De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 3 december pagina 3

3 december 1893 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 858. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. LLERLEI De rechte man. Een aan tal jonge lieden deden aanzoek voor een plaats als klerk op een advocatenkantoor. De advocaat liet hen pp een rij staan, en zeide dat hij hun een geschiedenis zou vertellen, en zou oordeelen naar hunne op merkingen, wie van hen hem waarschijnlijk het best bevallen zou. Hij begon: »Daar was eens op een keer een pachter, wiens graan werd gestolen door een rat, die ge woon was door een gat in zijn schuur te slui pen. Dit op een middag bemerkend, nam lnj zijn geweer van den wand en vuurde op de rat. Maar zoodoende stak hy de schuur in brand." «Brandde zij tot den grond af?'' vroeg een der toehoorders. De advocaat, zonder acht te geven op het in de rede vallen, vervolgde: »De vlammen ziende, haalde de pachter een emmer water en beproefde het vuur te blussehen." sBluschte hij het ?" vroeg een tweede. . «Daarop kwam de meid met een anderen emmer en terwy'l de twee in de schuur bezig waren sloeg de deur achter hen dicht." «Verbrandden zij ?" was de derde vraag. «Toen kwam de moeder van den pachter op het tooneel, de buren kwamen aanloopen, en een ontelbare . menigte verzamelde zich om het vuur te helpen blusschen." »Daar nu, jonge lieden", besloot de advo caat, «dat is alles, gaat nu heen en morgen zult gij van mij hooren." Een van de mededingers, een klein armzalig uitziend individu, bleef achter en de advocaat vroeg hem: »Wel, kleine kerel, wat verlang je nog ?" De candidaat kreeg een kleur en stamelde: »Ik wou alleen weten wat er met de rat gebeurde." »Ha, ha," riep de advocaat uit, »je kunt bleven, jij bent de 'man dien ik noodig heb. Jij bent de eenige die nooit het hoofdpunt van de ingewikkelde geschiedenis uit het oog verloor." Nu b\j de reconstructie van het ministerie in Frankryk en elders sprake is van «wederzijdsche concessiën", haalt de République Franyaise daarvan een paar voorbeelden aan. Het eerste is klassiek, het verhaal van den beul en den veroordeelde. De beul leidde den veroordeelde naar de galg; en de misdadiger was, zooals begrijpelyk, niet op z\jn gemak. Maar ook de beul was heel onrustig. Mjjnheer, zei de beul zacht tot den veroor deelde, ik ben niet heel kalm. Ik moet u beken nen, dat het heden myn proefstuk is, de eerste maal dat ik iemand zal ophangen. Mijnheer, antwoordde de patiënt, het spijt» müdat ik u niet wat helpen kan; ik moet u zelf bekennen, dat het ook de eerste maal is, dat ik word opgehangen; maar als u 't goed vindt, zullen we beide eea beetje ons best doen, en het er samen wel netjes afbrengen. Het andere voorbeeld is uit de litteratuur. Chateaubriand vertelde: Mijn vrouw kan niet later eten dan vijf uur; ik heb nooit honger vóór zeven uur; we hebben nu het verschil ge deeld en eten nu samen om zes uur. Zoo eten we beiden ellendig; dat is het gevolg van wederzydsche concessiën. Voor het plan op een internationale tentoon stelling, welke hoofdzakelijk ten doel zal hebben »het hotelwezen met al zyn aankleve aan het weetgierig publiek in aanschouwelijken staat voor te stellen," heeft zich een comitégevormd,dat reeds eenige stappen gedaan heeft. «De eerste daad van het hoofd-comitéwas, om een vasten grondslag te leggen, waarop men verder voortbouwen kon en stichtte zij daarom eene vereeniging, welker statuten door de hooge regeering werden goed gekeurd en waarvan men dezer dagen door de Staats- Courant de inwerkingtreding vernemen kan." Middelerwijl trad het comitéin onderhandeling met het genootschap »Architectura et amicitia" te Amsterdam, teneinde door hare bemiddeling een prijsvaag uit te schrijven voor het stichten der noodige gebouwen. »A. et A." was zoo wel willend om zich met de samenstelling van het programma en met de onderhandelingen met de heeren juryleden te belasten. Br werd besloten / 700 voor prijzen beschikbaar te stellen, terwijl men zoo gelukkig was om de heeren dr. Cuypers te Amsterdam, Salm te Amsterdam en Schut te 's-Gravenhage tot juryleden te krijgen. Aan het dagelijksch bestuur van de gemeente Amsterdam hoopt men binnenkort plannen voor te leggen voor het verkrijgen van de terreinen achter het Eijks-museum. De commissie is even wel met verschillende particulieren reeds druk aan het onderhandelen over andere terreinen. »Het financieel comitévermeent, zonder een beroep te doen op de gemeentekas noch op de beurs der ingezetenen, de zaak financieel te kun nen doen slagen; zij is daartoe bereids in onder handeling met onderscheidene geldmannen." Voorzitter van het comitéis mr. N. A. Calisch, Oosteinde te Amsterdam; secretarissen-penning meesters zijn de heeren mrs. Foekens en Massink, Kloveniersburgwal te Amsterdam. Een beroemd economist de anecdote is echt, was bezig aan een groot werk, een enquête in landbouwzaken. Hij ging in het begin van Juni eene wandeling maken in de omstreken van Clermont, in gezelschap van drie heeren, die vol bewondering naar de meeningen van den grooten man luisterden. Een mooie streek, mompelde de geleerde; een weldoordachte bebouwing, een heerlijk land. Het gezelschap was het natuurlijk met hem eens. Eindelijk komt men aan een veld met gerst. Mooie boekweit, roept de theoreticus, prach tige boekweit. De toehoorders zijn een beetje verbaasd, maar denken aan verspreken; ze zijn heel beleefd en knikken dus met instemming. Nu volgt er op het veld gerst een veld rogge. De geleerde houdt stil, een beetje ongerust. Zonderling, zegt hij, zonderling.... Wat dan? Deze boekweit is veel hooger dan de an dere, veel hooger!.... Waar kan dat aan liggen? Wel, heel eenvoudig, antwoordt een der toehoorders, die den geleerde doorzag, dat is twee jarige boekweit! De geleerde had zyn zakboekje voor den dag gehaald, en schreef de verklaring op. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII iiuiiiimiiiiiiimniiinH iiiiiiiniiiiiiuiiiiiiiiiiiiitffiiiiiiitiliiiniiinllil Over de uitspraak. Tot mijn spijt had ik geen gelegenheid de con férence van Mme Thénard over La Prononciation by' te wonen. De verslaggever van het Nieuws van den Dag gaf evenwel zoo'n duidelijk beeld van hare voordracht, dat ik den lust in me voelde opkomen om, naar aanleiding daarvan, iets te zeg gen over het spreken van onze Hollandsche taal. «Denkt ge dat er in Frankrijk geen slecht Fransch wordt gesproken ? Hélas! Er zijn er die alleen met de keel spreken, qui parlent comme des enrhumés", zegt Mme Thénard. Helaas, zeg ik, want als het spreken met de keel in Frankrijk uitzondering is, hier is het bijna regel. Ik voel de verontwaardigde blikken waarmee men mijn opstelletje aanziet, maar die wil ik nu eens trotseeren, ik wil er nu eens op wijzen hoezeer de meeste Hollanders zich aan onze schoone taal bezondigen, zoodat ze bij onze na buren zoo tamelyk wel in miscrediet is. »I1 faut faire des explosions avec les lèvres, toujours la langue contre Ie palais!" C'est cela, Mme Thénard. Datzelfde nu geldt voor onze taal. De tong, de lippen en het harde gehemelte gebruiken. Maar de g, de sch dan, hoor ik zeggen, en velen voegen daar de r nog bij, die maakt men toch met de stembanden en de keel. Juist, dat doet ge, maar dat behoeft ge niet te doen. De stembanden zijn alleen noodig om het geluid te doen ontstaan, de keel om het ge luid door te laten. Als ik hier de aandacht vestig op de alge meen slechte uitspraak onzer taal, dan heb ik vooral de beroepsredenaars op het oog, van wie men toch zou mogen verwachten, dat zij zich althans eenige moeite zouden geven om niet alleen uit te munten in stijl en woordenkeus, maar ook door stemvorming. B\j de opleiding van predikanten, onderwijzers, enz. wier taak het is, met hun stemmiddelen te boeien, wordt aan dit laatste evenwel niet de minste aandacht geschonken. Men beschouwt dit aan de onderwijsinrichtingen zoo al niet als overbodig, dan toch geheel als bijzaak. Op de meeste kansels wordt 'tHollandsch zoo slecht gesproken en de onderwijzers, die de kinderen toch moeten leeren spreken, articuleeren zelf zoo slordig, dat 't geen wonder is, dat men in Nederland zelden iemand zijne moedertaal goed hoort spreken. ' Ook aan 't tooneel mocht men wel eens wat meer werk maken van uitspraak en stemvorming; 't Nederlandsch dat in vele schouwburgen gehoord wordt, is in n woord leelijk. In dit opzicht mochten onze acteurs en actrices wel eens een voorbeeld nemen aan onze Fransche naburen. De sonore, schoone, klankvolle en goed geschoolde stem van Mme Segond?Weber heeft zeker een groot deel bijgedragen tot de bekoring van haar ? spel. Ook de Duitsche acteur Possart heeft mij meer malen geboeid door de volkomen meesterschap die hij over zijn stem heeft. Dezelfde opmerkingen gelden voor het zingen. Hoe dikwijls hoort men niet beweren dat het Hollandsch niet geschikt is om te zingen. Ik geloof het graag, als men alles, vocalen en con sonanten, achter in den mond vormt! Zing op dezelfde manier een Fransch of Duitsch lied, en het klinkt even leelijk. Neen, onze taal behoeft voor geen vreemde onder te doen, mits men aan de uitspraak de noodige zorg bestede. En niet alleen dat eene zorgvuldige uitspraak de schoonheid der taal verhoogt, zij is ook het aangewezen middel om de stem te bewaren. Dat het aantal keellijders onder de predikanten, on derwijzers en onderwijzeressen zoo groot is, komt alleen hierdoor, dat ze zoo slecht spreken. Dat dit zoo is, wordt zeker wel voldoende aangetoond door het feit dat zoovelen onder mijne behande ling genazen, wanneer ik ze leerde op de juiste wijze te spreken. Want.... lacht niet lezers, spreken is eene kunst, die geleerd moet worden. Om een pianostuk vlug, gemakkelijk en goed uit te voeren, moet ge uw vingers oefenen, en om dagelijks uren achtereen duidelijk en verstaan baar, zonder vermoeidheid en zonder 't traditioneele glaasje water, goed te spreken; moet ge uw stem oefenen. Het is hier natuurlijk niet de plaats om aante geven, hoe elke klank in 't bizonder gevormd moet worden. Daarom wil ik hiermede eindigen. Mocht er onder de letterkundige vereenigingen hier ter stede eene zijn, die hare zalen daartoe beschikbaar stellen wil, dan verklaar ik me be reid om in 't publiek eenige gedichten voortedragen, die bepaald eene goede stemvorming eischen om ze tot haar recht te laten komen MABIA SPEET. 3XT. 95 pCt. ONDERLINGE 95 pCt. Levensverzekering van Eigen Hulp. Gevestigd in het Gebouw van het Genootschap: KOKTENAARSKADE 3, 's-GRAYENHAGE. Directeuren : 3. C. VAN G O E N S en J. H. S C H U IJ L E N B U R G. Wiskundig Adviseur: Dr. A. J. VAN P E S C H. Eeservefonds DEIE MILLIOEN GULDEN. Verzekerd kapitaal f G,5OO,OOO. Verzekerde rente f 318,OOO. Geen Aandeelhouders. Het overschot wordt nu nog om de 5 jaar, later ieder jaar voor 95 pCt. teruggegeven aan de deelnemers, ook al zijn die geen lid van de Vereeniging Eigen Hulp." Het recht op die teruggaaf gaat in met het sluiten van het contract. Voorbeeld van teruggaaf over het tijdvak 1885/89: Een vader, oud 35 jaar, verzekert aan z\jn kind, oud 5 jaar, een bedrag groot ? 300.?'s jaars, uit te keeren tot aan het 23e jaar van het kind, indien de vader vroeger komt te overlijden. Premie per jaar ?44.72, dus in 5 jaar ?223.60 teruggaaf. Reglement, Tarieven en verdere inlichtingen te bekomen ten kantore der Directie Kortenaarskade 3. Tarieven en inlichtingen bjj den Hoofdagent T. GREIDANUS, Jacob van Campenstraat 27. ' v _ v _ v v w WW MWWWWWWWVMWWV IV W ??«*«? W ?? «M Fraaie Meisjestoeken. NELLY EN HAAR VRIENDEN DOOK CHRISTINE DOORMAN. Een allerliefst, fraai geïllustreerd Meisjesboek. Prijs keurig gebonden ?1.90. Een vroolijke Dag en andere verhalen DOOR ELISABETH. Met tal van keurige illustraties Wm. STEELINK. Prijs keurig gebonden ?1.90. Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam. 888888888888888888888888888 JBlcxnd Konlnklflje Stom-Verwerfl, van B1. I». UtreclueïestraaUS ei Hartenstraam, AMSTERDAM. DEN HAAG, Passage 11. aó Mee. Dentiste, 5 79 Utrechtschestraat 79.^ | Plaatsing v. T,anden & ^5 ^"^ CD g 621 gebitten, 3 Dagelijks van 10?12 en 2?4. Tandpoeders. VOOR ONZE KLEINEN. AARDIGE LIEDJES BIJ KLEINE VERDRIETJES DOOK HELENA BINDEE. Een keurig Prentenboek met fraaie gekleurde Platen en lieve Versjes. JRrïj's in Kartonnen band f 1.9O Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam. Een uitstekend en boeiend Jongens boek is Hendrieks de Jager, Een Verhaal uit het Zoeloeland. DOOR W. H. G. KINGSTON. Met tal van fraaie Platen. Prijs in rijk vergulden Band f 1.90. Een bundel Novellen DOOR FIORE DELLA NEVE. Prijs ingenaaid f2.25. In prachtband f2.90. Inhoud: Portia's keuze. De wilde Camelia. Jeff. Een ruikertje violen. De helm van Pons de Bligny. De Romeo van Astor-Grange. Rozeknop. ONZETIJDGENOOTEN. Scüenitalenfler in 4 talen yoor 1894. Samengesteld uit de werken der hedendaagsche Letterkundigen. Prijs op smaakvol schild ? 1.?. RICHARD WAGNER, Scheurkalender voor 1891. Prijs op passend scliüd f 1.?. Eenigste kalender op muzikaal gebied, bevattende de schoonste gedachten van den Grooten Meester. Verkrijgbaar of te bestellen in eiken Boek-, Kunst- of Mnziekhandel. Uitgaven LENTZ & DE HAAN. Utrecht. Schetsen door J s. VAN HENNES. Prijs in geillustreerden omslag ? 2.25. In prachtband / 2.90. Een Huishouden van Jan Steen DOOE JTs. VAIV Ifc E IV IV E S. Prijs in geïll. omslag f 2.25. In prachtband f 2.90. BIJ DAG ES NACHT OP HET TELEGRAAFKANTOOR Schetsen uit het Leven VAN WILLEM OTTO. Prijs in geillustreerden omslag f 2.25. In prachtband ? 2.90.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl