Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 867
enkele olieelagernen. In een dier bedrijven
werd den werklieden gedurende W uren slechts
20 minuten rust gegund! Ook in de zuivel
fabrieken werden werktijden genoteerd van
13, 14, 15 zelfs van 151A u. Eveneens in de
bakkerijen waar werktijden werden aange
troffen van 12/4 en 131A u. die gedurende
de laatste dagen der week nog aanzienlijk
werden verlengd.
Zeer belangrijke mededeelingen bevat het
verslag van den Inspecteur in de 3e Inspectie
(Npord-Holland, Utrecht en een deel van
Zuid-Holland.
Blijkens de gegevens uit de
Nijverheidsstatistiek, loopende over 1643 bedrijven waarbij
betrokken zijn 68854 personen, bedroeg: voor
728 bedrijven met ruim 31000 arbeiders de
werktijd 11 uur en minder; voor 751 bedrij
ven met 34400 werklieden van llVs tot_12X
uur, en voor 164 bedrijven met 3-337 arbeiders
13, 14 uur en meer.
Uit deze cijfers blijkt dat bij ons te lande
van de arbeiders over 't algemeen een lange,
te lange, van velen zelfs een
onmenschelijk lange dienststijd wordt gevorderd. Dat
zulk een toestand ernstig nadeel moet
toebrengen aan het individu en aan de
maatschappij zal _een ieder gevoelen die zelf
weet wat werken is en die beseft hoezeer onder
dergelijke verhoudingen het huiselijk leven
de arbeidende klasse lijdt, ja wordt ver
nietigd. Ook aan de industrie kan zulk een
overdreven arbeidstijd op den duur niet ten
goede komen, daar de arbeidskracht der natie,
de bron waaruit de industrie telkens moet
putten, daardoor gevaar loopt te verzwakken.
Merkwaardig in dit opzicht zijn de feiten die
door twee der inspecteurs worden aangevoerd
ten bewijze dat in korter arbeidstijd minstens
evenveel kan worden geproduceerd ja dat een
overmatige arbeid de productie zelfs ver
mindert.
Zoo werd op de werf' Conrad te Haarlem
(directeur de heer P. Goedkoop) de werkdag
met l'/a uur per dag verminderd
envanG7';op 59*/a uur gebracht met aanneming van ta
riefproductie. Het gevolg was dat de werk
lieden thans minstens evenveel verdienen,
terwijl de directie getuigt dat zij nu minstens
even goedkoop werkt als vroeger.
Even opmerkelijk is wat in het verslag wordt
medegedeeld aangaande de Stearine Kaarsen
fabriek te Gouda (directeuren de heeren Steens
Zijnen en Dr IJssel de Schepper). Een hon
derdtal personen werkten daar bij afwisse
ling in nachtploeg en ook 's Zondags, ge
middeld 84 uren per week De directie ver
minderde den werktijd tot 72 uren; de arbei
ders kregen 's Zondags vrij, behielden het
zelfde loon en de productie verminderde niet,
een feit te opmerkelijker omdat bij de
distillatie het voortdurend onderhouden van vuren
van grooten invloed op de productie wordt
geacht. Ook de dagwerktijd der overige man
nelijke werklieden werd, met behoud van het
loon, van 12 uren daags tot 11 uren terug
gebracht zonder dat hierdoor eenig nadeel in
de productie werd veroorzaakt. Te merkwaar
diger is dit alles omdat hier noch tarief noch
stukwerk werd gegeven en de arbeiders dus
xonder een buüengnvonen prikkel in korter tijd
hetzelfde werk leverden.
Een ander voorbeeld is ontleend aan de
Leidsche Broodfabriek (directeur He heer
Casparis) waar een dagrusttijd onder het werk
van twee uren werd ingevoerd, terwijl het
Zondagwerk werd afgeschaft. Om dit te be
reiken moesten de werkkrachten met niet
minder dan 12" o worden vermeerderd. De
directie durfde doortasten en de resultaten
zijn in verschillend opzicht alleszins bevre
digend.
Hoogst interessant is verder het geval van
een fabriekant, die omstreeks 7 weken den
arbeidstijd met een uur had verlengd, doch
daarmede eindigde, omdat de productie door
het langer werken niets was vermeerderd. In
een andere fabriek was wegens het vele werk,
de werktijd met 3 uur per dag verhoogd. En
nmiiiiMiiHiitiiiiiiiiiiHtiiiiiMititiiiimmiiiiiiiitt
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1HM
teekent als een gevallen engel, als een uit
den hemel gestorte godheid.
De vreemde speelman zweeg en staarde,
in zwaarmoedig nadenken verzonken, voor
zich; de oude Töreck echter, wien een rilling
over het lichaam voer, dat men God en den
duivel zoo maar zonder eenigen eerbied in
n kroes wierp, .bromde iets tusschen zijn
tanden van goddeloos landloopersvolk en
sloeg op de paarden.
Overigens was alles stil. Niets dan het
kraken der sneeuw onder de in vliegende
vaart, voortjagende slede, niets dan liet ge
kras van een vlucht raven, die nederstreken
op het lage, met rijp bedekte kreupelhout
en vervolgens weer opvlogen. Overigens alles
levenloos, alles verstijfd op de onmetelijke
sneeuwvlakte, waarover de ten ondergang
neigende zon haar roode lichtbundels schoot.
Wat hebben die raven daar toch, Töreck 'f
vroeg de graaf, die plotseling opmerkzaam
werd op het onophoudelijk gekrijsch van de
zwart gevederde cchaar.
Wat zou 't anders zijn, dan een stuk
dood wild, bromde de oude.
Of een mensch, die in de sneeuw is
omgekomen, spotte de muzikant.
Jij zult het natuurlijk wel beter weten,
mompelde de oude Töreck, terwijl hij zijn
paarden den zweep liet voelen.
Maar een gebiedend, halt! van den graaf
bracht in eens paarden en slede tot staan.
Ik geloof, dat ge gelijk hebt, speelman,
sprak de graaf, terwijl hij uit de slede sprong
en op een bundel blikken keukengereedsehap,
strijkijzers en muizenvallen wees, zooals de
Savoyaarden gewoonlijk in de dorpen
rondventen.
wat bleek? Dat de productie met rassche
schreden achteruitging, zoodat de fabriekant
verklaarde niets meer van overwerk te willen
weten en liever in korten tijd het hoogste loon
te willen geven. De Inspecteur geeft nog en
kele andere staaltjes van denzelfden aard en
verzekert deze opsomming nog met verschil
lende in dien geest te kunnen vervolgen.
Ook de Inspecteur in de 2e Inspectie deelt
een geval mede van even verblijdenden aard:
een sigarenfabrikant bracht den werktijd van
12 op 10'/-> uur, en het aantal gemaakte si
garen verminderde niet; enkele arbeiders le
verden thans zelfs 200 a 400 stuks meer af
per week.
De industrieelen die aldus met bestaande
begrippeiïdurven breken en den moed hebben
om vóór tegaan op den goeden weg mogen
aanspraak maken op de erkentelijkheid van
allen die het wel meenen met onze arbeidende
klasse, vooral van diegenen onder hen, die
deze en dergelijke maatregelen het liefst zoo
veel mogelijk zouden zien tot stand komen
zonder den Staatsdwang uit te breiden en
het aantal ambtenaren telvergrooten.
Dankbaar mag niettemin ook worden aan
vaard wat dezer dagen de gemeenteraad van
Amsterdam in deze richting heeft tot stand
gebracht door invoering van een maximalen
arbeidsdag met een minimum loon, een goed
voorbeeld dat met prijzenswaardige doortas
tendheid dadelijk is opgevolgd door de mach
tige vereeniging Amstels Bouwkring die op
haar jongstleden Maandag gehouden verga
dering besloot om tegen l Augustus a. s. het
loon voor de timmerlieden en metselaars boven
de 23 jaar vasttestellen op 23 et. en voor de
opperlieden op 18 et. per uur met een
maximum-werktijd van elf uur in den zomer en
van tien uur in den winter.
Dat dit alles, hoe schoon ook als begin,
toch nog maar zeer bescheiden stappen zijn,
hopen wij een volgende week aantetoonen
uit hetgeen in den laatsten tijd in Engeland
in deze richting is tot stand gekomen.
(Wordt vervolgd.) SociUS.
mmimuiiiuiiffii
iiiiiiiiiiiimmiiilliliiiiiuiiiHiiiiiiuiiiiil
Humor en Satire.
Een loftuiting die wij onzen teekenaar, den
Heer Braakensiek, niet mogen onthouden,
komt voor in de Pro». Gron. Cl., in de rubriek
Kroniek en Critiek; wij geven haar te eer, wijl
zij vergezeld gaat van eenige juiste opmer
kingen, die het bezigen van humor en satire
betreffen.
Het is niet de eerste maal dat ik het zeg,
en ik zal het nog vaker zeggen", zou
iemand van slecht humeur daaraan misschien
toevoegen wij Hollanders zijn geen geestig
volk. Wij liebben wel geest, o zeker! maar
onze geest getuigt in den regel op andere
wijze dan b. v. die der Franschen.
Getuigt in ernst en met waardigheid. Ge
tuigt in spreuken en spreekwoorden, in fabels
en parabels, in moralisatiën en predikatiën.
Spotprenten verschijnen bij ons karig, en heb
ben dan nog niet altijd succes; de spotbladen
zijn flauw als Van Zeggelen's PieterSpa. Van
lachende satire hebben we geen verstand. Toen
voor een dag of wat de teekenaar van 't
Wed;,blad de Amsterdammer scherp, maar zeer ver
diend, en in elk geval geestig, den burgemeester
van de hoofdstad tot de hongerlijders liet
zeggen, dat de raadsleden geen tijd meer
hadden gehad om over de voedingsquaestie
te redeneeren, aangezien ze aan tafel werden
verwacht, wekte hij natuurlijk ergernis. En
let nu eens op wat de Franschen in hun
Oharivari's en zelfs in hun meer deftige bla
den durven teekenen en zeggen over de
hoogstgeplaatste personen! Neem de Punch,
de Kladderadatsclt, de Lusligz Blatter en zoo
veel andere buitenlandsche satirieke weekbla
den ter hand, en ge zult, als goed Hollander,
verbaasd staan over wat ge daarin aantreft.
Is het niet zonderling, dat zelfs de
knechtsche Duitschers meer durven wagen dan wij ?
MtnitiiiilitiiniiiiiiiiutiilitilliiiiiniiiiuiMiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiHtiiMMi
Waar zou de arme. klcino Savoyaard
gebleven zijp, wien dit bundeltje toebehoort?
vroeg graaf Geza rondziende.
De beide mannen waadden tot over de
knieën door de sneeuw om een spoor te
ontdekken.
? Hier, riep de graaf plotseling, terwijl
hij wees op een verstijfde, vereelte hand, die
nog eenmaal met een laatste wanhopige
poging omhoog was gestoken, als wilde ze
het koude, zware lijkkleed afwerpen.
Aangepakt, we loggen den jongen over
dwars in de slede, sprak op gebiedenden toon,
de graaf', die intusschen met behulp van tien
violist, den Savoyaard onder de sneeuw van
daan had gewerkt.
Stel je toch niet zoo dom aan, Törcck,
eerst de kleeren van zijn lijf' en de laarzen
van zijn voeten trekken !
En nu zijn lichaam wrijven en knijpen,
help me eens, speelman, bewerk den jongen
eens alsof het je viool was!
Ziet ge wel, ging de graaf na een kleine
pauze voort, onze pogingen zijn niet
vergeefsch, de ledematen worden al buigzaam
het hart begint alweer te kloppen. En nu al
de dekens, die er zijn.
Je mantel van schaapsvel zou ook goed
van dienst kunnen zijn, Töreck!
Laat hem zijn schapevacht houden,
zei de violist lachend en op spottende!! toon,
hij neemt hem mee naar de andere wereld,
want zonder dat ding zou de goede God hem
onmiddellijk bij de bokken indeden.
De beide mannen op de achterbank, die
den goed in dekens gepakten jongen tusschen
zich in hadden genomen, lachten dat ze
schaterden, en do slede vloog weer verder
De Duitsche geestigheid is een geestigheid op
klompen, dat weet ik wel, maar de politieke
Witzblatter geven in, als aardigheden be
doelde, prenten en woorden, toch vrij wel de
stemming der partijen terug. En de Franschen
geneeren zich niet hun eigen idolen en idealen,
hun eigen fouten en rampen in een bonmot
of een plaat aan den lachlust prijs te geven.
Diezelfde gaudriole, diezelfde eenigszins
lichtzinnige scherts, kenmerkt zoowel den
parijschen camelot als de parijsche ....
speeldingetjes. Toen in de fransche kamer de
echtscheidings-quaestie aan de orde was, werd
door de camelots een afschuwelijk grommend
en krijtend voorwerpje gevent, onder den
uitroep: Vraagt de kreet van mijn schoon
moeder!"
Uoficra-t il?", zal hij het wagen?" was
een zeer vernuftig, ook langs den weg te koop
aangeboden, instrumentje om te spotten met
het politie voorschrift dat de honden op straat
gemuilband moesten zijn. Een agent en een
gemuilkorfde hond kwamen op elkaar toe. Op
een gegeven oogenblik keerde de tinnen agent,
dank zij een verborgen tandraadje en een
gummidraad, zich om, zooals wezenlijke,
surveilleerende agenten ook gewoon zijn. On
middellijk daarna gaat de tinnen hond ook
zitten, heft de voorpooten op, neemt zijn muil
korf' af en schudt tevreden met den kop, met
wellust van de poets genietende, die hij den
dienaar des gerechts speelt.
Nauwelijks echter is de agent aan 't einde
van zijn wachtpost gekomen en keert hij zich
opnieuw om, of de hond heeft de korf' weer
netjes voorgedaan, en marcheert zoo kalm op
den agent af, alsof er niets gebeurd ware.
De onvindbare Arton en de politie, die hem
vervolgde, werden voorgesteld op een naald,
ronddraaiende op een schijf: aan ieder punt
een kereltje.
Doch het mooiste speelgoed voor fransehe
jongetjes was onlangs l'alliance franco-russc:
een schaar, waarvan de twee messen twee
soldaten voorstellen, een fransehe
eneenrussische, die, op elkander gedrukt, een
pruisischen helm verpletterden.
Het europeesclt evenwicht werd veraanschou
welijkt door een Rus en een Franschman, die
schrijlings op een balk zaten, dien ze om
beurten als een wip op en neer deden dansen.
Zoo hebben ze wat gevonden op hun Pa
nama, hun Dahomey, hun opera, hun spoor
wegongelukken, en kon men indertijd
BuffaloBill evengoed koopen als de Spaansche
toreadors van de arena, de Javaantjes van
de tentoonstelling en ... het spel van
llavachol ! Dit verbeeldde een kleinen drankwinkel
of wijndebiet, met buffet, tafeltjes, stoelen,
publiek en een agent van politie. Op een
knopje drukkende, deed men een kartonnen
mannetje verschijnen, Ravachol, die met armen
en boenen alles en allen omverwierp, wat in
zijn weg kwam: llessehen, tafels, Very, de
garcons en de gasten.
Voorbeelden genoeg thans om te bewijzen,
dat de Fransche speelgoederen ook de kroniek
van den dag vermelden.
Kan niet de eene of andere speelgoedwinkel
een historische tentoonstelling geven van deze
soort snuisterijen ?"
MHMiiiiiiitHiiiiiiiiiiiiinniiiuiiuiiHiiiuiiiiiMiiiunumimiiiuiuiujiiiiiiiMI
Aanteekeningen Tooneel.
Het gevalt soms, d;it tooiieel-virtuozen mm of
meer aange/iene auteurs op hun weg ontmoeten,
die om hunnentwil drama's gaan vervaardigen wier
volmaakte speelbaarheid door niemand ontkend,
maai- alleen de betrokken acteurs bewonderd wordf.
Sarah l.iernhardt heeft meer dan eens een
derge
mmiHiiMiiiiiimiifiimiiMMiimmmmmmiiüUHimtmimimimiiiiiilillM
over de ijzige vlakte.
Krassend vergezelden de raven nog een
tijdlang het voertuig, als eischten ze het haar
ontnomen offer terug.
Kan u haar taal verstaan? vroeg de
violist plotseling, terwijl hij met den strijk
stok op de zwarte schare wees.
Neen. ik bon niet zoo knap als jij.
Xu dan, m ij n hoer, de wijze raven
u weet, dat ze dikwijls honderd jaar oud
worden roepen u toe, dat de menschen
meesttijds bewezen weldaden met verraad
beloonen, en dat het voor uw geluk en voor
liet welzijn van den zwervcling beter ware
geweest, als u hem onder zijn kouden
sneeuwdeken stil had laten voortdroomen, de eeuwig
heid tegemoet.
Speelman, speelman, een goede daad
nalaten, zou in dit geval hetzelfde zijn als
een slechte daad begaan.
- l'ali! viel de andere hem in do rede,
er staan al genoeg goede daden op uw
conduite-lijst. De lieelc omtrek gewaagt van
uw edelmoedigheid. Kn toch hier trok de
muzikant het hoofd tusschen de schouders,
j terwijl hij boosaardig lachte en toch zai
de duivel uw dichtgemetseld huis binnen- i
dringen en zich daaruit het deel halen, dat
hem van rechtswege toekomt.
Graaf Geza lachte: Grappenmaker.
wat babbel je toch van mijn gor.d gemetseld
' huis, breng ik er den duivel zelf niot, met
! de slede in? Is mijn tafel niet ten allen
tijde gedekt voor l'w llelsche .Majesteit, en
vindt L'w Ilelsclie Majesteit niet zoo dikwijls
zij wil. een bed in het slot l'allawanyi?
' De mu/.ikant stemde luidlachcnd toe.
Zeer dankbaar, sprak hij, terwijl hij
spotlijke ontmoeting gezoeht en gehad, en op die wijze
van langer hand aan allerlei dramatische
wauschepselen het aanzijn geschonken. Het komt mij
voor, dat in het vermaarde boek van De Ver
keerde Wereld" aan deze averechtsche verhouding
van acteur en auteur een afzonderlijk hoofdstuk
diende te worden gewijd.
Sardou is misschien wel het bekendste en dui
delijkste voorbeeld van zulk een literairen zelfmoord,
al blijkt nu hoe langer hoc meer dat de weg, dien
hij de eerste helft van zijn leven bewandeld heeft,
daarna onherroepelijk voor hem was afgesloten.
//Op de grens van twee werelden" is de titel van
een thans bijna vergeten Hollandsclien roman ; op
diezelfde grens hoeft Sardou zeer bewust jaren
lang gestaan, maar zich op den duur daar niit
kunnen handhaven. Vervuld van een onbestemd
heimwee naar den goeden ouden tijd, waarvan hij
de laatste overblijfselen zag verdwijnen, heeft hij
met ingehouden ironie de voorloopers van den
nieuwen tijd zien komen, niet met de brandende
verontwaardiging van den reactiounair, voor wien
het losser worden van sommige banden gelijk gaat
staan met losbandigheid, maar veeleer met den
hooghartigen spot en de onverholen onrust van den
man, die zich in de nieuwe wijzen van denken en
doen kwalijk op zijn gemak voelt. En toen die
oude wereld voor goed aan zijn blik onttogenwas
en het hem hoe langer hoe duidelijker werd, dat
hij op de nieuwe wereld en zij op hem nimmer
vat zou hebben, is hij voor de impresario's gaan
werken, omdat hij het nu toch eenmaal niet meer
voor de onsterfelijkheid kon doen.
//Grand roi, eesse de vaincre ou je cesse d'écrire!"
sprak Boileau in zijn verbeelding tot den
ItoiSoleil en, mij dunkt, de Muze moet in verzoe
king komen ditzelfde in gansch anderen zin te
zeggen tot koningin Sarah, van wie zoo menige
overwinning met een ontaarding van inspiratie werd
gekocht. Dit is ook thans weer gebleken het geval te
zijn met Ize.yl, het drama in verzen van Silvestre en
Morand, door de groote tragédienne op ongeëven
aarde wijze in den Renaissance-schouwburg te Parijs
gespeeld.
Izeyl behoort in voor-Indiëzes eeuwen voor
onze jaartelling tot de
vierges echévelées
Qui vendcnt Ie doux nom de l'amour.
/ij wordt veel en ook door velen bemind en niet
het minst, vurig door prins Seiudia die zelfs om
harentwil tempelroof bedrijft. Op zekeren dag is
alom feest en vreugde in den lande : prins
(,'akyamouni wordt tot koning gekroond. Nauwelijks is
de plechtigheid voltrokken, of een uitgevaste
boetprediker komt den jongen vorst oproepen tot een
leven van zelfverzaking in de eenzaamheid en hij,
de koning van n dag, legt kroon en scepter af
en gaat in de woestijn de nietigheid der aardsche
dingen bepeinzen.
Izcyl die o.p n na al de vormen der liefde bij
ervaring kent, zal voor de afwisseling eens mer, de
platonische liefde de proef nemen. Zij gaat den
kluizenaar opzoeken in zijn eenzaamheid en wordt
ten voorbeeld van Maria, Magdalcna bekeerd.
Het mog3 waar zijn dat, er in den hemel gejuicht
werd bij de bekeering van deze zondares, haar
vrienden op de aarde zijn daarmee maar nvitig in
genomen, l'rins Seindia althans, die inmiddels ko
ning is geworden, verlangt, niets liever dan de
relatie op den ouden voet voort t,e zetten. Hij
vleit, zij weigert, hij smeekt, zij blijft weigeieu,
en als hij haar wil dwingen hem ter wille te zij'n,
trekt zij haar ponjaard en steekt, hem dood. Juist
komt daar zijn moeder, prinses Harastri binnen,
ongelegener kon het wel niet! fzeyl verhaalt haar
wat is voorgevallen, maar er is zelfs geen sprake
van verzachtende omstandigheden en de
koningsmoordenares zal den marteldood sterven. Eer zij
den laatsten adem uitblaast, komt prins Henmet
haar den kui>chcu broederkus brengen en haar be
grafenis, die het slot van het drama vonnt, is
zooals iemand heeft opgemerkt, htt eenige de
première classe" in het heele stuk.
Men kan inderdaad over zulke dingen nier ern
stig spreken zonder in eigen oogeu dupe t: /ijn.
]loe kunstig ook van maaksel, hoc vernuft iu1 . an
vinding, hoc behendig van ineenzetthig, het, accent
11 mm iiiimimmm HKHII
tend boog. Maar u vergist zich, als u
denkt, dat, de duivel daarmede tevreden is.
Volstrekt niet, de hel heeft datgene
ge'.eekend. wat haar toebehoort, ze kent haar volk.
De graaf werd door deze laatste woorden
van den violist toch niet vroolijk gestemd.
[lij kwam eerst weder op zijn gemak, toen
de slede eindelijk op het slotplein stilhield.
Middernacht; ze zullen allen wel slapen,
sprak de graaf mismoedig.
IIolio! dan zullen we ze wel wakker
strijken ; ik versta me op nachtelijke sere
nades, klakte de muzikant met zijn toni; en
reeds in het volgende oogenblik stond hij
voor de huisdeur. Dideldumdei!
dideldunidei! gilde en lachte de viool door de
stilte van den nacht.
En in een wip, was alles in de weer.
Geen kwartier later was men reeds op 'ie
eerste verdieping bezig met den jongen
^avoyaard. In de keuken zat de muzikant tegen
over de oude keukenmeid met een warman
grog vóór zich en vertelde haar dat hij
en zijn viool direct uit de bel kwamen, .-il
dat hij, als zijn viool hem verveelde, die nu
c-n dan aan een mensch in bruikleen gaf,
maar dat die menseh dan elk oogenblik vies
duivels was en niet den duivel ter hel m >e~t^
varen met lijf en ziel. Ja, ja. ja, mei lijf
en ziel, ba, ha, ha!"
En de violist speelde achter de oude zi.-l
een airtjo, toen deze van angst naar ha.-u'
kamertje vluchtte en haar rok van 't Iri -.::i
de pantoll'els van de voeten verloor.
Ha, ha ha!!