Historisch Archief 1877-1940
No. 865
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Dames in de schoolcommissie te Hilversum.
Schoolmeester: Jongens, anderen kant opkijken! Daar wil een juffrouw door de glazen zien!"
llllmitlltMIIIIIIIIIIIIIIlnlIMIIIHIIIIIlmillllllllllltllMIIIIIMJIIIIIIMIH
Julius Pruttelman Brommeijer.
Wat me het meest
hindert, het is de
achteruitgang van
den godsdienst in
onzen tijd.
Wees wat je wil,
zeg ik zoo dikwijls;
?een mensch kan niet
altijd even netjes
zijn; nu en dan laat
hij wel eens een
een knoop vallen,
vergeet een paar van
de tien geboden,
steekt bij vergissing
iets in zijn
portemonnaie, dat zijn
buurman toebehoort,,
en in het algemeen
zal hij meer geneigd
zijn het leven in te
richten met het oog
op de
ondermaansche dan op de
bovenmaansche zalig
heid ; goed, daar is hij mensch voor. Van den
natuurstaat, waarin hij geboren wordt, blijft
altijd wat over; dat is niets, als hij maar zijn
relaties met het Opperwezen riiei heelemaal
afbreekt. Want doet hij dat, waar blijft
hij dan ?
Je kunt er op rekenen, dat er van iemands
fatsoen niet veel meer overschiet, als hij
geen zitplaats in de kerk huurt en op de
Beurs geen hoogen hoed draagt. Dat zijn voor
mij twee vaste kenteekenen van moreel ver
val, ten minste als zij zich tegelijk voordoen.
Meermalen heb ik het gezegd tegen Böhringer:
jij en Froger zijn de ware steunpilaren van
de maatschappij, en ik ben er zeker van dat
jou beroep en zijn bedrijf elkander in de hand
werken, al is het dan ook ongemerkt. Want
het is niet tegen te spreken, dat de slapte in
die beide artikelen van denzelfden tijd
dagteekent, aangezien de ongodisterij en
onkerkschheid geen behagen kunnen blijven schep
pen in een hoofddeksel, dat statig, deftig en
plechtig, glanzig en toch volstrekt niet zwierig,
als 't ware door de natuur zelve te voorschijn
geroepen is, ten bewijze dat zijn drager in
alle netheid is opgewassen en volgroeid.
Nu is het lastig, dat je op de aanwezigheid
van maar n van de beide kenteekenen nog
niet kunt afgaan. Je treft op de Beurs ver
scheiden lui aan niet hooge hoeden op, die
toch geen zitplaats in de kerk hebben, die
dus van God en zijn gebod niets meer weten,
al hebben zij het uiterlijk van je braafste
j ouderlingen. En omgekeerd vind je soms van
die heeren met hoedjes van lage drukking
op de beste kerkezitplaatsen. Zoo zag ik ver
leden Zondag nog zoo'n snuiter in de
ExtraBruidegoms- en Doelenbank van onze oude
Luthersche kerk plaatsen die tegenwoordig
genoteerd staan op ?' 7. met een flambard
op zijn hoofd als Domela Nieuwenhuis, en
toch iemand, te oordeelen naar liet geduld,
waarmee hij naar de preek zat te luisteren,
lang niet van alle goede gezindheden verstoken.
Maar gelijk aan alles, zoo is er ook aan
deze soort van verwarring een grens. In de
Minister-bank Doophuis heb ik nog nooit
iemand gezien, die in het oog liep door de
ongodsdienstigheid van zijn toilet. Dat zijn
allemaal glimmende kachelpijpen, alsof ze pas
den avond te voren van den Vijgendam waren
thuis bezorgd. Jammer alleen maar, dat
juistin die betere qualiteit, van banken zooveel
plaatsen onbezet zijn. En toch zijn de plaat
sen goedkoop genoeg. Ze doen f'2~>.?. En
wat is nu 2,"> gulden voor een gezeten burger,
om je het voorrecht te koopen minstens vijf
tig maal per jaar, stel gemiddeld anderhalf
uur per keer, als een minister te zitten in een
doophuis! Maar 't is vreemd, wat voor voor
deden je ook aan de zitplaatsen verbindt en
hoe gemodereerd je als ouderling ook in den
prijs bent, ze willen maar niet toebijten- Want
daar heb je nu de Nieuwe Heeren of'
klokbank, altemaal goed geconditioneerde plaatsen,
met behoorlijke zitting en een tamelijk riant
uitzicht in het schip en naar den preekstoel, met
moeite kun je er v ij t' gulden voor maken. Toch
zou je zoo zeggen een prijs geknipt voor de klei
ne beurzen. Maar al de kleine lui hebben geen
geld meer voor hun ziel en zaligheid over. Juist
m dit opzicht zoeken ze alles te krijgen voor
een appel en een ei. Daar heb je b.v. mijn eigen
boekhouder, een vent met een salaris, dal ik
in zijn eigen belang, om hem voor de
belastinggieren te sparen, maar niet publieeeren
zal, in ieder geval voor een burgerman een
rijkeluisinkomen, waar vind je hem, als hij
dan bij geval eens ter kerk komt? In de
doopbiuik, op een plaats van /' l,.")1) en zijn
vrouw op een van de laatste regels in hel
ruim, waarvoor ze zeker niet moer betaalt in
het hede jaar dan drie gulden, en dun
zitten-daar bij beurren ook nog de meisjes op.
Ik kan niet ontkennen, dat. ik zelf', die in
alle dingen, maar vooral in de hoogere aan
gelegenheden graag mijn decorum bewaar en
door mijn ondergeschikten zie bewaren, me
daarover dikwijls heb geschaamd. Zoo onder
water heb ik hem wel eens een steek gege
ven, en hem b.v. gevraagd of' hij misschien
dacht, dat het in het geestelijke niet net een
der was als in het stoffelijke, en dat in het
gebruik duurkoop altijd goedkoop bleek te
wezen, maar er rechtstreeks op aandringen, dat
hij niet alleen tegenover de menschen, maar ook
tegenover het Opperwezen, het, fatsoen van zijn
patroon beter zou ophouden, deed ik niet, om
dat dat soort van lui, hoe goed je ze ook moogt
voorgaan, eeuwig en altijd het op je
portenionnaie gemunt heeft, en hij dus dadelijk al weer er
een aanleiding in zou vinden om opslag te vra
gen. Nu, het is. ongelukkig genoeg, niet al
leen bij ons Lutherschen zoo, bij de Gerefor
meerden is het niet beter. Dezer dagen kwam
ik (Jrommelin nog tegen, die weet daar ook
alles van. «Jongens, zeg ik, jelui hebben ook
heel wat stoel- en baukruimte te
adverteercu; hoeveel van je twaalf kerken staan
er nu niet te huur, 't zal dunkt me
haast wel een kilometer zitplaats wezen."
»Necn zooveel is het niet", antwoordde (Jrom
melin, maar toch het is een heele deun de
boel bezet te krijgen, alleen de plaatsen
in de 'gedistingeerde banken", dat gaat nog
wel en in zooverre zijn wij er nog beter aan
toe dan jullie, want. zooals ik hoor. bij de
Lutherschen staat zeil s een ministersplaats
voor jan en allemaal zoo maar open en dan
blijven ze er nog mee zitten." Ik wou natuur
lijk op dal onderwerp niet verder ingaan; bij
kerkelijke dingen krijg je zoo licht last van
animositeit, en wij hebben aan onze
hatelijkbeden met de Herstelden al genoeg, om er niet
van de Hervormden nog iets bij te begeeren.
Ju ' zei ik, dat zou bij ons ook wel zoo we
zen, als wc ze maar weggaven". en ik
nam afscheid van hem, zonder hem
onanders dan geheel in liet diepst van mijn
binnenste naar de Hel te wensehen. Dit
neemt, evenwel niet weg. dat het treurig ver
schijnsel, waarover ik reeds dikwijls had na
gedacht,, mij bleef bezighouden, wat, mede het
gevolg was van de resultaten der laatste volks
telling, die ik in do kranten had "vlezen. Ik had
namelijk die getallen mot de meeste belangstel
ling vergeleken en zooals een koopman, ik zou
haast zoggen, van zolf doet. op grond van de-ze
noteeringen, een kleine calculatie gemaakt.
Kn toen was het mij opgevallen, dat juist de
gt'loovon, welke als het meest solied te boek
stonden, achteruit waren gegaan, en de tot
dusver minder gewilde verscheidene percenten
ge re/.i MI waren. Op do l O. nou uffi'oiiri'x gerekend
hadden in voorlig ja'ar tijds de Hervormden
?r. i i1 "i. de Katholieken L'Tü. de Lutherschen ',','>,
de Mennisten 7 zielen verloren, on wie wa
ren nu vooruitgegaan? De Dok:eronden
met ]'?>}, de A l^esolieiilcnen mot LNi.de
Lraelielen mol l.':!. Zoodat, hot, duidelijk is, dat
je fatsoenlijkste gelooven dalen on juist
de minder fat.-ocnlijkc naar boven gaan. Dit
wordt tot in bijzonderheden treffend bevestigd,
als je er op let. dat het allernetste geloof.dat
we hier in Holland ooit gekend hebben,
de Waalsch-Hervormden, die gewoon zijn onzen
lieven Heer in het Fransch aan te spreken,
nog op hun 2s zielen er ~> bij hebben inge
schoten, terwijl de Fortugeeschen, die onder de
Joden even puik zijn als de Walen onder de
Hervormden, geen enkele ziel gewonnen heb
ben, ofschoon de gewone Israëlieten van 181
op 201 zijn gekomen. En zoo is het ook bij
ons Lutherschen: wij zijn van 170 op '141 ge
zakt, en de Herstelden, oen kerkgenootschap
waar ik voor mij nu niets fiducie zou hebben
gehad, zijn naar boven geloopen niet minder
dan (!.") put.
>\Vat kan kan je dat nu schelen", vroeg me
Charles, met wien ik er over sprak; jij wordt
precies als Nelis uit de I'urmer, die heeft het
ook altijd over de hoogere belangen; wie
zoekt dat nu bij een grasgroenen boer of bij
een goudgeel koopman van de Bocht V Laat dat
maar voor mij en mijn collega's over. Wij moe
ten het volk. hoog en laag, opvoeden, maar
menschen als Nelis en jij zijn meer op het voeden
aangewezen. Als de effectieve Handel de Kerk
naar de Beurs trekt en in plaats van in koffie en
indigo te tpeculeeren in kerkstoelen en ban
ken gaat doen, krijgen wij de verkeerde we
reld." .... enfin hij had nog veel meer te ver
tellen, maar het was natuurlijk, dat hij niet
begreep wat mijn geest bezig hield en daar
hij zoo lek als een mandje is, wilde ik het
hem ook niet aan zijn neus hangen. De zaak
is, dat ik me eenigszins ongerust, maak over
de toekomst van 'Ihórèse. Dat kind is niet
kwaad van inborst, maar een erg opgewonden
standje mot allerlei nieuwerwetsche ideetjes in
haar hoofd, die haar nog eens ongelukkig kun
nen maken. Een geëxalteerd schepseltje, wel
hooi goedig, maarniet, onvatbaar voor explosies,
die in een koopmanshuwelijk slecht geplaatst
kunnen worden. En daarom had ik er reeds
over gedacht, of hot niet het best zoude zijn
haar in veiligheid te brengen onder de
hoede van een jongen domino. Het zou
mij niets geen moeite kosten haar eenige
goede candidaten voorlestellen, door mijn
k'ikelijke relaties kan ik mij van de beste
informaties voorzien, het zou, 't spreekt
van zelf', een Evangelisch Luthersche moeten
zijn. ,Maar als onze kerk nu achter
uit gaat..., ik zou geen oude rot van de
beurs moeten zijn, om niet te weten, dat je
je nooit moot stoken in ondernemingen, die
hun lijd gehad hebbon, en daarom, vóór ik
hierin tot iets besluit, moet deze zaak nader
onderzocht. Gelukkig zijn ervoor een i^uaesti
als de onderhavige experts genoeg!