Historisch Archief 1877-1940
".Sf'f l-"""
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 858
keeide, beeft Disraëli hart en geweten zijner
etand^enooten willen treffen maar tevens zijne
opvatting willen verkondigen omtrent de wjjze
waarop dat volk moest worden geholpen,
namelijk niet door eigen kracht maar door de
leiding van een machtige, zichzelf verlooche
nende aristocratie. Ddarom, betoogt Mej.
Mercier, koos Disraëli tot achtergrond van
zqn verhaal de mislukte Chartistenbeweging,
daarom laat hij den edelman Egremont op
treden voor het volk, daarom moest de leider
der werklieden Walter Gerard sterven zonder
iets bepaalds voor het volk te hebben tot
stand gebracht, daarom vooral moest de hoofd
persoon Sybil haar wantrouwen jegens de
hoogere standen laten varen en de vrouw
worden van Egremont, evenwel niet als kind
des volks maar eerst nadat gebleken was dat
het kind van den angelsakeischen boerenzoon
tot den oudsten adel van Engeland behoort,
want de afgrond die hoog en laag scheidt
mocht door haar huwelijk in de oogen des
- volks zelfs niet.worden overbrugd.
De uiteenzetting dezer beide romans en de
beschouwingen die mej Mercier er aan vast
knoopt, vormen zeker wel het interessantste
gedeelte van haar bundeltje.
Zeer lezenswaard is echter ook haar opstel
over Le Play en %yn werk (Les Ouvriers
européens) den man die de eerste
arbeidersbudgets de wereld heeft ingezonden en een om
vangrijk onderzoek heeft ingesteld naar de
levensverhoudingen van de millioenen die den
vierden stand uitmaken. A an het_ werk van
dezen behoudsman eenige beschouwingen vast
geknoopt te vinden over een artikel van den
anarchist Kropotkin in de Nineteenth Century,
zal misschien menigeen verwonderen, maar in
derdaad kan men ook hier zeggen que les
extrêmes se touchent en dat er menig punt van
overeenkomst bestaat in de weiiscnen door
Le Play_ in zijn Ourriers européens en door
Kropotkin in zijn Industrial Village geuit
aangaande den band die tusschen landbouw
.en nijverheid behoort te bestaan.
Nieuw Christendom en Rel Moderne
Bewustzijn zijn twee artikelen, gewijd aan twee zeer
bekende mannen. In het eene wordt de le
vensopvatting besproken van den genialen
romanschrijver graaf Leo Tolstoi, die toen hij
het toppunt van zjjn roem had bereikt, af
stand deed van zijn rang en aanzienlijke
vrienden om op zijn landgoed te gaan
leven, arbeidende als de arbeiders, en in
het andere wordt aan de hand van den
Deehschen schrijver Brandes de oorzaak na
gegaan van den machtigen invloed door Ibsen
uitgeoefend op het Duitsche volk.
In Een Dichterdroom laat Mej. Mercier hare
lezers kennis maken met een sociale droom,
die, wat helaas van maar weinige droomen
kan worden gezegd I tot een socialedaad heeft
geleid. Wij bedoelen den roman van Walter
Besant: All sorts and conditions of men" 1),
die den eersten stoot heeft gegeven aan de
stichting van het grootsche Volkspakis, dat
koningin Victoria m Mei 1887 in Londen's
beruchte buurt Whitechapel heeft ingewijd.
Van Whitecbapel sprekende, treden onwil
lekeurig ook de namen te voorschijn van
Samuel en Henrietta Barnett, de
anglikaansche geestelijke en zijn vrouw, het werkzaam
echtpaar", van wier arbeid in het hart van
Oost Londen mej. Mercier ons mede een korte
schets geeft, gevolgd door eene bespreking
hunner geschriften, die zich kenmerken door
een scherpte en bitterheid jegens de gegoeden,
welke men bij een Engelsch predikant en zijn
gade niet zou verwachten, maar die niettemin
verklaarbaar zijn uit de diepe ellende waar
van zij onder het volk achttien jaar lang ge
tuigen waren.
De sociale daad van Paul Göhre, den
candidaat in de theologie, die drie maanden fa
brieksarbeider werd om het volksleven door
eigen ondervinding te leeren kennen, mocht
natuurlijk in Mej. Mercier's bundeltje niet
nimiitiiHiiitiinntiitiitiiiiiiiiiiiiiiiiuiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiniitiiiimutiiiiu
»Ik heb u toch niet van uw werk afge
houden ?''
»Neen, ik heb in lang niet gewerkt. Goe
den dag."
De jongste ging heen, en de oudste knielde
naast den stoel nederi, schreiend als een
kind, wanneer het geslagen is en niet luid
schreien durft.
Een jaar later; wederom was het vroeg
in de lente.
De vrouw zat aan haar schrijftafel; achter
haar brandde een vroolijk vuurtje. Zij schreef
een hoofdartikel over de oorzaken, welke bij
verschillende volkeren leiden tot het aanne
men van het Vrijhandelstelsel of het Pro
tectionisme.
De vrouw schreef zonder ophouden voort.
Na eenigen tijd kwam de meid binnen en
legde een stapeltje brieven op de tafel. »Zeg
den jongen, dat ik over een kwartier klaar
ben." Zij schreef door. Op eens viel haar
oog op het schrift van een der adressen. Zij
legde de pen neer en opende den brief. Hij
luidde aldus:
»Lieve Vriendin!
»Ik wil u even schrijven, want ik weet,
dat gij u in mijn groot geluk zult verheu
gen. Herinnert gij u, hoe gij mij dien dag,
bij den haard staande, zeidet te wachten, en
dat na lange, lange jaren alles zich ten
beste keeren zou ? Die tijd is vroeger geko
men dan ik heb durven hopen. Verleden
week ben ik, in Rome, getrouwd met den
besten, edelsten, grootmoedigsten aller man
nen. Wij zjjn nu met ons beiden in Florence.
Gij weet niet hoe schoon het leven voor mij
is. Ik weet nu ook dat de oude liefde enkel
onvermeld worden gelaten, evenmin als de
instellingen ten bate der volksklasse door
Ernest Gilon te Verviers tot stand gebracht,
en diens interessante geschrift getiteld: Mi
sères soeiales. La lutte ppur Ie bienêtre", een
boek, waaraan de prijs van frs. 10,000 te
beurt viel, door de Belgische regeering uitge
loofd voor het beste werk of de beste uitvin
ding ter verbetering van den toestand der
arbeidende klasse.
Met nog enkele kleinere opstellen en een
kort woord over Bellamy's Looking backward 2),
de bekende nieuwe staatsroman, vormen de
boven besproken schetsen te zamen een keurige
bloemlezing, waarvan de waarde nog wordt ver
hoogd door hetgeen mej. Mercier er uit eigen
geeet aan heeft toegevoegd. Zij gaf hare ver
zameling uit om liefde voor de volkszaak te
helpen wekken, ook nog buiten den kring
van lezers die het Sociaal Weekblad zich heeft
mogen verwerven. Ter bevordering van dit
nobele doel kan haar arbeid ongetwijfeld
goede diensten bewijzen, want de lectuur er
van wekt deernis met de l'jdenden om ons heen,
bewondering voor de heroïke pogingen om
zich aan hun lijden te ontworstelen, lust om
hen in dien zwaren strijd naar ons beste weten
en vermogen ter zijde te staan Daarom hopen
wij, dat haar boek ruim moge worden verspreid
en gelezen. Socius.
.1) In 't Hollandsch vertaald door Jeanne
Huygens.
2) Onder den titel In het jaar 3000 in het
Hollandsch vertaald door F. v. d. Goes.
IHIimillHIIIHHIIHIIIUmtHltflIIIIIIUIIHItllllllllllUtlUKIIIlUaillllllllllllllll
Waarde Heer Socius!
Gaarne maak ik van het aanbod van de redactie
gebruik, om nog een en ander in het midden
te brengen omtrent de zaak die ons bezighoudt:
het verband tuaschen de maatschappelijke toe
standen en het alcoholisme. Dat opstel was
onnoodig geweest, indien het u gelukt was, inder
daad het u toegezonden stuk van mij tot zijn
recht te laten komen.
Z^ker, wij staan veel nader bij elkaar, dan u
na eerste lezing dacht. En waar die wetenschap
vrucht was van een tweede lezing, daar durf ik
hopen, dat dit artikel u zal bewijzen, dat ons
slechts zeer weinig scheidt. De vraag is, welk
verband bestaat er tusschen allerlei zedelijke
misstanden en de maatschappelijke toestanden ?
Uw antwoord is gereed: n wordt door twee
veroorzaakt. (U merkt op, dat u niet zoo absoluut
schreef, als ik schijn te meenen. Ja, enkele
woorden nemen van het volstrekte van uw uit
spraak iets af, manr uit den zin van uw artikel
blijkt, dunkt me, glashelder, dat u dit verband
en geen ander aanneemt!)
Beweer ik gelijk u meende het tegendeel ?
Volstrekt niet. Alleen houd ik het er voor, dat
u eenzijdig is in uw beschouwing. Geldt dit voor
andere, dït is in zeer hooge mate waar voor n
zedelijken misstand: het alcoholisme, een kwaal
waaraan ons sociale lichaam zoozeer krank gaat.
Waarom ik deze uitzondering maak ? Omdat
de grens tusschen onzedelijk (in den ruimen zin
des woords) en ziek in deze vaak onmerkbaar is.
Daar zyn duizenden drinkers, die zedelpgrïn
dan u en ik misschien, maar die in het gebrui
ken van alcohol jammerlijk zwak zijn. Hoe
komt dat?
De alcohol is een vergif; niemand, der zake
kundig, die het ontkent, en wel voornamelijk een
hersenvergif. Gevolgen van het z.g. »matig" gebruik,
verlamming van de wilskracht, waardoor de strijd
tegen het kwaad steeds moeielijker wordt en de
eenling zich zoo vaak genoodzaakt ziet den kamp
op te geven; dan is hij onmatig en bezorgt zich
een vroegtijdigen ouderdom en dood. Lichamelijk
en geestelijk lijdt hij dus schade; in welstand
gaat hij achteruit. En hij niet alleen : »een volk
uit vele dergelijke verslaafde individuen bestaande,
(en dat is de Nederlandsche natie) is als groot
lichaam zelf ziek en gaat zijn ondergang te
ge
miiniiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiltilHiiiiiiiiiiiiiiimiiuiiiimtutiiimiiiiiiwMi
een dwaze jonge-meisjes-droom was. Mijn
echtgenoot is de eerste man, dien ik werkelijk
bemind heb. Hij heeft mij lief, en begrijpt
mij, zooals geen andere man mij ooit begrij
pen kon. Ik ben er dankbaar voor, dat mijn
droom vervlogen is; God had beter voor mij
weggelegd. Ik haat die vrouw niet meer; ik
heb iedereen lief! En hoe gaat het u? Zoo
dra wij in Engeland zijn, komen wij u be
zoeken. Ik denk dikwijls aan u, zoo geluk
kig in uw groot, heerlijk werk en in hot
helpen van anderen. Ik vind het nu niet
meer vreeselijk eene vrouw te zijn; het is
heerlijk!
»Ik hoop, dat gij veel geniet van dit ver
rukkelijk lenteweer.
«Altijd van ganscher harte
uw dankbare en liefhebbende
E..."
De vrouw las den brief; toen stond zij op
en liep naar het vuur. Zij herlas den brief
niet, maar hield hem geopend in de hand en
keek in den gloed. Hare lippen waren stijf
op elkander geklemd. Op eens scheurde zij
den brief langzaam aan stukken, en zag de
snippers n voor n in het vuur vallen.
Toen ging zij naar haar schrijftafel terug, en
begon opnieuw te schrijven, nog altijd met
op elkaar geklemde lippen. Een poos later
legde zij den arm op het papier en het, hoofd
op den arm en scheen in slaap te vallen.
Kort daarna klopte de meid; de jongen
stond te wachten. >:Zeg hem nog tien minu
ten geduld te hebben. Zij nam de pen op
»De Staatkunde van de Australische
Koloniën te i gunste van het
Proteclitionisme is gemakkelijk te verklaren " Zij
wachtte «wanneer men bedenkt. . ."; toen
eindigde zij het artikel.
moet, wanneer het niet begrijpt, dat de oorzaken
gezocht, bestreden moeten worden." (P. F. Spaint,
over alcoholismus).
Voegt u daarbij nu nog de zoo zeer verzwa
rende werking van de erfelijkheid (waarover ik
elders een uitvoerige toelichting gaf) en de ont
zaglijke verleiding tot drinken in onze
maatschappy en onze gezinnen (drinkgewoonten!)
dan moet u het, dunkt me, nu reeds toegeven, dat
een maatschappelijk hervormer, van welke kleur
ook, rekening dient te houden met het z. g.
alcoholisme. Het alcoholisme is te beschouwen
als een comp'icatie van de ziekte, waaraan ons
sociale lichaam lijdende is: de maatschappelijke
ellende. Zal nu de arts zich uitsluitend met de
ziekte bemoeien en de complicatie laten voort
woekeren ? Geenszins : hij zal gelijktijdig, aller
eerst de complicatie bestrijden, wil hij kans hebben
op genezing.
Naast de verbetering der stoffelijke positie der
menschen, stel ik daarom als geneesmiddel strijd,
aanhoudende, hardnekkige strijd tegen de drink
gewoonten; verbanning van den alcohol naar de
vergif kas der apothekers, waar hij behoort, tus
schen morphine en chloroform: verbods-ieeMen
(leest u goed !) dus, zooals bestaan in 7
Amerikaansche staten. De leuze in dien kamp is:
Sluit Schiedam.
* *
Op mij rust de bewijsplicht (door feiten !), dat
er inderdaad behoefte is aan dezen stryd.
Als u, geef ik dus cijfers, (of conclusie's uit
mij ten dienste staande en steeds te produceeren
statistieken !) Levensduur.
Zwitserland, ons in zoo vele dingen vooruit,
bezit sinds 1889 eene uitstekende sterfte-statistiek
over de 15 grootste steden, waarbij zonder
schending van het ambtsgeheim door den
dokter de oorzaak van den dood wordt opge
geven. Welnu, van elke 10 mannen sterft er
daar l middellijk of onmid lellijk door alcohol;
tusschen de 30 en 50 jaar is de verhouding zelfs
als 7 : 1.
De Engelsche levensverzekering-maatschappijen
bewijzen, voor zooverre ze uit een sectie van
geheel-onthouders en een algemeene afdeeling
bestaan, dat de gemiddelde levensduur veel
hooger is bij de eersten dan bij de laatsten,
zoodat de total-abstainers van 8?lOpCt. minder
premie betalen dan matigen (onmatigen en
drankverkoopers worden geweerd).
Verder spreekt U van de «Friendly Societies".
Waarom ook niet van die, welke geheel uit to
tal-abstainers bestaan, zooals de «Independent
Order of Rechabites" en de »Sons of Temperania".
Gemiddeld aantal ziekte-weken voor de laatsten
7, 48, voor de »Foresters" (geen specifieke geheel
onthouders vereeniging) 27, 66. Bij de laatste
zijn vele leden toch total-abstainers en die krij
gen aan ziektegeld gemiddeld slechts '-','5 van het
bedrag aan de anderen uitgekeerd. (1) Rekening
is hierbij gehouden met de verhouding van het
aantal teetotallers en matigen!
Ook zijn er maatschappijen, die vermindering
van premie bij verzekering tegen ongelukken geven
aan geheel-onthouders onder de werklieden; die
schepen voor lager prys verzekeren, zoo ze geen
alcohol aan boord hebben,
Wat nu uw bewering over de zelfmoorden
aangaat, verbaast het me bovenmate, dat u niet
op n gunstige uitzondering in Europa wees, op
Noorwegen. Cijfers geef ik niet om ruimte te
sparen , slechts de conclusie uit de
mededeelingen van het »Centralbureau": in Noorwegen
was het aantal zelfmoorden het grootst, toen daar
het meest alcohol gebruikt werd; met de afneming
daarvan (dank zij vereeniging en wetgeving]) houdt
voortdurende en geregelde vermindering van de
zelfmoorden gelijken tred.
Eindelijk de misd'id n: K. Kautsky, de emi
nente redacteur van het bekende socialistische
tydschrift »Die neue Zeit", berekende, dat het
aantal diefstallen door de algemeene verbeteringen
in de economische verhoudingen (ik cursiveer!)
van 1882?1887 met 20.5 pCt. verminderde, ter
wijl dat der misdrijven »tegen de persoon" (waarbij
volgens alle autoriteiten de alcohol een zoo be
langrijke rol speelt!) met 40 pCt. toenam.
Cijfers over krankzinnigheid, over landverhui
zing »dien barometer voor den sociaal-politieken
toestand of juister voor de sociaal-politieke
ellende van een land" (K. Kautsky) milg ik tot
mijn spijt niet geven.
Toch vlei ik mij, u thans beter dan eerst
overtuigd te hebben, dat men naast maatschappe
lijk hervormer zijn moet radicaal drankbestrvjder,
wil men zijn streven niet met onmacht geslagen
zien.
Help ons dus mee met de vele krachten, waar
over u beschikt, in de verwezenlijking van ons
ideaal, »sluit Schiedam"; wij zullen u evenmin
alleen laten staan.
Aanvaard de betuiging mijner hoogachting,
A., '29,11 '93. P.
Uitgebreider vindt de Lezer deze zaak behan
deld in het jongste nummer van »Sluit Schiedam",
Uitgave; Achter de Ilove 80, Leeuwarden.
anmimmnuiinniiiuitiiiniiiiiiiitiiHiiuiiitiiiiiintiiiiiiitttmiiiiiiimmm
Brieven uit Utrecht
door
GIKSE VAX DEX Doir.
De wereld raakt waarachtig op zijn end !
Een scheuring in de //liberale" partij en dat nog
wel te . . . Utrecht!
Neen, maar wie dat ooit had kunnen denken!
zeker niet jlir. de Muralt, zaliger gedachtenis, die
zooveel jiren met zijn wijkmeesters en zijn mannen
v au de brandspuit, de stad regeerde, eu aan wiens
liberalen'' invloed we onder meer de verkiezing
tof, gemeenteraadslid vanjlir. van Wecdc van
Dijckveldt ook al zaliger, ja, nog zaligcnder gedach
tenis hadden te danken.
Eu die liberale partij, waarin ruimte was voor
iedereen, en welke partij haar voornaamste uiting
vond in de Ltrcchtseho, Kie/.ersvereem^ii.g die
liberale parlij is thans gescheurd", l lorribilc dictu,
zei mijn apotheker toen liij 't. hoorde.
Hel is dan ook verschrikkelijk! \\ e waren tot
nog toe zoo eensgezind, zoo liberaal, dat \vc er
trotse.ii o]i waren on dat allen in den lnudo met
yerba/.inü; naar het middelpunt van Nederland
staarden met de vraag op de lippen: wat drom
mel, waar halen die stijve lui toch d i e liberaliteit
van daan!
En nu gescheurd, meneer, in tweeën l En dat
hebben we allemaal te danken aan dien meneer
Tak in den Haag, dien meneer Tuk van Poortvliet
met zijn kieswet!
Daar kan nu het tegenwoordige hoofd van de
Utrechtsche Kiesvereeniging dat wil, nauwkeu
riger uitgedrukt zeggen: de Voorzitter in 't
geheel niet tegen.
Professor Meester Baron d'Aulnis de Bourrouil
heeft uitgecijferd, geloof ik, dat als die kieswet
van meneer Tak, in al haar uitgebreidheid wordt
aangenomen, dat dan de bakker en de kleermaker
van professor meester baron ook al mede zullen
gaan kiezen ook al mee de wereld zullen gaan
regeeren! En nu vraag ik U?! Ik ben het niet,
maar als ik het was, als ik professor meester baron
was .... neen, maar, dan moesten mijn bakker en
kleermaker het eens wagen om een stem uit te
brengen! Ik liet mijn brood halen in de fabriek
en mijn jas in een confectiemagazijn! Ik zou //ze"
?wel krijgen!
Maar enfin! Ik ben nu eenmaal geen Pr. Mr. Br.
en mij voegt dus berusting. Ik kan niet doen als
onze achtenswaardige voorzitter der Utrechtsche
kiesvereeniging en aan de besluiten, die deze ver
eeniging neemt, als zij mij niet behagen, een uit
legging te geven, welke deze besluiten in de
schatting vau anderen eene gansch andere
beteekenis geven, dan de vereeniging er in gelegd wilde
hebben.
Dat kan EU een gewoon burgerman, als ik ben,
niet. Maar Professor Meester Baron d'Aulnis kan
het wel, en die kan het niet alleen, maar hij heeft
het gedaan ook!
Daar konden evenwel ouze Utrechtsche liberalen
niet tegen !
Het moet, dunkt mij, den voorzitter onaange
naam tegengevallen zijn, zoo op te merken dat
hij er nu eigenlijk volstrekt de mail niet naar is
om de heeren hier naar zijn band te zetten. Dat
kunstje verstond de Muralt en dat hebben nog
meer anderen verstaan; maar die deden dat en
dat is een eerste vereischte, o professor, meester,
baron'. ? zonder dat de menschen er erg in had
den. En dat houd het mij ten goede, Hoog
geleerde Heer dat leert U Hooggel. nooit!
Professor wil zelf te veel op den voorgrond staan !
Professor voeltf zich en wil hebben dat ook anderen
hem voelen !
Van Brinkgreve, den man die de kaart van
Utrecht kent of hij haar zelf geteekend had, en
andere journalisten, die u aanvielen, hebt ge ge
poogd u met een soort medelijdend schouderophalen
af te maken. Maar toen die heeren werden onder
steund door een twintig andere leden van de
kiesvereeniging, met mr. G. van Bolhuis aan het
hoofd, met van Lier, van Beuningen, Duijvis, Vink
en zoovele anderen in de gelederen, toen zijt ge
toch wel een weinig in de klem gekomen.
En al is n\i de motie door al die heeren voor
gesteld, waarbij des voorzitters beleid ten eenenmale
werd afgekeurd, eenigszins verzacht na uwe ver
klaring dat de door u gebezigde uitdrukking door
u werd betreurd, het was al erg genoeg dat
zoo'n talrijk bezochte vergadering getuige moest
zijn van uwe nederlaag en dat men zich alleen.
vergenoegde met bij acclamatie uw gedrag af te keu
ren en op uw verzet de verwachting niet uitsprak dat
u //het nooit meer zoudt doen", dat deed uwe
ondeugende'-jongensaclitige houding nog meer in het
oog springen dan anders het geval lOü. zijn geweest.
Jntusschen, er is scheuring in de liberale partij.
De beide helften hebben1 elk eenen naam gekregen
dien ze verafschuwen. De helft de zeer kleine
met den heer d'Aulnis aan 't hoofd heet
conservatief-liberale; de andere helft: rScticale partij.
Beiden maken zij aanspraak op den sclioonen titel
van: //ware liberalen."
Als mr. Troelstra, die zich hier metterwoon is
komen vestigen, nu de gelegenheid waarneemt, dan
kan hij met zijn //Baanbreker" die met, December
gaat verschijnen, hier zeker wel propaganda maken.
In troebel water zal liet ook hier wel goed
visschen blijken.
HnuimimHitiiiirtiiiininiiiiiiiiiitiiiiininiiitimiiHiHiiimiiiiiiiniiiiiHiMi
Aanteekeningen Tooneel.
Germinal en Ie Rêve, die Weber en Hannele,
men is geneigd van deze dubbele opeenvolging een
dieper liggende oorzaak te zoeken eu te vragen
of wij l lier te doen hebben met twee pleister
plaatsen, door de natuur zelve aan twee verwante
geesten op Imu ontwikkelingsweg aangewezen.
Moge intusschen deze vraag ons niet afleiden van
de overweging, dat telkenmale beide drama's, beide
romans elkander op bemoedigende wijze aanvullen
en voltooien.
Dat er voor de verdrukten en de misdeelden
naar deze wereld vaak een vergoeding, een ver
troosting is weggelegd waarvan het verstand niet
gedroomd heeft, dat is een van die waarheden
waar rijk eu arm eu jong cu oud gewillig het
hoofd voor buigt en (ierhard Hauptmann komt de
eer toe ze met vernieuwden aandrang iu het hel
derste licht te hebben gesteld. Is, nu //das
Eiapopeia vom llimmel" als rustbewaarder heeft uit
gediend, een armeluis-poë/.ie aaii de beurt geko
men? Neen, er zijn ouzienlijke machten die
geplaagden en gejaagden mi en dan opheffen in ecu
hemel vau gelukzaligheid en over de in het, stof
gebogen hoofden vau Maheu en den ouden Baumsrt
heen reiken Angéliquc en liauuele elkander blij
moedig de hand.
Vreugdeloos gaat Hanueles jeugd voorbij, in
het verleden de liefde, van haar moeder die nu ge
storven is, iu liet heden de mishandelingen van
haar vader, een onmcnscli eu een dronkaard, en in
de toekomst .... zij heeft, de veerkracht, verloren
om in een gelukkiger toekomst te uelooveu. /ij
hoopt niets meer en verwacht niets meer cu, teil
ten einde raad, zoekt /ij den dood in het wat/er.
Maar ecu vrachtrijder redt, haar cu de schoolmeester
brengt haar naar het armenhuis van het dorp.
Zoomin de zorgen van wie haar verplegen, als
haar eigen jt'uad zijn bij machte haar gebroken