessiën, nu aan de eene, dan aan de andere nationaliteit, eene methode, die ten slotte niemand bevredigde en allen verbitterde. Er zijn enkelen, die beweren, dat de Oostenrijksche premier zijn scheepje met veel zeemanschap heeft bestuurd; er zijn anderen, die beweren, dat hij zelf nooit heeft geweten waar hij heen ging, en zich op goed geluk heeft laten afdrijven. In de laatste jaren waren Taaffe's kansen op het verkrijgen eener vaste en betrouwbare meer derheid niet verbeterd. De pogingen om een compromis tusschen Duitschers en Czechen tot stand te brengen, mislukten volkomen, niettegenstaande keizer Franz Joseph zich daarvoor persoonlijk groote moeite gaf. Eene poging om de Duitsch-Oostenrijkers de talrijkste partij in den Rijksraad blijvend aan de regeering te verbinden, mislukte eveneens, en de Duitsche »Landmanns-Minister" graaf Kuenburg, behield zijn zetel in het Kabinet slechts enkele maanden. Met de Czechen was ook niets aan te vangen, daar de strijd tusschen Jong- en Oud-Czechen steeds heftiger was geworden. Voor korten tijd moest de regeering in Bohème zelfs de toevlucht nemen tot uitzonderingsmaatrege len, die veel kwaad bloed zetten. Het be hoeft waarlijk niemand te verwonderen, dat onder zulke omstandigheden graaf Taaffe uitgezien heeft naar een middel, om zich langs geheel anderen weg eene meerderheid te verschaffen en tegelijk den nationaliteitenstrijd, waarbij hij geen heer en meester kan blijven, naar den achtergrond te dringen. De gelegenheid, die hij thans heeft aan gegrepen, was betrekkelijk ongezocht, omdat door de verschillende partijen reeds tal van voorstellen tot wijziging der kieswet waren ingediend, voorstellen, waarbij intusschen elke partij slechts bedacht was op versterking van haar eigen positie. Het is, met het oog op het verleden van graaf Taaffe en op den bitteren naijver tusschen de partijen, wellicht geen paradox, te beweren, dat juist de ontevredenheid van alle partijen met den thans voorgestelden mflHIIIHIIIIMIIIIMIIIIIIMWIIIllllimilfflItllllllllltlMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Kobes wilde weten of de Cheruskers nog steeds geen hemden en broeken droegen, of er beren waren, of de Wilde Jager daar nog omz wierf, of er berggeesten in de holen woonden, of, of, of... De dikke, kleine Bram interesseerde zich alleen voor het eten: wanneer, hoe dikwijls, hoeveel, wat ? Ea kleine Sientje sloeg de mollige armpjes om papa's hals en fluisterde : »Niet waar, Sientje mag den geheelen dag op papa's schouder rijden !" »lSTu daar zullen we nog eens over denken,1' lachte de bele gorde papa en wendde zich tot zijn dierbare wederhelft, die juist bezig was een vel papier met getallen te bedekken. »Het is toch merkwaardig," mompelde zij, »hoe de menschen daar toch voor 25 mark in de week alles kunnen geven: ontbijt, middageten, koffie, avondeten ... Hoe is het mogelijk ?" »De huisvrouwen daar zullen waarschijnlijk het huishouden nog beter verstaan, dan zekere dames hier te lande," merkte papa sarcastisch op. Een verwijtende blik strafte den spotter. Voor den heer Van der Grooten waren de vier volgende dagen een aaneenschake ling van ergernis gevende oogenblikken, want zijn vrouw had niet een moment tijd zich om hem te bekommeren. Of zij zat aan de schrijftafel en stelde ellenlange brieven op, of zij rommelde in linnen- en kleerkasten. Daarbij troonde de ernst steeds op haar gelaat. Een telegram, dat zij n dag voor het vertrek ontving, tooverde eindelijk een zonnigen glimlach om haar lippen. »Zie je, mannetje," riep zij, het telegram in zegepraal omhoog houdend, »wat voor een zuinige huisvrouw je hebt! We hebben maar 24 Mark in de week te betalen ; ik heb n Mark afgedongen!" Van der Grooten was wel is waar van de bezuiniging niet overtuigd, want telegram met

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl