De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 11 februari pagina 1

11 februari 1894 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

W. 868 DE'AMSTERDAMMER A°. 1894 WEEKBLAD VOOR NEDEKLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 11 Februari Abonnement per 3 maanden ?1.50, Ir. p. post ? 1.65 Voor Indiëper jaar ^ mail,, '?>? Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12' Advei'tenliün van l?regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.10 INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: De maximale arbeids dag, door Socius. (Slot). FEUILLETON : De viool van Paganini, naar het Duitsch van O. von Oberkamp. II. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. KUNST EN LETTEREN: Kunst en samenleving, door H. P. Berlage. In het Rijksmuseum, II, door J. V. Oud en nieuw, door F. A. B. WETEN SCHAP: Prof. Billroth. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e. INGEZONDEN, door S. tlECLAMES. - UIT Dr. GANNEF's STUDEERKAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. _ ADVERTENTIËN. mtiuiiiimiiiiiiiiMimiiimiiiuiiuiiiiiiiiHiiiiMuiimuiiiiiie Vorst Bismarck is, overladen met eerbewijzingen, naar Friedrichsruhe teruggekeerd. Zijn uitstapje naar Berlijn is hem goed be komen, en nog in den Joop dezer maand zal hij, naar men beweert, keizer \Vilhelm als gast op zijn landgoed ontvangen. Daarmede zal de interessante episode der verzoening gesloten en afgedaan zijn. Wie zich nog voorstelde dat deze verzoe ning een terugkeer van den nieuwen tot den ouden koers tengevolge zou hebben, behoeft slechts kennis te nemen van de commenta ren, waarmede in de pers het Duitsch-Russische handelstractaat is ontvangen. Dit traktaat, dat den sluitsteen vormt van graaf Caprivi's handelspolitiek, dus van de politiek, die met zoo groote heftigheid door Bismarck en diens organen is bestreden, vindt bij de meeste partijen warme instemming en wordt zelfs door de conservatieve agrariërs nog slechts flauw bestreden. Aan de aanneming van het traktaat door den Rijksdag valt niet meer te twijfelen, en keizer Wilhelm en zijn tegenwoordige rijkskanselier komen als over winnaars uit den langdurigen strijd. Vorst Bismarck men zal het zich her inneren heeft een tijd gehad, waarin de free traders in hem een bondgenoot zagen; maar die periode was van betrekkelijk kor ten duur, en in overeenstemming met zijne nrnimiNMMWitiiittniititiiHijiiim MiiumtuiiiutuiHMtiiMiumiitJiHum De viool van Paganini. Naar het Duitsclt, VAX O. VON OBERKAMP. II. Kinderen, vrouwen en katten moeten speel goed hebben ; dat was al zoo van den beginne af aan en dat zal zoo blijven, tot de laatste vr^uw haar laatste speelgoed heeft gebroken en de laatste kat haar laatste deuntje heeft gesponnen. Die groote en kleine katjes amu seeren zich echter soms met erg wreede spel letjes. Zoo draaide Johanna van Napels het koord, waarmede ze haar echtgenoot liet worgen, zoo vielen Simsons haren in elila's schoot, zoo speelde Cleopatra met Marcus Antonius en ontbladerde al spelende zijn lauwerkrans. En de kleine Gaurilla, de pupil van graaf Geza Pallawanye? Ze had, eer het jaar drie maanden ouder was, van den armen Savoyaard haar speelgoed, haar pop, haar huis- en hofnar, haar aapje en haar gedresseerden poedel gemaakt! Schenk hem aan mij, graaf Geza, geef hem mij, had gravin Gawrilla gesmeekt en ze had daarbij haar voogd met bliksemende oogen aangezien als Herodias, toen ze van haar vader Herodus het hoofd, en daarmee het leven van den Dooper eischte. En zoo was de arme, maar vrije Savoyaardsche knaap, een netjes uitgemonsterde slaaf geworden. Hij liep nu niet meer met braadpannen, strijkijzers en muizenvallen in de dorpen te venten, hij troonde nu in een conservatieve neigingen zocht hij weldra zijn heil in een steeds sterker geprononceerd pro tectionisme. Die overgang kostte hem des te minder moeite, omdat hij zich nooit aan Prinzipicnrcitcrci heeft schuldig gemaakt en in alle opzichten een opportunist is geweest. Bismarck werd vrijhandelaar om zich Napo leon III tot vriend te maken; hij werd protectionist om zijn vrienden, den grootgrond bezitters der jonkerpartij, ten dienste te zijn, als hij hen voor de verwezenlijking van zijne plannen noodig had. Zijn praktijk was dui delijk genoeg, maar zijne theorieën waren tamelijk vaag. »Beschermende tarieven voor enkele takken van nijverheid" zoo schreef hij indertijd in eene voor den Bondsraad be stemde memorie van toelichting »werken, vooral wanneer zij de maat overschrijden, die wordt voorgeschreven met het oog op de daarvan te verwachten financieele resultaten, als een privilegie, en stuiten bij de verte genwoordigers der niet beschermde takken op den tegenzin, waarmede elk privilegie wordt ontvangen. Deze tegenzin kan niet worden opgewekt door een tarievenstelsel, dat, binnen de door het financieel belang getrokken gren zen, aan de geheele inlandsche productie op de eigen markt een voordeel verzekert boven de buitenlandsche productie. Xu!k een stelsel kan van geen zijde als drukkend worden beschouwd, omdat zijne werkingen zich over alle produceerende kringen der natie gelijk matiger verdeelen, dan dit bij een stelsel van beschermende rechten voor enkele takken van nijverheid het geval is." Het behoeft waarlijk geen betoog, dat deze fraaie theorie, zoo ergens, alleen in toepassing zou kunnen worden gebracht in een land, dat binnen zijn eigen grenzen alles vond, wat voor zijne behoefte onmisbaar wa«, grondstof fen zoowel als nijverheidsproducten, en dat eventueele represaille-maatregelen met kalmte en gelatenheid kon afwachten. Tot die be voorrechte landen behoort Duitschland zeker niet. Daarom heeft dan ook de heer Yon Caprivi, sedert hij als verantwoordelijk leider der Duitsche politiek optrad, indachtig aan de spreuk kx hoiix ro»i/j/rx fi/nl Icx Imiix i'/m/x, getracht de handelsbetrekkingen van Duitsch land met de naburige landen te vestigen op een grondslag van wederzijdsche concessiën, hetgeen natuurlijk zonder wederzijdsche offers niet mogelijk was. Zoo kwamen de handels verdragen tot stand met Oostenrijk-Hongarije, met Servië, Roemeniëen met Spanje. En bij NlltllUllllllllllllnflMllllllflütlllllUIIII fantastische livrei op den bok, stond aan tafel achter gravin Gawrüla's stoel, gehoorzaam op ieder harer wenken ; hij deed, wat de der tienjarige gravin goed vond hem te bevelen; want op het kasteel Pallawanyi heerschte ?gravin Grawrilla. Graaf Geza had zich door die kleine, blanke, despotische meisjeshanden de teugels van het bestuur laten ontnemen; hij bemerkte het in 't geheel niet, dat hij in zijn eigen huis, van koning tot eersten minister was gedegradeerd. En waarlijk, Gawrilla verstond de kunst van regeeren. Ze was verrukkelijk, een kleine koningin. Men moest haar zien, als zij haar bevelen gaf, als ze Paul Micheli (dat was de prozaïsche naam van den Sa voyaard) zijn plichten aan't verstand bracht, als ze hem in een goede bui met suikergoed vol stopte, of' als ze zich slecht geluimd, op richtte om hem met de bevallig-wilde boos heid van een kleine kat, de nagels van haar lluweelen pootje te laten voelen. Het was gelukkig, dat de kleine despote in het voorjaar naar een inrichting voor adellijke jonge dames te Weenen zou gebracht worden, en dat de regecring van deze strenge Semiramis slechts een tusschenregecring van korten duur was. Gawrilla leek iets op de vrouwenfiguren uit Dante's :>IIel"; Kaïna, Ptolomea, Antenora, moesten in dien vorm voor des dichters fantasie gezweefd hebben ; roodblonde haren, diepe, zwarte, wellustige oogen, met steeds afwisselend vuur er in; witte, kleine tanden, spits, als die van een wolf; een van die veerkrachtige, zuidelijke gestalten, die zoo vlug, rank en schoon op groeien als de gewassen der tropen, iets springends in al haar bewegingen, iets sehitterends, slangachtig.? in haar geheele wezen, zoo was Gawrilla! -?Zoo, zoo, zei de vedelaar, toen hij voor het eerst na die nachtelijke sledevaart weer op het slot li wam. Kijk, kijk, onze kleine al die onderhandelingen bleef de onwelwil lende critiek van den kluizenaar te Fried richsruhe zichzelf' getrouw: telkens heette het weer, dat de regeering op onverantwoor delijke wijze de belangen harer onderdanen prijs gaf. liet sterkst was de oppositie tegen het handelstraktaat met Rusland, want hier golden de van Duitschland gevraagde concessiën het nol i inc tcuujerr van Bismarck's agrarische vrienden: de graanrechten. Toch zijn Rusland's eischen gebleken inderdaad matig te wezen ; het heeft zich vergenoegd met eene verlaging der invoerrechten op Russisch graan van 5 Mark tot 3.50 Mark per 100 kilogram, en in ruil daarvoor verlagingen toegestaan van de tarieven voor tal van Duitsche producten en fabrikaten, in de eerste plaats voor steen kolen en ijzer. De Duitsche agrariërs hebben beweerd, dat de verlaging van l 50 Mark voor den landbouw hoogst nadeelig zou zijn. Ongelukkig hebben zij daarbij n feit uit het oog verloren of althans verzwegen: dat de prijzen der we reldmarkt niet door Duitschland en Rusland te zamen worden bepaald. Gedurende geruimeu tijd heeft voor den invoer van Russisch graan naar Duitschland het exceptioneel tarief gegolden van 7.50 Mark. In dien tijd, die volgens de theorie der agrariërs, voor den Duilschen graanbouwer een gulden tijd had moeten zijn, daalden de prijzen in DuitschJand, omdat Rusland voor zijn producten andere débouchés moest zoeken, daar tegen concurreerende prijzen verkocht, en zoo ten slotte ook in Duitschland de markt drukte. Bekeerd zijn de Duitsche agrariërs natuur lijk niet, maar zij beginnen in te zien, dat hunne kansen zeer slecht staan. Keixer Wil helm heeft, in min of meer vertrouwelijke, maar toch wat den hoofdinhoud betreft bekend geworden, gesprekken met conservatieve poli tieke leiders, met grooten nadruk gewe/en op de govaren van eene egoïstische politiek, op de noodzakelijkheid om in het belang van het algemeen offers te brengen, en op de hoogst bedenkelijke gevolgen, die eene ver werping van het, ontworpen traktaat op de verhouding tot Rusland zou kunnen hebben. De Czar stelt hoogen prijs op <le aanneming van het traktaat, te meer omdat Rusland daarbij, volgens zijne opvatting, die men niet overdreven kan noemen, tot de uiterste grens der concessiën is gegaan. Onder deze omstan digheden mag men hopen op eene spoedige gravin Gawrilla heeft een vogel gevangen. Arme vogel! Zijn vleugelen zullen wel stuk zijn, maar wie weet of den vogel de gave van den zang niet is gegeven?! Hahaha! we willen eens beproeven, mijn kleine Gaw rilla, of ik hem niet, naar mijn kant kan overspelen, dien kleinen avoyaard met zijn zwaarmoedige oogen. En de violist lachte, terwijl hij deze woor den sprak en greep naar zijn viool. Het was een schoone lentedag, de wind was uittermate zoel, in de tuinen begonnen reeds de viooltjes te bloeien en kastanjes hadden (er cere der terugkeerende lente hun honderd en nog eens honderd witte en roode bloesemkaarsen aangestoken. En was het nu de lente met haar alles overwinnende kracht, of was het, de violist met zijn alles overwin nend spel genoeg, na de eerste streken van den strijkstok reeds had de geheimzin nige speler den Savoyaard door zijn wonder bare melodieën naar zijn zijde gelokt. Leer mij spelen, zooals gij ! stamelde de knaap. terwijl hij zenuwachtig opgewonden de knieën van den speelman omvatte. De violist echter lachte, en streek liefkoozcnd over het zwart-gelokte hoofd van den knaap. Ziet ge wel. kleine Gawrilla, sprak hij honend, nu begint de strijd tusschen u en mij - de strijd om een menschenziel; wie zal het winnen, ik of gij:' Ik ! De kleine gravin zei dit op vorstelijken, rusti<reri toon. Maar de rust der kleine vorstin was toch wel ccnigszins gedwongen, want achter de boschjes, waar de viooltjes bloeiden, weende Gawrilla nauwelijks een uur later, bittere tranen van toorn. - Hoe? Zij, gravin Gawrilla had beslag gelegd op een stuk levend speelgoed, en nu kwam een ander om haar dat afhandig te maken. En het ongehoordste van de zaak was. dat zelfs graaf Geza, haar eerste miafdoening dezer hoogstbelangrijke quaestie. Wordt die hoop vervuld, dan zal het pres tige van graaf' Caprivi niet weinig versterkt zijn. En dit is hoog noodig, nu de regeling der binnenlandsche financieele aangelegen heden van het Duitsche rijk eene regeling, die door de laatste legeruitbreiding is noo dig gewor len op zoo groote moeielijkheden stuit. MiimminiimMiiMiimimiiiiiiitii Scciak v v uiiimiiiiiiiiiniiiiiiiiiiimiiimiMiimuiiiimiiiiiiiiMiiimiimliHiiitiiiifiuui De maximale Arbeidsdag. (Slot). Bij de bespreking van den arbeidsdag kwa men wij verleden week tot de conclusie dat die in Nederland nog zeer lang is, doch moch ten tevens dankbaar erkennen dat, zoowel door particulieren als door de overheid, hier en daar iets wordt gedaan om ook in dit opzicht den arbeider het leven eenigzins dra gelijker te maken. Wij moesten daaraan echter dadelijk toe voegen dat hetgeen gedaan werd nog maar een zeer bescheiden stap moet worden ge noemd, vooral als wij het vergelijken bij het geen onlangs in Engeland in eene richting werd tot stand gebracht. Daarbij hadden wij het oog op het hoogst merkwaardige besluit der Engelsche Reegeling om het aantal werkuren in alle inrich tingen die onder het departement van Oorlog ressorteeren te brengen op «dit per dag, een. maatregel waardoor dus zelfs een der socia listische idealen zal worden verwezenlijkt! Men mag dezen stap gerust beschouwen als een maatstaf hoe ver men in deze richting veilig kan gaan want het departement van Oorlog is nu juist niet een instelling die aan gewaagde proefnemingen doet en het hoofd, the Secretary of' State Mr. C'ampbell-Bannerman, is geen sentimenteele droomer maar een Schot met een zeer harden kop en een uitstekend administrateur. Toch durfde hij den "jen Januari jl. in het Parlement de verzekering geven dat hij den maatret/tl wlittc, :* ooicel in hei voordeel ran den dienst nlxran de. arbeiders. Natuurlijk legt zulk een man zulk een verklaring niet afzonder vooraf een nauwgezet onderzoek te hebben ingesteld. De Labour Ga?j:i(e, het oflicieele orgaan van het Ai beidsdeparternent van den Bond of Trade, deelt dan ook mede, dat de verzekering van Mr Campbell the resultaat is van zorgvuldige onderzoekin gen naar de werking van praktische proefne mingen bij particuliere werken en inrich mmiiiHtiHüiiuiiiiiiEHliiiiiilliimimillltmiiiiitttiiiiiiiiimiiliiiiiiiiiiiiiHtt nister, die anders iederen wensch van koningin Gawrilla met zijn volle naamteekening be krachtigde, ditmaal tegenover haar pruilen een beslist neen stelde. Je bent een kind, mijn kleine Gawrilla, antwoordde hij. Het is gelukkig, dat de hemel den armen Savoyaard een talent heeft geschonken, waardoor het hem mogelijk zal zijn, later zijn brood te verdienen. Wij zullen dat talent aankweeken en ontwikkelen, want voor den handel in muizenvallen en strijk ijzers zal de arme jongen in deze school wel voor goed bedorven zijn geworden. Dunktje ook niet? Maar (Jawrilla hield stijf en strak staande, dat men wederrechtelijk haar heilige rechten had aangerand en ze zou geen dochter Eva's gen-eest zijn, als ze niet alle middelen in 't werk had gesteld om haar eigendom in bezit te houden. Wat doet men al niet, wanneer het de vraag geldt, om een verloren rijk op nieuw te veroveren. En zoo werd Gawrilla dan koket. Het was haar eerste proeve op dit gebied en zij gelukte boven alle ver wachting; Gawrilla was op dien leeftijd, waarin in het kind de vrouw en tegelijk daarmede een wereld van wonderbare aan doeningen ontwaakt. Ja, Gawrilla verzon koketterieën, schuldig onschuldige spelen, zooals ternauwernood een vrouw vóór haar had verzonnen. Als ze hem den strijkstok afnam, dan scheen die stok, als zij er zacht zijn hoofd mee aanraakte, in haar handjes een tooverstaf te worden. O, die kleine, blanke, slanke handjes, welk een tooverkracht moest daar wel niet van uitgaan! De arme jongen wist het niet. Maar hij kon die kleine hand niet meer loslaten, als ze ronddoolden door veld en woud; ca toen dat handje hem op een goeden dag op de met bloemen bezaaide weide neertrok, liet hij dit toe.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl