Historisch Archief 1877-1940
p
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 868
tingen, die dezelfde zaken produceeren _als
de geschut- en wapenfabrieken to Woolwich,
Enfield en Birmingham, en waar de veran
dering geen merkbaar verschil opleverde wat
betreft de hoeveelheid en hoedanigheid van
het afgeleverde werk. Partieele proefnemingen
te Woolwich zelf' leverden gelijke resultaten,
zoodat, naar de heer Campbell mede uitdruk
kelijk verzekerde, de werklieden, die bijna
alle op stuk werken, hetzelfde loon als vroe
ger zullen kunnen maken. Men hoopt het
nieuwe stelsel dezer dagen reeds in werking
te brengen en verwacht daarvan algemeen,
groote, ook moreele, voordeelen vooral in ver
band met het drankgebruik. De arbeidstijd
zal namelijk zóó worden geregeld dat de
werklieden behoorlijk gelegenheid hebben om
's morgens thuis te ontbijten, dat zij 's avonds
halfzes, uiterlijk zes uur, hunne haardsteden
weer kunnen opzoeken en dat zij des Zater
dags zelfs reeds om 12 uur 's middags kunnen
eindigen. Een feit is het dat in de onmiddel
lijke nabeijheid van een fabriek waar het
achturenstelsel werd ingevoerd verschillende
kroegen moesten sluiten wegens gebrek aan
klanten. Het aantal werklieden aan de Rijks
inrichtingen te Woolwich, Enfield en Birming
ham bedraagt niet minder dan veertien duizend
en het is dus een zeer uitgebreide kring die
van de boven besproken maatregel zal kunnen
profiteeren. De Regeering geef t hier inderdaad
een grootsch voorbeeld dat zijn invloed zal
doen gelden in bijna eiken tak der Engelsche
industrie.
Behalve aan de doortastendheid van den
heer Campbell hebben de Engelsche arbei
ders deze weldaad mede te danken aan de
ijverige propaganda van den bekenden John
Burns, die de zaak bij herhaling in het
Lagerhuis ter sprake bracht en voor wien
het gebeurde thans dus als een welverdiende
overwinning man worden beschouwd.
Teekenend voor de toestanden in Engeland mag
het worden genoemd, dat de Secretary of State
Campbell in zijn redevoering van den heer
Burns, den bekenden socialist en leider van
de werkstaking derLondenschedokarbeiders,
sprak als van zijn honourable friend.' Onnoodig
te zeggen dat hij nu door de onvervalschte"
socialisten, namelijk in de Justice het orgaan
van den heer Ryndman, suspect wordt ver
klaard en wordt uitgemaakt voor een afval
lige ! Natuurlijk zal hem dit niet weerhouden
zijn eigen weg te gaan en reeds nu verwacht
men dat hij bij Lord Spencer zal aandringen
op dezelfde maatregelen bij de Marine
inrichtingen als thans bij het Departement
van Oorleg zijn genomen. Misschien zal dit
gemakkelijker gaan daar bij de Admiralty
thans reeds niet veel langer dan acht uur
wordt gewerkt.
Waar wij zooeven een woord van lof brach
ten aan de bemoeiingen van Burns, zullen
wij echter wel niet behoeven te zeggen dat
zijn succes bovenal te danken is aan de
energie, waarmede de Engelsche arbeiders
zelven voor hunne belangen nebben gestreden.
De Trades- Unions schreven reeds geruimen
tijd verkorting van den arbeidsdag in hun
program en de sociaal-democraten kwamen
dien eisch later versterken ja overvleugelen
door ter bereiking van het doel de
tusschenkomst der Wetgevende Maaht te reclameeren.
De oude leiders der Unions wilden daarvan
aanvankelijk niet weten, maar, gelijk wij in
ons artikel over de Engelsche Arbeiders' in
No. 847 van dit Weekblad, aantoonden,
eindigde de strijd met de overwinning der socia
listen toen het Trades-Unions congres, in 1893
te Belfast gehouden, zich uitsprak voor de
wettelijke in voering van den achturigen arbeids
dag, zij het dan ook behoudens de vrijheid
voor elk vak om zich bij meerderheid van
stemmen aan de regeling te onttrekken.
?HtniiiiniiiiiiiiniinHiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiuimiiiimiiiiiiiHiiiiiiiitiii
Ze heeft hem een krans van
vergeetmij-nieten gevlochten! zei de vlasvink tot
den bastaardnachtegaal op dien
gedenkwaardigen middag, toen ze zich op een sleedoorn
nederzetten.
En zooeven heeft ze hem zelfs gekust,
floot de grasrnusch, vloog beschaamd weg en
ging weer op haar nestje in het hooge gras
zitten, waarin vijf gespikkelde eitjes lagen.
Of de grasmusch en de vlasvink goed
hadden gezien? Best mogelijk. De Savoyaard
kon in het volgende uur geen enkelen toon
aan de snaren van zijn viool ontlokken.
De muzikant lachte honend, als doorzag
hij de wereld en de menschen.
Gravin Gawrilla echter stapte eenige dagen
daarna in het rijtuig, dat haar uaar het sta
tion zou brengen, met de houding eener kleine
koningin, die haar eerste overwinnig heeft
bevochten.
III.
Drie jaren waren er verloopen. De jonge
Savoyaard was opgegroeid tot een slanken
jongeling, in wiens zwaarmoedige oogen iets
geschreven stond, dat niemand vermocht te
ontcijferen.
En gravin Gawrilla? Wie wist iets van
haar? Graaf Geza alleen. Maar graaf Geza
sprak weinig. Hij droomde, hij glimlachte;
hij had het laatste jaar meer to Weenen bij
zijn pupil, dan op zijn landgoed doorgebracht,
en toen hij op zekeren dag het was weer
lente daarbuiten op velden en weiden
terugkeerde, stelde hij gravin Gawrilla aan
de menschen voor als zijn verloofde.
O, wat was ze schoon geworden! Een
vrouw, geboren om te betooveren, een beli
chaamde zonnestraal; maar verzengend als
de zonnestraal der keerkringen.
En de kleine Gawrilla van vroeger, die
Deze stemming bewijst wel welk een macht
er staat achter hen die den achturigen werk
dag in hun vaandel voeren. Dat de Engelsche
Regeering daarmede rekening houdt is een
daad van groote staatsmanswijsheid en een
betere waarborg voor de handhaving van rust
en orde dan de maatregelen van geweld waarop
wij in de laatste dagen in ons Hoogerhuis,
helaas, zoo sterk hoorden aandringen.
Moge het goede voorbeeld van een zoo bij
uitstek praktisch en naijverig volk als het
Engelsche ook voor ons een spoorslag zijn
om op den zoo schroomvallig ingeslagen weg
met kracht en met vertrouwen voort te
schrijden. Socius.
iiiiiitNiiiHMiimifmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii
U Z l 6
in de Hoofstad.
De verhooging in de groote zaal van het Con
certgebouw heeft al heel wat kunstenaars en dilet
tanten gedragen. Wij hebben deze groote ruimte
al gevuld gezien met een 6 a 700-tal uitvoerders,
wij hebbeu tal vau solisten, tal van grootere en
kleinere vereenigingen zien optreden, wij hebben
ontelbare malen naar het voortreffelijke orkest ge
luisterd, doch wat wij er nog nooit gezien hebben,
zagen wy thans: echte Russen in echt nationaal
costuum.
Dit was ons trouwens reeds lang door vette
letters op de aanplakbilletten en in advertentié'n
aangekondigd. Men was blijkbaar van oordeel dat
die, voor ons ongewone kleeding, er niet weinig
toe zoude bijbrengen het kunstgenot te verhoogen.
Dit is een bewijs dat ook de Russen met hun tijd
medegaan en begrijpen welke machtige en invloed
rijke heerscheres Koningin Reclame is.
Bovendien had het dit voor, dat zij, die niets
voelen voor Russische muziek, zich bezig kon
den houden met liet uiterlijk en de kleeding van
het koor.
Voorop kwamen de kinderen en daarna de man
nen. Men meene niet dat liet onverschillig is voor
het succes, hoe eene entiée de salie" georgani
seerd is.
Dit heb ik reeds bespeurd bij het koor onder
leiding van den vader van deze directrice, den
heer D. A. Agreniiff (Slaviansky). Toen bestond
het koor uit vrouwen, meisjes en mannen.
Wanneer allen waren opgesteld, verscheen Mama
Slaviansky, eene iuposante dame. Bij haar binnen
treden gingen de mutsen eerbiedig af en stel
den zich de vrouwen en meisjes onder hare vleu
gelen. Ik wil niet beweren dat dit optreden
reeds het succes maakte, doch wel bracht het er
iets, (bij sommigen veel) toe bij. Ook bij het koor,
dat thans optrad, bleek de regie goed te zijn, a!
had men dan ook niet zooveel hulpmiddelen ter
beschikking als bovengenoemd gezelschap.
Ook bij het optreden van deze directrice gingen
de mutsen af, waarna het concert begon.
Ook dit koor bleek bijzonder goed gedisciplineerd
te zijn. Wat eenheid, gelijkheid en dynamische
schakeeringen betreft, heeft deze dame (ik heb nog
altijd verzuimd te melden dat, zij Mevrouw
Nadina Khlebuikoff Slaviansky heet) in sommige op
zichten veel weten te verkrijgen van dit koor
van knapen en mannen. Met zeer kleine hand
bewegingen leidt zij het geheel en toch loopt alles
van een leien dakje. Mevrouw Slaviansky zong
de soli in de Russische volksliederen. Zij bezit
eene fraaie, goed geschoolde stem. die echter
eenigzins ygeinÜueuceerd" bleek te zijn.
Het was interessant de .Russische liederen in den
volkstoon te hooren. Zoowel de melodieën als de
harmonisatie (ieder die harmonieleer volgens
Hich
minimum iiiiiiiimiiiiiiiimiimiiiMiiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiii
nu tot een prachtige slanke vrouw was op
gegroeid, had in Weenen geleerd zich te
bewegen. Haar hoed, het ruisehen van haar
kleed, haar lach, alles omzweefde haar als
een wellustige, bacchantische melodie, die ]
bedwelmde.
Alleen een scherpziend oog zou opgemerkt
hebben, dat in de wijze, waarop Gawrilla
het hoofd in den nek wierp, waarop /ij haar
oogen neersloeg, haar armen bewoog, als
waren ze de vleugels van een vlinder, dat
achter dit afwisselend, onverschillig gebaren
spel wreede koketterie, goed overlegde bere
kening, studie, komedie was verborgen.
Met welk een onverschillig oog zag deze
kleine groote-dame haar speelmakker vau
vroeger aan! Ze was alles, alles van hem,
waarlijk, geheel en al vergeten !
Ze liet zich door graaf Geza zijn redding
uit de sneeuw verhalen, als had ze daarvan
nooit iets gehoord.
Groote hemel, hoe kan men de geschiedenis
van alle menschen onthouden, die iemand
even onverschillig zijn als het stof op den weg! i
En wat had Gawrilla met het stof' uit te '.
staan?! Haar weg ging immers over bloemen !
en klimop. Op haar huwclijksdag bestrooiden !
de schoolkinderen den weg van het slot uaar
de kerk met blauwe viooltjes en geurende
sei'ingenblocmen.
Do violist, speelde op liet slotplein zijn
dolste deuntjes eu toen hij eindelijk ophield
om eenige glazen wijn uit te drinken, trok
hij den Savoyaard ter zijde.
Je bent bleek eu stil geworden in de
laatste dagen, mijn jongen, sprak hij, of' is
hot spreekwoord aan je bewaarheid: Jeugd
kent geen deugd? Je droomt van gesloten
paradijzen. Maar wees op je hoede, in hei
paradijs loert do slang.... Ha, ha. lia! je
vindt die slang heel mooi niet waar, die boa
constrictor, of heet ze Gawrilla-slanir? Ze
ter's boek heeft geleerd en de opgaven van Ililler
daarbij heeft uitgewerkt, weet hoeveel hoofdbreken
de harmonisatie vau sommige van die volksliederen
?kost) zijn vaak karakteristiek, doch daar staat tegen
over dat de uitvoering, wat zuiverheid betreft,zeer veel
te wenschen overliet; ook was de klank van de
tenoren ruw en onschoon, terwijl de bassen alleen
merkwaardig ^ijn terwille van de verregaande diepte,
die zij bezitten. (Het zijn contrabassen).
Fraai was de klank bij hen evenmin. Om echter
een blik te krijgen in de volksliederen van Rusland
zijn deze-concerten merkwaardig, doch op het punt
van zuiverheid en sehoone toonvoortbrenging staat
dit gezelschap ver achter bij hetgeen wij hier ge
wend zijn.
Thans een woord over de uitvoering van de
Wagner-vereeniging, die de derde acte uit Lohcngriii en
fragmenten uit Die Meixtemnger ten gchoorc bracht.
Voor de meerderheid vau liet publiek was deze
uitvoering dankbaarder dan die van Riegfrie.d, omdat
het zich hier meer op bekend terrein bevond. Ik
heb toen betoogd dat zeer vele toehoorders, die
geen letter van den tekst en geen noot van de
muziek kennen vóór zij de zaal binnen treden,
onmogelijk de beteekenis en schoonheden van een
werk als Siegfried kuuuen vatten. Voor dezulken is
een avond zooals thans veel aangenamer.
Bijna ieder opera-bezoeker kent, Lohengrin en
de meest geliefde fragmenten uit, r/ie Meistersitiger
kennen alle leden van de Wagner-vereeniging.
Het bestuur heeft (m.i. terecht) besloten met
het voortzetten van het plan de drama's van
Wagner te geven, zooals zij behooreu gegeven te worden,
te wachten tot de Stadsschouwburg gereed zal zijn,
want dan eerst zal men in sceniseh opzicht kun
nen geven wat noodig is.
Voor den ernstigen Wagner-vriend was deze uit
voering natuurlijk eene sterke concessie aan het
publiek, doch ik beklaag mij daar niet over, want
door deze schikking heeft het koor weer eens een
uitgebreide taak gekregen en de wijze, waarop koor
en orkest zich vau hun taak hebben gekweten, was
zeer schoon.
Vooral bij de Lohengrin-koren (die men bij ons
te lande altijd slecht hoort zingen), was de frisschc
schoonc klank eene verrassing. Men voelt, dan
eerst recht hoeveel afbreuk aan de werken wordt
gedaan, wanneer dit gedeelte slecht verzorgd of
bezet is. Het bruidskoor zou met kleinere bezet
ting (halfkoor) m. i. nog beter indruk gemaakt
hebben, raaar niet alleen in dit werk doch ook in
die Meiitffsiiiger, hebben koor en orkest hetgeen
zij te vertolken hadden, verheven tot, het beste
wat ons dezen avond geschonken werd. Mej. Louise
Mulder (Else en Eva) maakt vorderingen wat
expressie en voordracht betreft, doch die sehoone
stem is m. i. nog altijd niet ontwikkeld zooals
die zou kunnen worden. Van zulke sehoone mid
delen en zoo muzikale dramatische begaafdheid
verwacht men toch meer eu beter. Ik heb vooral
het oog op de stemontwikkeling.
De heer Anthcs was veel beter bij stem dan in
SiegJ'ri'.d en gaf nu de bewijzen dat hij een schooue
stem bezit en uitstekend weet voor te dragen.
Zijne gewoonte echter om geen. enkelen toou aan
te houden en op dikwijls zeer ongeschikte
oogcublikken adem te halen, maken dat men zich nooit
ongestoord aan de sehoone wijze van voordracht
kan overgeven. Er is bovendien in de wijze var,
afhappen vau tweclettergrepige woorden aan het
slot van eene frase, waaraan zoovele
Waguerzaugers verslaafd zijn, (m. i. tegen de bedoeling van
VVaguer in eu waarvan ook de heer Anthes nog al
eens gebruik maakt) iets, dat op den duur
storend werkt.
De heer Schmidt, die den Ki'ntig eu 11 u na fiac/is
had te vertolken, vermocht die partijen (zooals ecu
mijner kennissen zich viitdrukte) slechts te neuriën.
Was hij niet, bij stem? of zingt hij altijd zoo?
Mystère! Doch wul is het ecu feit dat wij zangers
bezitten, die zich heel wat beter van die taak
zouden hebben gekweten. Men ziet, het: koor eu
orkest hadden de eer van den avond e u dat hadden
HWIIIUUIlIllUlttlltllltllMtlllNIIIIUIUIMlItllllllllllMMIIIIIimitllllinilimilU
heeft een sclioone, schitterende huid! Ik wil
je iets zeggen, heel in 't geheim. Zij heeft
haar gif reeds in je bloed gespoten, die slang,
en als graaf' Geza je het leven niet had
gered, dan zoudt ge hem graag nog in het
hart stooten !
Do Savoyaard stond als versteend. Hij had
een gevoel, alsof' een hand hem den sluier
van zijn ziel had weggenomen. En toen hij
nu een blik wierp in zijn binnenste, liep hem
een rilling over liet lichaam als van vuur
eu ijs.
Hij wist riiet wat hem overkwam! Hij
vluchtte in het park. Op de bank onder de
linde ging hij zitten, als wachtte hij ergens op !
En hetgeen hij wachtte kwam!
Hij zag haar do trappen afkomen
aan den arm van haar gemaal
paardengetrappcl; een portier, dat open-en dicht
sloeg, een zilveren lach, 011 weg rolde liet
rijtuig.
Waarheen? Xaar het verloren paradijs!
Hij, de arme zwerver, wist het maar al te
wel! Zijn hart, zijn gedachten joegen hem
na hij had ze ingehaald; maar de poort
van het paradijs, waardoor zij liinnen^iiiLjen,
viel voor hem dicht; want voor den onge
lukkige beslaat geen paradijs en geen liefde
en als hij soms het geluk begeer!, dan moot
hij het wederrechtelijke nemer', dan moet hij
het stelea vau de tafel der rijkeu eu der ge
lukkigen!
S. i il! wat was dat? De linde niisehte eu
de muzikant, die dooi-de struiken was komen
sluipen, stond naast hem en terwijl hij zijn
viool in de hand van l'aul Micheli legde,
sprak hij op een vreemden, geheim/innigen
toon: -- Den eene de viool, den andere do
bruid!
De Savovaard ontwaakte uit zijn gepeins.
Hij staarde beurtelings den violist eu de
zij, dank zij mr. Viotta's uitstekende bekwaam
heden en zijn onvermoeid streven als leider.
Niettegenstaande deze opmerkingen ging ik huis
waarts onder den indruk veel sehoons te hebben
gehoord.
In aansluiting met het, vorige artikel, waarin
reeds een inleidend woord over de
Palestrina-uitvoering van het kleine koor a Capella onder leiding
van Ant. Averkamp is geschreven, herdenk ik thans
de uitvoering, die op 4 Februari in de Nieuwe
Luthersche Kerk plaats had.
Ik heb de voortreffelijke eigenschappen van
Averkamp's koor nu reeds eenige malen besproken;
het is dus niet zoozeer de kwestie van een min
of meer gelukkige uitvoering als wel die vau gelei
delijke ontwikkeling, die van belang moet worden
geacht. Nu heeft dit koor, zooals iedere
vereeniging, van tijd tot tijd verliezen te lijden, die weer
moeten worden aangevuld Ook had thans de in
fluenza (zooals bij meer koren dezer dagen het
geval is,) slachtoffers gemaakt.
Al was dus de klaiikverhouding niet overal, zoo
als wij dit vroeger wel eens hebben gehoord, was
deze uitvoering toch eene hoogst waardige herinne
ring aan Palestrina's sterfdag.
Zoowel de Missa: Atsumptn est 3Tnrin, waarvan
vooral het Sinictus en Agnus Dei (ik releveer ook
in het bijzonder het, li/medir/tis) mij hebben
getroifen wat de uitvoering betreft, als het,
Offeftoriiim en de drie Rexponsoriën, waarvan het slot van
het eerste eu de zekere wijze van uitvoering van
het tweede en derde nummer, (welke beide laatste
behalve de talrijke modulatiën groote
moeielijkheden opleveren) op te merken viel, werdeu hoogst
waardig vertolkt. Het was eveneens goed gezien
twee der schoonste Hooglied Motetten nogmaals ter
voordracht te kiezen. Aan dit keurkorps en den
heer Averkamp, die voortgaat ons de schoonheden
van de oudere kerkelijke muziek op zoo edele wijze
te openbaren, zij ten slotte een woord vau har
telijke waardeering gebracht voor de wijze, waarop
zij den grooten Italiaan Palestrina hebben gehuldigd.
Ten slotte heb ik nog mijne ingenomenheid uit
te spreken met de vertolking van de heeren Röntgen
eu Kcs van de Kreuzer sonate voor viool en piano
op de Ge Beethoven-soiree.
Deze sonate werd zooals te verwachten was
op zoo sehoone wijze ten gehoore gebracht, er
was zooveel eenheid in opvatting verkregen, dat
deze vertolking een zeer grooten indruk op het
talrijke publiek maakte. De heer Kes, die slechts
zelden als solist optreedt en (daardoor wellicht)
in het begin nog niet geheel zich zelf meester was,
bewees echter dat hij, behalve zijne omvangrijke
werkzaamheden, nog tijd weet te vindeu zijne gaven
als violist te blijven ontwikkelen.
Ik heb niet ailes kunnen vermelden wat in deze
aan rauziek-uitvocringen zoo rijke weck
plaats had, doch ik wil nog even aanstippen dat
op eeiie uitvoering van de Liedertafel : Kunst na
Oefening, onder leiding vau den lieer Roeske, met
medewerking van ecu groot aantal zangers op
zeer gelukkige wijze De Sterrenhemel van C. van
der lauden, voor soli, koor en orkest is vertolkt.
De vertolking vau het koor deed dcu leider eer
aan eu de solisten: r'r. l'hl. (tenor) en Aruold
Spoel (bariton) gaven in hunne moeielijke en zeer
hoofflia'geudc partijen vertolkingen, die ik zonder
voorbehoud met groote ingenomenheid vermeld.
VAN MlLLlGEX.
De beer Julius lliintgen heeft bet voornemen
a. s. Zaterdag 17 Febr. een concert te geven in
liet Concertgebouw, waarop uitsluitend
compositiën van Röntgen zullen worden ten gehoore ge
bracht.
Aan dit concert zullen medewerken de heeren
Joh. 31. Mcsschaert, Henri Bosmans, het Koor
van de zangvereeniging van Toonkunst alhier en
het orkest van het Concertgebouw.
Behalve de werken: Gebet opus 27 voor koor
IIIMIIIIIIItltlflllllltllllllllllnlIIIIIMllmmlIlllUHQr
melde hij eindelijk buiten zich zelven: Ge
wilt mij uw heerlijke viool schenken ?
De andere knikte. Neem ze gerust,
sprak hij met een schellen lach.
En gij dan, speelman ?
Ik ? ! ISah, ik ga heen! Wat moot ik
hier nog langer doen? Het zaad is uitge.trooid
en heeft reeds wortel geschoten.
Maar zog mij dan den prijs voor uw
viool, speelman!
I'rijs ': God en de duivel marehandeeren
niet, mijn zoon. Ze willen alles of niets!
-- .Maai1 alles, wat ik bezit, is nog niet
genoeg! stamelde do Savoyaard.
Hm, al naar men !t nemen wil; tot
nu toe hebt ge slechts je hoofd verloren ; je
ziel nog niet.
Do jongeling liet het hoofd diep op de
viool zinken. Mijne arme ziel! snikte hij
zacht.
Ge hebt gelijk, je arme ziel! want je
zult baar verliezen!
Verliezen ?
Ja, vandaag of morgen.
Aan wien ?
Aan haar, aan mij! -- De muzikant
trok de schouders op. Dat is hetzelfde.
Kn uu: God /.ij met je, mag de duivel niet
/,eL'ufen,d;;t strijdt legen het politie-reglenient
dus: vaarwel!
De linde bewoog' zich alsof ze huiverde,
de irele lindebloesem* vielen op de donkere
lokken van den droomor. De geheimzinnige
speelman was verdwenen. Alleen de indrukken
van /.ijn horrelvoet waren in het zand ach
tergebleven.
Vreemde indrukken! Zou een waarzeggende
mond ook ditmaal uit de achtergebleven
voetstappen de toekomst kunnen voorspellen?