Historisch Archief 1877-1940
I
DE AMSTERDAMMER
A*. 1893
WEEKBLAD VOOB NEDERLAND
Dit nommer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAÜRIK Jr.
auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond
VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel brj de Vijzelstraat, 542.
Zondag 12 November
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/" 1.65
Voor Indiëper jaar mail,, 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . M 0.18'
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel
0.20
0.40
I H H O 17 Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Materialisme, door
ScCÏUB. i- Brieven uit Utrecht, door Giese van den
Dom.?FEUILLETON: Piet van Staden'b vroinr,
naar het Engelsch van H. A. Braden. II.
TOONEEL EN MUZIEK: Het tooneel, door H. J.
Mehler. Muziek in de hoofdstad, door Van
Milligen. Peter Iltisch Tschaikowski, door
Van Milligen. KUNST EN LETTEREN.
Aan den heer J. F. N. te R., door Dr. G. W.
Kernkamp. SCHAAKSPEL. VOOR DA
MES, door E-e. CORRESPONDENTIE.
KECLAMES. UIT Dr. GANNEF's STUDEER
KAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN.
ADVERTENTIËN.
iiiiiiiiiiiiiiHiiimiiiiiiiiiiiniiiiiiiiimiiimiiiiiiimnitiiiimaiiim
De Parlementen zijn in de meeste
Europeesche landen weder uit den zomerslaap
ontwaakt. Niet overal is dat ontwaken even
aangenaam geweest. Onze Belgische buren
hebben zich gezet aan bet uitwerken van eene
kieswet, die op de zonderlinge basis van het
meervoudig kiesrecht berust en waarin de uit
zonderingen, door welke de kiesbevoegdheid
wordt ontzegd, regel dreigen te worden. De
Fransche Kamer zal weldra moeten beslissen,
of de duidelijk uitgesproken veroordeeling der
zoogenoemde politiek van concentratie be
staan baar ie met het behoud vrn het zoo
weinig homogene ministerie-Dupuy. In Enge
land doet de heer Gladstone eene welge
meende poging om de »Iersehe zitting", die
door het verzet van het Hoogerhuis geheel
onvruchtbaar bleef, te laten volgen door eene
»Engelsche zitting", in welke eenige lang be
loofde maatschappelijke hervormingen aan de
orde zullen worden gesteld, in de hoop, dat
de morrende lersche bondgenooten hun on
misbare medewerking genadiglijk zullen wil
len verleenen. In Italiëzal de ex-premier
Crispi alle ontevredenen om zich trachten te
vereenigen om het ministerie-Giolitti ten val
te brengen; die vereeniging zal uit den aard
der zaak slechts eene tijdelijke kunnen zijn,
maar dit vindt de eerzuchtige Crispi waar
schijnlijk eene zaak van later zorg. In
GrieimiuiniHiiuiim
PIET VAN STADEN's VROUW.
Een verhaal uit het leven der Trek-Boeren".
2) Naar het Engelsch
VAN
H. A. B R IJ D E N.
Zonder zijn blik van haar af te wenden
antwoordde Oosthuysen:
>Niemand weet beter dan jij, Hendrika,
waarom ik Marico verlaten heb, om mijn
geluk in een vreemd land te gaan beproeven.
Zoolang ik ie ken, Hendrika, van den ge
lukkigen tija, dat wij beiden nog kinderen
waren, af tot nu toe, ben jij geen oogenblik
uit mijne gedachten geweest. En met je
trouwen kan ik niet, tenzij tenzij je weer
vrij kon worden, en het is niet waarschijnlijk
dat dit zal gebeuren, ten minste niet voor
dat wij beiden oud zijn geworden. Jij bent
het, die mijn leven verwoest hebt. Allemach
tig ! Ik wou dat je maar niet met den »trek"
mee was gegaan."
»Je hebt het recht niet zoo te spreken,
Schalk. Je weet heel goed dat het mijne
schuld niet was, dat ik je vrouw niet werd.
Mijn vader was er tegen en hij zal er wel
zijne goede redenen voor gehad hebben ; en
nu heb ik een goeden man en gevoel mij
heel gelukkig. Spreek dus niet meer over
die tijden; zij zijn voorbij en wij hebben er
voor goed mee afgedaan. Het beste zou zijn,
als wij elkander zoo min mogelijk zagen."
Hendrika, die, als de meeste Hollandsche
vrouwen, hare handen gewoonlijk onder haar
zwarten boezelaar hield om ze tegen de
kenlauu 3 e Kamer begonnen met den
candidaat der Trikoepistische oppositie tot
voorzitter te benoemen, waardoor zij bet mi
nisterie noodzaakte, zijn ontslag te nemen.
In Oostenrijk heeft graaf Taaffe, door de on
verwachte indiening zijner kieswet, een einde
gemaakt aan het régime, waarvan hij gedu
rende meer dar veertien jaren de ziel is ge
weest, en is Vi as vorst Windischgratz bezig
met de samei - .elling van een nieuw Kabinet
uit drie pa ^en, die weinig meer dan hun
haat tegen j.aaffe gemeen hebben. In Hon
garije is de vertegenwoordiging weken lang
in spanning gehouden door de vraag, of kei
zer (een goed Hongaar zegt natuurlijk: ko
ning) Franz Josepn zijne toestemming zou
geven tot de indiening van het ontwerp,
waarbij het burgerlijk huwelijk wordt inge
voerd; gelukkig heeft de monarch zijn anti
pathie tegen dezen maatregel overwonnen, de
vereischte toestemming gegeven en daardoor
eene zeer ernstige crisis vermeden. In
Duitschland wachten den Rijksdag, zoodra die bijeen
komt, een drietal belastingontwerpen, waar
door de tabak, de wijn en de beurs- en
handelstransactign zullen worden getroffen en die, nog
vóór zij in het Parlement aan de orde zijn ge
steld, op heftig verzet stuiten. Het schijnt, dat
de regeering zich hierdoor niet slechts het
noodige geld voor de onlangs toegestane legeruit
breiding wil verschaffen, maar ook nog een
«appeltje voor den dorst" wil ter zijde leg
gen, eene omstandigheid, die de stem
ming ten opzichte van de ingediende ont
werpen niet beter maakt.
Intusschen hebben in Pruisen de verkie
zingen plaats gehad voor den Landdag, en
wel volgens het stelsel, dat reeds jaren ge
leden door niemand minder dan den heer
Von Bismarck werd gebrandmerkt als het
allerslechtste, dat men zich kan denken. Nu
de uitbreiding van het kiesrecht op zoovele
plaatsen aan de orde is, en men dus ook de
voorbeelden moet kennen, die geen navol
ging verdienen, kan het zijn nut hebben, met
een enkel woord dit zoo scherp veroordeelde
stelsel toe te lichten.
De vertegenwoordiging in Pruisen bestaat
uit een Heerenhuis en een Landdag. Het
eerste bezit, naast een aantal erfelijke leden,
eene meerderheid van leden, die voor hun
leven worden benoemd door de kroon of hun
standgenooten (de adellijke groot-grondbezit
ters, de senaten der landsuniversiteiten en
de magistraten van eenige grootere steden).
nniinHiuiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiHMiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuitiiiiiiHi
Afrikaansche zon te beschutten, was onder
het spreken zoo in vuur geraakt dat zij
gesticuleerde om aan hare woorden kracht
bij te zetten.
Toen wendde zij zich van hem af en met
de woorden: »Goeden nacht, mijnheer Oost
huysen," ging zij naar haar wagen terug.
»Goeden nacht, God zegene u, Hendrika,"
antwoordde de boer, zich weer naar zijn kudde
begevende.
Twee dagen daarna keerden de gezanten
van hun onderhoud met Khama terug. Zij
brachten het bericht dat het opperhoofd hun
den vrijen doortocht in zijn gebied wilde
toestaan, maar dat hij hun sterk aanried
slechts bij kleine groepen voorwaarts te
trekken, daar de landstreek geen genoeg
zame hoeveelheid drinkwater zou opleveren.
Als al de zeventig of tachtig wagens tegelijk
de woestijn zouden oversteken, zou men nau
welijks water genoeg vinden voor een half
dozijn ossen, en de ellende zou niet te over
zien zijn. Dit was de raad, die Khama hun
gaf; tevens liet hij hun zeggen, dat, aange
zien hij voor het oogenblik geen strijd met
de boeren had, hij bereid zou zijn hen te
helpen voor zoover dit noodig zou zijn ; maar
hij was er herhaaldelijk op teruggekomen dat
zoo zij ongedeerd de woestijn door wilden
gaan, hij hun niet genoeg kon aanraden den
tocht slechts bij groepen van twee of drie
wagena te doen.
Er werd lang en breed overwogen of men
dien raad zou volgen of niet. Sommige jagers,
die het opperhoofd kenden en den tocht
meer hadden gedaan, waren er sterk voor
hem na te komen, maar deze enkelen hadden
met een heftigen tegenstand te kampen. Het
frootste deel toch bestond uit onwetende,
oppige, eigenwijze lieden, die vonden dat
men op het woord van een Kaffer geen staat
kon maken. Wat was deze Khama anders
Ofschoon de benoeming voor het leven heet
te geschieden, verliezen de leden het recht
om zitting te nemen tegelijk met de
qualificatie waaraan zij dat recht ontleenden. Zoo
kan bijvoorbeeld de bezitter van een ridder
goed niet langer lid van het Heerenhuis
zijn, als hij zijn landgoed heeft verkocht;
zoo moet een hoogleeraar of burgemeester
afstand doen van zijn zetel in de Eerste
Kamer, als hij zijn ambt nederlegt.
In tegenstelling van het Heerenhuis be
staat het Huis van Afgevaardigden (dat in
de wandeling kortheidshalve ->de Landdag"
wordt genoemd, ofschoon die naam eigenlijk
aan de beide takken der vertegenwoordiging
te zamen toekomt) uitsluitend uit leden, die
door het volk verkozen zijn. Kiezers zijn,
volgens de wet van 30 Mei 1849, alle zelf
standige Pruisen, die hun 24ste levensjaar
hebben volbracht, in het volle bezit zijn van
hunne burgerlijke rechten en niet uit open
bare middelen worden ondersteund. Verkies
baar zijn alle Pruisen, die hun 30ste levens
jaar hebben volbracht, in het volle bezit
zijn van hunne burgerlijke rechten en sedert
minstens een jaar Pruisische staatsbur
gers zijn.
Dit klinkt eenvoudig genoeg. Maar de
hierbedoelde kiezers zijn slechts de zooge
noemde Urwahler ; de verkiezingen zijn niet
rechtstreeksch en hebben plaats in twee
trappen. De Urwahler kiezen de
Wahlmanner (én op elke 250 zielen van het kies
district), en de Wahlmanner verkiezen de
afgevaardigden.
vóór de hervorming van het kiesstelsel,
die in het voorjaar tot stand kwam, waren
de Urwahler in drie klassen verdeeld, naar
,hun aanslag in de belastingen, en wel in
dier voege, dat iedere klasse een derde van
de geheele opbrengst der belastingen be
taalde. De eerste klasse omvatte de hoogst
aangeslagenen, en zoo vervolgens. De gren
zen van iedere klasse bleven dus slechts
onveranderd, zoolang het totaalcijfer der ge
heele belastingopbrengst in ieder district on
veranderd bleef. Het onvermijdelijk gevolg
dezer indeeling was de ongelijkheid van het
aantal kiezers in ieder der drie klassen, en
de voortdurende wisseling van klasse voor
een groot aantal kiezers. Nu heeft elke
klasse evenveel invloed, want iedere klasse
kiest een derde der Wahlmanner of eigen
lijke kiezers. Daardoor kwam het voor, dat
op het platteland twee of drie
groot-grondjUiiitiiiiiinumiiiiiHiiiiiiiiimHHniiiiiiimiHiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiinini*
dan een natuurlijke vijand der Transvalers ?
Natuurlijk zou hij liever zien dat zij niet
allen tegelijk voorwaarts zouden trekken;
dan zouden zij gemakkelijk aan te vallen en
geheel overgeleverd zijn.
Na rijp beraad werd er eindelijk besloten
dat zij bij elkander zouden blijven en dat
men de volgende week den »trek" zou be
ginnen, daar tegen dien tijd de kudden, die
zich mijlen ver verspreid hadden, weer
bijeengedreven zouden zijn.
Het was ongeveer een maand later, dat
Piet van Staden zich met vrouw en kind
tusschen de wateren van Kannêen Inkouan
dus op het gevaarlijkste gedeelte van de
Kalahari, in een dorre, door brandende zon
nestralen verschroeide zandvlakte bevonden
en in geen drie dagen of nachten de ossen
een druppel water hadden kunnen geven.
Vóór en achter hen waren wagens; zij be
vonden zich ongeveer in het midden. In
kouanélag op ongeveer vierentwintig uren,
Kannéop tweemaal vier en twintig uren
afstands van hen af; bij de ellendige put
ten van Kannéhadden zij zich niet van
water kunnen voorzien, want het zand slurpte
in den tijd van een half uur de hoeveelheid
van een halven emmer water in zich op;
drie ossen waren reeds van dorst omgeko
men en de andere zakten haast in elkan
der van uitputting en konden onmogelijk
trekken. Onophoudelijk loeiden en huilden
de ongelukkige beesten, liepen als waanzin
nig om den wagen, roken aan de bijna leege
watervaten of likten aan de ijzeren velgen
der wielen om hunne verdroogde tongen te
verkoelen. Er bleef nog slechts n ding te
doen over.
»H"endrika," zeide haar echtgenoot," »ik
ga met twee jongens en met de ossen naar
Inkouané. Morgen ochtend vroeg kunnen
wij er zijn. Daar is overvloed van water,
bezitters alleen de eerste klasse vormden en
evenveel invloed konden uitoefenen op de
samenstelling van den Landdag, als het
veel grooter aantal kiezers van elke andere
klasse.
In dezen toestand is door de bedoelde
kieswetwijziging niet veel verandering geko
men. Door de belastinghervorming
(rijksinkomstenbelasting) was de ongelijkheid van
het stelsel nog meer op den vooi grond ge
treden, en toen werd, na langdurige debatten
in den Landdag, besloten, de wet z"0 te
wijzigen, dat de eerste klasse het 5 12, de
tweede het 4/12 en de derde het 3/12 der
gezamenlijke belastingen moest opbrengen,
en dat bovendien bij het berekenen dier ge
deelten geen rekening zou worden gehouden
met wat meer werd betaald in de belasting
dan 2000 Mark. Andere wijzigingen werden
niet aangebracht.
Neemt men hierbij in aanmerking, dat de
stemming niet geheim is, en dat dus de
werkgevers kunnen nagaan, op wien hunne
ondergeschikten stemmen, dan kent men het
stelsel in al zijne heerlijkheid. Het kiesrecht
moge in Pruisen in naam algemeen zijn (be
houdens de uitsluiting der bedeelden), het is
noch gelijk, noch rechtstreeksch.
Niemand zal zich verwonderen, dat op
deze wijze het democratische element inden
Landdag zeer slecht vertegenwoordigd is. De
jongste verkiezingen hebben het aantal der
conservatieve leden gebracht van 198 op 210;
het centrum kwam van 98 op 95; de Polen
brachten het 15 tot 17 leden; de
nationaalliberalen van 90 tot 88 en de vrijzinnigen
van 29 op 90.
Zonder sterken drang van buiten zal het
Huis van Afgevaardigden zeker evenmin als
het Heerenhuis bereid worden gevonden om
tot wijziging der ongelukkige wet mede te
werken.
iniiliiHiitHiii
llllllllllltllMIIIIIIIIIII
Sociale,
attHiiiiiiiiitiimiiiiiiiiiiiiiiiiii
tiiiiiiilimiiiiiimuiiiiiiHiiiitiiiiiiiiiiiiw
Materialisme.
Eene beschuldiging, waaraan z\j die door
tastende maatschappelijke hervormingen aan
bevelen zeer dikwijls blootstaan, is ueze dat
ze te materialistisch zijn, te veel heil verwach
ten van de verheffing van den stoffelyken
toe
tniHHMiiiiiiiiiiiiiimMiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiMiiiiiiiimiiiMiiiimiiiitimiiiiii
zeggen zij, en ik zal een »vatje" meenemen,
dan kan ik wat voor u meebrengen. Onze
voorraad zal wel tot morgenavond strekken
en tegen dien tijd ben ik terug. Ik zie er
wel tegen op jou en het kind te verlaten,
maar wat kan ik anders doen?"
»Het is de eenige uitweg," zeide zijne
vrouw moedig. »Drijf de ossen bijeen en ga
zoo gauw mogelijk. Het is beter geen tijd
te verliezen en zorg maar dat je morgen
vóór den avond terug bent. Barend is al
moe en koortsachtig en ik vrees dat ik geen
water genoeg zal hebben. Ga dus liever
dadelijk en de Heere God zij met je."
Er sprak hoop en moed uit Hendrika's
blauwe oogen; zij kon haar echtgenoot ten
volle vertrouwen en ongetwijfeld zou hij
vóór den avond van den volgenden dag
terug zijn.
Hij nam twee der inlandsche bedienden
met zich mee, liet Andries, een kleinen
Hottentot, dien hij streng verbood tijdens zijne
afwezigheid meer dan eens te drinken, bij
zijne meesteres achter, trachtte de uitgeputte
beesten met eenige zweepslagen aan den
gang te krijgen en, zoo vlug als de krach
ten der ossen het toelieten, begaven zij zich
op weg.
Het was eene dorre, woeste streek, waarin
Hendrika en haar jongen achterbleven
het onherbergzaamste gedeelte van de on
herbergzame vlakte tusschen het land van
Khama en de rivier. De heete zandwoestijn,
slechts hier en daar begroeid met lage, ver
schroeide Mopaniboomen, wier vreemde,
vlinderachtige bladeren verzengd en ver
schrompeld waren door de maandenlange
droogte kon met recht aanspraak maken op
den wel verdienden bijnaam van »het land
van den dorst."
Tegen den avond, toen de zon onder was
gegaan en het wat koeler begon te worden,