De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 26 november pagina 5

26 november 1893 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 857 DE AMSTEEDAMMEE, WEEKBLAD VOOE NEDEELAND. helft van zijn werk vertaald, en gezien, dat er vele gelegenheden zijn, waarbij hij buiten den kroniekstijl treedt, en bijna altijd, als hij dat doet, is hij een schoon schrijver. Die gele genheden zijn: als hij den materieelen toestand van een land beschouwt; als hij den godsdienst bespreekt; als hij onderzoekt, betoogt en verklaart; als hij polemiseert, als hij de menschen spreken laat, en vooral als hij in de geschiedenis de be vestiging ziet van zijn wereldbeschouwing: de god heid is afgunstig en de menschelijke voorspoed onzeker. Al die gelegenheden maken hem opge wekt of aangedaan, en die stemming spreekt uit zijn schrijven. En daarbuiten heeft bij nog vaak gelukkige vondsten. Want een schrijver, die zon der zich bepaald warm te maken, een zinnetje pro duceert, als dat waarop de volgende vertaling aan wijzing geeft: »Hrj nu (n.l. Cresus op den brandstapel) riep weenende den God aan, doch aan den helderen en windloozen hemel liepen plotseling wolken te sa men en een storm brak los en regende met het heftigste water en bluschte den stapel", zulk een schrijver gelijkt al zeer weinig op een baker, zeer veel daarentegen op een groot litterator. Deze opmerkingen verzoek ik den heer Mendes in overweging te nemen, terwijl ik hem tevens mijn dank breng voor zijn eerlijke kritiek op mijn werk. nitiiiiiiiiuiiiinn Het einde der wereld. In het Augustusnommer van het tijdschrift The Cosmopolitan komt het slot voor van eene reeks artikelen van Flammarion over het einde der wereld, niet alleen van de aarde, maar ook van de zon en al de planeten. Flammarion beschrijft, hoe de aarde langzamerhand een gladde, vlakte wordt en eindigt dan: »De laatste bewoonbare gedeelten van den bol waren twee breede valleien, dicht by denaequator, de beddingen van twee opgedroogde zeeën; valleien van geringe diepte, want het niveau van de geheele aarde was ongeveer gelyk. Geen bergtoppen, ravijnen of bergpassen, geen boschryk dal of afgrond was meer te zien; de wereld was een groote vlakte, waaruit rivieren en zeeën langzamerhand verdwenen waren." Het leven wordt in deze twee laatste bewoonde streken slechts met veel moeite gerekt. »Deze twee oceaanvalleien, waarvan de eene dicht bij den bodem is van hetgeen nu de Stille Zuid zee heet, en de andere ten zuiden van het tegen woordige eiland Ceylon, waren vroeger de plaat sen geweest waar twee reusachtige glazen steden lagen yzer en 6lftS toch waren sinds lang de voornaamste bouwmaterialen geweest. Zij geleken op onmetelijke wintertuinen, zonder bovenverdiepingen, met doorschijnende daken van enorme hoogte. Hier vond men de laatste planten, behalve eenige die in onderaardsche galerijen werden levend gehouden, dicht by stroompjes die nog onder den grond vloeiden. Duizenden jaren lang had de menschelijke geest zich by'na uit sluitend beziggehouden met den strijd tegen het noodlot. Het laatste water dat er overbleef was gedwongen in onderaardsche kanalen te circuleeren, waar ook de zonnehitte werd opgeborgen. De laatste dieren waren er toe gedresseerd deze machines te bedienen, en de voedende bestanddeelen der laatste planten waren tot het uiterste dienstbaar gemaakt. De mensch was er ten slotte in geslaagd, van byna niets te leven, wat betreft de hoeveelheid ; elke nieuwe vorm van voedsel, die ontdekt werd, had men geleerd geheel te assimileeren. De ste den waren ten slotte geheel van glas gebouwd, geheel open voor de zon en daarheen waren ook al de stoffen gebracht, die tot de samenstelling van het voedsel dienden en de producten der natuur vervingen." Flammarion gaat dan voort met zijn verhaal, tot er nog slechts twee menschen op de wereld over zyn, een man in het eene halfrond, eene vrouw in het andere. Als zy bevinden, dat alles dood is behalve zij zelf, bestegen zy' hunne luchtnlinmiuuironiiiiiiiimu niiiufliiiiiiHniiiiHiiiiiiiiiiitiiiiiiiitiniiiiiHiii 4*e Jaargang. 26 November 1893. Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen. Adres: MyraLodge, Deronda Road, Herne Hill, Londen S. E. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. n lilllliliiliilllllHiiiMMlmiliHiiiiHiiiiiiiiiiii CORRESPONDENTIE. N. W. v. L. te A. Dank voor genomen moeite. Van Teichmann's eventueel bezoek voorspel ik u veel genot. Motto: «Schaak den koning!" No. 218. Zwart 4 stukken. a b c d e f g h Wit ( 5 stukken) geeft in 3 zetten mat. (Pospisil 43, den Hertog 32X=37M). schepen, en zeilen over de zwijgende onbewoonde aarde. Zij dalen neer in de buurt van de Sphinx en sterven daar, terwijl hunne zielen opstijgen naar Jupiter, waaraan alle goede stervelingen een nieuw leven beloofd schijnt. Hier gaat Flammarion van het gebied der weten schap tot dat der fantasie over en beschrijft hoe, in verloop van ty'd al de groote planeten zullen uitgebluscht worden en ook de zon dood en koud zal zyn. Maar na het einde, zal er eenmaal een nieuw begin komen. »Lang na den dood der aarde, van de reus achtige planeten en van de algemeene lichtbron in het midden hunner banen, terwijl onze oude, verduisterde zon zich nog voortspoedde door de onbegrensde ruimte, met hare doode werelden achter zich, waarop eenmaal het aardsche leven en het planeetleven den vruchteloozen stryd om het dagelyksch bestaan gevoerd hadden, kwam eene andere uitgedoofde zon, uit de diepten der onein digheid aanstormend, schuins met haar in botsing en bracht haar tot rust. Toen ontbrandde in den onbegrensden nacht der ruimte, uit den schok van deze twee mach tige lichamen, plotseling een onmetelyke gloed; een gasvormige nevelvlek ontstond, die een oogen blik trilde als een flikkerende vlam en toen wegijlde naar onbekende ruimten. Hare tempe ratuur was verscheidene millioenen graden. Alles wat hier beneden aarde, water, lucht, mineralen, planten, atomen, geweest was, al wat den mensch had uitgemaakt, zijn kloppend hart, zijn tintelend oog, zijn sterke hand, zijn denkend hoofd, zijn bloeiende schoonheid, de overwinnaar en de overwonnene, de beul en zijn slachtoffer, en deze lagere zielen, die nog de boeien der stof droegen, alles werd eene prooi van het vuur. Zoo ging het met de werelden van Jupiter, Saturnus, Mars, Venus en al de overige. Het was de herleving der zichtbare natuur. Maar die hoogere zielen, die de onsterfelykbeid hadden verkregen, bleven voortleven, voor eeuwig, in de hiërarchie van het onzichtbare heelal. Het zelfbewust bestaan van den mensch heeft een idealen toestand bereikt. De onmetelyke gasvormige nevelvlek, die al de vroegere werelden in zich had opgenomen, aldus in damp veranderd, begon om zich zelve te wen telen. En in de verdichtingscirkels van dezen oorspronkely'ken sterrennevel werden nieuwe we relden geboren, evenals vroeger de aarde. Zoo begon een nieuw heelal... En deze heelallen gingen op hun beurt voorby. Maar de eindelooze ruimte bleef bevolkt met werelden en sterren en zonnen en zielen, en de tijd duurde steeds voort. Want er kan geen einde en. geen begin zyn." Te St. Petersburg is de vorige week het SOjarig jubileum als schrijver van Dmitri Wassiljewitsch Grigorowitsch gevierd. Er was een nationaal feest van gemaakt. De schry'ver kreeg de Stanislaus-orde eerste klasse, zyn jaargeld werd ver hoogd. Een aantal leden der keizerlyke familie woonden het feest by ; anderen zonden telegram men en gelukwenschen. Een der merkwaardigste eerbewyzen was een brief van graaf Leo Tolstoi, Ruslands beroemdsten romanschrijver; hy schreef den jubilaris het volgende: »Van ganscher harte gelukgewenscht, waarde Dmitri Wassiljewitsch; gij zijt mij dier baar zoowel door de herinnering aan bijna veer tigjarige vriendschapsbetrekking, waarop gedu rende al dien ty'd niet de geringste schaduw ge vallen is, als vooral ook door den onvergetelyken indruk, dien, met TourguenyeiFs Dagboek van een Jager, uw eerste novellen op my gemaakt hebben. Behalve de aandoening en verrukking, die de zestienjarige knaap ondervond, die zich zelf niet durfde vertrouwen, was uw Anton Groremyka voor my een heerly'ke ontdekking, dat men den Russischen boer, onzen voeder en om zoo te zeggen, onzen onderwy'zer, kan en moet schilderen, zonder met hem te spotten en zonder hem alleen tot verlevendiging van het decor te gebruiken, maar dat men hem beschry'ven kan en moet, geheel zooals hy is, hem beschry'ven, IttlllllllUIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllIltlllllll Oplossing van No. 216. l e8 D, P f4 2 D e? enz. P e3(h4) 2 D e6 T 02 2 P e7 : f oo 2 D e4 f Opgelost door: C. T. v. Ham, Gorredtjk. A. Wijbrands, Amsterdam. Wara-Atti, 's Hage. J. v. d. Hulst, Oud-Ade. W. v H...., Delft. J. v. Wijhe, 7wolle. J. 't Hooft, Vlissineen. Mvr.E.v.Tubergen.Haarlem. DIT DE SCHAAKWERELD. DRINGEND VERZOEK. De Secretaris van den Nederlandschen Schaakbond, de heer N. W. van Lennep, Kerkstraat 188 Amster dam, richt bij deze tot alle Secrttarlssen van Schaak clubs in den lande het dringend verzoek, hem toe te zenden een opgaaf van het aantal leden en van de namen der bestuursleden van hun club, vooral met vermelding waar en wanneer de club vergadert. De 22ste en laatste partij der groote match te St. Petersburg was een waardig besluit van dezen historischen tweekamp, 't Was voor Tschigorine een hoogst kritieke partij, want er stond een sommetje van ?3000 op 't spel. Voor dr. Tarrasch daarentegen gold het slechts winst of remise. Zooals men bij 't naspelen zal zien, hadden de buitengewone omstandigheden een alles behalve na deeligen invloed op Tschigorine's spel. Hij bracht een kleine wijziging in den aanval door op den 9den zet c3 te spelen. Tarrasch liet zich hierdoor echter niet van zijn oorspronkelijk plan afbrengen en trachtte weder met d4 den D. vleugel onveilig te maken. De 13de zet van wit d4 was zeer fijn; maar hij verloor kort daarna onnoodig een pion op den K. vleugel. Doch Tschigorine is 't meest te duchtten, als hij een pion achter is. Vooral in de behandeling van ongewone en excentrieke posities schijnt hij Tarrasch de baas te zijn. IK 't open spel, dat na wit's prachtigen 14den zet volgde, verkreeg Tschigorine allengs 't overwicht en door op 't juiste oogenblik zijn e-pion vooruit te spelen, behaalde hij een welverdiende overwinning en bracht zoodoende de match tot een alleszins be vredigend resultaat. niet enkel met liefde, maar ook met achting, en zelfs met een gevoel van eerbied. Om dezen voor my' zoo weldadigen invloed van uw werken op mij, zy't gy' mij vooral dierbaar, en na veertig jaren dank ik u van ganscher harte daarvoor. Met my'n gansche ziel wensch ik u dat, wat noodig voor allen is, maar voor ons oude mannen noodiger dan iets ter wereld, meer liefde van de menschen en tot de menschen. In de jeugd kan men het zonder die liefde nog zoowat stellen, maar in den ouderdom is het leven zonder deze een enkel verdriet. Ik hoop dat het feest van uw jubileum tot de vervulling van mijn wensch zal bijdragen. Uw oprecht liefhebbende LEO TOLSTOÏ." GEORGE DE BRUIN, De jamilie van den Dokter. FACIO, In den strijd. A. H. Adriani, Leiden. Met genoegen maakten wij kennis met »De familie van den Dokter", door George de Bruin. De frissche landlucht die door het boek waait, doet ons goed en het lief en leed der eenvoudige ongekunstelde, opgewekte jonge meisjes zal eene prettige lektuur voor hare medezusteren opleveren. Een tweede oorspronkelijk verhaal zag; even als dit, het licht bij A. H. Adriani (Leiden). Het geeft ons als hoofdinhoud den tegenwoordigen dagelijkschen strijd van de aankomende, minder met aardsche goederen gezegende, jongelui, die zich ten doel stellen vooruit te streven in deze wereld. Gaarne bevelen wij beide boeken voor leesgezelschappen aan. S. Gravin Mary, door J. H. DE VEEB. Uit gave van H. J. W. Becht, alhier. Een onderhoudend boek, dat blijken geeft dat de auteur de toestanden, die hij beschryft goed kent. Zij zijn geheel en al Amerikaansch en daarom zeker niet minder belangryk. Wie een blik wil werpen op het leven der farmers, ran chers en settlers in de streken van Michigan, Kansas enz. zal in dit boek zyn gading vinden. In een »dug-out" leert de lezer Marie van Steeden, de Hollandsche gelukzoekster, kennen en inden loop van het verhaal komt hy te weten hoe en waardoor zy gravin Mary wordt. Een merk waardig rechtsgeding, met bybehoorende detective historie, houdt de spanning in het boek op een goede hoogte. Het zal voor leesgezelschappen. en bibliotheken een goede aanwinst zijn. J. Beelden uit Nederlandsch-Indië, door F. J. VAN UIUHUKS. Uitgave van H. D. Tjeenk Willink, te Haarlem. Voor hen die hun kennis willen verryken en dit gaarne zonder groote inspanning doen biedt dit ethnographisch-geographische werk een goede gelegenheid. Een groot aantal illustratiën, houtsneden, geven een getrouw beeld der Ked.Indische landschappen, woningen, volkstammen. kleederdrachten enz. enz. De Flora en Fauna zyn er niet in vergeten, evenmin als de gereedschappen, wapens en 't huisraad der inboorlingen. De tekst is door mejuffr. Van Uildriks naar de beste bronnen bewerkt. Zy behandelt, behalve de ethnographische, geographische, dier- en plantkundige byzonderheden, ook de maatschappelyke toestanden, de staatkundige ontwikkelingsgeschiedenis van onzen Archipel, en heeft dat gedaan op onder houdende wy'ze, zoodat het boek zich zeer aan genaam laat lezen. J. Het kasteel Hildesheim, door JOIIANNA SPYKI. Uitgave van L. J. Veen, Amsterdam. Een welkome Sint Nicolaasgave voor de kin deren; de naam van Johanna Spyri is in de kinderwereld bekend en geliefd en de beste aanbeveling voor het net gedrukte en met titel plaat voorziene boek. J. Een prachtwerk. Een 'bundel liederen en gedichten van E. J. POTGIETER, bijeenverzameld IMMIHIIIIIIIIIIIIIIIIIMUIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHHtUIIIIIMHIIIII FRiNSGHE VERDEDIGING. Wit. Tschigorine. l e4 e6 2 » e2 L e7 Ook Steinitz houdt voor 't beste antwoord op D e2. 3 b3 d5 4 L b2 L f6 5 L f6: P f6: 6 e6 P fd7 7 D g4 0-0 Beter dan g6, zooals in de 20ste partij (zie Prov. Groninger van 23 Nov.) 8 f4 P c6 9 c3 In de 20ste partij ge schiedde P c3, P b4 10 K dl enz 9 d4 10 P f3 dc3: 11 P c3:! Om een geïsoleerden pion, daarom bekommert zich Tschigorine niet; snelle ontwikkeling is bij hem van meer gewicht. 11 P c5 12 d4'. fB 13 ef6: e.p. D f6: 14 T dl 15 L d3 16 0-01 17 D g3 18 D h4 19 g4! 20 D h6: 21 P e5 22 L fl: 23 de5: 24 P e4 P d7 D Ii6 P f6 P h5 T f4: P f6 gh6: T fl: f P e5: P d5 b6 Zwart. Dr. Tarrasch. 25 L g2 L b7 26 P f6 t K g7 27 P h5 f K g8 28 L (15: ed5: 29 e6! Een zet, die veel door zicht verraadt. 29 30 T cl 31 P f6 32 P d5 33 T T Wij hopen spoedig onzen P T fl 34 T f5 35 T e5 36 K f2 37 P f4 38 Kg3 39 e7 40 T e6 f 41 T h6: 42 T e6 43 T el 44 g5 45 P e6 46 P f8 47 T e6 48 T e5 K g8 49 K ft L e8 50 K f5 1)5 51 T d5 K f7 52 P b.7 c4 53 P f6 c3 54 T e5 K g7 55 P e8: f T e8: 56 K e6 T c8 57 K d7 c2 58 T el en Zwart (Dr. Tarrasch) geeft op. lezers de partgen ui L c6 L eS Kg7 c5 dS d6 T d8 L c6 T f8 K re T c8 K f7 L e4 L b7 L c6 T e8 T c8 K g7 K f7 loor JOH. C. ZIMMEKMAN, heeft het licht gezien ty den uitgever H. D. Tjeenk Willink te Haarem. Inderdaad deze bundel is in alle opzichten jesoigneerd en prachtig uitgegegeven, keurig ;eillustreerd door Ch. Rochussen en in een fraaien tempelband, verguld op snede, gebonden. De artistieke teekeningen van Rochussen, een ty'djenoot van Potgieter, zyn zeer goed weergegeven door de vijftig houtsneden die het werk ver sieren. Voor den a.s. Sint-Nicolaas is dit boek een schoon en zeer aanbevelenswaardig geschenk. J. MABLY. De Lotgevallen van Jean Thymewr en zfyn vriend Alain. MARLY. Het geheim van het Strand. Onder bovenstaande titels biedt de uitgever D. Bolle het Nederlandsche publiek twee kloeke ongensboeken aan, die zeker gretigen aftrek zulen vinden. De bewerking van beide boeken ge schiedde onder toezicht van den bekenden letterEundige A. Weruméus Buning en is dus in goede landen. De inhoud doet denken aan de uitstecende jongensboeken van kapitein Marryat, voor waar geen geringe aanbeveling voor onze jongens. Voegen wy' daarbij, dat tal van fraaie platen jeide boeken versieren, dat de geheele uitvoering van zorg getuigt en de prijs billijk is, dan meenen wy genoegzaam de aantrekkelykheid van beide 'ongensboeken te hebben aangetoond. W. Onder den titel Onze Itfdgenooten verscheen by de firma Lentz & de Haan, te Utrecht een scheurkalender voor het jaar 1894, die een wel kom feestgeschenk zal zijn voor allen, die de litteraire kunst van onzen tijd liefhebben. Oscar Wilde en Rudyard Kipling, Verlaine en Maurice Barrès, Nietzsche en Stephan George, van Eeden en van der Goes, Gorter en Kloos, Helene Swarth en Cornélie Huygens alle nieuwe acteurs, door van der Goes vergeleken by' »de bewoners van arme buurten, die met hun lief en leed direct in de hevigste woorden op straat komen," hebben voor dezen kalender een bijdrage moeten leveren. K. By de .firma Jan Leendertz & Zoon verscheen, zooals sedert eenige jaren reeds, de Fiore-dellaJVe»e Scheurkalender; onder de schrijvers, dit jaar geciteerd, zijn de voornaamste Oscar Wilde, Maeterlinck, Pasteur, Von Ebner-Eschenbach, Elizabeth Barret-Browning, Schopenhauer, Paul Bourget, Edna Lyall, Ernest Ilenan, Spinoza, Jules Simon, Stephan George, Carlyle, Louis Dépret, de Stendhal, Sully Prudhomme, Wendell Holmes, Mazzini, Taine, enz. Voor de leden der Amsterdamsche studentenafdeeling der Ned. Zuid-Afr. Vereeniging zal prof. dr. C. Bellaar Spruy't op Dinsdag 28 Novem ber in het gebouw Tot Nut van 't Algemeen een voordracht houden over de Matabele Kaffers en de Europeesche vestiging in Mashonaland, in verband met Nederlandsche belangen. ninKiiiiiiiiiittii IIIHIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIUIIIIIIIUII ETENSCHAP De wandelende Jood. Matthéi Paris, een Engelsen Benedictijn, die ten tyde van Hendrik III leefde, deelt het volgende mede: »Cartophilus, de portier van het rechthuis van Pontius Pilatus, gaf Jezus op het oogenblik dat deze den drempel overschreed een vuistslag en voegde hem toe : »Vooruit, Jezus. Loop wat gauwer. Waarom blyf je staan?" Jezus keerde zich om en zeide tot hem: »Ik zal gaan. Maar gij, gij zult tot myn terugkomst onder de menschen op aarde rondwandelen." En Cartophilus begaf zich op weg om nimmer te rust te vinden. En hy wandelt nog altijd door, de arme Cartophilus, IIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUtlllllMIIIIII Moskou te kunnen voorleggen. Indien de mateti te Havana slechts half zoo rijk aan levendige en boeiende partijen ia als die te St. Petersburg, kan de schaak wereld tevreden zijn. Achtttiende partij. PBANSCHE VERDEDIGING. Wit. Tschigorine. l e4 e6 2 D e2 L e7 g b3 d5 4 L b2 L f6 5 L f6: In vorige partijen ge schiedde 5 e5, L e7, 6 D g4, L f8 enz. 5 P f6: 6 e5 P fd7 7 D g4 o?o 8 f4 P c6 9 P f3 f5 10 D h3 T e8: 11 P c3 P f8 12 L e2 P K» 13 D 14 P Zwart. Dr. Tarrasch. a4 15 L dl 16 ('4 cb5: P d4 P c6 17 18 19 20 P 21 22 23 c3 b4 0?0 P e2: 24 L e2: 25 D c3 26 bc6: 27 d4 28 L c4 29 b5 30 T adl 31 D f3 P b4 d3 b5 P d5 P df4:2 D d52 D c5 D f8 P e2f de-2: L d7 L c6: K h8 D f7 T ed8 P e7 P d5 D e7 32 a3 33 D b3 34 D c4: 35 d5 36 T d5: 37 J> (15: 38 D a2 39 D al 40 T al: 41 K f2 42 a4 43 E e3 44 T cl 45 g3 46 T c4 47 T b4 48 u5 49 b6 50 ab6: 51 c7 52 T b6 : ? 53 T b7 54 K (U 55 K e5 56 hg3: 57 K d6 58 K e7 59 K d(> 60 K e5 61 T a7 62 K (U P b6 P c4: ff6 ed5: T d8: T d8 D e5: D al: K gl K f6 T d5 K e5 !?5] hóh ** K o K f6 ab6: cb6: T c5 K g5 h4 T cl hg3: T c3 T d3f T e3f T d3f T c3 f4 Zwart (dr. Tarrasch) geeft op. Zwart kon T a5 f niet verhinderen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl