De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 12 november pagina 6

12 november 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. Uit Dr. G-AlSnsrEFs Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Hooge politiek in Bulgarije. (Lustige Blatter.) No. 855 Torst FEBDINAND. »Ge kunt gaan, Stamboeloff, ik heb u niet verder noodig! Mama zegt het ook." .Gids SIAMBOELOPF. »Ei, ei, u denkt zeker: bergaf gaat het wel zonder hulp!" kwam, werd zij terstond geëcarteerd door de vooraf gaande vraag of de Engelsche rechtbanken moch ten kennis nemen van de eisch tegen een vreemden souverein. De rechtbank verklaarde dat dit niet het geval was, dat de sultan van Johore een regeerend vorst was, en dat het hof even onbe voegd was, over zijn huwelijk te oordeelen, »alsof het den koning van Italië, de president der Fransche Republiek of het hoofd van een der andere Europeesche Staten gold". L L E R L EI Het proces wegens verbreking | van trouwbelofte, door een gastvrye inwoonster van Brighton, '..^ miss Jenny Mighell, den sultan van Johore aangej' daan, n deze week, een weinig tot teleurstelling .T*n bat publiek, al heel spoedig afgehandeld. herinnert zich, dat de sultan, onder den Albert Baker, met de jonge dame kennis r, gemaakt had; zjj had hem eerst voor een part iST cttlier gehouden, maar toen zy hem bij toeval '. -door zyn intendant «Hoogheid" had hooren noe?, men, geïnformeerd en bevonden dat de galante r Jonge man sultan was over 120,000 menschen op * /«et- schiereiland Malakka, en het rijk Johore * 'geroemd is om zijne fabrieken van zyden sarongs, f ;met goud geborduurd, en andere industrieën. gT^iss Mighell wilde daarom wel sultane worden, T-1* «selrte yan den heer Albert Baker, toen hy ~*f;'Weigerde haar te trouwen, 10,000 pond schade1 -r«rgoe4ing. De reporters en nieuwsgierigen hadden het /?,«en en andtor karakteristieks over Engelsch-Indi?^ _«che zaken verwacht, maar werden teleurgesteld. . i, 'Toen de zaak voor het hof van Queen's Bench | Over de verschrikkelijke huwelijksreis in een luchtballon, van den Franschman Charbonnet, geeft het N. Wien. Tagebl. de volgende schildering, van de weduwe Charbonnet afkomstig: »Toen ik myn voet in het schuitje zette, overviel my plotseling een onverklaarbaar gevoel van angst, het voorgevoel van een ongeluk dat ons zou overkomen. Ik smeekte mijn man, van zijn voornemen aftezien, hij echter wist mijn angst tot bedaren te brengen en beloofde mij, een korte opstijging van hoogstens een uur te doen. Ik stapte dan in. Het weer was prachtig, geen rookwolkje bewoog zich, en kaarsrecht stegen wy op. Wy vlogen over bergen, en weldra raakte de ballon bijna de aarde aan. Ik wilde het anker uitwerpen, mijn man echter, door de schoonheid der reis als betooverd, ver hinderde mij daarin en wierp zooveel ballast J ^ A, Een Minister van Buitenlandsche Zaken in moeielijkheden. (Triboulet.) uit, dat wij met bliksemsnelheid omhoog schoten en de hoogte van 6500 meter (?) bereikten. Rondom ons een troostelooze, overweldigende, yreeselyke eenzaamheid. Ik hield den barometer in de hand, om de hoogte te meten, en sprak met myn reisgenooten, maar wy hoorden elkander | niet; wij zagen wel de beweging van onze lippen, maar vernamen geen geluid. Uit de ooren, uit den neus, onder de nagels van onze vingers schoot ons bloed te voorschyn, uit alle poriën drongen de roode druppels. Myn man beproefde den ballon te doen dalen, vergeefs. Een heftige dwarrelwind, die ons plotseling overviel, zweepte ons weder omhoog en veegde ons door de lucht. Plotseling verandert de ballon van richting; tegelyk valt hij in een oogenblik van een hoogte van 6000 meter op 3000, en geraakt in een sneeuw storm van zulk een heftigheid, dat de ballon gevat, gedraaid en het onderst boven gekeeerd wordt! In ontzettende, vreeselijke, doodende angst klampten wy ons aan het netwerk vast, viermaal wordt de ballon omgekeerd, viermaal zagen wy ons vry in de oneindige ruimte aan het zwakke netwerk han gen ! Onze kleeren waren aan flarden en stukken weggewaaid. Een oogenblik later een slag, een stoot, een ruk, de ballon was tegen den rotswand van een berg gestooten. Het net van den ballon haakte aan een rotspunt en wij zweefden boven den afgrond, den dood elk oogenblik verwachtend. Een nieuwe windhoos rukte ons los, de ballon wordt tegen een anderen rotswand geslingerd en krygt een gapende scheur. En plotseling weder een ruk en het schuitje wordt op een ijsveld geslin gerd. Het was half drie 's namiddags. Wij lagen daar op het ijs, bijna bewusteloos, naar lichaam en geest verpletterd. Vóór alles zochten wy ons voor bevriezen te beschutten. Ik trok een broek van mijn man aan, hij hulde zyn hoofd in een hemd, de beide begeleiders Botto en Durandoin stukken van onze vlag. Charbonnet sneed nu stukken uit den ballon en dekte ons er mede toe. De mannen legden zich dicht tegen elkaar ge drongen, en ik mij dwars over hunne beenen, om my op deze wyze te warmen. Den volgenden morgen was ik het eerst wakker en wekte allen. Het is tyd, zei ik. En wij begonnen de daling: Durando, de arbeider, vooraan, dan ik, daarna myn man, eindelyk mijn zwager. Plotseling gleed myn man dicht bij een afgrond uit, maar het gelukte ons hem te grypen en vast te houden. Twee passen verder gleed hy weer uit, en eer wij den tijd hadden, hem te grypen, zonk hij in een gletscherspleet. Wat wij toen voelden, wat wy toen zeiden, wat wij toen deden, ik weet het niet; het is my nog altijd, als zag ik hem, de armen uitstrekkend, den blik op mij gericht, ver zinken. Hoe ik de daling volbracht, ik weet het niet meer." Men weet, dat krankzinnigen soms allerlei zonderlinge dingen inslikken, zonder daarvan den minsten last te hebben, terwijl volkomen gezon den er ongetwijfeld aan bezwijken zouden. Dr. Toutin te Besai jon vermeldt in La Nature zulk een geval van een krankzinnige onder zijn patienten. Op een dag slikte deze een y'zeren lepelsteel in, en tien dagen later een maximaal thermometer, die tot het opnemen van zijn tem peratuur bestemd was. Dit instrument, van glas, was 113 millimeter lang en 6 millimeter breed. Toch gebeurde er geen ongeluk, en negen dagen later kwamen beide voorwerpen weer te voor schyn. De thermometer had zich intusschen verdienstelijk gemaakt, hij toonde als inwendige maximaaltemperatuur 38 'l aan; hetgeen met de dagelijks (onder den arm) opgenomen temperatuur van het lichaam maar 9,10 graad verschil maakte; tot dit verschil droegen zeker de digestie en de geneeskundige behandeling wel iets bij. In hetzelfde blad geeft Dr. Beauvais bericht omtrent een gevangene, die tengevolge van indigestfe een caoutchouc-slang van drie meter lengte teruggaf, welke hy drie maanden tevoren (om een weddingschap, beweerde hij) had ingeslikt. Noch maagpijn, noch lastige spijsvertering was het gevolg geweest; de indigestie kwam van al te zwaar rooken. De slang was gebroken, maar overigens onveranderd. Wankelend tusschen den smaak voor poëzie en proza heeft een der Duitsche scheurkalenderfabrikanten geprobeerd beide te vereenigen; hi| geeft iederen dag een spreuk vol dichterlyke wijsheid en een weloverdacht menu. Soms nu komen deze beide al heel wonderlyk samen. Op 12 Januari byvoorbeeld vindt men: »So tief kann uns kein andres Leid betrüben, Als bassen mussen, wo Du solltest lieben?" Selleriesuppe, Hammelkoteletten, Teltower Rüben, Rapunzelsalat." Op 8 Februari: »Streiche die Phantasie fort, und die meisten Genüsse unseres Daseins sind nicht des Erwahriens werth " »Semmelsuppe, Bouletten von Rindfleisch, Ente mit Rüben." '? Ook op 22 Maart is de samensteller bitter gestemd: »Der Neider sieht bei Andern stets das Licht, Jedoch die Schattenseite sieht er nicht " »Milchsuppe mit Eiernudeln, Rinderzunge mit Haschéesauce, Mohrrüben und Spargel mit Eierkuchen." En zonderling klinkt het op 24 Februari: «Eintracht ernahrt, Zwietracht verzehrt?" »Hirschsuppe, Wiener Schnitzel, Schneidebohnen, Sahnenkartoffeln." Het fraaiste komt op 29 April: »Soll ein Madchen in Ehren leben, ? Soll 's nicht nehmen und nicht geben " «Pflaumensuppe, Geschmorte Bratwust, Kartoffelpurée." De Crandallschryfmachine, vervaardigd door de Crandall Machine Co. of U. S. A. is, blykens een heden ontvangen bericht bij hare filiale voor Europa, gevestigd in Amsterdam, Keizersgracht 302, op de wereldtentoonstelling t3 Chicago bekroond met den grooten gouden medaille. Zij. Willem. je weet, een jaar geleden zei ik, dat ik niet trouwen wou voordat je 20,000 gul den hadt overgelegd. Hy. Ja, maar .. . Zij. En zes maanden geleden zeide ik, dat ik meende dat we het wel konden stellen met 2000. Sy. Ja, maar toch . . . Zij. Nu, hoeveel heb je al ? Ey. Precies ai 9 gulden 38 centen. Zvj. Zou je niet denken dat dat 't ongeveer genoeg was ? Wou u niet, mijnheer, dat uw neus niet zoo rood zag? Zeker, lief kind. Nu, waarom drinkt u dan niet wat meer ? Pa zegt dat hij dan blauw zal worden. Zeg aan je pa, dat, als ik hem tegenkom, ik zijn neus net zoo rood zal maken als de mijne. Com pliment van mij ! Daar is een jongen om u te spreken, juf frouw. Heeft hij een quitantie in zijn hand ? Neen, juffrouw. Dan heeft hij er een in zijn zak; stuur hem weg. Een hartelyke familie. »Ja", zeide de me vrouw van de kostschool tot den trotschen vader, »u moogt wel van geluk spreken, dat u zulk een groot gezin hebt en uw kinderen zooveel hartelijkheid voor elkander hebben". »Zulk een groot gezin? zooveel hartelijk heid? wel mevrouw, wat bedoelt u?" «Natuurlijk", antwoordde de kostschoolhouderes, »niet minder dan zes van Betsy's broers zijn haar dezen winter komen afhalen om met haar naar de komedie te gaan en zij verwacht dien langen blonde morgen alweer." Een Yerrassing. (Judy.) Miss ALBIOK (tot den heer Develle, die aan zyn Russisch vriendinnetje het hof maakt): »Denk V «aa de dagen van Waddington!!" Een oude Guy Fawkes in de kelders van het Huis der Lords gevonden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl