Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 856
Uit Dr. GANNEFs Studeerkamer.
(Eet auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
De tabakebelasting in Duitschland.
(Lustige matter*).
Minister MIQUEL: »Uw cigarenpuntje, als 't u blieft."
Tabaksconsument: »Is dat al wat u mij overlaat, Excellentie?"
[miiiiniiiiiiiiiiiiiittiiitiiiHniiitinii
iiiituimmuuiitiiiiiuiimiiiiiiiuii
Herinneringen .aan Faganini. De oude
pianist Jacques Rosenhain, die te Baden-Baden
Woont, vertelt het volgende : »Ik hoorde Paganini.
Ik geloof niet, dat iemand ooit in staat zal zijn
in het technische dezen man te overtreffen. Ik
kan u niet beschrijven, welken indruk zijn spel
op nnj gemaakt heeft. Ik beefde over het
geheele lichaam, als stond ik voor een despoot;
ik was Yérsteend van bewondering, ik weende,
lachte, kortom, ik was geheel buiten mij zelven.
Menigmaal brak mij het zweet uit, wanneer ik
de ongelooflijke raoeielijkhedon met de grootste
gemakkeljjkheid hoorde voordragen.
Decimenoopjes van bov«n naar beneden, tertsenpassages
tot verbazingwekkende hoogte, staccato's en wat
TOOT staccato's! Een andere vioolspeler kan niet
sneller en niet duidelijker gebonden noten spelen
dan hij het staccato. Flageolet, dubbel grepen, zoodat
de andere vioolspelers niet begrijpen kunnen hoe hij
ze er uit krijgt, ook geheele passages in flageolet;
variaties waarin altijd n noot met den strijkstok
en de andere pizzicato gespeeld wordt, en dit
alles met de grootste snelheid. Dan speelt hij
variaties zonder begeleiding, waarin hij zich zelf
begeleidt, zoodat men gelooft een viool en een
guitaar tegelijk te hooren. Zijn gelaat is schrik
wekkend. Verbeeld u een lange magere lijkbleeke
man met ingevallen gezicht, vooruitstekende juk
beenderen, diepliggende schitterende oogen, dik
ken langen baard, die tot onder de kin reikt,
kleine snor, vingers als een geraamte, lange af
hangende zwarte haren en, gij hebt Paganini.
Hij ziet er juist uit als of hij uit het graf was
opgestaan. Allen, kenners en geen kenners, het
geheele publiek, was door zijn spel aangetrokken,
betooverd; de maat was overvol. Eerst werd de ou
verture van Euryanthe gespeeld,toen deze geëindigd
was, was er een lange pauze; gij kunt u denken dat
het publiek zich in de hoogste spanning bevond,
vooral daar reeds de musici, die hem in de
Caprivi en de Agrariërs.
(Lustige Blatter).
repetitie gehoord hadden, ongeloofelijke dingen
van hem verteld hadden. Eindelijk ging het
scherm op; Paganini trad vooruit en werd met
een gerommel der pauken en een onmetelijk
applaus ontvangen. Hij speelde een groot Allegro
van eigen compositie, en, evenals al het volgende,
uit het hoofd. Na den eersten solo schrikbarend
applaus, maar zoodra hij weer speelde, doodsche
stilte. Zoo was het altijd hetzelfde; als hij weg
ging moest hy weder terugkomen, zoo buiten
gewoon was het applaudisseeren. Hij werd alle
vier malen met toejuichingen ontvangen en telkens
als hij heen ging, moest hij weder verschijnen !"
Verder schrijft Rosenhain: «Kort na het concert
in Frankfort ging ik naar Baden. Ik logeerde
in een gewoon huis van n verdieping, waar nu
de boekhandel van Marx is; ik had daar een
piano, waarop ik naar hartelust speelde.
Door het spel gelokt, verscheen op een mor
gen een heer bij mij, die zich aan mij voorsteldg
als de secretaris van Paganini, en mij mededeelde,
dat Paganini van plan was een concert te geven,
maar geen accompagnateur gevonden had, die
hém beviel. Paganini, die van de straat uit mijn
spel gehoord had, wenschte mij te spreken, om
mij zelf te verzoeken, hem op zijn concert te
begegeleiden. Gelukkig, met hem in persoonlyke aan
raking te komen, ijlde ik de deur uit, waar hij mij
wachtte, en met kloppend hart beloofde ik het hem.
Hij sprak nu een uur af om bij my te willen ko
men met zjjn viool, om de stukken met mij te
repeteeren, maar hij drukte mij zeer op 't hart, deuren
en vensters te sluiten, dat geen vreemdeling hem
hooren kon zonder naar zijn concert te gaan.
(Hy gold voor een gierigaard zonder weerga,
maar naar het mij voorkomt ten onrechte; vele
jaren later toch, in Parijs, werd algemeen geloofd,
dat hij Berlioz, door wiens werken hy betooverd
was en die daar toen nog weinig bekend en in
drukkende omstandigheden woonde, eene som
van tienduizend francs gezond en had, om hem als
kunstenaar en als mensch moed te doen houden). De
repetitie liep goed van stapel, de dag van
het concert brak aan; ik bevond mij op het
bepaalde uur in de zaal; het was in de tegen
woordige restauratiezaal van het Conservatorium.
Alle plaatsen waren met een schitterend publiek
bezet, op de eerste rij de groothertogin Stephanie
met haren hofstoet. De ty'd verstreek, men
wachtte wachtte Paganini was niet te zien.
De groothertogin Stephanie, die mij zag (zij had
mij reeds als kind in Mannheim gekend en zich
vriendelijk voor mij geïnteresseerd) wenkte mij
tot zich en zeide mij: »0, zegt u toch den heer
Paganini of hij niet wil komen, wij wachten hem
reeds lang". Met beangste schreden gehoorzaamde
ik en ging in 't hol van den leeuw, in een
kleineaangrenzende kamer. Daar vond ik hem met
grimNa de yerbroederingsfeesten.
(Punch).
CAKNOT. Allemachtig prottigen tyd gehad, héouwe jongen? Ik geef compleete amnestie, ,jij
zeker ook?
DE CZAR. »D.d.dat zullen we nog eens zien. Maar z . zeg, kun jij me niet met een l. 1. leeningje
helpen ?
Hoe de vertoornde grootgrondbezitters zich de manieren der middeleeuwen eigen maken.
mige blikken driftig op en neer stappend, bezig een
nieuwe snaar op zij a instrument te spannen, in
plaats van de vorige.Hij liet optreden in de.zaal
rhdsterde hij mij in 't oor: »Een toon lager
transponeeren." Ik wankelde terug van schrik ; ik zaï?
toch in mijn geest vooruit, hoe ik bij de eerste
valsche noot, ten aanzien van de geheele wereld
door hem niet alleen in woorden, ja misschien
feitelijk mishandeld zou worden. Het schemerde
mij voor de oogen, i'c verzamelde .il iniju kracht.
Hoe het ging, zegt mij een albumhlad van zijne
hand, dat ik nog lieden bezit: hot luidde:
»Mi auguro il piacere di revedere l'Kgr<'gio
Maestro Piano-fortista Sgr. (iiacomo Rosenhain,
che mi accompagnio divinamento nel inio Concerto
dato a Baden li S Agosto 1-^ÏO, Xicolo Pag.inini."
(Ik hoop het genoegen te hebben den beroemden
meester, den pianisit Jacques Uosenhain, die mij
op mijn concert in Baden-Baden den Ssten Au
gustus 18ÜO, zoo goddelijk begeleid heeft weder
te zien.) Sedert dien tijd echter deed ik de ge
l ofte nooit meer in een openbaar concert zonder
voorafgegane repetitie een stuk in een anderen
toonard te trausponeerenen te spelen.''
Een particulier schrijft nog, naar aanleiding
van dit stuk, aan de Frnnkfurte,r: >P:iganini
gaf zijn concert in het Frankfurter Stadttheater
in het jaar l!-öO. Hij woonde destijds bij de we
duwe Hunnemann, Zeil D 1!>5 (ur. 5!*). Deze
dame was eene kennis van mijn moeder en vroeg
haar, mij, die toen 7 jaar telde, op een namid
dag bij haar mee te brengen, om den zoon van
Paganini, Achille. die even oud was als ik, ge
zelschap te honden. Achille was een knappe,
maar zeer ondeugende knaap, die niet rustig met
mij wou spe'en, maar dadelijk begon te stoeien
on te vochten; wij waren alleen zonder toezicht
in een kanier. Intusschen fantaseerde Paganini
in de kamer daarnaast op zijn viool, en, zoo
veel ik in ij herinner, had ik liever naar hem ge
luisterd, dan met zijn zoon gestoeid. Het geweld
dat wij maakten, had toch eindelijk de opmerk
zaamheid van den virtuoos getrokken.
Plotseling ging de deur der kamer open en
trad een spookachtige gedaante binnen, wier aan
blik als versteenend op mij werkte. liet was de
maestro, Xiccolo Paganini, die, alleen in zijn on
derbroek, waarvan de bandjes achter zijn voe
ten nasleepton, in neergetrapte pantoffels
binnenslofte. liet lange zwarte haar hing verward langs
zijn vaal gezicht en met onheilspellenden blik
staarde hij ons aan. In de rechterhand droeg hij
nog den strijkstok, in de linker do viool. Achille
was even verrast als ik.
Eindelijk zeide Paganini een paar woord >n tot
zijn zoon en verdween toen weder onhoorbaar,
zooals hij gekomen was. Door de geopende zij
deur was een doordringende olielucht gekomen,
en ik zag in die kamer op een spirituslampje een
kleine pan, waarin Paganini eieren in olijfolie
voor zich bakte. Mij echter was alle lust vergaan
om nog verder met Achillo te spelen, en ik jwas
blijde, toen ik kort daarop naar huis gehaald
werd."