Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 868
het algemeen kunstbegrip en den smaak onder de
levenden slechts grove schade kan aanbrengen. En
wel groot is dan ook de verantwoordelijkheid van
de autoriteiten, voor het den volke voorzetten eener
kollektie als het schandelijke zoodje dat den
beruchten Slag bij Waterloo gezelschap houdt. Ziehier
een ruime, uitstekend verlichte zaal, iu het museum,
waar jongelieden zullen worden heengezonden om
er de vaderlandsche kunst te leeren achten, waar
vreemdelingen naar het beste komen zoeken, wat
dit land van schilders in later tijd heeft voortge
bracht, maar een zaal die behoudens weiuige
uitzonderingen, feitelijk slechts wreedaardig var
onze schande getuigt.
Verder wordt als exkuus voor het gehalte der
verzameling wel aangevoerd, dat het Rijk nu eenmaal
geen middelen heeft, een voldoende verzameling van
eerste-rangs-Nederlandsche kunst aan te leggen. Het
ia mogelijk. Maar wanneer een enkel buitenlandsch
partikulier als b. v. fle heer Forbes te Londen, om
een uit velen te noemen, zich wél een kabinet kan
fprmeeren, dat voluit van de glorie getuigt der
moderne Nederlandsche kunst, laat dan de Staat
zich het ellendige figuur besparen, een uitgebreide
verzameling van voor zeker 4/5 prullen uit deze
eeuw te onderhouden, en in deze liever niets
doen, dan wat zij thans bedrijft. Want zooals hier
de nationale-rommelzoo in weerzinwekkende smake
loosheid in het volle licht van ons museum prijkt,
zijn enkele mooie, de dozijn goede en de paar
dozijn passabcle stukken der moderne afdeeling,
door de ontstemmende omgeving nauwelijks te
genieten, terwijl men uit zulk milieu de dingen
aie men het allerhoogst stelt, zelfs nog maar
liever geweerd ziet blijven, evenals men eeri mooie
vrouw ongaarne in de omgeving van schennend ge
zelschap treffen zou.
(Wwdt vervolgd.) J. V.
Een kalender, die wel wat laat kwam, maar
niet te minder sierlijk is afgewerkt, is die van
de" firma Jos. Vas Dias & Co. (lithographie,
stoomdrukker\j, photolithographie, photogravure,
chromolithographie, Jodenbreestraat 23), in ver
schillende kleuren op blauwen grond, en zeer
soliede en practisch ingericht.
De eerste aflevering 1894 van het tijdschrift
van het Genootschap voor Munt- en Penningkunde
te Amsterdam (uitgave van Theod. Bom en Zoon),
bevat o. a. artikelen van de heeren mr. L. W. A.
Besier (De stempelsnijders van 's Bijks Munt te
Utrecht in de laat>te 60 jaren), A. de Belfort,
Th. M. Roest, M. A. Snoeck en mej. Marie de Man.
By' de firma E. J. van Wisselingh & Co.,
Kalverstraat, is geëxposeerd een schilderij van J acob
Maris »Riviergezicht."
Bij de heeren Preyer & Cie., lokaal Pictura,
is geëxposeerd een schilderij van H. A. Mesdag,
«Zonsondergang."
jtfHHHiiniiimiuiniiiiniiiiiiniiniiiinniiil
Oud en nieuw.
Nu de catalogus van zijne bibliotheek met hare
ryke verscheidenheid aan werken op allerlei ge
bied vóór ons ligt, zien wij een oogenblik in
onze gedachten de bewegelyke figuur van pastoor
Brouwers terug, van dien strijdlustigen abt, vaak
herinnerende aan den mondainen abbé, zooals
deze ons wordt vertoond in den Franschen roman
zoowel als op het tooneel. En waar het mondaine
by' hem grootendeels school in zy'ne gemakkelijk
heid van beweging, zijn aangename persoonlijk
heid, daar deed zijn optreden, zijn zich zelven
naar voren dringen, al dadelijk den zoon van
meer zuidelyke streken kennen. Begaafd met een
ry'ken geest, vergoedde hij in de breedte van zijn
kennis, waar deze in diepte te kort schoot, en
zoo geviel het, dat hij telkens nieuwe mijnen
begon te ontginnen, lang voordat de vroeger
geexploiteerde geheel waren uitgeput.
Zy'n bibliotheek is mede daarvan een bewijs.
Natuurlijk nemen godgeleerdheid en kerkgeschie
denis daarin een voorname plaats, doch de let
terkundige rubrieken zijn niet minder goed ver
tegenwoordigd, terwijl naast de autographen (wij
wijzen hier o. m. op een eigenhandigen brief,
alsmede op een eigenhandig latijnsch gedicht van
Hugo De Groot) eene collectie werken over de
geschiedenis der ontdekkingen van Amerika, alle
aandacht verdient, hetgeen in zooverre geen ver
wondering kan baren, wanneer men bedenkt dat
het Brouwers geweest is, die in Nederland zoo
dapper voor het goed recht van Columbus als
ontdekker van Amerika heeft gestreden.
Vergunt de plaatsruimte ons niet, hier breeder
over deze auctie uit te weiden (de catalogus telt
3000 nummers) slechts even willen wij wijzen op
No. 131 »Jan van Ruusbroeck. Hier beghint dat
boec des Yohans R'jysbroec van den tabernakel"
een manuscript op perkament uit de 15e eeuw,
alsmede op de fraaie editie van Pius II »Epistole
et varie tractatus etc." Van de nieuwere werken
namen wij Hölzel's Geographische
CharakterBilder in 10 afl., en een zeer fraai ex. van het
Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap,
geheel compleet, wat met alle andere tijdschriften
nu juist niet het geval is, want welwillend en
voorkomend als Brouwer immer is geweest, heeft
er onder zijn vrienden veel boekhouders gevonden.
Mogen velen zich opgewekt gevoelen een kijkje
te gaan nemen ten huize van den heer R. W. P.
de Vries (Warmoesstraat 122) die op Vrijdag en
Zaterdag 16 en 17 dezer van 10 tot 3 ure alles
te bezichtigen zal stellen, terwijl de auctie zal
aanvangen op Maandag den 10e Febr. d.a.v.
De catalogus is te verkrijgen bij den heer
R. W. P. de Vries, alsmede bij de firma C. L.
van Langenhuysen alhier.
F. A. B.
haalde ik een en ander over hun oorsprong en
beteekenis in een opstel in De Gids van October
en November jl., dat thans ook als afzonderlijk
boekje »0nze Rijmen" uitgegeven is bij Sijthoff,
te Leiden, en waarnaar ik belangstellenden dus
verwijs. Het dient tot toelichting van mijn voor
nemen om onze rijmen te verzamelen en in
een Nederlandsch rijmenboek te vereenigen, om
ze zoodoende voor den ondergang te bewaren.
Dit plan kan echter alleen slagen door de vrien
delijke medewerking van zeer velen, en daarom
doe ik een beroep op de bereidwilligheid van ieder,
die zich nog rijmen, spelen en sprookjes herin
nert, of die in de gelegenheid is, ze m zijne om
geving te verzamelen. Het is hoog tijd, dat ze
opgeteekend worden; over enkele jaren is wellicht
veel verloren van wat nu nog bekend is. Ieder
kan mij echter behulpzaam zijn bij mijne poging,
om dat te voorkomen; en het zou mij zeer ver
heugen als er velen waren, die mij daarbij wilden
helpen. Men denke niet: »ik zal bet mijne maar
niet opteekenen, want een ander zal het wel reeds
hebben opgegeven", want als ieder zoo dacht dan
gebeurde er niets, en hoe meerderen aan het
opschrijven gaan, hoe beter. Vooral in de Zuidelijke
en Oostelyke provinciën van ons land moet nog
veel schuilen, dat mij onbekend is gebleven en
waarvan mededeeling dus zeer gewenscht is. Ook
de kleinste bijdrage is natuurlijk zeer welkom.
Wat ik verlang te weten is niet weinig. Voor
eerst verzoek ik mededeeling van wiegeliedjes
en kinderdeuntjes, van kinderspelen met de daarbij
behoorende versjes, van rijmpjes bij het schom
melen (louteren) en wippen, van de verschillende
manieren van knikkeren, tollen, krijgertje spelen
enz. met de plaatselijke benamingen daarvan, van
scheldrijmen op plaatsen en personen, als:
Molenaar, korendief',
Groote zakken heb je lief.
Verder raadsels en leugenrijmen, versjes op
den ooievaar, op den koekkoek, op het
Lievenheershaantje, op den vlinder en andere dieren.
Wat voor rijmen gebruikt men bij het weg laten
springen van appelpitjes, bij het maken van
Meifluitjes en andere spelletjes met planten ? De
wielewaal zingt:
De wiewouw, de wiewouw,
Die trouwt een arme weduwvrouw.
Hoe verklaart men de andere dierengeluiden,
als het gezang van de zwaluw, het roepen van
de kerkuil, het geblaf van den hond? Welke
Sinter-Maarten en Driekoningenliedjes kent men?
Hoe luiden de liederen, die bij den rommelpot
(foekepot) worden gezongen, en welke gebruiken
heeft men omtrent Pinksteren ? Wie kent be
zweringsformulieren als:
Moeder Maria ging over den berg.
Ze nam een tak van den Heiligen boom,
Ze wierp 'em over haar hoofd in den stroom.
Kwik door dit, kwik door dat,
Vlieg door aderen, zenuwen, pezen.
Ik hoop, dat met Gods hulp dit beest zal genezen.
Wat zingt men bij het heien, het weven, het
kamen, het spinnen '! En wie deelt mij een en
ander mede over gebruiken bij het inhalen van
den oogst, bij het maaien en dorscben van het
koren, bij het binnenbrengen van het laatste voer
hooi, eaz.V Vooral die landbouwgebruiken zijn
vaak overoud en zeer belangrijk; en er is in
ons land nog veel te weinig van opgeteekend.
Eindelijk zou ik ook gaarne sprookjes en
spookhistories ontvangen. Ik bedoel natuurlijk niet
die, welke uit boeken komen, maar de oude volks
verhalen, die van mond tot mond zijn overgele
verd en aldus tot ons zijn gekomen. Er moeten
er zoo nog vele voortleven, al is er nog maar
weinig van geboekt.
Men ziet dus, dat alles van mijne gading is en
dat ieder in staat is mij iets mede te deelen.
Zeer zou het mij nu verbeugen, indien velen zoo
vriendelijk wilden zijn, mij door het zenden van
bijdragen bij mijn omvangrijk werk te steunen.
Desinfectie van dokters. De Medicinisch
Wochenschrijt te Weenen geeft bericht omtrent
een voorstel, dat Dr. Gutmann in de Vereeniging
van geneesheeren gedaan heeft, en dat een punt
betreft waarover de dokters bij al bun
desinfectieijver misschien tot nog toe wat weinig gesproken
hebben.
Het voorstel van Dr. Gutmann. die te Graz
woont, strekt daartoe, dat in iedere groote stad
voorloopig, en later ook in kleinere plaatsen, inrich
tingen zullen worden opgericht, waarheen de
dokter zich na het bezoeken van ieder besmet
telijk patiënt zal begeven, om zich zelf, haar,
baard, enz. (het haar toch is een groote drager
van infectie) te laten ontsmetten. en, een kwar
tiertje lang, ook zijn kleeren in een
desinfectietoestel te stoppen. Met stroomenden waterdarnp
van boogc spanning kan dat zeer gemakkelijk.
Zonder liet doelmatige en rationeele van zulk
een procédétegen te spreken, integendeel in
principe moet zij erkennen dat de oisch zeer
gerechtvaardigd is, meende de Medicinixche
\\~ochenscltrift toch het voorstel onuitvoerbaar
te moeten noemen. Maar hoevele voorzorgsmaat
regelen, worden tegenwoordig als onontbeerlijk
beschouwd, die vroeger als storend, lastig en
onuitvoerbaar werden afgewezen.
Het is een boek vol studie, voor een deel
practische, voor een deel eenigszins ijdele studie; den
onderwijzer zullen de dictees over de homonymen
van dienst zijn; de eenvoudige liefhebber der
Fransche taal zal in de woordspelingen en
turlupinades, bij veel gezochte, ook eenige aardige
vinden; wat de paronymen betreft, een serieus
letterkundige behoorde zich daar eigenlijk niet
mee te bemoeien. Of iemand, slecht uitsprekend,
ooison met poüson, en fl'icon met fJocon verwart,
iieeft toch eigenlijk met de taal en hare studie
weinig te maken, evenmin als de »homophonie
accidentelle", waarvan »jater" en >-,jc t'ai vu"
voorjeelden zijn. liet hoofdbestanddeel van het boek
vormt dus de alphabetische lijst der homonymen,
en deze is zeer volledig en zeer gemakkelijk
inericht; vele onderwijzers en zij, die voor acten
Fransch studeeren, zullen zich het boekje aan
schaffen en er veel van profiteeren.
De firma B. II. Smit, Utrechtschestraat 95,
biedt weder een aantal nieuwe romans tegen
bijzonder verminderden prijs ten verkoop aan.
Onder de vertaalde zijn er bij van Björnson,
Tolstoï, Montépin, Sacher Masoch, LynnLinton;
onder de oorspronkelijke van Louise Stratenus,
Suze Andriessen, Betsy Perk, enz.
Een nieuw tijdschrift, de Neue philoloc/ischen
Blütler, te Leipzig, opent met een aantal inte
ressante mededeelingen, en vertelt o. a. dat door
de Parijsche Académie des Inscriptions et Belles
Lettren bekroond is een boek over Die
Lateinischen Bahmuarfer im Kelti:-clien, door Loth. Zeker
een interessante verhandeling en juist in den
Carnavalstijd wel gepast, zegt een blad. Waar
schijnlijk is bedoeld: »die Lateinischen
Lehnwörter."
Van De Wetenschap van ons geestelijk wezen,
door Dr. II. Thoden van Velzen, is bij de firma
Van Holkema en Warendorf te Amsterdam een
tweeden druk verschenen. Als voorwoord voegt
den heer Th. v. V. er aan toe: «Het streven, de
waarheid, die het behelst, tot eigendom van
anderen te maken, is het motief dat mij bezielt".
Bij den uitgevers Allert do Lange alhier, ver
scheen heden de eerste druk van De gemaskerde
Venus door kolonel Richard Henry Savage, de
schrijver van Mijn Officieele Vrouw. De gebeele
oplage is reeds uitverkocht; een nieuwe druk
gaat binnen kort ter perse.
RÜmen en sprookjes. De heer G. J.
Boekenoogen, litt. docts. te Leiden, zendt ons eene
»oproeping" met verzoek die te plaatsen. Wij nemen er
het volgende uit over:
»0m op het belang onzer rijmen te wijzen ver
liet volgende wordt als Paul Verlaino's
-Impression d'Angleterre" gegeven, liet is gedateerd
»Warden Lord, Angloterre" en getiteld:
SKASIK.
J'ai mal au coeur, j'ai mal au pauvre coeur,
Le mal de mer amer, Ie mal nageur.
Mon pauvre coeur dit a mon estomac
» Vieux gros, courage, en veux-tu, du tabac?"
Mon estomac mon coeur répond, ;|'our
Quoi, petit vieux, ne parles-tu d'amourV"
Ainsi s'acharnent-ils tels autrefois
Le bon roi Dagobert, Ie saint Kloi.
Les cris innombrables du mal de coeur.
Innombrables los cris du pauvre coeur.'
Bij de lirma R. ('. Meijer te Amsterdam is een
Petit dictionnaire des hommiymes et ptiruit-t/'iies
de la langiie j'ran^usc verschenen, door den
hoor J. Ch. II. Jlatile, onderwijzer te Amsterdam.
buurt van een ziekbed, op den patiënt, als hy
nog bij bewustzijn is, een benauwenden en daar
door schadelijken invloed heeft; dergelijke op^
merkingen van allerlei aard maakten hem ook
in dit opzicht tot een werkelijk weldoend arts
en voortreffelijk raadsman van de ziekenverplegers.
Het aantal zijner wetenschappelijke geschriften
is verbazend groot. Maar ook de groote oplagen,
die van het meerendeel zijner werken verschenen
zijn, bewijst het best, hoezeer hij op het vormen
van een medisch nageslacht, ook litterair heeft
gewerkt, nog afgezien daarvan, dat uit alle landen
de jonge practici in de kliniek van Billroth hun
laatste vorming zochten.
UMI jiiiiiiiiiMiiiiHMMHUiimtmiiiiiiiiMiiiiiHiiii i iiMiiiiiiMMinTi minimum
uuiiiuiimiiuiiiiiiuiiiuiiniiHiiiiuinuiiiiiiuiiiuHUtnii
A/ETENSCHAP
#;| Prof. Billroth.
Op den leeftijd van (?"> jaren is Dinsdagnacht
te Abbazia prof'. Billroth gestorven. Hij was er
sedert Kerstmis en zocht er genezing voor een
gevaarlijke hartkwaal. In de laatste dagen was er
wat verbetering in zijn toestand gekomen, zoodat
de geneesheeren zich niet ernstig bezorgd maak
ten. Maandagavond om twaalf uur bad de be
roemde geleerde nog met zijn vrouw gesoupeerd;
een uur daarna had een hartberoerte aan het
leven van den »prins der Duitsche medische
wetenschap" een einde gemaakt.
Billroth, van geboorte een Noordduitscher, hij
werd op 'X April 182!) te Bergen op het eiland
Rügen geboren, als zoon van den predikant,
is over Berlijn en Xürich naar Weenen gekomen.
Na het voltooien van zijn studiën aan de Uni
versiteiten van reifswald, Göttingen en Berlijn,
werd Billroth in l Si").'!, als assistent van de chi
rurgische kliniek te Berlijn, zeer nauw bevriend
met Bernhard von Langenbeck. De geschriften
die de jonge geleerde destijds deed verschijnen,
vestigden op hem de algemeene aandacht, zoodat
bij in 1857 nauwlijks 28 jaar oud, eone benoe
ming als gewoon hoogleeraar aan de Universiteit te
Greifswald kreeg. Billroth echter weigerde ; twee
jaar later n uu hij de leiding der chirurgische kli
niek te Xürich op zich, en in 1SU7 ging hij als pro
fessor in de chirurgie naar Weenen. Bekend is zijn
optreden tijdens de Kransch-Duitschen oorlog in
de lazarcts aan den Bijn.
Billroth was een der voelzijdigste chirurgen van
onzen tijd. Groote chirurgische oporatiën in de
organen van de borst-, buik- en schedelholten,
golden vóór hem als iets bijzonders en zeldzaams.
Hij was niet enkel een geniaal operateur, maar
ook een uitmuntend microscopicus, een scherpziend
onderzoeker betreffende do physiologischo
quaestiën die bij de chirurgie in aanmerking komen,
en door zijn groote chirurgische ervaring op liet
slagveld eon j autoriteit op het gebied der
oorlogschirurgie. Als niensch was hij wctjons zijne
beminnelijkheid in den omgang, zijn geestig talent
als causour in alle kringen der Weenor xocii'tt
bemind en gewaardeerd, evenals bij als onder
wijzer door zijn leerlingen vereerd werd.
Twee operaties vooral hebben Billrotb's naarn
door de weield bekend gemaakt; do exstirpatie
van den keclkop en de rcsectie van don pvlorns
van de maag. Aan hem heeft de wetenschap
het methodisch onderzoek te danken omtrent
hetgeen de chirurgie bij ziekten der inwendige
organen kan (loon. Aan dezen arbeid, die eigenlijk
eerst_ den grond legde tot eene interne chirur
gie" van den monsch. bad Billroth het grootste
aandeel. Hij wist bier op do voornaamste gebie
den dooi' talrijke en steeds afwisselende proeven
O]) dieren de grenzen en methodiek tier nieuwe
chirurgie voor de belangrijkste organen to bepalen,
om daarna tot de toepassing op den monden over
te gaan. Vooral zegenrijk heeft Billroth ook op
liet gebied der verpleging van zieken thuis uowerkt;
bier ook- was zijn arbeid hervormend, en beeft
wel bijgedragen tot zijne populariteit. Zijne
maatregelen en raadgevingen in dit opzicht,
vraren niet alleen van practischen, maar ook van
moreelen aard. Hij hield het b. v. de omgeving
van een zieke steeds uitdrukkelijk voor. dat het
beangstigend observeeren en voorzichtig rond
sluipen, do al te duidelijk vertoonde bezorgdheid,
bet geheimzinnig Huiveren en knoeien in de
vo
Toilet. Schouwburg. Uit Nice. Di
ners. Karakterhzen. Conférences.
Een middel.
Ofschoon het lijkt alsof ijs en vorst voor den
gansenen winter gebannen zijn, en de magazijnen
reeds alle wintergoed uitverkoopen, om ruimte
te maken voor het voorjaar, worden bont, laken
en fluweel nog druk gedragen. Te Londen hecht
men zeer aan het open jaquet, aangevuld met een
vest van kleurige zijde, in harmonie met de voe
ring van het jacquet, met breede revers en groote
knoopen. Chinchilla en sabelbont zijn steeds de
meest geliefde, maar ook astrakan, seal skin (alleen
voor getrouwde dames) en marter worden ge
bruikt; prune laken met strepen chinchilla en
donker bruin fluweel, groen laken met zwart
bont en zwart git, dahlia fluweel met bont en
passement, zijn zeer dankbare combinaties.
Voor den avond beginnen te Londen de paniers
veld te winnen. Er behoort een puntlijf bij, en
men kan dan te gev legelijker den rok met een
tablier van borduursel versieren, met kant
oversluieren of met gitten en passement beleggen.
Wonderlijk is het, dat men bij zulk een kleed
toch de afhangende ballonmouwen, die eigenlijk
Louis XIII zijn, en de berthe Louis-Philippe
durft te dragen. Iets nieuws is: op zijden japon
nen groote revers, met kant, waaronder wit satijn,
belegd, en deze met bout omzet.
Voor tea-gowns dragen eenige Londensche gast
vrouwen een volkomen Japansch costuum; de
kamerjapon van kleurig gebloemd satijn schijn
baar eenvoudig over elkaar geslagen, alsof de
draagster noch van een corset, noch van baleinen
ooit gehoord had ; eene breede sjerp in een elfen
kleur er overheen, met grooten strik op den rug,
en dan ook het baar eenigszins Japansch opge
maakt, met een paar dolken er door. Overigens
maken de Engelsche dames van de mode der
tea-gowns gebruik voor allerlei kleurige fanta
sieën. Empire kleedjes met geborduurde traine de
cour, robes-princesse van groen of lila satijn,
robes-Watteau van gebloemde of'gechineerde zijde.
Ook hierin is iets nieuws: de aangezette sleep, bv.
van lila satijn, wordt gevoerd mot licht blauw
satijn, dan aan het middel zeer nauw
bijeengeplooid en de voering daarover omgeslagen. Naar
beneden toe wordt de sleep zeer breed en de
voering vermindert langzamerhand tot een smal
streepje, dat eindelijk geheel verdwijnt. Er be
hoort veel kunst toe om dit arrangement onge
dwongen te doen schijnen.
Een materiaal waarmede voor de drawing-roorns
bij de koningin veel gewerkt zal worden, zijn de
paarlemoeren pailletten en sequins (deze laatste
zijn ook vroeger in de mode geweest); een prach
tig effect maken ze geappliceerd in figuren op
oesterkleurig changeant satijn; voor de
ballonmouwen neemt men dan gaas of chiffon, met
dezelfde pailletten erop.
* *
*
In de schouwburgen ziet men te Parijs voor
gekleed toilet een menigte corsages anders dan
de rokken. De rok wordt dan van zwart satijn
of merveilleux genomen en hot corsage zeer ele
gant en zeer gegarneerd gemaakt; bolero's van
dahlia satijn met gitten sterren, blouses van
gebouillonneerde roode tulle met bretels van cru
lersche kant en ceintuur van rood lluweel.
Hij de première van Une familie in liet
Gymnase waren veel dergelijke toiletten ; ook
op het tooneel waren die van mllo Yahne,
de iw/i'iiue en van de heldin, zeer opmerkelijk.
De eerste bad steeds rose en lichtgroen aan, in
allerlei teedern afwisselingen: de tweede had
vooral in de laatste acte iets heel moois aan:
geglacoerd moiré, zilvergrijs met hemolsblauwen
of' zeegrocncn weerschijn; de rok in zware plooien
zoo aangezet, dat hij van voren den vorm beeft
van een platten tablier door twee panneaux om
lijst, waarvoor do stol' opzettelijk l nieter 20 breed
geweven is. liallonmouwen van moiré. om den
benodenarm zijden mousseline, in een niche eindi
gend. Brood ceintuur van velours ombréin al de
tinten van het blauw of groen; met twee groote
knoopen van donkerblauw email, met diamanten
omzet, en daaraan een bouquet van kersroode
papavers met gitten harten, gemengd met rose
tluweelon strikken; geplooide guimpe van zijden
mousseline met kant omzet.
* Af
liet carnaval te Xice heeft voor een deel regen
gehad zoodat de groote wedren niet gebonden is.
Do liataille de lleurs daarentegen had veel succes;
er waren 2<««l mensehen in rijtuigen en 2o,(l(iO
toeschouwers, die elkaar drie uur lang met bloemen
bombardeerden. De helden van den dag waren
een Indisch vorst, de Maharadjah Guicowar van
Baroda, en zijne jonge vrouw. Vooral de dame
bad veel plezier; ofschoon eene roos haar aan
het voorhoofd had gekwetst, wierp zij al lachend
voortdurend bouquotten rechts en links; telkens
gleed de bonte zijden shawl van haar hoofd.
Onlangs bad zij Yvette Guilbort uitgonoodigd, en
zich haar liedjes laten vertalen.
Voor de mooiste equipages worden satijnen
banieren uitgedeeld, die men dan voor in het
rijtuig zet; er zijn modedames die er haar salon.