De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 22 oktober pagina 6

22 oktober 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 852 Uit Dr. OAJSTNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). De Komische Pacha en de Fransche Jonkvrouwen. (Ulk.) Wie van de drie zou hij den zakdoek toewerpen ? Goedkoop uit. »Je denkt dus, dat het mogelijk is, veertien dagen naar een zeebad te gaan voor de geringe ?om van veertig gulden?" zei mevrouw Kahle tot haar man, die over een kaart van de zeekust ge bogen zat. »Ja, als we naar Katwijk wandelen en terug, ea tevreden zijn, er in een dakkamertje te slapen, en bij menschen in het dorp in de kost te zijn", antwoordde Kahle. »Nu, me dunkt 't is in elk geval beter, dan in 't geheel niet te gaan," zuchtte het arme mevrouwtje, //maar ik vind het toch een raar idee , den heelen weg heen en terug op onze voetjes te doen, met baby in een sportkarretje; vind je 't ook niet, Obadja?" '?r O, 't zal eens een echte afwisseling zijn, en 't zal ons goed doen, zoo geheel in de natuur te leven en ons te harden," antwoordde Obadja ? vol hoop. /t Is net negentien uur gaans van Arnhem naar Katwijk, we doen het gemakkelijk in twee dagen. Ik zal een volledig 'dagboek houden van de ?.avonturen van eiken dag, en in volgende jaren, als we rijk en voorspoedig zijn, zullen we met genoegen lezen van het goedkoope uitstapje, dat we in onze dagen van armoede met zooveel pleizier hebben gemaakt." »Heel goed, Obadja; ik zal wat schoon goed in een valiesje pakken, dat we op het sportkarretje zullen leggen, en morgenochtend om zes uur zijn we klaar voor het uitstapje," zei het dappere meV vrouwtje, trachtend vrooiijk te glimlachen, maar ? .toeh met zekerheid voorgevoelende, dat Jitt naar zee gaan voor veertig gulden in de veertien dagen geen succes zou zijn. ' ' Het volgende nu is een getrouwe copie van het ?werkje getiteld: «Dagboek van een goedkoop uit stapje". De redactie heeft het Obadja afgekocht; [jij kan met den prijs zijn horloge met ketting in lossen, die bij tegen zijn zin bij een heel verren neef te Woerden heeft moeten achterlaten. 12 Juni. Van huis vertrokken om zes uur pre cies. Baby heeft een goed uur geschreeuwd, terwijl we hem haastig door de buitenwijken en langs Oos terbeek rolden. Eva wilde al naar huis voordat, we drie kwartier op reis waren, maar met vele woorden van vriendelijke aanmoediging dreef ik haar voor waarts. Wij namen ons middagmaal om half twaalf (brood en kaas) even voorbij Rlienen. We voelden ons warm, stoffig en moe. We waschten onze handen en gezichten in een sloot en voelden ons daardoor verfrischt. Van Amerongen tot Doorn brulde baby aan een stuk, en Eva werd norsch. Aangekomen alhier, (inliet Blessepaard te Stofwijk bij Zeist) tien uur van huis, om 8.15. Eva weigert van daag verder te gaan, we zijn ruim veertien uren op den weg ge weest. Ik ben benieuwd wat de herbergier ons voor avondeten, logies en ontbijt zal rekenen. We hebben nog geen cent uitgegeven. 13 Juni. Pas om negen uur wakker! Haastig ontbeten en rekening betaald (drie gulden 50). hetgeen ik nog al veel vind. m kwart voor tienen al weer op weg. Baby ziet er ziek uit, en Eva zfgt, dat haar laarsjes haar vreesclijk knellen. Vier uren gewandeld zouder een woord te zeggen. De weg is akelig eentonig, en de mensehen kijken ons achterdochtig aan, alsof we vagebonden waren. Aan de Springende Kikker, een herberg ouder Bo degraven, aangekomen om half vijf. Eva liep de herberg binnen en bestelde twee personen kotiie, brood en eten" voordat ik er iets aan doen kou. 't Is waar, we hadden niets gehad dan twee sprotjes en een kadetje ieder sinds ons ontbijt, maar we kunnen ons geen weelde veroorloven, zooals ik mijn vrouw al een dozijn of wat keeren verteld heb. Ons eten bestond dan uit koud vlecsch, ham, koude kip, sla. Nooit iu mijn leven heb ik zooveel gegeten en Eva vercr'oerde drie vierden vau de kip, en keek toen hongerig naar het koud vleesch. Ik raadde haar aan, zich wat te matigen, en werd ten onrechte beschuldigd van zelfzuchtig en een veel vraat, te zijn. De rekening bedroeg vier gulden! Ik betaalde haar al kermend en sleepte vrouw en kind haastig mee, den stoffigen heereuweg op. m negen uur zat Eva op een hek van een weiland even voorbij Oegstgeest, zij weigerde een stap verder te doen. Gelukkig kwam er een visscherskar voorbij, die naar Katwijk moest, de man nam aan, ons mee te nemen, voor een daalder. We kwamen te middernacht op de plaats onzer bestem ming aan. We konden op dat uur geen kamers meer krijgen, en brachten dus den nacht door in een badkoetsje; ik schrijf dit verslag in No. 22, eigendom van Jan Neptunup. Eva slaapt als een roos, met haar mantel als kussen, en ik 14 Juni. Onder het schrijven vau mijn verslag viel ik gisteren avond in slaap. Ik ontwaakte en voelde mij heel stijf en pijnlijk. Ik teïde mijn geld en ik merk dat ik nog maar 31 gulden 40 cents over heb. Het zwerven heeft ons dus al 8.00 gekost. Jan Neptunus vroeg een daalder voor de slaapge legenheid, en dreigde ons als laudloopers aan de justitie over te leveren als we niet betaalden. We hebben in de Melkinrichting ontbeten, voor vier stuivers, waarna Eva waarlijk voor een schelling wilde gaan ezelrijden! Vrouwen hebben geen verstand. Tot etenstijd hebben we toen aan 't strand gezeten. Eva stelde voor, dat we in 't Bad-hötel zouden gaan dineereu ! Ik schreeuwde; //Zottin, we heb hen nog maar 2Ügulden 70 over!" Een aantal badgasten hoorden de opmerking en barstten uit in lachen. Ik ging nu vooruit naar De Water man, waar men voor een kwartje heel goed eten kan krijgen; maar Eva zei dat, ze liever bij den banketbakker een paar porties ijs en wat taartjes wou hebben. Wat te beginnen met zoo'ii vrouw? we dineerden dus met ijs en roomsoezeu; toen gingen we het dorp rond om een goedkoope woning te zoeker1, altoos baby achter ons aan sleepend. We huurden dus een dakkamertje voor een week, voor 11 gulden, vooruit te betalen. Nu ik dat betaald heb, en 70 centen voor souper en en kleinigheden, bevind ik, dat ik precies 18 gul den over heb. De hemel sta ons bij! 15 Juni. Een regendag, tien uren in het dak kamertje doorgebracht met een knorrige vrouw en een schreeuwend kind. Onze hospita bracht ons ontbijt, koilie en middagmaal, ze rekende daarvoor drie gulden, eri dertig centen voor bediening! löJuni. Eva is vandaag al heel onredelijk geweest, ze wou met alle geweld twee uren uit Wilhelm bij Bismarck. (Triboulet.) waarde oud-kanselier, ik kom uw diensten vragen." BisM.MteK. Gaga! Oaga ! ! Gaga!!! WII.IIKI/M. "Te laat!" hij begrijpt me niet meer In de Amerikaaiische kegelbaan. (Jvdge.) iWf^M \v ^ MiiiAM Wv heeft. Ons dakkamertje wa«, voordat we giugen< slapen, het tooneel van een heftigen twist. Eva . wilde er uit, om zich en baby in de Noordzee te gaan verdrinken; ik sloot de deur af, stak den , sleutel in mijn zak; wij bleven den halven nacht opzitten, elkaar aanstarend, en toen wij juist in , slaap zouden gaan, werd de kleine wakker en schreeuwde drie uren aan een stuk. 17 Juni. Een ellendige regendag. Uitgaven vier gulden. Contanten over: 5.GU. IS Juni. Bahy heel ziek. Ben met Lem naar een dokter geweest, door onze hospita gerecom- Meesterlijke Werkeloosheid. (Punch) zeilen gaan, tegen een gulden per uur. Na dit 'fameus kostbaar uitstapje is haar eetlust gewoon ontzettend; en om twee uur ble;k liet dat ik nog tien gulden 70 over had. De rest vau den dag ko.st nog wat en 's avonds hebben wc nog negen gulden 00, _ en Eva ver klaart, dat ze nog geen fatsoenlijk maal eten gehad JOHN BCLL: «Traktaat of geen traktaat... den handel behoud ik!". mandeerd. liet zijn tandjes, de dokter gaf een recept, maakte het zelf klaar, en rekende drie gulden, 's Avonds nog maar 1.20 in handen. We vertrekken morgen. 19 Juni. 't Huisreis begonnen (na een sober maal in de melkinrichting) met 75 cents op zak. Brood en kaas voor diner, geen drinken, liet laatste geld betaald voor een nachtverblijf in een schuur aan,den weg onder Alfen, veertien uur van huis. Wat zullen we morgen beginnen:' 20 Juni. Geen ontbijt, geen middacmaal. De arme Eva bezwijkt na twee uur wandelen en ligt op den grasrand naast den weg, droevig schreiend. Er gaat een Jan-p!eizier voorbij, vol vroolijkc menschen die uit, zijn, en een heer gooit twee 2Vsceutsstukken. die ik dankbaar grijp. Ik wandel alleen naar het naaste dorp,'/.wammerdam, en zing, zoo langs de straat wandelend, verscheidene aan doenlijke liedjes. Een vriendelijke juffrouw zegt; //Die arme man! hij heeft zeker beter dagen ge kend", en geeft me een stuk brood en drie cen ten. Ik haal, alles en alles, JG cenien op en koop daarvoor eten, dat ik haastig aan Eva ga brengen. U e bereiken Woerden in een allcitreurigstcu toe stand, om vier uur. Daar weet ik voor mijn horloge en ketting ]S gulden te kriitcen; we eten er volop en halen den trein vau 5.33 naar Arnhem. J Iet uitstapje is iets nieuws geweest, maar we voelen er ons niet erg door verkwikt. Ik lees dit dagver haal in de eerste twintig jaar niet over. * * * Zoo eindigt het waarhcidlievend vi rslag van Kahie's goedkoop uitstapje. Het is in zeker opzicht grappig; maar grappiger is het slot. badja Kahle deed namelijk de daaropvolgende week een prachtig . verhaal aan zijn collega's op het administratieI bureau, vau litt. mngnilick uitstapje, dat ' ij gemaakt; l had, naar het strand, heen en weer per sneltrein, i elegante kamers iu liet beste hotel, weet je t< en l een der collega's, die een uitstapje per velocipèdc had gemaakt, met een hand-camera, kalm een inj stantai.évoor den dag haalde, dat hij in de buurt i van Bodegraven genomen had en het rondgaf, dat de vrienden het zouden zien. ]let was de afbeelding van een haveloozcu bestoven hmdloopcr, liedjes zingend in een dorpsstraat, en dankbaar een stuk brood en een paar centen aannemend van een dorpsjuffrouw. Men lurkende duidelijk het gezicht van den landloopcr. Toen vertelde Kahle maar royaal het geh.rele geval, en zoo is zijn dagboek vóór het verloopeu. vau de twintig' jaren publiek geworden. itur.tiEMmiiniiiituiimitmiiiiiinuiniiniiiimiiiitiiliiitiminil Jos. Theo Maasinan aan Jnlius Pruttelman Bromnieijer. Dat deed me pleizier, kerel, dat je, aan mij tredaeht hebt. nu je waarlijk kolossale belangstelling in de publieke zaak je de oogen naar Rotterdam deed wenden. En dat te meer, nu ie zelf schrijft wat ik volkomen beamen kan dat rr biet 't OOÜf'llbli di is. nia.ir dat je alleen maar eens graa^ wou weten of er kans is, dat hier in liet aanstaande politieke seizoen ook iets kan grbetinn. Ja, ja. ik begrijp je. Ovri- ecu paar weken , ais ze in Amsterdam soms iros' HI''(T aan 't .slfcneiigoojei; eaan ('t is een mooie iioel daar bi| juHie: v;ni zulkt! dinu'en Uncle Sam zet zijn kegels weer op, maar .... pas op als de President gooit! , les, om de hunrcrij gerust te stellen. Verder zul je voor de kerkelijke hooylcerarcii in de bres moe ten springen, als ik je goed ken; want ik volg je degelijke veitoogeu in het Wti'IMml altijd met belancstelling. Maar om nu op je vraag te komen. Je schrijft, dat je uit sommige tcekenen me< ut te bespeuren, dat ook iu llotterdam, het bolwerk van het 011vervalscht liberalisme, niet alles is zooals liet wezen moest''; dat de splitsing van de kiesvereenidng je indertijd al had doen vreezen; dat je nog steeds niet zeker bent of de .V/.wv II'v/.v,///«/,/<v ook van front zal veranderen als de kieswet aan de orde komt: en dat je dus vooral wel eens graag j wou weten, //of de beproefde leiders van het Rot

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl