De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 11 februari pagina 7

11 februari 1894 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 868 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een jubileum met een schaduwkant. (Bij het 25 jarig bestaan der Amsterdamsche Handelsschool.) l Amsterdamsche Stcdemzctgd: Meneer Hulsmaan, u hebt zooveel knappe leerlingen wat in de leer nemen V" d, kunt u nu mijn Mercurius zelf ook niet Snuifje*. Vorst Ferdinand van Bulgarije heeft een zoontje gekregen; de Bulgaren zijn met dit stamhoudertje van hun piepjonge dynastie erg in hun schik en de vorstelijke papa natuurlijk niet minder. Grootmoeder Clenientine ver toont den baby eenige malen per dag aan de voor het paleis staande belangstellenden, die hun vreugde te kennen geven door met gratie en waardigheid den nationalen kula te dansen, hetgeen zeker verstandiger is dan zich een roes aan te drinken. Als de stamhouder maar geen kou vat met al dat heen en weer sjouwen! Is grootmoeder onvoorzichtig, de jonge vader maakt het nog erger. Niet alleen heeft hij het prinsje gemaakt tot ridder van de Eerste en de Vierde klasse van de Orde der Mili taire Dapperheid en hem de Keten van de Orde van den Heiligen Alexaiider omgehan gen (een rammelaar aan een bandje zou misschien nuttiger wezen), maar het doorluch tige wicht is nu reeds kommaudant van drie regimenten, een artillerie-, een infanterie- en een cavalerieregiment. Wat een zware last op zulke jonge schouders. En dan klaagt men nog over de overlading van onze school- | jeugd! ; * * j Voor mij is Mr. Asscher de man van zeldzamen moed, sinds ik hem eens op een door de minderheden uitgeschreven meeting j heb hooren zeggen, dat hij den zeldzamen j moed bezat in déze vergadering als liberaal ' het woord te komen voeren. Hij is dit voor mij gebleven nu hij zich voor het College j der Provinciale Staten heeft laten aanbeve- j len als /ilaatsvcrvmif/ritil kantonrechter, en wel het meest heeft hij in die hoedanigheid voor mij geschitterd, toen hij bij de stemop neming in f i nrf/ci'i il iel 11 de eenige der can d i d at e n i was, die, niet lafhartig zich uit de zaal verwij- ' derde, omdat er over hem gestemd werd. Eerlijk : gezegd, zulk een blijk van kiesehheid en moed tevens, werd, voorzoover ik weet, nog nooit in JJurgerjilirlt/.. gegeven. Maar het heeft, er allen schijn van. of'mon tegenwoordig niet meer van cordaatheid 'Be diend is. Asseher zou van het lidmaatschap der I'rov.-Staten geen sinecure maken, hij zou al zijn moed, ijver en karakter aan dal em plooi wijden en toch liet men hem staan. En even als Asscher ging het Loeti'. Hij wilde geen candidatuur voor den gemeente raad aanvaarden, om geen verdeeldheid in de liberale partij bij deze verkiezing t!' bren gen, laat. zich toch candideeivn. en ondanks dit bewijs van moed en zelfopoffering gingen de kiezers hem voorbij. Alhvn de lui. die, niets durven, hebben tegenwoordig kan.-. ! Wat een geval mol die bankbiljetten ! De : bank doet mnar precies als gingen die val[ sche papiertjes haar niei, aan. Ik ineen echter dat deze manier van handelen wel gemak: kelijk, maar niet fair is. De bank geeft b ? jcttcn, die zoo weinig kunslig zijn gemaakt, i dat ze gemakkelijk zijn na, te maken en nu i zegt 'ze niet: --van dit oogenblik ai' is het ; bewijs geleverd, dat mijn bankjes niet aan de eischen van goed bankpapier voldoen", maar: nu komt het uit, dat de oogen van het pu bliek niet deugen". Als ik baas was, zou ik de .Bank eene kolossale boete opleggen, zoo dra gebleken was, dat haar bankjes op schier onbedricgelijke wijs na te maken zijn. Bo vendien zeg ik maar, welke controle is er nu op. dat, de Bank zelf geen valsche billettcn in circulatie brengt? /ij is de eenige deskundige en zal ze, eenmaal uitgegeven, niet weer inwisselen. De Bank en het publiek zijn op deze manier niet even sterk. en dat, behoorden zij toch te wezen. Iemand met een beetje wantrouwen, mag zoo redeneeren in een tijd, waarineen gulden maar voor -177cent aan zilver inhoudt,. Dat wordt, werkelijk ecu lastige quaestie voor den Staal: ze I i' zoo zwak in je munt te zijn en dan zoo streng te wezen tegenover papier, 't, Is wel bemoedigend, dat die valsche-baiikbiljettenmakers toch nog het, zilver geld willen aannemen, maar hoelang zal duren? Nog een poosje en ook die len helü.hng in gouden tientjes. Zou wenscheiijk zijn, ten (-imie den Staat moeielijkheid te redden, het aanvan lïuldeiis, die (en naaste bij 1 waarde hel'ben. toe Ie staan? dan onze munt->pecialileilen n iinanlieniaiiüen hier Ier sudo (-en zedelijk genoots>'hap .-lichtten tot verin lering \;iu den gul den, zouden wc, om met dit, meest gebruikte muntstuk te beo'innen. op den uoeden weg gcrak' n. Dei d men in andere landen ook iel> dergelijks, dan zou er weldra zooveel vraag naar zilver zijn. dal hel zilver in prii- _ïiii": Mijden en zou mis-eiiien onze oude gulden weer op zijn waarde, komen. Zoo zou langzamerhand de tijd aanbre waarop de Slaat van de dikke gul die in omloop ziin 'ekume'i. weer zooveel fnemen als noodig is om de dunne iets eot'iüileutci' te maken. Enfin, het is een heel stelsel, dat ik nu niet nader wil ont wikkelen, maar dat, op nog niel n interna tionale conferentie, waar d 13 muntquaestie is behandeld, werd voorgedragen en waarvan alzoo Nederland de eer eler uitvinding toe komt. Een kleine belooning, die ons landje wel verdiend heeft, nu het zooveel andere staten en buitenlandsche maatschappijen jaar in jaar uit van kasgeld heeft voorzien. Van een mijner vrienden, werkzaam op een registratiekantoor, verneem ik, dat het daar zeer onheimisch is geworden. Sedert 1'ierson den inspecteurs heeft aangeschreven, dat op die burcaux. klerken, bedienden, enz. ..aan nie mand eenige mededeeling mogen doen' en .,aan hen die op hetzelfde btireaux werkzaam zijn, ook streng verboden wordt oinlrr rl/;ünr If, nprch'cn over hetgeen op dat bureau ter hunner kennisse is gekomen,', is het op dat kantoor een gefluister, een gesmocs. een wisselen van briefjes, als ware de registratie een afdeeling van de geheime politie gewor den. Toen dezer dagen de ontvanger een van de klerken zwijgend met een kleine beweging van de wijsvinger tot zich had ge wenkt, om hem iets te vragen wat hem op l ie l bureau te zijner kennisse was gekomen, weigerde deze ondergeschikte zijn patroon te woord te staan, aangezien hij. volgens het uitdrukkelijk verbod van den Minister ..aan niemand hoegenaamd eenige mededeeling mocht, doen. ' Men wil weten dat de circulaire haar ont staan Ie danken heeft ann een klacht van den heer Ilinfzen, die zijn huisknecht mee het behistingbiljet en een bankbiljet van /'luini, in gesloten couvert, naar hei kantoor had gezonden, om een deel van zijn aanslag ie betalen, 'l'wee dagen later waren niet al leen de huisknecht, maar ook drie dienstmeis je- om opslag komen vragen, en daar bleek het, dal zij op een cent na Hintzens vermogen hadden uitgerekend, waarvan het bedrag aan het dienstpersoneel verbazend was meegevaJlen. Dit nu was alleen mogelijk geweest, omdat, de klerk, in strijd met: des ministers verma ning van _'') Januari bij teruggave van geld. heb bedrag der belasting had uitgesproken !''.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl