De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 4 februari pagina 2

4 februari 1894 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 867 enkele olieelagernen. In een dier bedrijven werd den werklieden gedurende W uren slechts 20 minuten rust gegund! Ook in de zuivel fabrieken werden werktijden genoteerd van 13, 14, 15 zelfs van 151A u. Eveneens in de bakkerijen waar werktijden werden aange troffen van 12/4 en 131A u. die gedurende de laatste dagen der week nog aanzienlijk werden verlengd. Zeer belangrijke mededeelingen bevat het verslag van den Inspecteur in de 3e Inspectie (Npord-Holland, Utrecht en een deel van Zuid-Holland. Blijkens de gegevens uit de Nijverheidsstatistiek, loopende over 1643 bedrijven waarbij betrokken zijn 68854 personen, bedroeg: voor 728 bedrijven met ruim 31000 arbeiders de werktijd 11 uur en minder; voor 751 bedrij ven met 34400 werklieden van llVs tot_12X uur, en voor 164 bedrijven met 3-337 arbeiders 13, 14 uur en meer. Uit deze cijfers blijkt dat bij ons te lande van de arbeiders over 't algemeen een lange, te lange, van velen zelfs een onmenschelijk lange dienststijd wordt gevorderd. Dat zulk een toestand ernstig nadeel moet toebrengen aan het individu en aan de maatschappij zal _een ieder gevoelen die zelf weet wat werken is en die beseft hoezeer onder dergelijke verhoudingen het huiselijk leven de arbeidende klasse lijdt, ja wordt ver nietigd. Ook aan de industrie kan zulk een overdreven arbeidstijd op den duur niet ten goede komen, daar de arbeidskracht der natie, de bron waaruit de industrie telkens moet putten, daardoor gevaar loopt te verzwakken. Merkwaardig in dit opzicht zijn de feiten die door twee der inspecteurs worden aangevoerd ten bewijze dat in korter arbeidstijd minstens evenveel kan worden geproduceerd ja dat een overmatige arbeid de productie zelfs ver mindert. Zoo werd op de werf' Conrad te Haarlem (directeur de heer P. Goedkoop) de werkdag met l'/a uur per dag verminderd envanG7';op 59*/a uur gebracht met aanneming van ta riefproductie. Het gevolg was dat de werk lieden thans minstens evenveel verdienen, terwijl de directie getuigt dat zij nu minstens even goedkoop werkt als vroeger. Even opmerkelijk is wat in het verslag wordt medegedeeld aangaande de Stearine Kaarsen fabriek te Gouda (directeuren de heeren Steens Zijnen en Dr IJssel de Schepper). Een hon derdtal personen werkten daar bij afwisse ling in nachtploeg en ook 's Zondags, ge middeld 84 uren per week De directie ver minderde den werktijd tot 72 uren; de arbei ders kregen 's Zondags vrij, behielden het zelfde loon en de productie verminderde niet, een feit te opmerkelijker omdat bij de distillatie het voortdurend onderhouden van vuren van grooten invloed op de productie wordt geacht. Ook de dagwerktijd der overige man nelijke werklieden werd, met behoud van het loon, van 12 uren daags tot 11 uren terug gebracht zonder dat hierdoor eenig nadeel in de productie werd veroorzaakt. Te merkwaar diger is dit alles omdat hier noch tarief noch stukwerk werd gegeven en de arbeiders dus xonder een buüengnvonen prikkel in korter tijd hetzelfde werk leverden. Een ander voorbeeld is ontleend aan de Leidsche Broodfabriek (directeur He heer Casparis) waar een dagrusttijd onder het werk van twee uren werd ingevoerd, terwijl het Zondagwerk werd afgeschaft. Om dit te be reiken moesten de werkkrachten met niet minder dan 12" o worden vermeerderd. De directie durfde doortasten en de resultaten zijn in verschillend opzicht alleszins bevre digend. Hoogst interessant is verder het geval van een fabriekant, die omstreeks 7 weken den arbeidstijd met een uur had verlengd, doch daarmede eindigde, omdat de productie door het langer werken niets was vermeerderd. In een andere fabriek was wegens het vele werk, de werktijd met 3 uur per dag verhoogd. En nmiiiiMiiHiitiiiiiiiiiiHtiiiiiMititiiiimmiiiiiiiitt IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1HM teekent als een gevallen engel, als een uit den hemel gestorte godheid. De vreemde speelman zweeg en staarde, in zwaarmoedig nadenken verzonken, voor zich; de oude Töreck echter, wien een rilling over het lichaam voer, dat men God en den duivel zoo maar zonder eenigen eerbied in n kroes wierp, .bromde iets tusschen zijn tanden van goddeloos landloopersvolk en sloeg op de paarden. Overigens was alles stil. Niets dan het kraken der sneeuw onder de in vliegende vaart, voortjagende slede, niets dan liet ge kras van een vlucht raven, die nederstreken op het lage, met rijp bedekte kreupelhout en vervolgens weer opvlogen. Overigens alles levenloos, alles verstijfd op de onmetelijke sneeuwvlakte, waarover de ten ondergang neigende zon haar roode lichtbundels schoot. Wat hebben die raven daar toch, Töreck 'f vroeg de graaf, die plotseling opmerkzaam werd op het onophoudelijk gekrijsch van de zwart gevederde cchaar. Wat zou 't anders zijn, dan een stuk dood wild, bromde de oude. Of een mensch, die in de sneeuw is omgekomen, spotte de muzikant. Jij zult het natuurlijk wel beter weten, mompelde de oude Töreck, terwijl hij zijn paarden den zweep liet voelen. Maar een gebiedend, halt! van den graaf bracht in eens paarden en slede tot staan. Ik geloof, dat ge gelijk hebt, speelman, sprak de graaf, terwijl hij uit de slede sprong en op een bundel blikken keukengereedsehap, strijkijzers en muizenvallen wees, zooals de Savoyaarden gewoonlijk in de dorpen rondventen. wat bleek? Dat de productie met rassche schreden achteruitging, zoodat de fabriekant verklaarde niets meer van overwerk te willen weten en liever in korten tijd het hoogste loon te willen geven. De Inspecteur geeft nog en kele andere staaltjes van denzelfden aard en verzekert deze opsomming nog met verschil lende in dien geest te kunnen vervolgen. Ook de Inspecteur in de 2e Inspectie deelt een geval mede van even verblijdenden aard: een sigarenfabrikant bracht den werktijd van 12 op 10'/-> uur, en het aantal gemaakte si garen verminderde niet; enkele arbeiders le verden thans zelfs 200 a 400 stuks meer af per week. De industrieelen die aldus met bestaande begrippeiïdurven breken en den moed hebben om vóór tegaan op den goeden weg mogen aanspraak maken op de erkentelijkheid van allen die het wel meenen met onze arbeidende klasse, vooral van diegenen onder hen, die deze en dergelijke maatregelen het liefst zoo veel mogelijk zouden zien tot stand komen zonder den Staatsdwang uit te breiden en het aantal ambtenaren telvergrooten. Dankbaar mag niettemin ook worden aan vaard wat dezer dagen de gemeenteraad van Amsterdam in deze richting heeft tot stand gebracht door invoering van een maximalen arbeidsdag met een minimum loon, een goed voorbeeld dat met prijzenswaardige doortas tendheid dadelijk is opgevolgd door de mach tige vereeniging Amstels Bouwkring die op haar jongstleden Maandag gehouden verga dering besloot om tegen l Augustus a. s. het loon voor de timmerlieden en metselaars boven de 23 jaar vasttestellen op 23 et. en voor de opperlieden op 18 et. per uur met een maximum-werktijd van elf uur in den zomer en van tien uur in den winter. Dat dit alles, hoe schoon ook als begin, toch nog maar zeer bescheiden stappen zijn, hopen wij een volgende week aantetoonen uit hetgeen in den laatsten tijd in Engeland in deze richting is tot stand gekomen. (Wordt vervolgd.) SociUS. mmimuiiiuiiffii iiiiiiiiiiiimmiiilliliiiiiuiiiHiiiiiiuiiiiil Humor en Satire. Een loftuiting die wij onzen teekenaar, den Heer Braakensiek, niet mogen onthouden, komt voor in de Pro». Gron. Cl., in de rubriek Kroniek en Critiek; wij geven haar te eer, wijl zij vergezeld gaat van eenige juiste opmer kingen, die het bezigen van humor en satire betreffen. Het is niet de eerste maal dat ik het zeg, en ik zal het nog vaker zeggen", zou iemand van slecht humeur daaraan misschien toevoegen wij Hollanders zijn geen geestig volk. Wij liebben wel geest, o zeker! maar onze geest getuigt in den regel op andere wijze dan b. v. die der Franschen. Getuigt in ernst en met waardigheid. Ge tuigt in spreuken en spreekwoorden, in fabels en parabels, in moralisatiën en predikatiën. Spotprenten verschijnen bij ons karig, en heb ben dan nog niet altijd succes; de spotbladen zijn flauw als Van Zeggelen's PieterSpa. Van lachende satire hebben we geen verstand. Toen voor een dag of wat de teekenaar van 't Wed;,blad de Amsterdammer scherp, maar zeer ver diend, en in elk geval geestig, den burgemeester van de hoofdstad tot de hongerlijders liet zeggen, dat de raadsleden geen tijd meer hadden gehad om over de voedingsquaestie te redeneeren, aangezien ze aan tafel werden verwacht, wekte hij natuurlijk ergernis. En let nu eens op wat de Franschen in hun Oharivari's en zelfs in hun meer deftige bla den durven teekenen en zeggen over de hoogstgeplaatste personen! Neem de Punch, de Kladderadatsclt, de Lusligz Blatter en zoo veel andere buitenlandsche satirieke weekbla den ter hand, en ge zult, als goed Hollander, verbaasd staan over wat ge daarin aantreft. Is het niet zonderling, dat zelfs de knechtsche Duitschers meer durven wagen dan wij ? MtnitiiiilitiiniiiiiiiiutiilitilliiiiiniiiiuiMiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiHtiiMMi Waar zou de arme. klcino Savoyaard gebleven zijp, wien dit bundeltje toebehoort? vroeg graaf Geza rondziende. De beide mannen waadden tot over de knieën door de sneeuw om een spoor te ontdekken. ? Hier, riep de graaf plotseling, terwijl hij wees op een verstijfde, vereelte hand, die nog eenmaal met een laatste wanhopige poging omhoog was gestoken, als wilde ze het koude, zware lijkkleed afwerpen. Aangepakt, we loggen den jongen over dwars in de slede, sprak op gebiedenden toon, de graaf', die intusschen met behulp van tien violist, den Savoyaard onder de sneeuw van daan had gewerkt. Stel je toch niet zoo dom aan, Törcck, eerst de kleeren van zijn lijf' en de laarzen van zijn voeten trekken ! En nu zijn lichaam wrijven en knijpen, help me eens, speelman, bewerk den jongen eens alsof het je viool was! Ziet ge wel, ging de graaf na een kleine pauze voort, onze pogingen zijn niet vergeefsch, de ledematen worden al buigzaam het hart begint alweer te kloppen. En nu al de dekens, die er zijn. Je mantel van schaapsvel zou ook goed van dienst kunnen zijn, Töreck! Laat hem zijn schapevacht houden, zei de violist lachend en op spottende!! toon, hij neemt hem mee naar de andere wereld, want zonder dat ding zou de goede God hem onmiddellijk bij de bokken indeden. De beide mannen op de achterbank, die den goed in dekens gepakten jongen tusschen zich in hadden genomen, lachten dat ze schaterden, en do slede vloog weer verder De Duitsche geestigheid is een geestigheid op klompen, dat weet ik wel, maar de politieke Witzblatter geven in, als aardigheden be doelde, prenten en woorden, toch vrij wel de stemming der partijen terug. En de Franschen geneeren zich niet hun eigen idolen en idealen, hun eigen fouten en rampen in een bonmot of een plaat aan den lachlust prijs te geven. Diezelfde gaudriole, diezelfde eenigszins lichtzinnige scherts, kenmerkt zoowel den parijschen camelot als de parijsche .... speeldingetjes. Toen in de fransche kamer de echtscheidings-quaestie aan de orde was, werd door de camelots een afschuwelijk grommend en krijtend voorwerpje gevent, onder den uitroep: Vraagt de kreet van mijn schoon moeder!" Uoficra-t il?", zal hij het wagen?" was een zeer vernuftig, ook langs den weg te koop aangeboden, instrumentje om te spotten met het politie voorschrift dat de honden op straat gemuilband moesten zijn. Een agent en een gemuilkorfde hond kwamen op elkaar toe. Op een gegeven oogenblik keerde de tinnen agent, dank zij een verborgen tandraadje en een gummidraad, zich om, zooals wezenlijke, surveilleerende agenten ook gewoon zijn. On middellijk daarna gaat de tinnen hond ook zitten, heft de voorpooten op, neemt zijn muil korf' af en schudt tevreden met den kop, met wellust van de poets genietende, die hij den dienaar des gerechts speelt. Nauwelijks echter is de agent aan 't einde van zijn wachtpost gekomen en keert hij zich opnieuw om, of de hond heeft de korf' weer netjes voorgedaan, en marcheert zoo kalm op den agent af, alsof er niets gebeurd ware. De onvindbare Arton en de politie, die hem vervolgde, werden voorgesteld op een naald, ronddraaiende op een schijf: aan ieder punt een kereltje. Doch het mooiste speelgoed voor fransehe jongetjes was onlangs l'alliance franco-russc: een schaar, waarvan de twee messen twee soldaten voorstellen, een fransehe eneenrussische, die, op elkander gedrukt, een pruisischen helm verpletterden. Het europeesclt evenwicht werd veraanschou welijkt door een Rus en een Franschman, die schrijlings op een balk zaten, dien ze om beurten als een wip op en neer deden dansen. Zoo hebben ze wat gevonden op hun Pa nama, hun Dahomey, hun opera, hun spoor wegongelukken, en kon men indertijd BuffaloBill evengoed koopen als de Spaansche toreadors van de arena, de Javaantjes van de tentoonstelling en ... het spel van llavachol ! Dit verbeeldde een kleinen drankwinkel of wijndebiet, met buffet, tafeltjes, stoelen, publiek en een agent van politie. Op een knopje drukkende, deed men een kartonnen mannetje verschijnen, Ravachol, die met armen en boenen alles en allen omverwierp, wat in zijn weg kwam: llessehen, tafels, Very, de garcons en de gasten. Voorbeelden genoeg thans om te bewijzen, dat de Fransche speelgoederen ook de kroniek van den dag vermelden. Kan niet de eene of andere speelgoedwinkel een historische tentoonstelling geven van deze soort snuisterijen ?" MHMiiiiiiitHiiiiiiiiiiiiinniiiuiiuiiHiiiuiiiiiMiiiunumimiiiuiuiujiiiiiiiMI Aanteekeningen Tooneel. Het gevalt soms, d;it tooiieel-virtuozen mm of meer aange/iene auteurs op hun weg ontmoeten, die om hunnentwil drama's gaan vervaardigen wier volmaakte speelbaarheid door niemand ontkend, maai- alleen de betrokken acteurs bewonderd wordf. Sarah l.iernhardt heeft meer dan eens een derge mmiHiiMiiiiiimiifiimiiMMiimmmmmmiiüUHimtmimimimiiiiiilillM over de ijzige vlakte. Krassend vergezelden de raven nog een tijdlang het voertuig, als eischten ze het haar ontnomen offer terug. Kan u haar taal verstaan? vroeg de violist plotseling, terwijl hij met den strijk stok op de zwarte schare wees. Neen. ik bon niet zoo knap als jij. Xu dan, m ij n hoer, de wijze raven u weet, dat ze dikwijls honderd jaar oud worden roepen u toe, dat de menschen meesttijds bewezen weldaden met verraad beloonen, en dat het voor uw geluk en voor liet welzijn van den zwervcling beter ware geweest, als u hem onder zijn kouden sneeuwdeken stil had laten voortdroomen, de eeuwig heid tegemoet. Speelman, speelman, een goede daad nalaten, zou in dit geval hetzelfde zijn als een slechte daad begaan. - l'ali! viel de andere hem in do rede, er staan al genoeg goede daden op uw conduite-lijst. De lieelc omtrek gewaagt van uw edelmoedigheid. Kn toch hier trok de muzikant het hoofd tusschen de schouders, j terwijl hij boosaardig lachte en toch zai de duivel uw dichtgemetseld huis binnen- i dringen en zich daaruit het deel halen, dat hem van rechtswege toekomt. Graaf Geza lachte: Grappenmaker. wat babbel je toch van mijn gor.d gemetseld ' huis, breng ik er den duivel zelf niot, met ! de slede in? Is mijn tafel niet ten allen tijde gedekt voor l'w llelsche .Majesteit, en vindt L'w Ilelsclie Majesteit niet zoo dikwijls zij wil. een bed in het slot l'allawanyi? ' De mu/.ikant stemde luidlachcnd toe. Zeer dankbaar, sprak hij, terwijl hij spotlijke ontmoeting gezoeht en gehad, en op die wijze van langer hand aan allerlei dramatische wauschepselen het aanzijn geschonken. Het komt mij voor, dat in het vermaarde boek van De Ver keerde Wereld" aan deze averechtsche verhouding van acteur en auteur een afzonderlijk hoofdstuk diende te worden gewijd. Sardou is misschien wel het bekendste en dui delijkste voorbeeld van zulk een literairen zelfmoord, al blijkt nu hoe langer hoc meer dat de weg, dien hij de eerste helft van zijn leven bewandeld heeft, daarna onherroepelijk voor hem was afgesloten. //Op de grens van twee werelden" is de titel van een thans bijna vergeten Hollandsclien roman ; op diezelfde grens hoeft Sardou zeer bewust jaren lang gestaan, maar zich op den duur daar niit kunnen handhaven. Vervuld van een onbestemd heimwee naar den goeden ouden tijd, waarvan hij de laatste overblijfselen zag verdwijnen, heeft hij met ingehouden ironie de voorloopers van den nieuwen tijd zien komen, niet met de brandende verontwaardiging van den reactiounair, voor wien het losser worden van sommige banden gelijk gaat staan met losbandigheid, maar veeleer met den hooghartigen spot en de onverholen onrust van den man, die zich in de nieuwe wijzen van denken en doen kwalijk op zijn gemak voelt. En toen die oude wereld voor goed aan zijn blik onttogenwas en het hem hoe langer hoe duidelijker werd, dat hij op de nieuwe wereld en zij op hem nimmer vat zou hebben, is hij voor de impresario's gaan werken, omdat hij het nu toch eenmaal niet meer voor de onsterfelijkheid kon doen. //Grand roi, eesse de vaincre ou je cesse d'écrire!" sprak Boileau in zijn verbeelding tot den ItoiSoleil en, mij dunkt, de Muze moet in verzoe king komen ditzelfde in gansch anderen zin te zeggen tot koningin Sarah, van wie zoo menige overwinning met een ontaarding van inspiratie werd gekocht. Dit is ook thans weer gebleken het geval te zijn met Ize.yl, het drama in verzen van Silvestre en Morand, door de groote tragédienne op ongeëven aarde wijze in den Renaissance-schouwburg te Parijs gespeeld. Izeyl behoort in voor-Indiëzes eeuwen voor onze jaartelling tot de vierges echévelées Qui vendcnt Ie doux nom de l'amour. /ij wordt veel en ook door velen bemind en niet het minst, vurig door prins Seiudia die zelfs om harentwil tempelroof bedrijft. Op zekeren dag is alom feest en vreugde in den lande : prins (,'akyamouni wordt tot koning gekroond. Nauwelijks is de plechtigheid voltrokken, of een uitgevaste boetprediker komt den jongen vorst oproepen tot een leven van zelfverzaking in de eenzaamheid en hij, de koning van n dag, legt kroon en scepter af en gaat in de woestijn de nietigheid der aardsche dingen bepeinzen. Izcyl die o.p n na al de vormen der liefde bij ervaring kent, zal voor de afwisseling eens mer, de platonische liefde de proef nemen. Zij gaat den kluizenaar opzoeken in zijn eenzaamheid en wordt ten voorbeeld van Maria, Magdalcna bekeerd. Het mog3 waar zijn dat, er in den hemel gejuicht werd bij de bekeering van deze zondares, haar vrienden op de aarde zijn daarmee maar nvitig in genomen, l'rins Seindia althans, die inmiddels ko ning is geworden, verlangt, niets liever dan de relatie op den ouden voet voort t,e zetten. Hij vleit, zij weigert, hij smeekt, zij blijft weigeieu, en als hij haar wil dwingen hem ter wille te zij'n, trekt zij haar ponjaard en steekt, hem dood. Juist komt daar zijn moeder, prinses Harastri binnen, ongelegener kon het wel niet! fzeyl verhaalt haar wat is voorgevallen, maar er is zelfs geen sprake van verzachtende omstandigheden en de koningsmoordenares zal den marteldood sterven. Eer zij den laatsten adem uitblaast, komt prins Henmet haar den kui>chcu broederkus brengen en haar be grafenis, die het slot van het drama vonnt, is zooals iemand heeft opgemerkt, htt eenige de première classe" in het heele stuk. Men kan inderdaad over zulke dingen nier ern stig spreken zonder in eigen oogeu dupe t: /ijn. ]loe kunstig ook van maaksel, hoc vernuft iu1 . an vinding, hoc behendig van ineenzetthig, het, accent 11 mm iiiimimmm HKHII tend boog. Maar u vergist zich, als u denkt, dat, de duivel daarmede tevreden is. Volstrekt niet, de hel heeft datgene ge'.eekend. wat haar toebehoort, ze kent haar volk. De graaf werd door deze laatste woorden van den violist toch niet vroolijk gestemd. [lij kwam eerst weder op zijn gemak, toen de slede eindelijk op het slotplein stilhield. Middernacht; ze zullen allen wel slapen, sprak de graaf mismoedig. IIolio! dan zullen we ze wel wakker strijken ; ik versta me op nachtelijke sere nades, klakte de muzikant met zijn toni; en reeds in het volgende oogenblik stond hij voor de huisdeur. Dideldumdei! dideldunidei! gilde en lachte de viool door de stilte van den nacht. En in een wip, was alles in de weer. Geen kwartier later was men reeds op 'ie eerste verdieping bezig met den jongen ^avoyaard. In de keuken zat de muzikant tegen over de oude keukenmeid met een warman grog vóór zich en vertelde haar dat hij en zijn viool direct uit de bel kwamen, .-il dat hij, als zijn viool hem verveelde, die nu c-n dan aan een mensch in bruikleen gaf, maar dat die menseh dan elk oogenblik vies duivels was en niet den duivel ter hel m >e~t^ varen met lijf en ziel. Ja, ja. ja, mei lijf en ziel, ba, ha, ha!" En de violist speelde achter de oude zi.-l een airtjo, toen deze van angst naar ha.-u' kamertje vluchtte en haar rok van 't Iri -.::i de pantoll'els van de voeten verloor. Ha, ha ha!!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl