Historisch Archief 1877-1940
No. 864
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Om middernacht waren dan ook de salons ge
vuld met de schitterendste persoonlykheden van
het high life. De heeren droegen allen het nieuwe
.soiréetoilet: een rooden frac en bloote armen.
Wat de dames betreft, alle in tracesti, haar
costuum had op z\jde van het been een kleine
opening, waardoor het lancetje passeeren kon.
Om twee uur, toen het feest in vollen gang
??was, nam men plaats voor den cotillon. Als ac
cessoires vereischt het nieuwe figuur een levend
ikalf en een dokter met z\jn instrumenten.
De gastvrouw bood zich het eerst aan. Midden
in den kring was een stoel klaar gezet. Dokter
X maakte een buiging voor de gravin, walste
drie toertjes met haar, en leidde haar naar den
stoel, waarop zij plaats nam. Toen naderde de
dokter, al walsende, het kalf, nam vlug een drup
peltje vaccinestof en kwam in menuetpas weer
op de gravin af. Hij volbracht de operatie en ge
leidde haar al walsende naar haar plaats.
Zoo werd het de beurt van iedere dame;
vervolgens waren er een paar doctoressen, die
? de heeren op dezelfde manier behandelden.
Alleen onze confrère Z. weigerde aan het
spelle'je deel te nemen. Hij had 's morgens geduel
leerd en was gekwetst; nu is het, geljjk men
weet, tegenwoordig de gewoonte, in plaats van de
degens te flambeeren, de punt even in koepokstof
te doopen; op deze wyze is ook de tegenwoor
digheid der doctoren bij de duels gerechtvaardigd.
Een gezellige vroolijkheid heerschte tot het
eind van het feest, en b\j het heengaan hoopte
men wel, elkaar spoedig weer op zulk een soiree
te ontmoeten. Voortaan zal men niet meer kun
nen zeggen: Ou il y de l'hygiène il n'y a pas
de plaisir. Andere gastvrouwen, door dit succes
aangemoedigd, zullen medische soirees
organiseeren, waar iedereen naar zijn gestel zal verzorgd
worden.
* **
De heer Psichari in zake nieuw-Grieksch
?de tegenstander van dr. H. C. Muller ??heeft
te Athene een voordracht gehouden, die hij ook
te Parijs zal herhalen en die weldra in druk zal
verschijnen, over den kus. Hy heeft de stellingen
van prof. Lombroso daaromtrent nader ontwikkeld
en betoogd dat de kus een betrekkelijk moderne
uitvinding is, dat Homerus den kus alleen als een
moederlijke liefkoozing kende, maar dat ook in
dit opzicht de wetenschap in de laatste eeuwen
weinig vooruitgaat, en men in de eerste tijden
-wel niet anders zal kussen dan men tegenwoordig
doet.
Wat Homerus betreft, heeft Psichari zeker
gelijk; noch Helen», noch Briseïs, noch
Nausicaa, noch Calypso worden er gekust. En wat de
andere poëten van de oudheid betreft, Sapho,
Anacreon, er is bijna geen plaats waar men
noodzakelyk hun termen door onzen »kus" behoeft
te vertalen. Bij Ovidius, Tibullus, Catullus,
Propertius komt het woord minder voor, dan men
verwachten zou, en het kan de vraag zijn of zij
precies zoo kusten als hier de gewone gewoonte is;
?maar een ander boek uit de oudheid, het Hoog
lied, spreekt er vrij duidelijk van, tenzij men ook
hier aan slechte vertaling moet denken.
Hoe het zij, het is een wonderlijk onderwerp
voor een ouden professor om op een lezing te
behandelen; wellicht zouden de voordragende
dames er meer voor berekend zijn om den kus
?en zijne nuances toe te lichten, stel bv. in de
Hollandsche Maatschappij van Fraaie Kunsten.
* *
*
In eene studie over Josephine Beauharnais, de
?eerste vrouw van Napoleon I, die de Wiener
Mode bevat, komt het een en ander voor over de
prachtliefde der coquette en gracieuse vrouw. Zij
wisselde dagelijks vier a zes maal geheel van
toilet. Alle kleeren, die niet van bijzondere waarde
waren, geen costumes de cour, werden maar eens
gedragen. De keizerin had 's zomers iedere week
vier dozijn zijden kousen noodig, en 's winters
twee dozijn zyden en drie dozijn wollen; voorts
iederen week drie dozijn paar schoenen en drie
dozijn paar handschoenen; alles werd maar eens
iiiiiiiiimiiiiHHNitmuromiMimmiuiiiiMmtimMM
nuiuiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiHiitiiiiiimiiiiniiiiiiitsiiiMi
5'" Jaargang. 14 Januari 1894
Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen.
Adres: Myra Lodge, Deronda Road, Herne Hill,
Londen S. E.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
iiiiimitiittniiiiiiiHiiMHiiiiiiiHiiitnitiiitiiiiiiiimiaflMMuum
CORKESPONDENTIE-WEDSTKIJD.
De heeren Faure, Lohmann en Meinera worden be
leefd uitgenoodigd den heer 3. J. Speet,
Visschersstraat te Breda, hunne eerste zetten te doen toe
komen.
E. B. te H. De overige groepwinners hebben geen
bezwaar geopperd, zoodat wij onmogelijk aan uw ver
zoek kunnen voldoen. Een even getal is, met 't oog
op de kleurverdeeling, steeds verkieselijk.
EINDSPEL.
Zwart Arnous de Bivière.
b c d e f
Wit Paul Morphy.
door haar gedragen. De keizerin droeg nooit een
gewasschen kous.
Josephine had aan ieder hemd voor 200 francs
kant; iedere drie maanden liet zij al haar j uweelen
nieuw monteeren, en ruilde er een gedeelte van
voor nieuwe versierselen. Viermaal 's jaars werden
in haar vertrekken alle tapijten, alle meubels en
servies omgewisseld. Haar stal bevatte 36 paarden
voor haar persoonlek gebruik; voorts had haar
stalmeester de opdracht, iedere maand twaalf van
die dieren tegen anderen te ruilen, die meer met
de modekleur van den dag moesten overeenkomen.
Eens in de maand ontving het geheele personeel
nieuwe livreiën en werden al de kleeren der
keizerin onder hare eeredames verdeeld. Ver
schillende fonteinen bevatten geparfumeerd water,
waarvan de voorraad 12000 francs vertegenwoor
digde en waarvan de keizerin gewoonlijk een
deel voor haar bad gebruikte.
* *
Kerstschotels. De meeste landen hebben
hun bepaalden Kerstmisschotel; Engeland heeft
den plumpudding; Hongarije het speen varkentje
en de koeken met papaverzaad; Spanje de aman
delsoep en de geroosterde goudvischjes met citroen,
knoflook en olie; in den Elzas eet men den
Kugelhoif; in Bohemen karpers met biersaus,
waarin koekjes drijven.
In Denemarken heeft men een curieuse spijs,
de grod. Het recept is eenvoudig; anderhalf kilo
rijst in vijf liters kokende melk samen anderhalf
uur koken. Dan neemt men wat van de spijs op
z\jn bord, maakt er een kuiltje in, vult dit met
boter, bruine suiker en kaneel, en doopt ieder
hapje in deze verzoeting. Daarna echter dom
pelt men het nog in een kom die bij het bord
staat, gevuld met wyn en water, met vruchtensap
of bier met suiker.
* *
Iets opmerkelijks en een bewys voor althans
ne practische richting te midden onzer mystieke
fln-de-siècle-stroomingen, is het, dat bij de firma
Holkema & Warendorf verschenen is de acht
tiende druk van Aaltje, nieuw Nederlandach
Kookboek van de hand van mejuffrouw O. A.
Oorver alhier. Binnen twee jaar is de zeven
tiende druk in October 91 in eene oplage van
5000 exemplaren verschenen uitverkocht; dit
mag als een aanbeveling voor de bruikbaarheid
van dit kookboek beschouwd worden. Op de
wijzigingen, vooral op hygiënisch gebied, in deze
nieuwste uitgave, wordt in het voorwoord van
de bewerkster gewezen.
** *
Gateau-moka: 70 gram rijstemeel, een kwart
pond poedersuiker, vijf eieren. Men mengt de
vyf eierdooiers met 125 gram suiker en de 70
gram meel; maar langzaam, eerst de suiker bij
beetjes, en dan pas het meel, ook langzamerhand.
Men klopt afzonderlijk het eiwit stijf, en mengt
dat er door. Men parfumeert met vanille of
oranjebloesem, plaatst alles in een platten goed
geboterden vorm en laat het in den oven, bij
matig vuur, anderhalf uur bakken.
Als de taart klaar is, snijdt men hem tweemaal
dwars door, maakt een crème van boter, poeder
suiker en zeer sterke koffie, smeert deze crème
dik op ieder der beide vlakken, en bedekt er
de taart van boven en in de rondte mee. Met
een warm gemaakt mes kan men gelijk strijken.
* *
*
Kant wasschen. Er zijn goede
waschvrouwen en slechte, en de goede hebben nog niet
altoos zorgzame helpsterd. Wie dus werkelijk kost
bare kanten heeft, en ze wil gewasschen hebben,
doet verstandig het onder haar oogen te laten
doen. De bewerking duurt lang, maar is probaat.
Men laat de kant eerst twee uur lang in eene
kom water liggen, ververscht met lauw water en
neemt een stamper van porcelein, glas of hout
met flanel bekleed. Daar kan men zonder bezwaar
de kant stevig mee stampen, in alle richtingen;
het water wordt zwarter dan men zou gedacht
hebben. Men ververscht het water zoo dikwijls
tot het niet meer vuil wordt.
imilllllllllllllllllllllllllllllllllllimilllllllllllllllflMmilllllllimilMIIIIIIIIIMM
Dr. Tarrasch vestigt in de Franfiirter Zuitung de
aandacht op 't feit dat bovenstaand eindapel merk
waardiger wijze door alle commentators verkeerd is
beoordeeld. Dr. Max Lange, Prof. Berger en J. Mieses
zijn eenparig van oordeel dat Zwart een gewonnen
spel heeft. De volgende voortze ting gold tot dusver
als de sterkste voor weerskanten.
l
2 T b3
3 K e4
4 K dB
5 K d2
6 K el
7 T g3
8 T g8
9 T c8 f
dl
K ca
T aS
T h8
T h2 f
K ei
dB
T a2
K b3
! 10 T bS T c2 f
11 K dl! T c5
12 K d2
Op 12 T aS wint
Zwart door 12 K b2 13
K d2, T c2 f l* K 3:,
T c3 t enz.
12 K a3:
13 K d3: b4
en Zwart wint.
Dr. Tarrasch schrijft nu de volgende prijsvragen uit:
I. Hoe kan Wit in dezen variant 't spel remise
houden?
II. Wat is daarentegen de eenige voortzetting, die
Zwart doet winnen?
Dr. Tarrasch looft de volgende schaakwerken uit
voor de drie goede oplossingen, die voor l Febr. a. s.
't eerst binnenkomen.
1. Joh. Berger. Theorie und Praxis der Endspiele.
2. C. von Bardeleben und J. Mieses. Lehrbuch des
Schachspiels.
3. Max Lange. Morphybuch. 3de uitgave.
Adres ; Frankfurter b'chuchilutt, Neue Mainzer
Strasse 82 Frankfort a/M.
EEN STAALTJE VAN PARTIJDIGE KRITIEK.
De j ingste aflevering van liet Cliakniuti/y Juuniul,
't voornaamste Russische scliaakorgaan, gaf o. a. du
volgende beschouwing over de groote match te St.
Petersburg: De slag is geslagen. In 't geheel wer
den 22 partijen gespeeld; ieder won 9, en l partijen
bleven onbeslist. Van elf partijen, waarin dr. Tarrasch
den voorzet had, opende hij 10 met de Ruy Lopez
en in de 11 overige partijen nam hij 10 maal zijn
toevlucht tot de Fransche verdediging. Toen nu-n
hem na de derde partij vroeg hoe liy zich voelde,
was zijn antwoord: Als iemand, die bezig is de
match te verliezen". Dank zij ettelijke vergissingen
van Tschigoriii, met name in de 8de, 5de, llde en
llde partijen, gelukte het aan dr. Tarrasch een stand
van 8 winst- tegen 5 veiliespunten te bei-eiken. Om
de score gelijk te maken moest Tschigorine achter
een folgens drie partijen winnen, zelfs n remise
Dan eerst neemt men lauw zeepsop, wascht
daarin de kant, spoelt ze weer een paar malen
uit, rolt ze in fijn linnen, en strekt ze nat uit.
Het is beter ze een beetje stijver te maken, maar
dat is een nieuwe bewerking. Na even door slappe
stijfsel gehaald te zijn, moet ze dan geheel op
gespannen worden, op flanel, zonder rekken, maar
nauwkeurig, een speld in ieder lusje of figuurtje;
naaien zou nog beter zijn, maar het uittornen is
zoo gevaarlijk. Dan strijkt men met een goed
gesmeerd en glad ijzer, zoo heet dat de kant
goed stijf wordt, en toch niet te heet. Wil men
de kant cru of bise hebben, dan haalt men ze
door thee of chicorei, goed gefiltreerd.
E?e.
itwiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMiMiiimiiiiiiiiiiMiiimiiHiiiiii
LLERLEI
Te Nice, in de Avenue de
la Gare woont, naast een ban
ketbakker, een winkelier die een
monsterleelijken hond heeft. Het dier bezit
intusschen heel mooie oogen, en weet dat, en
heel veel slimheid. Hij gaat op het trottoir zitten,
zoekt onder de voorbijgangers er een uit, en
loopt dien tegemoet. Hij gaat voor hem opzitten,
verspert hem den weg en ziet hem sympathiek aan.
«Wat wil je, hond?" vraagt de teergevoelige
voorbijganger.
Op die vraag draait de hond zijn snuit in de
richting van den banketbakker. Negen van de
tien maal stapt het slachtoffer den winkel binnen
en komt er uit met een taartje, dat hij den hond
toegooit. Maar niet altijd gaat het, zooals de
lekkerbek het zou wenschen. Hij heeft zijn prefe
rentie onder de taartjes. Gelukkig kent de ban
ketbakker hem sinds lang, en weet zijn smaak.
Men kan dan hooren:
Mijnheer komt zeker voor het hondje van
hiernaast ?
De menschen uit Nice kennen het beest en
laten zich niet meer door hem inpakken. Het
mormel weet dit, en kiest dan ook veeleer een
vreemdeling tot zijn weldoener.
De onlangs overleden Lord Crewe was een
van die excentrieke Engelsehen, waarover op het
vasteland een legende gaat. Men beweert dat zijn
zenuwgestel zeventig jaar geleden, toen hij nog
te Eton was, een geweldigen schok gekregen
heeft, doordien zijn hofmeester zich voor zijn
oogen doodde. Dit moet ook den grond gelegd
hebben tot zijn latere zonderlingheden. Lord
Crewe droeg tot zijn dood heel ouderwetsche
kleeren van zonderlinge kleur en vreemd snit en
gewoonlijk drie orchideeën in drie verschillende
knoopsgaten. Zijn serres met orchideeën en drui
ven hadden een grooten naam in Engeland; hij
had de gewoonte de druiventrossen onder de
geestelijken in den omtrek te verdeelen.
Lord Crewe had een inkomen van 35000 pond
'sjaars. Toen zijn kasteel Crewe Hall eenigejaren
geleden in brand stond, liet hij. een tafel op het
grasperk zetten, ging zittenen schreef het volgend
telegram aan den architect Street: »Crewe brandt,
kom het weer opbouwen."
De Vereeniging tot Bevordering van het herstel
van Drankzuchtigen deed haar derde jaarverslag
(over 1892) verschijnen. Heel bemoedigend is
het niet, als men rekent hoe de »volkskanker"
hier verspreid is.
«Opgenomen werden 20 nieuwe patiënten.
Van de 24 in dit jaar en de !) in het vorige
jaar ontslagen patiënten was slechts een zevental
den tot herstel gewenschten tijd van minstens
een jaar onder behandeling gebleven. Eén van
dezen overleed na te zijn hersteld, vier blijken
tot hiertoe volkomen te zijn genezen, twee brach
ten het tot groote, al durven wij nog niet zeggen
algeheele beterschap.
Van de overige 20 ontslagenen zijn er zes
ge
iiiiiiiiiuiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitiiiiiiiiiiiiiiiHiiill
was hem niet vergund. Dr. Tarrasch was op dat
oogenblik zoo zeker van zijn zaak dat hij aan een
verslaggever der l'eterslinry Lt-tok meedeelde dat
de match als gewonnen kon beschouwd worden.
Nu rijst de vraag: welke beweegreden kan dr.
Tarrasch ertoe geleid hebbeo, zich gedurende de
geheele match van slechts twee openingen te bedie
nen? Misschien waren zijne motieven van drieërlei
aard: ten eerste kan hij de overtuiging hebben ge
koesterd dat Tschigorine in deze openingen zwakker
was, en dat hij daarom, ten einde te winnen, deze
en geene andere mocht kiezen; ten tweede kan hij,
na een zorgvuldige analyse van deze openingen,
bevestigd zijn in zijne opinie dat in de En v Lopez,
zwart geen voldoende verdediging heeft, en dat te
gewaagd is; ten derde kan hrj van meening zijn
geweest, dat hij zijn doel, de mitch tot een voor
hem zoo gunstig mogelijk resultaat te brengen, niet
beter kon bereiken dan door steeds maar de twee
zelfde openingen te spelen.
Laat ons, in de veronderstelling dat dr. Tarrasch,
bij het begin van den strijd, aan bovengenoemde
overwegingen had gehoor gegeven, aannemen, dat
Mj de match gewonnen had. Naar onze rneening,
zou, na zulk een soort van zege, dr. Tarrasch zich
niet met eere als een der hoofdpersonen van de
schaakwereld hebben kunnen beschouwen. Men kan
den titel van Champion niet verwerven noch behou
den door een eentonige herhaling van twee gegeven
openingen. Meent men misschien, dat Tschigorin's
reputatie gevestigd is door zijn geliefkoosd Evans
gambiet? Immers neen. Het gezond verstand ver
biedt ons de mogelijkheid aan te nemen van het
bestaan eenur soort kampioenen, «Is waarvan hier
sprake is. Daarom veroordeelen wij een dergelnke
speelwijze onvoorwaardelijk, in matches zoowel als
in tournooien; indien alle meesters zoo speelden zou
liet schaken een vervelend, eentonig, mechanisch
boekenspel worden, zonder eenige opwekking, ta
lent noch vindingrijkheid vereischend; alleen de eind
uitslag zou dan worden geteld, met voorbijzien van
allo intcllectueele begaafdheid, welker levendige uiting
toch immers de eenige en ware aantrekkelijkheid van
het schaken vormt!
Wanneer in den oorlog de eene partij een vesting
bestormt, herhaalde malen en telkens volgens het
zelfde plan van aanval, en de belegerden zich ins
gelijks op dergelijke wijze verdedigen, dan zal de
zege niet afhangen van de persoonlijke begaafdheid
des bevelhebbers; doch enkel van zijne vertrouwd
heid met een zekere stereotiepe taktiek.
Men kan de bovengenoemde speelwijze nog eerder
vergeven aan een meester als rfteinitz, die een
welhél en zes anderen (waaronder n die ten
tweeden male was opgenomen) grootendeels her
steld, twee zyn krankzinnig, n lijdt aan toe
vallen, n viel tot zijn oude kwaal terug,
terwjjl van de tien anderen geen nader bericht werd
ontvangen, een voor hun beterschap wel is waar
min gunstig teeken, maar waarby men in het oog
moet houden dat geen hunner langer aan zes
maanden, de meesten zelfs korter onder behan
deling waren gebleven."
Het is niet te verwonderen, dat de commissie
die het gesticht »Hooghullen" beheert, niet zeer
tevreden is over de belangstelling. Des te meer
lof heeft zij voor de Directrice, mej. E. de Vries,
en de broeders Polman en Grol, die zich met de
meeste zelfverloochening aan hun moeielijke taak
blijven wijden.
imiHiiiiiimiiiiti
40 eenti per regel.
Dep&ts te AMSTERDAM.
Uloth & Co., Zeedijk 16.
A. v. Tuyll, Paleisstr. 13.
Cléban, Heiligenweg 42.
Scalongne, Kattenb. pi. 13.
Hulswit, Vondelkade, 89.
de Gastro , Muiderstr. 14,
A. Stark, Mauritsstr. 5.
) Roeterstr. 92.
t\ Hemerf.Utrecht.str. 118.
J. D. Steen, Singel 176.
tichaffers, Ferd.Bolstr.il.
Marnette, Wagen.str. 40.
v. WinsenJr., Vyzelstr.28.
Schuvjt, Haarlem.str. 140.
Koek, P. C. Hooftstr. 130.
D. Stork, Leliegracht 44.
A. Barneveld, Overt. 419.
Magazgn KEIZERSHOF",
Nieuwendijk 196.
Volledige sorteering Wollen gebreide en
geweven Dames-, Heeren- en
KinderOndergoederen.
SCHADE & OLDENKOTT.
Hoofd-Depöt
VAN
Dr. JAE&ER's Orig. Norm.
Wolarüfcelen
K. F.
DEUSCHLEBENGER.
Amtt. Katverttr» Iff.
Eenig specialiteit in dei*
artikelen in geheel Nederland.
Lugné-Poë.
Van het portret van LUGN
POËdat in ons Weekblad van 81
December 1893 voorkwam, z|jn nog
enkele eerste afdrukken voorhan
den op karton a / 0.60 per exempl.
Verkrijgbaar aan ons Bureau SINGEL 542.
VAN HOLKEMA & WARENDORF.
verdiende reputatie heeft op te houden, dan aan
iemand, die pas zich op schaakgebied begint te
onderscheiden. Over 't algemeen maakt dit soort
spel, in een ernstige match, den indruk, alsof de
inzet van weerszijden een veel grootere drijfveer is,
dan een mogelijke vermaardheid in het nobele spel.
In dit opzicht verschillen de matches der laatste
jaren zeer van die uit de dagen van Morphy en
Andersen, toen het pecuniaire gedeelte van de zaak
al zeer weinig op den voorgrond trad.
Na een grondige studie van de partijen en de
speelwijze der beide tegenstanders, komt men on
willekeurig tot de conclusie, dat dr. Tarrasch zich
ernstig voor deze mateli heeft geoefend en de Buy
Lopez en de Fransche verdediging door en door
heeft bestudeerd; maar in de laatste van zijn kennis
geen gebruik heeft kunnen maken, daar Tchigorin
door zijn nieuwen zet het spel geheel van den gewo
nen regel doet afwijken. Mocht Tchigorin bfl het
aanwenden van dezen nieuwen zet al een weinig
hebben geanalyseerd, zijn proeven op dat gebied
hebben zich niet ver uitgestrekt.
Dr. Tarrasch dus, heeft na lange voorbereidende
oefening gespeeld, zooals hem was voorgeschreven,
zonder veel originaliteit of gelukkige vinding;'t geen
zijn spel een stereotiep karakter geeft.
Tchigorin echter speelde sleehtjr dan waartoe hij
in staat wa«. Dit kwam voort uit de volgende oor
zaken; ten eerste begon hij den kamp onvoorbereid,
vertrouwend op zijn geluk, zijn groote kennis en on
dervinding, en ten tweede speelt hij nooit te St. Pe>
tersburg eenige ernstige partij, terwijl toch de ware
kunst alleen door oefjning wordt aangekweekt.
In elk geval staat, o. i. Tchigorin's spel ontegen
zeggelijk hooger dan dat van Tarrasch, zoowel wat
stijl en originaliteit betreft, als in zrjne pogingen om
een open spel te verkrijgen, waarin den spelers ge
legenheid wordt gegeven hun denkkracht te meten
en hun combiuatiegave aan te wenden.
Nadat wij de partijen van E. Lasker gedurende de
laatste twee jaren hebben bestudeerd, durven wij
verzekeren dat zijn spel dat van Tarrasch overtreft,
en dat de laatste in den komenden strijd het onder
spit zal delven.
Wij willen hier nog bijvoegen, dat onze opmerkin
gen Biet uit eenzijdige vaderlandsliefde voortvloeien,
noch uit eenig persoonlijk gevoel tegenover Dr.
Tairasch, wien wij gaarne de eer(!) geven, die hem toe
komt, zonder in hem echter een schaakgenie te zien."
Wij geven het stuk voor wat 't waard is. Ons komt
de beoordeeling hoogst partijdig en eenzijdig voor.