Historisch Archief 1877-1940
H*. 858
DE AMSTERDAMMEK
A'. 1893
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Dit nommer bevat twee bijvoegsels.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
UltgcTeru VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bjj de Vijzelstraat, 542.
Zondag 3 December
Abonnement per 3 maanden ....
Voor Indiëper jaar
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar .
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer .
Reclames per regel
?1.50, fr. p. post ? 1.65
mail.
9.0.12»
0.20
0.40
IN H O V Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Sociale droomen en da
den, door Socius. Ingezonden stuk van P.
Brieven uit Utrecht, door Giese van den Dom.
FEUILLETON : Protectionisme. (S/ot.)
TOONEEL EN MUZIEK: Aanteekeningen Tooneel,
door C. F. v. d. Horst. Muziek in de hoofdstad,
door Van Milligen. L'attaque du moulin. Nog
een Hollandsch prentenboek [en waar veel moois
in is, beoordeeld door Jan Veth. Schilderyen
der Oud-Hollandsche school in Moravië, door J.
H. L. v. d. Schaaff. Iets over Volkslectuur, door
Gerard G. Lenselink. Mendes da Costa?H.
. Muller. Ingezonden stukken van Prof. Dr. J. J.
Hartman, Prof. Dr. J. van Leeuwen Jr. en Dr.
R. Stavenisse de Brauw. Boekaankondigingen.
SCHAAKSPEL. - ttECLAMES. - UIT Dr.
GANNEF's STUDEERKAMER. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN.
B ij v o e g s e 1. SCHETSJES: Een familiefeest,
naar Marie Stahl. Een wereld op zich zelf.
KUNST: Uit Antwerpen, door Pol de Mont.
VOOR DAMES, door E-e. Allerlei. Ingezon
den : Over de uitspraak, door Mej. Maria Speet.
Advertentiën.
«HtuMmmiiiiiiiiiinHnremmiimmiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiijiiiiiiimuimiiiiMi
Lord Salisbury heeft dezer dagen op nieuw
de voordeelen der politiek van de vrije hand
voor Engeland bepleit, door er op te wijzen,
dat twee groote mogendheden regeeringloos
?waren, en dat onder zulke omstandigheden
geringe oorzaken groote gevolgen konden
Hebben.
Al is de uitdrukking »regeeringloos" sterk
overdreven, waar is het, dat wij eene epi
demie van ministerieele crisissen doorleven.
Frankrijk en Italiëstaan daarbij op den
voorgrond, maar ook in Servië, in Portugal
en in Spanje kwam het raderwerk der
regeeringsmachine voor korten tijd tot stilstand,
en zelfs in Rusland zullen een paar porte
feuilles van de eene hand in de andere over
gaan.
In Frankrijk hadden de laatste algemeene
verkiezingen niet slechts aan de republikei
nen eene overweldigende meerderheid ge
schonken, maar tevens de beide uiterste par
tijen verzwakt, zoodat het tot stand komen
eener meer of minder homogene meerderheid
uit de middenpartijen mogelijk werd. De
minister-president Dupuy wilde gaarne van
deze gelegenheid gebruik maken, om de zoo
duidelijk veroordeelde «politiek van concen
tratie'' vaarwel te zeggen en zich van zijn
drie radicale collega's de heeren Peytral,
Viette en Terriër te ontdoen. Maar pre
sident Carnot wilde hiervan niets hooren.
Protectionisme."
Was het goed? Was het verkeerd?
NAAK
OLIVE SCHREINER.
(Slot).
Twee maanden later stond de oudste der
vrouwen voor het haardvuur. Plotseling
werd de deur geopend, en de jongste trad
binnen.
»Ik moest komen ik kon niet wachten.
Hebt u het gehoord, hij is van morgen
getrouwd? O, gelooft u dat het waar is?
Help mij toch!" Zij stak de handen uit.
»Ga zitten. Ja, het is waar."
»O, het is vreeselijk, en ik wist er niets
van! Hebt u ooit iets tot hem gezegd?"
zij greep de vrouw bij de handen.
»Ik heb hem nooit weergezien na den dag,
toen gij bij mij geweest zijt dus ben ik niet
in de gelegenheid geweest met hem te spre
ken maar ik heb gedaan wat ik kon." Zij
keek droomerig in het vuur.
»En men zegt, dat zij nog geheel een kind
is, pas achttien jaar. Men zegt, dat hij haar
slechts driemaal ontmoet had, toen hij haar
ten huwelijk vroeg. Gelooft u dat het
waar is?"
»Ja, het is waar."
l Vooreerst heeft hij steeds eene voorliefde ge
toond voor ministeriën, die uit verschüle ide
partijen waren samengesteld, ofschoon het
telkens opnieuw is gebleken, dat de voldoe
ning, door dit politiek geknutsel geschonken
aan fractiën van de meest uiteenloopende
richting, ophield, zoodra de namen der nieuwe
ministers in het Journal Officiel waren ver
meld. In de tweede plaats verkeerde de heer
Carnot onder den indruk, dat de groote
vriend te St. Petersburg niet moest worden
geërgerd door een nieuw voorbeeld van mi
nisterieele wisselvalligheid, onmiddellijk na
de Fransch-Russische verbroederingsfeesten.
Eindelijk had de president een hoogendunk
van de bekwaamheden van den heer Peytral,
die het eerste slachtoffer der reconstructie
zou worden.
Het ministerie bleef dus, in naam, n van
ziel en n van zin, en debuteerde met eene
verklaring, die door de middenpartijen zeer
werd toegejuicht, maar waarvan men zich
met verbazing moest afvragen, hoe het
mogelijk was, dat drie radicale ministers
haar hadden onderteekend. De heer Pey
tral, die de leider der minderheid in
het Kabinet was geweest, wilde aftreden nog
vóór in het Parlement de stemming begon,
welke voor de vorming eener nieuwe meer
derheid beslissend zou wezen, maar liet zich
nogmaals overhalen om zijne aanvraag om
ontslag zoo al niet uit te stellen, dan toch
nog eenige uren geheim te houden. Het
geheim bleef echter niet bewaard en zeer
spoedig wisten alle Kamerleden, dat het in
het Kabinet tot eene scheuring was gekomen.
Door eene handig gestelde vraag wist
Pelletan den minister-president ten opzichte
dezer pijnlijke quaestie met zich zelf in tegen
spraak te brengen. Nu was het geconstateerd,
dat de regeering de Kamer had »bedrogen"
door eene reeds bestaande crisis te loochenen;
met groot vertoon van verontwaardiging trok
ken Millerand en Jaurès de interpellatie in,
die tot een votum van vertrouwen in de
regeering zou hebben geleid, indien zij onder
normale omstandigheden in behandeling ware
gekomen; in plaats van zich van zijne radi
cale collega's te ontdoen, moest de heer
Dupuy thans met het geheele Kabinet zijn
ontslag nemen. Dat was de wraak van de
uiterste linkerzijde. En het merkwaardigst
van het geval was, dat de regeering niet eens
door een Kamervotum was omvergeworpen.
Het lag voor de hand, dat de heer Carnot
zich voor de vorming van een nieuw minis
terie weder tot den heer Dupuy wendde,
maar deze bedankte voor de eer en begon
met den meesten spoed zijne koffers te pak
ken. De aangewezen man was nu de voor
zitter der Kamer, de heer Casimir Pêrier,
die door de meerderheid blijkbaar gewild
milHlllllllHlltlllllllllllllllllllllllllllMHlIlllllilllllllflIlllllllilllllUIIIIIIHUUl
»Hij kan niet van haar houden. Men zegt,
dat hij haar alleen trouwt om haar stand en
haar geld."
De vrouw keerde zich snel om. Wat geeft
u het recht dit te zeggen? Niemand dan ik
kent hem. Waarvoor heeft hij iemands stand
of geld noodig ? Hij is grooter dan zij allen!
Oudere vrouwen hebben hem misschien
teleurgesteld, hij heeft behoefte gehad aan
haar schoon, frisch, jong leven om hem dit
te vergoeden. Zij is een vrouw, die ieder
man zou liefhebben, zoo jong, zoo lieftallig;
haar familie is bekend als zeer ontwikkeld.
Als hij haar weet te leiden, zal zij misschien
een betere vrouw voor hem worden dan een
ander had kunnen zijn.1'
»O, maar ik kan het niet velen ik
kan het niet velen!" De jonge vrouw
ging op den stoel zitten. »Zij zal zijn vrouw
zijn, de moeder van zijn kinderen!"
»Ja." De oudere maakte eene haastige be
weging. «Men verlangt naar het kind om
het hoofdje aan de borst te leggen en het te
voeden." Zij maakte een haastige beweging.
Het zou er niet toe doen of een andere
vrouw het ter wereld had gebracht, zoo men
het slechts had om te verzorgen." Zij be
woog zich onrustig.
»O, neen, ik zou het niet kunnen uitstaan,
als het de hare waren. Als ik aan haar
denk, heb ik een gevoel alsof ik sterf; mijn
vingers worden ijskoud, het is alsof ik dood
ben. O, u was enkel zijne vriendin, u begrijpt
het niet!"
De oudste sprak half fluisterend en haas
tig: » Wordt ge niet een weinig zachter jegens
haar gestemd, wanneer ge bedenkt, dat zij
l werd. Maar ook deze bedankte, debooze
wereld zegt, omdat hij zelf mettertijd president
der republiek wenscht te worden en niet
vóór dien tijd als minister versleten wil zijn.
Nu begon eene eindelooze reeks van onder
handelingen, maar niemand wilde de onder
: zoo zonderlinge omstandigheden opengevallen
j erfenis aanvaarden. Was de brave Tirard
' er nog maar geweest, die als grande util
\ zoo menigmaal presidenten uit den nood
heeft geholpen! Maar de hulpvaardige doubl
man is voor eenige weken naar beter ge
westen verhuisd.
Eindelijk liet Casimir Pêrier zich toch nog
overhalen. Wanneer deze regelen onder de
oogen onzer lezers komen, zal Frankrijk
waarschijnlijk een nieuw ministerie hebben
en tevens voor het eerst sints lange ja
ren ! een homogeen ministerie. Laat ons hopen,
óók in het belang der thans uitgesloten par
tijen, dat de proef moge gelukken. Met name
voor de radicalen zal daardoor aan eene
valsche positie een einde worden gemaakt.
De val van het Italiaansche ministerie
heeft in n punt overeenkomst met dien
van het Fransche: hij was niet het gevolg
van eene rechtstreeksche veroordeeling der
regeeringspolitiek. De heer Giolitti zou zeer
waarschijnlijk voor zijne plannen tot ver
sterking der middelen door nieuwe belastin
gen geen meerderheid hebben kunnen vin
den, maar in den strijd over zijn program
zou zijn Kabinet een eerlijken dood zijn ge
storven. Dit lot is hem niet beschoren. Uit
de voorlezing van het rapport der commissie
van enquête naar de bankschandalen bleek,
dat verscheiden leden der regeering bij die
quaestie rechtstreeks of zijdelings betrokken
waren geweest. Die wetenschap deed een
storm van verontwaardiging ontstaan. In
hoeverre die verontwaardiging echt en in
hoeverre zij gehuicheld was, durven wij niet
beslissen; de onthullingen in de quaestie der
bankschandalen zijn nog lang niet ten einde.
Voor zooverre thans te beoordeelen is, heeft
de heer Giolitti zich ook hierin meer door
gebrek aan doortastendheid dan door posi
tieve fouten onderscheiden. Het zal hem
echter niet gemakkelijk zijn te antwoorden
op de vraag, waarom hij, den toestand der
Romeinsche Bank kennende, toch heeft mede
gewerkt om den directeur dier bank, den
heer Bernardo Tanlongo, tot Senator van
het Koninkrijk te doen benoemen.
Even als in Frankrijk is in Italiëde
voorzitter der Kamer met de samenstelling
van een nieuw ministerie belast. Die sa
menstelling is nog niet volledig bekend en,
dus kan men ook nog niet zeggen, of be
zuiniging dan wel verhooging van belastin
gen het wachtwoord der nieuwe regeering
zal zijn. De toestand der Italiaansche
finan
iiiimiiiiutiimiiiiiMimiiiiiiiiMiiiiMiiitiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiif
zijn vrouw is en de moeder wordt van zijn
kind. Ik zou gaarne mijn armen om haar
heen slaan en haar een enkele maal aanra
ken, als zij mij dit wilde toestaan. Zij is zoo
schoon, zegt men."
»O, ik zou 't niet kunnen uitstaan haar te
zien; het zou mijn dood zijn. Wat zijn zij
van daag gelukkig! Hij is zoo doodelijk van
haar!''
»Wilt ge niet gaarne, dat hij gelukkig is ?"
De oudere vrouw zag op haar neder. »Hebt ge
hem dan niet lief gehad, in het geheel niet?"
Het gelaat van de jongste was door haar
handen bedekt. »0, het is zoo vreeselijk, zoo
donker! en ik zal blijven leven, jaar in jaar
uit, met die akelige pijn! Kon ik maar
sterven."
De oudere vrouw stond in het vuur te
zien; toen sprak zij langzaam en afgemeten:
»Er zijn tijden in het leven, wanneer alles
donker schijnt, wanneer het brein niet den
ken kan, en wij niets helder voor ons zien
dan den dood. Maar, als wij lang genoeg
wachten, na lange, lange jaren, komt er
kalmte. Misschien kunnen wij niet zeggen :
het is goed geweest; maar wij zijn tevreden,
wij nemen het verleden aan. De strijd is
geëindigd. Die dag kan voor u komen, mis
schien spoediger dan gij denkt." Zij sprak
langzaam en met moeite.
»Neen, die tijd kan voor mij nimmer ko
men. Als ik nmaal heb lief gehad, is het
voor altijd. Ik kan nimmer vergeten."
»De liefde is niet het eenige levensdoel.
Er zijn andere dingen om voor te leven."
»0 ja. voor u! Voor mij is de liefde
alles!"
eiën is zoo treurig, dat wellicht beide maat
regelen noodig zullen zijn. - En opmerkelijk
is het, dat reeds in Duitschland en Oosten
rijk stemmen zijn opgegaan, die waarschu
wen voor het eischen van te groote militaire
offers van den Zuidelijken bondgenoot. Beter
een paar legerkorpsen minder, dan een staats
bankroet; beter wat minder luister, dan eene
insolventverklaring. Het wordt tijd, dat men
dit ook in Italiëleert inzien.
iiiitniiiimiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiniiiitiiiiiiiiiiiiii
Sociah?nillllftllltlllttUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIUIIItlHIIMMIIIIIIIIIIIIHIlUIIIIIIIIIIIIIHI
Sociale Droomen en Daden.
Onder dezen titel is bij Tjeenk Willink te
Haarlem een bundeltje opstellen verschenen
van de hand van Helene Mercier, welke de
aandacht verdienen van allen die zich met
sociale aangelegenheden bezighouden. Wei
zijn het meest alle reeds oude bekenden, al
thans voor de lezers van het Sociaal Week
blad, maar toch mag de uitgave in den vorm
eener verzameling een uitstekend denkbeeld
heeten zoowel omdat de schetsen zelve een
hernieuwde kennismaking ten volle waard
zijn, als omdat zij in dezen vorm licht nog
eens in andere handen komen en dus nut
kunnen stichten ook buiten den kring der
trouwe lezers van genoemd Weekblad.
De collectie wordt geopend met de bespre
king van twee sociale romans, waarvan de
stof ontleend is aan den klassenstrijd, doch
waarvan de hoofdpersonen in menig opzicht
verschillen. Wij bedoelen Le Compagnon du
tour de France van George Sand en het wegens
inhoud en schrijver hoogst merkwaardige
»Sybilof de twee Volken1' van wijlen den eersten
minister van Engeland, Beacont-field, anders
gezegd Benjamin Disraëli. Het eerste werk,
geschreven in 1843, dus in de woelige jaren.
vóór de revolutie, geeft ons in den werkman
Pierre de type van den arbeider, die, zelf ver
boven zijn omgeving verheven, zich trots alle
beproeving niet van de zijnen scheidt, alle
toenadering en hulp van de hoogere klasse
afwijst en met opoffering zelfs van het liefste
en beste vasthoudt aan zijn overtuiging dat
van samenwerking tusschen hooger en lager
geplaatsten geen sprake kan zijn en dat het
volk zijn eigen redder moet wezen. Geheel
anders is de grondtoon of liever de strekking
van Sybil, want terecht merkt mej. Meicier
op dat Disraëli's roman onder de
tendenzromans behoort te worden gerangschikt
Disraëli verplaatst ons in den veel bewo
gen tijd van het Engelsche Chartisme,
tusschen de jaren 1832 en 1840, de oproerige
en leerrijke dagen toen Birmingham aan vier
hoeken in brand werd gestoken drie dagen
nadat het Parlement hooghartig het adres
van de hand wees waarbij l /i milli oen arbei
ders het kiesrecht hadden gevraagd. Door in
zijn roman den jammerlijken toestand te
schetsen waarin toen het Engelsche volk
verfttHiitffifiiiMiitiHifiiiiiiiimiiiiHiiiiiffifffifffniiiriiifffmiifiMiiffiimifillfill
»Nu, moet ge gaan, melieve."
De jongere vrouw stond op. »Het is zulk
een troost eens mei/ u te praten. Ik geloof,
dat ik een eind aan mijn leven gemaakt zou
hebben, als ik niet hier had kunnen komen.
U is mij zulk een steun. Ik zal u altijd
dankbaar zijn."
De oudere vrouw nam haar hand.
»Ik wilde u iets vragen."
»En dat is?"
»Ik kan niet geheel uitspreken wat ik be
doel. Gij zult het niet begrijpen. Doch er
zijn tijden, wanneer er iets nog vreeselijker
in het leven kan voorkomen dan te verliezen
wat men liefheeft. Indien gij een droom
hebt gehad van wat het leven behoort te
zijn, en gij dezen werkelijkheid tracht te
maken en het gelukt u niet, en als er iets,
dat gij sedert jaren in uw hart gedood hebt,
ontwaakt en roept: »Laat elk mensch zijn
eigen partij spelen, en zich niet bekommeren
om het lot van zijn medemensch! Ieder voor
zich. Zóó moet het spel gespeeld worden!"
en ge twijfelt aan alles, waarvoor ge geleefd
hebt, en de grond onder uw voeten schijnt
weg te zinken...." Zij zweeg. »Zulk een tijd
is thans voor mij aangebroken. Als ge mij
wilt beloven, dat, wanneer ooit een andere
uw hulp vragen komt, gij haar die wilt
geven, en haar trachten lief te hebben om
mijnentwil, geloof ik dat dit mij goed zal
doen. Ik geloof, dat ik mijn vertrouwen dan
zou kunnen bewaren."
»0, ik wil alles doen wat u vraagt. U
is zoo goed, zoo nobel."
»O, zoo ge wist!.. . Goed en nobel! Ga
nu heen, lieve,"