De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 24 december pagina 6

24 december 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 861 Uit Dr. G-ANNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Na den aanslag. (Trtboulet.) Ontwerp tot wijziging van de inrichting der Kamer, ter vermijding van ongelukken. Een hengel avontuur. ? Ik noemde Dora Wood altijd het liefste, aar digste, bekoorlijkste kleine dametje van het graaf schap Biddlesea. Zij was wel niet bepaald kleit), daar zij juist 20 pond meer woog dan ik. Maar men «preekt altijd over zijn meisje als kleine" sc'nat, of kleine" lieveling, niet waar ? Het zou onzinnig klinken om te praten over «mijn eigen groots Dor»", of zijn meisje a»n te spreken als i-raiin zwar* prinses" of mijn dikke koningin." Ik ben DU eigenlijk heel blij, dat alles uit is tttMöhen Dora Wood en mij. Het is zeer verkeerd voor eek kleinen man een lange vrouw te trouwen; de «ensehen maken zoo gauw hatelijke opmerkingen als ge samen wandelt. Het is niet aardig-, voor het kleine broertje van je vrouw ge bonden te worden, wel? Maar nu is er geen gevaar voor zulke vernederende opmerkingen meer in mijn tegenwoordigheid, want ik ben geëngageerd met de engelachtigste, meest betooverende kleine fee in ... Maar om op Dora Wood terug te komen, Dora was wat men zou kunnen noemen een //mannelijk meisje," Zij dwong mij altijd haar twintig mijlen op een tandem (voor 1.20 per uur cehuurd) rond te rijden, om den anderen avond in het rijseizoen. Toen haalde ze mij over om een geweer te koo.pen en konijnen te schieten, gedost in korte broek en hooge schoenen, en ik schoot baar geliefkoosden hond dood en brak mijn klein jachtgeweer voordat wij een enkel konijn hadden gezien. Zij was werkelijk een zeer kostbaar meisje. Ik reken dat zij mij ongeveer 20 gulden per week kostte. Mijn salaris was 1200 gulden in 't jaar op dien tijd, zoodat ons engagement niet precies gelukkig genoemd kon worden, wat mij betreft. Eens op een dag, zoowat een maand na het sehietavontuur bovengemeld, zeide zij: Timotheus, je moest een eerste qualiteit vischgarnituur gaan koopen en dan zullen wij morgen in het kanaal snoek gaan vangen." //Ik zie niet erg veel aardigheid in hengelen," zeide ik, en klemde den laatsten gulden in mijn zak koortsachtig vast; //het is zoo verveletd." //Dat zeg je van alle mannelijke spoit" ant woordde ze boos. Je stelt volstrekt geen belang in de vermaken waar andere mannen van houden, en niets doe je goed. Toen we samen naar de Dashleighs gingen, viel je van je paard, voordat wij nog aan het eerste hek waren, en ik vergeet nooit je onzinnige pogingen om een kleine roeiboot dwars over den reigervijver in het park te sturen. In de cricket-match werd je door den eersten den besten bal omvergeworpen, en verleden winter, bij den football-match, legden ze je in stukken en brokken aan mijn voeten neer. Werkelijk, Timotheus, ik begin mij over je te schamen. Weet jo wat mijn neef Daan van je zegt?" //Neen en 't kan me niet schelen ook!" ant woordde ik boos, //en je mocht maar liever je neef waarschuwen om mij uit den weg te blijven, of er zal bloed worden gestort. Hij houdt mij altijd voor den gek en maakt sarcastische opmer kingen achter mijn rug." //Hij is een flinke jongen!" riep Dora ergerlijk uit. Hij is lang en sterk, en zoo grappig, dat hij een heeïe kamer vol menschen meer dan een uur doet schateren van het lachen. Als er bloed ge stort wordt, wanneer ge elkaar ontmoet, ben ik In de politieke balzaal. (Punch.) ?V' President Cleveland, die voorloopig van Miss l'rotection genoeg heeft, komt Miss Free Trade om een toertje vragen. bang dat het alles van je zelf zal komen, Tim. Ik geef toe dat hij wel een beetje veel van plagen houdt, maar het is toch onmogelijk om niet om zijn aardigheden te lachen. Ik vertelde hem dat ik je morgen mee uit visschen zou nemen, en hij zei dat hij morgen eens naar het kanaal zou wandelen, na de cricket-match, om te zien of je ook een klein visclije hadt gevangen, zoo groot als je zelf." //Hoe verbazend origineel en onweerstaanbaar grappig!" grinnikte ik woest. //Laat die geestige neef van je toch in ieder geval komen, als zijn minne aardigheden je zoo gotd amuseeren ; maar je kunt hem vertellen, compliment van mij, dat als ik genoeg heb van zijn laffe zotheden, ik nem vier kant bet kanaal in zal jagen, zonder een oogeublik te aarzelen." Toen nam ik haastig afscheid van ; Do ra, en wandelde met Irving-achtige stappen naar huis, terwijl ik kookte van woede en ver- ; ontwaardiging. | Den volgenden morgen kocht ik voor 30 gulden ' een hengel met toebehooren (op krediet) en een zweepje. De hengel was bestemd om te helpen in het vangen van de slimme snoeken, de karwats . j om te helpen in het afranselen van Dora's bru! talen bloedverwant. | Toon wij (d. w. z. Dora en ik) aan dat gedeelte ; van het kanaal kwamen, dat verondersteld werd, ' overvol te zijn met visch van alle soort, greep ik j mijn hengel, voorzag mijn haak van een levenden j voren van drie stuivers en verzocht Dora zich ! doodstil te houden, terwijl ik mijn eersten keer het aas in het water wierp. De ingehaakte voren spartelde langs de opper vlakte van het water, met een stuipachtige onzekere j beweging, en landde eindelijk op het jaagpad met een hoeveelheid waterplanten er aan hangend. Een half uur later wilde ik voor de tweede maal mijn hengel in het water werpen, en haakte in een boom, die over het water hing. Dat is vreeselijk vervelend!" zei Dora gapende. //Wanneer ben je van plan iets te gaan vangen?" //Over, een paar minuten, als het mogelijk is," antwoordde ik en gaf den ingeslagen haak een ge weldigen ruk, brak de lijn, en liet den armen voren tusschen de bladeren van een kastanjeboom ben gelen, vijftien voet boven ons. Ik wou dat mijn neef Daan langs kwam, en iets grappigs deed,'' zuchte Dora, toen ik een nieuwen haak van aas voorzag, en een bloemkool ving, die in een veld groeide aan de overzijde van het kanaal. Toen begon zij hei-1 luidruchtig en ondamesaclitig te lachen en terwijl ik, boos. zeide dat ik wel eens wilde weten of zij al de visch uit het kanaal wou verjagen, wees zij op een belachelijke gestalte die plotseling aan de overzijde verschenen was ea { lachte harder clan ooit. l Ik keek woedend naar het gekke wezen voor ; mij en herkende de grijnzende gelaatstrekken van ' Dora's hatelijkeu neef, die gedost was in een ko;<- ! tuurn gelijk aan dat der cow-lx.ys in Buffalo Bill's veitooniug van h 11 Wild West. //Ik denk dat ik je < ens zal laten zien hoe wij oesters visschen in Amerika/' brulde hij, en legde eeu langen kleereustok dien hij gedragen had op liet gras, en plechtig voorzag hij een grooten vleeschhaak van een bokking. Toen bevestigde hij den haak aan een stuk touw, waarvan hij het andere eiude met een ernstig gezicht aan den kteerenstok vasthoud en wierp toen met een smak de bokking in liet kanaal. Inwendig woedend en verontwaardigd trachtte ik te doen alsof ik dit bespottelijke toouecl niet zag en ging door niet ernst en plechtigheid te visschen. De neef van mijn meisje deed eveuzoo, en bootste ieder mijner bewegingen na met een juist heid, die Dora deed schateren van plezier. //Idiote clown!" gilde ik ten laatste, niet in staat mijn drift langer te bedwingen. Aap met je lange armen! Als je aan dezen kant komt zal ik je afranselen." //Pas op dat die kleine jongen niet in het ka naal valt, Dora ; hij wordt een beetje opgewonden",. zei de hatelijke kerel, slingerde de bokking boven zijn hoofd rond en wierp hem heel hard in het water neer, met het doel om mij door en doornat te maken. Toen sloeg ik in het wild naar hem met mijn vischhenge), haakte Dora's zomerhoed aan, brak den stok in twetën, en mijn evenwicht verliezend, viel ik voorover in het kanaal. Hallo! daar heb je eindelijk een zesponder!' riep de schreeuwende gek, sloeg handig zijn vischhaak in mijn kleeren en hield mij zoo verscheiden voet boven de oppervlakte van het water. Afschuwelijke duivel," brulde ik, als ik je maar eens kon krijgen..." Plomp! Het touw brak en ik eindigde den zin onder water. Toen leidde de duivelachtige neef mij handig door het water heen aan het touw en bracht mij tusschen een bed brandnetels aan land. Daarna riep hij met goed geveinsde verbazing: //Wel, het is mijnheer Midget! Hoe gaat het u,. mijnheer Midget. Aangenaam u te ontmoeten. Neem een cigarette om op te drogen! Ik dacht dat het Dora's neefje van zes jaar was l" Toen viel ik op Daniel Dashleigh aan en be proefde mijn armen om hem heen te slaan, om hem te wurgen. Maar hij hield mij alleen op armslengte van zich af en zei dat stoute jongens wel eens meer in zulke buien van woede gebleven waren. Toen ik giheel uitgeput was, legde hij mij op het gras; zwom over het kanaal heen naar Dora, en overreedde haar werkelijk met hem naar huis te wandelen en mij mij haar aanstaanden man alleen achter te laten om in de zon te drogen. Ik lag daar drie uren lang, lag daar en zag hoe mijn vischtuig van dertig gulden naarde onder gaande zon toedreef, tot de waterratten zelfs tam werden en nieuwsgierig waren of ik ooit de plek verlaten zou. Bij het ondergaan van de zon drentelde ik luste loos naar buis en schreef een brief aan Dora Wood, waarin stond dat nu alles natuurlijk uit was tus schen ons en ik haar vriendelijk verzocht de ca deautjes die ik haar gegeven had (ter waarde van 500 gulden) zonder uitstel terug te sturen, om verdere wettelijke vervolgingen te vermijden. Alles kwam terug ouingepakt, in een grooten beseliuittrommel, den volgenden dag reeds. En nu geef ik ze een voor een aan mijn nieuw en dierbaar meisje. Ik hoor dat Dora Wood en Daniel Dashldgh ia den herfst gaan trouwen. mmlltttmiimiiiiiaiiMiuiiiiiiiiMifiiiiiitiiiiiiiiiiHiiiitiiiiiitiititiitiiiiiiinitt mmimmitmiHiiiiHtiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimittiiuimuiHiiiiiniiiiiHHiir Z(jn eerste cliënt. Tooneel: eetkamer ten huize van een rijk heer. Voornaam advokaat, aan 't vertellen over zijn carrière: »Toen ik pas in de praktijk kwam en mijn eerste pleidooi hield, was ik gejaagd en zenuwachtig, te meer omdat mijn cliënt (ik zal z\jn naam niet noe men) een uitgeleerde schurk was, een gemeene kerel in ieder opzicht. Maar ik begon pas; hij was een man van goede familie, wier goede naam dus geleden zou hebben, als hij veroordeeld was geworden. Ik nam dus de zaak op mij en ik kreeg den boef vrij." Na het diner komt een aanzienlijk persoon binnen, een groot vriend van den gastheer, die hem den advocaat voorstelt. »0", zegt de aanzienlijke heer op beschermenden toon, »ik behoef niet met mijnheer in kennisgebracht te worden; wij kennen elkaar al heel lang, ik kan wel zeggen en het is mij een aangename herinnering, dat ik hem den eersten stap in zijn carrière heb laten doen. Ik ben zijn, eerste cliënt geweest." Zuur! (Judy.) SALISJIUKY (tot (hn kok Gladstone): «Mevrouw vraagt, of je niet een schotel kunt klaarmaken zonder dien eeuwigen azijn."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl