De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 29 oktober pagina 1

29 oktober 1893 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEKDAMMER A*. 1893 WEEKBLAD VOOB NEDERLAND Dltnommer bevat twee bijvoegsels. Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgeverij VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel by de Vijzelstraat, 542. Zcndag29 October Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65 Voor Indiëper jaar maü9. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar .... 0.12* Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel _ '0.40 IN H O U Di VAN VERRE EN VAN NABIJ. - SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Werkverschaffing in 't groot, door Socius. FEUILLETON: Een jour nalist op z\jn zomer-uitstapje, door A. Prell. (Slot.) TOONEEL EN MUZIEK: Het tooneel, door H. J. Mehler. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. - KUNST EN LETTEREN: Het salon van 1893 te Brussel. II. WETEN SCHAP. SCHETSJES: Clara's dertigste ver jaardag. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e. INGEZONDEN. RECLAMES. UIT Dr. GANNEF's STUDEERKAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTEN TIËN. Bijvoegsel: Bekende Tjjdgenooten. XXIV. Prof. Dr. H. Hertz, naar het leven geteekend door Jan Veth. iHiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiinii imiiMiimiiiNiiiiiiiiiiiiiim De drang tot uitbreiding van het kiesrecht zit in de lucht, en deze bij uitstek democra tische hervorming wordt in drie, in dit op zicht nog achterlijke, Europeesche staten Nederland, Belgiëen Oostenrijk met kracht ter hand genomen. Welke de politieke overwegingen zijn geweest, die in elk dezer landen bij de indiening der voorstellen tot kiesrechthervorming den doorslag hebben ge geven, behoeft hier thans niet te worden besproken. Het feit op zich zelf, dat de regeeringen, om welke redenen dan ook, zich bereid hebben verklaard aan honderd dui zenden de rechten als staatsburgers te verleenen, welke hun tot dusver waren onthou den, is belangrijk genoeg. Over de kiesrecht-voorstellen van graaf Taaffe spraken wij hier nog onlangs. De Oostenrijksche premier heeft gemeend zijne kieswet te moeten indienen zonder daaraan eene grondwetsherziening te laten vooraf gaan. Hij behoudt dus de afzonderlijke ver tegenwoordiging van het grootgrondbezit, van de Kamers van Koophandel, van de steden en van het platteland; hij brengt geene wij ziging in het aan elk dezer kiezersgroepen of Curiën toegekende aantal vertegenwoor digers; hij behoudt voor het platteland de iimtiraiiHMi Een journalist op zijn zomer-uilstapje, DOOR 3) A. PRELL. (Slot). Maar wat hielp schelden ? Hier moest ge handeld worden. De hond wilde van onder handelen niets weten, dat had hij reeds ge noegzaam doen blijken. Papa klauterde dus op de waschtafel en opende het hoog in de muur aangebrachte raampje waaruit men op den spoorweg kon zien. Daar liep een arbei der en dezen riep hij met alle kracht zijner longen toe : «Hei! hoor eens!" De arbeider keek verrast op en bemerkte na eenig zoe ken Van der Grooten, die zijn zakdoek als noodvlag gebruikte. »Wat is er ?" antwoordde de man. »Er is een hond!" klonk het terug. De arbeider, die alleen 't laatste woord had opgevangen, vatte 't als een beleediging op en ging, de vuist ballend, verder Een ander voorbijganger, dien hij toeriep: »Er is een hond voor de deur," antwoordde laco niek : »Ik zie er geen," en liep door. Het scheelde weinig of Van der Grooten werd razend. Eindelijk verscheen er iemand, dien hij beduiden kon, wat hij wenschte en be reidwillig verloste hij vader en kinderen uit hun gevangenschap. De hond, die den buf fethouder toebehoorde, moest den half afgevreten stok teruggeven en werd aan een ketting gelegd tot straf voor zijn misdrijf. Nu viel de familie aan 't eten. Het inter mezzo had de eetlust niets verminderd. Bij 't opdragen van de ossehaas riep de portier voor de eerste maal: »Voor Dortmund en verder gelegen plaatsen instappen!" en een getrapte verkiezingen en hij voert alleen voor de derde en de vierde Curie een bijna alge meen stemrecht in. De inconsequentie van dit stelsel springt in het oog en is door de vijanden van iedere kiesrechtuitbreiding duidelijk aangetoond, ter wijl de voorstanders van zoodanigen maat regel haar niet hebben verdedigd, maar zich troosten met de gedachte, dat wanneer eerst het algemeen kiesrecht zal zijn ingevoerd, het gelijk en rechtstreeksch kiesrecht niet zal kunnen uitblijven. De drie grootste partijen in den Oostenrijkschen Rijksraad, de Duitschers, de Polen en de leden der conservatief-clericale Hohenwart-club, hebben de door graaf Taaffe voor gestelde hervorming op de meest besliste wijze bestreden, en hunne organen verzeke ren, dat de premier gesteld is voor de keuze om zijn ontwerp terug te nemen of de Kamer te ontbinden. Deze conclusie komt ons wel wat overhaast voor, vooreerst omdat graaf Taaffe zich bereid verklaard heeft tot onder ling overleg, al moest dit leiden tot belang rijke wijzigingen in zijn ontwerp, en in de tweede plaats omdat n de persoonlijkheid van den Oostenrijkschen premier n de par lementaire toestanden in de Habsburgsche monarchie elke vergelijking met den norma len loop van zaken in andere constitutioneele landen moeielijk, en elke op zulk eene ver gelijking gegronde voorspelling gewaagd maken. Toen de heer Taaffe op 12 Augustus 1879 als minister-president optrad, scheen zijne taak geheel hopeloos. De Oostenrijksche Rijksraad was toen, evenals nu, verdeeld in een dozijn grootere en kleinere partijen, die elk op haar eigen hand streden. De Duit schers vormden van al deze partijen de sterkste; zij telden bijna de helft van het aantal leden der Vertegenwoordiging en had den sedert meer dan twintig jaren de minis ters uit hunne rijen zien kiezen. Onder den druk van hun régime hadden de Czechen zeventien jaren lang eene parlementaire werk staking volgehouden en ook de Polen en de Italianen zich in hun »Schmollieinkel" te ruggetrokken. Het eenige wat de poging van graaf Taaffe om zonder en tegen de Duit schers te regeeren kon rechtvaardigen, was de gemeenschappelijke haat der kleinere par tijen tegen de Duitschers, die alles wilden uiiiiiifiMiiimiiimiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiMHiHimii pakjesdrager werd vast vooruit gezonden, om een coupéte zoeken en de bagage er in te brengen. Rustig at de familie voort. Nog was de ossehaas niet verorberd, of reeds ten tweede male liet de portier zijn waarschuwende stem hooren. Mama begon zenuwachtig te worden, papa verklaarde evenwel beslist, dat hij zijn kip moest hebben. De kip kwam en tegelijkertijd klonk voor den derden keer de waarschuwing. Nu was 't hoog tijd. Mama met de kinderen stormden naar buiten; maar papa pakte de kip, sneed haar open, vulde den buik met peren, riep dan : «Aan nemen !" en overhandigde den dienenden geest een lOmark-stuk. »Twee mark terug!" De kellner zocht in alle hoekjes en gaat jes van zijn tasch, maar scheen geen twee mark te kunnen vinden. Reeds floot de conducteur. »Mijn twee Mark wil ik," schreeuwde papa. »Kom toch, mannetje," riep mama in doods angst, »de trein vertrekt!" Met n sprong zat papa in de coupé, waarvan het portier met een bons achter hem dicht werd geslagen. »Kellner, waar blijft mijn geld ?" klonk het uit den zich in beweging zettenden trein. 't Was te laat. Op twintig pas afstands van den reeds sneller voortgaanden waggon stond de »Jan" en liet een 2 Markstuk in de zon glinsteren. De geredde kip met peren oefende wel eenigen invloed ten goede uit op de in beroering gebrachte gemoederen, maar toch zuchtte papa onder 't af kluiven van een boutje: » Wanneer zal er nu eens een eind aan al dat lijden komen !" Doch daar behoefde hij vooreerst nog niet op te rekenen. In Dortmund reeds begon het weer. Daar moest men wederom overstappen en de bagage van het eene perron naar het andere sleepen. Een dienstman was natuur lijk weer nergens te vinden. Mama ging met Sientje voorop en papa, met den dichtgegermaniseeren en centraliseeren. Maar die kleinere partijen bestreden elkander bijna even fel, als zij het de Duitschers deden. Wat niemand mogelijk achtte, heeft graaf Taaffe tot stand gebracht. Hij vereenigde die heterogene elementen tot eene meerderheid zóó hecht, dat de in de oppositie teruggedrongen Duitschers jaren lang hebban gejammerd over een «ijzeren ring". De wijze, waarop de Oos tenrijksche staatsman dit kunststuk volbracht, was zeker niet navolgenswaardig. Elk der groote fractiën van zijne meerderheid werd door eene belangrijke concessie tevreden ge steld: de Czechen kregen de vrije hand in Bohème; de Polen mochten in Galiciëhun eigen gang gaan ; de feudalisten en agrariërs werden beloond met invoerrechten op granen en vleesch; de clericalen werden verblijd met een schoolwet, en de geavanceerden der lin kerzijde gepaaid met beloften van sociale hervormingen. Ter wille van zijne meerderheid offerde graaf Taaffe n voor n de begin selen op, welke hij tot dusver had beleden. Intusschen, de meerderheid kwam tot stand en bleef bestaan, al toonde hare samenstelling kaleidoskopische wisselingen. In stoffelijken zin is Oostenrijk gedurende het veertienjarig bestuur van graaf Taafl'e zeer vooruitgegaan; hierdoor, en zeker niet minder door zijn conciliant optreden tegenover het streven der verschillende nationaliteiten, heeft de premier zich, wellicht nog meer buiten dan in het Parlement, eene groote massa aanhangers verworven. De thans voorgestelde kieswet richt zich hoofdzakelijk tot die aanhangers buiten het Parlement en buiten het bestaande kiesrecht; maar deze zijn in de veertien jaren van Taaiïo's bestuur eene macht geworden, waar mede ook het Parlement rekening moet hou den. Hopeloos staan daarom de zaken voor het regeeringsontwerp nog niet; al is het waarschijnlijk dat het zou worden verwor pen, indien het thans dadelijk in stemming werd gebracht. In Belgiëheeft de grondwetsherziening, welke wij vroeger bij herhaling bespraken, geleid tot de afschaffing van het beruchte censusartikel, het kiesrecht in beginsel doch behoudens de uitzonderingen door den gewonen wetgever vast te stellen zoo goed als algemeen gemaakt, maar tevens aan be paalde kategorieën van kiezers een dubbele IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIEIIIIIIIIIIIIIMIIllllllllllll bonden koffer onder den arm, de andere aan de hand, 't geweer om den hals en de jon gens aan zijn jaspanden, volgde. »Alles bezet!" klonk het uit de coupé's, alhoewel papa zoowel als mama er de wan hopigste blikken in wierpen. »Ik verzet geen voet verder," verklaarde Van der Grooten eindelijk, toen hij aan on geveer twintig waggons was afgewezen en vastbesloten zette hij zich op een der koffers neer. «Instappen, instappen!" schreeuwde de conducteur hem toe. »Wil u me dan maar eens zeggen waar ?' was papa's antwoord. »Hier drie personen!'1 riep de kaartjesknip per en duwde tegelijkertijd mama met twee kinderen in een prop vollen wagen. »En hier twee P Met deze woorden greep hij den ongelukkigen Van der Grooten bij den arm, trok hem, onder het gekrijt der voor dit deel der reis vaderlooze kinderen, eenige wagens verder en stopte hem met Bram, die bij papa was gebleven, in een ander comparti ment. De jongen huilde om steenen te ver murwen. »Lieve tijd, wat een schreeuwleelijk !.. . Zoo'n vervelend kind !... Wat een bengel!" klonk het thans den armen vader in de ooren, die de wanhopigste pogi.igen deed, den kwajongen tot bedaren te brengen. »Wees stil, engel," smeekt hij. »Engel," huilt Bram, »Bram is geen engel, ma is een engel." »Zeker Brammetje, ma is dikwijls ook een engel." »Mama is altijd een engel, hu, hu hu, hu !" »Ja, lieveling, mama is altijd een engel, papa is ook een engel." »Papa is geen engel, hu, hu, hu." »Houd nu je mond, of ik gooi je't raampje uit," barst de getergde vader los. Brammetje wordt stil en snikt onderdrukt. »Kinderbeul!'' klinkt het zacht uit den mond van een oude jongejuffrouw. Van der Grooten doet of hij 't niet gehoord heeft en en drievoudige stem verleend,.op grond van bezit, van capaciteit en van de eigenschap van hoofd des gezins. Thans moet de kieswet nader uitmaken, wie de »onwaardigen" zullen zijn, welke van het kiesrecht voor goed of tijdelijk zullen zijn uitgesloten, en ook, op welke voor waarden de dubbele en drievoudige stem zal worden toegekend. Wat tot nu toe van het regeeringsontwerp is bekend geworden, wettigt de vrees, dat het algemeen kiesrecht meer in naam dan in werkelijkheid zal wor den ingevoerd. Gelukkig is het ontwerp voor verbetering vatbaar; bevredigend zal het echter nooit worden, zoolang de grondwettige bepalingen omtrent het meervoudig kiesrecht blijven bestaan. In dit opzicht voeren de nieuwe bepalingen der Belgische grondwet opzettelijk eene ongelijkheid in, welke de Oostenrijksche regeering in veel erger mate wil behouden, door haar grondwet onveranderd te laten. Keulen en Aken zijn niet op n dag ge bouwd: het was niet te verwachten, dat Oos tenrijk en Belgiëden grooten sprong tot een werkelijk algemeen kiesrecht ineens zouden doen. Dat men in beide landen, onder een conservatief ministerie, de noodzakelijkheid heeft ingezien om eene groote en belangrijke schrede in deze richting te doen, blijft niet temin een opmerkelijk teeken des tijds. Men eet van de pastei, of zij smaakt of niet. iiiiiiiiitiiiiiiiiiiiHiiiiimiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii iiiMimiiiium Sociale, mniiimiiiiiiiiiiiniiimiiimiiiiiiiiiiniiiiiiiitniiiiiiiiiiiiniiiiniMliiliiniHHI Werkverschaffing in 't groot. Wat mag wel de reden zijn van den trek naar de groote steden, waarover wij in ons vorig artikel spraken, en wat valt daartegen te doen? Ziedaar een paar vragen waarbij het wel de moeite waard is een oogenblik stil te staan. Waar liet goed is, is mijn vaderland, blijft een leuze die een ieder, al erkent hij het niet altijd, onwillekeurig opvolgt, en wij zullen dan ook wel niet ver mistasten als wij aan nemen dat onze plattelandsbewoners niet louter uit zucht tot gezelligheid naar de ste den verhuizen, maar vooral omdat zij daar arbeid hopen te vinden beter loonend dan iiHiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimiiHiiiiiiiiimiiiiiiiiiiititim laat zijn oogen over 't landschap dwalen. Doodsche stilte heerscht in de coupé. Plot seling voelt hij zich zacht aan zijn mouw trekken, 't Is Brammetje, die hem in 't oor fluistert: »Papa, ik moet, ik moet eventjes..." »O God, o God, ook dat nog!" steunt de vertwijfelde vader. »Wacht nog maar tien minuutjes dan zijn wij aan een station," smeekt hij. Maar Brammetjejammert: »Ik kan niet, pa." Daar schiet den beklagenswaardige vader een reddende gedachte door't gefolterd brein. 't Kind moet afleiding hebben. Hij wijst het raampje uit en zegt: »Kijk eens, Brammetje, wat een mooie huzaren !" »Waar, pa, waar ?" »Daar, daar, zie je, nu zijn ze net achter 't boschje." »Ik zie ze niet, pa, maar ik moet, ik moet zoo noodig.'' »0ch, engel, kijk eens wat een mooie vogel!" Brammetje zag ook den vogel niet. »Kijk, kijk eens, wat een mooie appelboomen!" »Brammetje wil een appel." Om hulp zoekend zag Van der Grooten rond. Een medelijdende vrouw haalt een peer uit haar zak en geeft die aan den schreienden jongen. Goddank, er kwam een kleine pauze, die Van der Grooten zich ten nutte maakte om den knaap van allerlei te beloven, mits hij netjes en kalm bleef zitten tot het volgende station. Limonade, taartjes, bonbons en andere heerlijkheden zouden dan zijn deel zijn. Brammetje beet zich op de lippen om al dat moois te verdienen. Beur telings keek Van der Grooten uit het raampje of het station nog niet in zicht was en naar den van angst transpireerenden jongen. De redding daagde. »Soest!" De trein stond nog niet stil of Van der Grooten was met de bagage in de hand en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl