De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 28 januari pagina 6

28 januari 1894 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, No. 866 Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inlcud van deze lladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). zwevende schuld van den Coburger. (Hertog Alfred en de JSrgelsche apanage). (Lustige Bldtter.) Tienduizend pond, een aardig zakgeld was 't! En welkom, 't zij dichtbij of vér gevonden. Maar toch, een troon staat somtijds wel zoo vast, Zit hij nitt vast aan buitenlandsche ponden. Wie zich aan 't vaderland in eenvoud houdt, Ontgaat veel twijfel en bekommernissen; Den man, den vorst, geldt vrijheid meer dan goud ; Tienduizend pond, ge kunt ze toch wel missen ! ?BMfimntuniiiiiHiiiiiiiuiiumiiiiiiiiiiMiiMiiiiii llllllllllllltllllllllllUIIIIH mifiiiimtiiHiiiiimiiiiiiiim iimiiiiiiitiiuimiiit Figaro zet den cyclus Le rire voort, met re delijk succes. Jules Renard vertelt het volgende: We zaten met ons drieën in de fauteuils van het baloon, zonder aan kwaad te denken, toen de vrouw van mijn vriend haar voetje op den mijnen zette. Deze onverwachte gunst verwonderde mij nog meer dan zij mij verrukte. Ik wil mijn voet be leefd terugtrekken. Maar zij zet er nog een voetje op. Een twee. Ik kijk eens op, zij heeft niets van iemand die plotseling aan een lang gekoesterde gene genheid lucht geeft. Ze zat kalm, en spreidde haar programma op haar knieën uit. Daar kwam een beleefde onvreuse, met een voetbankje voor mevrouw. ? »Dankje,'' zei ze, »ik heb er een." Henry Lavedan vertelt een aardigheid en geeft den titel en den prijs van zijn bundel, waaruit hij is overgenomen, met beleefden dank voor de re clame. Alfred Capus vertelt het volgende : Beste Iluret, de dolste geschiedenis die ik ooit gehoord heb, werd eens verteld in een cercle, aan het dejeuner. Ik schaterde er om, en alle toehoorders deden dat ook. Xog den vol genden dag heb ik er tranen om gelachen. Hoe jammer, dat het al zoo lang geleden is, en ik er me niets meer van herinner. Ik ben overtuigd dat iedereen er veel plezier in gehad zou hebben; nooit in mijn leven heb ik zoo gelachen. In het Engelsch tijdschrift 'Ihe Arena beschrijft een Dr. Ilensoldt do bekende hondertoeren van de Indische Yoghi's on Rishi's. Ilensoldt zag op een plein in vijf minuten een mangoboom ver schijnen, eerst vaag, als in een damp, toen steeds duidelijker, tot het eindelijk een vaste stevige boom was, die intusschen geen schaduw wierp. Op een ander plein, in liet midden van Agra, verrees er een met Hinke vruchten, geheel een gewone boom, met schaduw en al, en zoo stevig, dat Dr. Ilensoldt een eindje langs den stam omhoog kon klimmen. Maar het sterkste volgt: »Voor het paleis van den (Juicowar van Karoda, in de open lucht en het volle daglicht, zag ik voor de eerste maal (later nog drie maal) den beroemden toer met het touw. Ken Voghi begon met een zeer indrukwekkende preek te houden ; toen nam hij een touw van vijftig voet lang en misschien n duim dik. liet eene einde van Alle menschen moeten leven. (Moonthinej. De kocigieter. Zoo, moesten ze niet iederen winter springen 'l En waarvan zouden wij dan moeten bestaan 'l het touw hield hij in zijn linkerhand, terwijl hij met de rechter het andere eind hoog in de lucht slingerde. Het touw, inplaats van weer neer te vallen, bleef hangen, ook nadat de Yoghi zijn andere hand had weggenomen. liet scheen stijf geworden, als een paal. Toen greep de Yoghi het met beide handen, en tot mijn groote verbazing, klom hij langs het touw naar boven, terwijl dat al dien tijd, ten spot van de wetten der zwaartekracht minstens vijf voet boven den grond zweefde. En naarmate hij hooger klom, scheen het touw steeds langer te worden, zich oneindig boven hem uittestrekken en onder hem te verdwijnen; hij bleef maar klimmen, tot hij geheel uit het gezicht was, het laatste wat ik van hem kon onderscheiden was zijn witte tulband en een stuk van zijn eindeloos touw ; toen konden mijn oogen de sterke lucht niet meer verdragen, en toen ik weer opkeek, was hij weg." Een patiënt zonder dokter. Maurice, een van de beide geliefde Orang-oetangs van den Jardin d'Acclimatation te Parijs, stierf den Uden dezer aan eene longontsteking. Naast het ruwe klimaat, dat de kiem tot zijn lijden legde, heeft men den dood van het arme dier ook aan de wei gering van hulp van de dokters te wijten. Men had het eerst Dr. Godleski geroepen. Deze dokter weigerde echter heslist, Maurice te behandelen, en meende, dat waren zaken voor een veearts. Zulk een bezit de inrichting er wel in den per soon van den heer ISouscatel. Maar zijn bijstand kwam te laat. Voor gevallen van ziekte van apen heeft men zich nu voortaan van de hulp van een dokter verzekerd; Ma.\, de tweede en overge bleven Orang-oetang die zich overigens in eene goede gezondheid verblijdt behoeft dus niet te vreezen, dat hem een dergelijk ongeluk, als zijn broeder zal treJl'en. De heer Monson, die van den moord op luite nant Ilambrough is vrijgesproken, heeft van het »Ardlamont mystery" nu eene lezing gemaakt, die hij in verschillende steden voordraagt. Onder den schijn van zich te rechtvaardigen tegenover de publieke opinie, maakt hij er aardig geld mee. Nu heeft hij nog een middel van reclame er bij gevonden. In het Museum madame Tussaud heeft men zijn kop in was geëxposeerd, wel niet in de eigenlijke chamber of horrors"' maar in een van de «Napoleon rooms", waar ook het beeld van de giftmengster miss Maybrick, en van den falsaris I'igott zich bevinden, en men voor six pence extra toegang verkrijgt. De heer Mon son is hier tegen opgekomen, liet beschouwend ais een beleediging. De rechtbank besprak eerst de vraag of iemand het recht heeft, tegen het publiceeren van zijn portret of buste op te ko men (wonderlijk dat daaromtrent in Engeland nog geen jurisprudentie bestaat), toen de vraag in hoeverre het als een beleediging kon beschouwd worden in een zelfde kamer geëxposeerd te zijn met misdadigers, maar niet in de chamber of horrors, en besloot toen de quaestie aan te houden voor nader onderzoek. Een llerüjnsch dramaturg neemt zijn iiasco vrij philosophisch op. De heer Max Stempel plaatste de volgende advertentie : Ik geef hierbij aan mijne vrienden met diepe droefheid kennis van het overlijden, onder pijnlijke stuiptrekkingen, vaii mijn geliefden poëschen spruit UC11T, burgerlijk drama in drie bedrijven. Te begrafenis had plaats Zondag 14 .Januari Lsli-l iu het Neue Theater aan den Schilt'bauerdamm. Ik maak van deze tragische gelegenheid gebruik om mijn dank te betuigen aan den directeur Lautenlmi'g voor de begrafenis eerste klasse die hij mijn nu zalig ontslapen drama gegund heeft; aan tl e acteurs voor de waardige houding waar mede zij den dooden candidaat het laatste geleide gaver; ??aan het publiek voor zijn hartverhetfonde treurzangen bij het open graf: en aan alie dier bare collega's in Apollo voor hun fanfares van vreugde bij den aanblik van het lijk. Alleen aan de geëerde Herlijnsche kritiek kan ik het verwijt niet besparen, dat zij met de half gesloten groeve onder de oogen het de n ortwits ml n/6t bene zoo weinig heeft in acht genomen. De troostelooze vader, M.\X SïKMI'KL." Men goedo boerenvrouw uit de omstreken van Avranches ontving dezer dagen van haar zoon, bij de marine-int'aiiterie te Tonkin. den volgen den brief: illanoï, Ie...?Ma chaire maire. .Ie tenvoio ces qnelijuo manx pour te dire que je me portes bien. mais j'ai zeu Ie malheur d'étre faitprisonnier par rEmpereur de Chine ijtii me demande ?_'o francs ou la mort. ,1'espèrc ma chaire maire que tu no voudra pas que ton lice y uu-ure sur la torre i'-trangëre en <]iio tu m'envoieras l'argont au plus tot et i|uo si tu n'en a pas, que, tu en demamli'ras a mon oncle .lean-I.ouis. Ton iice qui t'aimp. AM,r. (i . . ." liet spreekt van zelf. dat do moeder en oom .lean-Louis zich gehaast hebben, den Keizer van China do verlangde ^o francs te zenden. Een rijk Amerikaan beeft aan de vicomte^se de .lanzéte l'aiijs twee en een half millioen geboden voor haar huis, met meubelen en kunst werken erin. liet zou afgebroken worden en te New-York weer opgebouwd, steen voor steen, met bibelots en al. De dame heeft veertien dagen bedenktijd gevraagd. Geen leeuwin. (Judy ) iZeg eens, kleintje, drink je na de voorstelling een glas champagne met me V" _ A __ ~ »AVel, graag dadelijk, oude jongen !'' luimniiiiitiirmimiiirinnmmmitinntimmfl De behandeling van de voor stellen betreffende Armen zorg en Kindervoeding uitgesteld. De plaat in het vorig Xr. heeft sommigei afkeuring gewekt. Geheel teu onrechte o. i.. De afkeuring mocht niet tref ten (Ie jilnnt. maar het feit dat daarin veroordeeld werd. Dat feit toch was, dat de voorzitter van den gemeenteraad de voordrachten betreffende armenzorg en kindervoeding in plaats van No. l en Xo. '2, als Xo. is en Xo. lij d. i. als de licttx/c. Xos. op de agenda had geplaatst. zoodat ieder van te voren kon weten, dat die voordrachten niet zouden afgehandeld worden. MIPPKX ix i>i:x WIXTKII, onder den dmn>.> run den duur den yrnicciitrmad erkenden nood, werd op voorstel van den heer Hugo Muller besloten een commissie te benoemen om te onderzoeken wat er onder deze arnnvet nog kan geschieden om beter hulp te verleenen. liet was <> December; die commissie nu voor zoo spoedeischende. zaken, werd eerst benoemd op O December; zij kwam met haar voorstel om / 'j(i.o:'H beschikbaar te stellen op S Junum'i: en de Raadszitting, waarin dan eind dijk een beslissing zou worden genomen, werd belegd pas op l" Januari, en opdat de zaak toch maar nog minstens 2 weker, zou kunnen worden uitgesteld, wordt dit allesbehcerschende punt, benevens het voorstel om 7UUU gld. aan kindervoeding te geven, no. IS en no. l!), het ri/lerliii'ilnl, op de agenda geplaatst, zoodat, indien. Woensdag aanstaande de beide onder werpen in bebandeling koimn, men MIPPKX ix PKX WIXTKI;, uiu'lcr den dmny run den </) ooi Kir 11 nood, .*» weken, zegge ae/il weken, zi:,l hebben noodig gehad om te bml/xKru u/' d' neuieii, de ru/tnibsriKn r.n de kinderen, een extra-bedetling zullen ontvangen! In welk land ter wereld, in welke hoofd stad van Europa, haalt men zoo iets uit? Dit /'r/7, heelt de sterke afkeuring van leekenaar en redactie gewekt; en met de plaat hebben zij te kennen willen gever, dat hel, nienschcn, wien het zelf niet aan het noodige ont breekt, geenszins vrij staat de belangen van hen die ontberen zoo gering te tellen, althans de houding aan te nemen als waren die voor den voorzitter van den gemeenteraad van m g ! minder urgentie dan liet traotement van een doodgraver, de namen van nieuwe straten, en wat er verder ouder die 17 punten voor kwam. Hadden wij in plaat noch onderschrift dit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl