Historisch Archief 1877-1940
N°, 869
DE AMSTEEDAMMEE
A°. 1894
WEEKBLAD VOOE NEDEELAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 18 Februari
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail?n
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . .
Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer . . ,
Reclames per regel
9.0.12"
0.20
0.40
I N H O V D>
VAN VERRE EN VAN NABIJ. ??FEUILLE
TON : De viool van Paganini, naar het Duitsch
van O. von Oberkamp. (Slot). ??Muziek in de
hoofdstad, door Van Milligen. Hans von
Bülow, door v. M. KUNST EN LETTEREN :
Kunst en Samenleving, beoordeeld door P. M.
"VVibaut. In het Rijksmuseum, III, door J. V.
Kunst te Berlijn. Bloemlezing uit de Is
raëlitische Letterkunde, enz. door Dr. L. A.
Bahler. Maxime du Camp. SCHAAKSPEL.
VOOR DAMES, door E-e. INGEZON
DEN. - RECLAMES. - UIT Dr. GANNEF's
STUDEERKAMER. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN.
?Miiiiiiiiiiiiittuuniimiiiii
iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiii
De Grand Old Man is behouden van zijn
uitstapje naar Biarritz teruggekeerd. Wie
hem in den salonwagen zag zitten,
genoegelijk een kopje thee drinkend, in een jeugdig
grijs reispakje, met een kostbare bloem in
het knoopsgat en een slappen vilten hoed,
die den kalen schedel verborg, op het hoofd,
moest onwillekeurig glimlachen bij de ge
dachte, dat deze man zich zou beroepen op
de kwalen van den ouden dag om zijn ont
slag te nemen als minister-president.
Zou er dan geenerlei grond zijn voor het
bericht zijner aftreding, dat door de Pall
Hall Gaxette op zoo stelligen toon is mede
gedeeld ?
Ondeugende menschen verzekeren, dat het
bericht van den heer Gladstone zelf afkomstig
is, en dat bet plaatsen daarvan in een op
positie-blad een nieuw bewijs is voor zijn
arglistigheid. Maar zij haasten zich daarbij
op te merken, dat dit bericht slechts een
ballon d'cssai is geweest, en dat de 84-jarige
staatsman met zijne aftreding heeft gedreigd
om den ijver van zijn volgelingen aan te
wakkeren. Overbodig was dit laatste zeker
niet.Want de beide belangrijke wetsontwerpen,
op welke Gladstone heeft gerekend om zijne
heterogene meerderheid bijeen te houden voor
nnniiiHuumi
l IUIIIHH l lUUMHf II UHIUtfliraiHUMI
De viool van Paganini.
Naar het Duitsch
VAX
O. VON OBERKAMP.
(Slot).
IV.
Ik zoo zou graag als speelman reizen.
De heele wereld rond.
Ja, hij wilde reizen! Hij had zijn bun
deltje gepakt, zijn viool lag in de kist. De
melodieën, wonderbare melodieën, weerklon
ken in zijn hart, wat behoefde hij meer?
Juist toen hij het huis verliet, reed een
extra-post het slotplein op.
Tratara, tara, tara! blies de
postiljon. Het was een lustig liedje, maar den armen
jongeling kromp het hart ineen.
Ja, zij was het zij! Zij lag in het
rijtuig achterover geleund, Zij lachte als een
kind, toen ze hem daar zag staan met zijn
bundeltje in de hand en zijn instrumentkist
onder den arm.
Zie eens, Geza, hoc komiek ziet Paul
er uit.
Ja hij zag er ook tamelijk komiek uit met
zijn hebben en houden, in een rooden zak
doek geknoopt, in de hand, met den slordig
dichtgeknoopte!! halsdoek en het kale, ver
sleten buisje.
Graaf Geza stond nu naast hem en legde
hem vriendelijk de hand op den schouder.
Ge kunt onmogelijk heengaan, sprak
hij. Ik moet naar Weenen en binnen een
paar uur weer vertrekken. Wat moet er van
een huis worden, wanneer de huisheer en de
een laatsten strijd over de lersche quaestie, zijn
in deerlijk gehavenden toestand uit het
Hoogerhuis teruggekomen. Onder den schijn van
de vrijheid van den werkman te verdedigen,
hebben de Lords de essentieele bepalingen
van de Employers Liability Bul krachteloos
gemaakt, en de Parish Counoils BM, die het
gezag in de plattelandsgemeenten uit de han
den van den squire en den parson moet doen
overgaan in die van lichamen, door de ge
meentenaren gekozen, tot onherkenbaar
wordens toe verminkt. Men kan het den Lords
te minder kwalijk nemen, dat zij zich Ver
zetten tegen wetsontwerpen, die lijnrecht met
hunne conservatieve neigingen in strijd zijn,
omdat zij, door thans deze ontwerpen aan
te nemen, de positie van den heer Gladstone
in het Parlement zeer zouden versterken en
de aanneming der Home Jïule BUI zouden
voorbereiden. Maar de erfelijke wetgevers
spelen hierbij een gevaarlijk spel: meer dan
ooit vestigt zich de overtuiging, dat de dagen
niet ver zijn, waarin het voortbestaan van
het Hoogerhuis de groote, de brandende
quaestie zal worden.
Niemand zal zich'verbazen, wanneer een
volksleider als John Burns op de afschaffing
van het Huis der Lords aandringt. Lord
Salisbury heeft beweerd, dat die afschaffing
slechts door geweld zou kunnen geschieden.
»Is dit eene uitdaging van het Engelsche
volk?" vraagt John Burns. »Als de ko
ningin een goede oude ziel is, zooals zij, geloof
ik, is niettegenstaande haren titel, als de
prins van Wales maar half zoo slim is, als
men beweert dat de Welfen zijn, dan zouden
zij de Lords bij het nekvel pakken en de
deur uitgooien. Wat zou het dan onder aan
de trap een genoegelijk rumoer zijn!"
Maar ook deftige lieden zeggen het/elfde,
zij het dan ook in andere woorden. Zoo ver
klaarde de onder-staatssecretaris Sydney
Buxton op eene deze week te Londen ge
houden meeting, dat men de Lords alleen
kon sparen zoolang zij onschadelijk bleven,
maar dat een strijd zonder genade noodig
was wanneer het Hoogerhuis een sport maakte
van zaken, die voor het volk levensquaesties
zijn. Het Hoogerhuis had, volgens dit lid der
regeering, de boerenarbeiders, de non confor
misten, de groote trades unions beleedigd,
benadeeld en bespot; het was geen deel meer
van het constitutioneel raderwerk, maar een
UimtiiHiiiiliiimiiiiiiiiMiiiMMMiiiiiiiiiiiiiiiiliMimMiiiiHiiiiiimimmiiMiii
muziek ontbreken ?
De Savovaard knikte alsof hij uit een
droom ontwaakte. Hij wist nauwelijks of hij
zelf het huis weer was binnengetreden, dan
of feeönhanden hem er weer in hadden ge
trokken.
In zijn ooren klonk, luider dan al het
andere, de zoete, spottende lach eener
vrouw. Maar deed hij dan kwaad ?
Hij wilde haar immers slechts uit de verte
zien, slechts nog nmaal haar nabijheid
gevoelen, slechts nog een paar dagen haar
stem hooren!
Neen, zeker niet, hij zou haar niet zoeken.
Maar wie weet, vrouwen, zijn immers zoo
grillig, zoo wispelturig, zoo avontuurlijk
misschien zocht zij hem!
Hij stond daar met neergeslagen oogcu,
met hooggekleurde wangen als n, die zich
zijn schuld bewust is, toen zij hem twee
dagen daarna in de schemering in het woud
ontmoette. En ze lachte weder. Hij moest
er in haar oogen zeker weer heel grappig
uitzien met zijn linksche manieren, met de
nauwlijks verborgen liefde, die zijn gelaat
uitdrukte.
Kom, dat treft heerlijk, ik heb een
dienenden ridder noodig, die mij uit dit
betooverde woud helpt, zie me eens aan?
7e sloeg, bij die woorden met een hazel
noottwijgje tegen den langen sleep van haar
japon, die bijna tot aan de knieën doornat was.
Was het de heete Augustus wind, die met
beiden speelde, of kwam het, dat ze te dicht
vóór hem was gaan staan, genoeg, de wind
sloeg haar langen, golvenden sluier om zijn
gelaat en hals en. hij, in zijn onbeholpenheid,
verwarde, hoe langer hoe meer in het wap
perende gaas, inplaats van zich er uit los
te maken.
(Jevangen, gevangen!
Ze ging op een boomtronk zitten. Heur
haar was losgegaan, haar lippen waren half
geopend, haar gelaat droeg een nieuwsgierige ]
loerende uitdrukking, niet ongelijk aan die j
partijwapen in de handen der Tories. Sodom
en Gomorrah zouden zijn behouden gebleven,
als er ook maar vijf rechtvaardigen in waren
gevonden, maar de vijfen-twintig liberale
pairs in het Hoogerhuis zouden dit niet van
den ondergang kunnen redden. Het zou
moeielijk zijn, dit vergulde Jericho te doen
vallen (not gilded, but guilty, merkte John
Burns op), omdat volgens de constitutie het
Hoogerhuis zijne toestemming moest geven
tot zijn eigen opheffing, maar men moest in
deze zaak noch wankelen, noch wijken.
»Wederstaat den Booze, en hij zal van u
vlieden," stond er geschreven. Men had het
Hoogerhuis wederstaan en het was ge vloden,
en zoo moest men blijven doen, tot men
getriomfeerd had.
Minder bijbelsch in zijn beeldspraak, maar
even duidelijk, was een ander Parlementslid,
de welbekende drankbestrijder Sir Wilfrid
Lawson. Aanknoopende aan het oude. door
John Morley voor het Hoogerhuis uitgegeven
wachtwoord : mend or end, zeide hij, dat de
tijd voor verbetering sinds lang en voor altijd
voorbij was, en dat er dus een eind aan ko
men moest. Een Amerikaan zoo vervolgde
de spreker had een erg leelijken hond en
zeide tot een vriend: »Ik geloof, dat ik hem
een stuk van zijn staart zal afsnijden ; dat
zal hem opknappen." De vriend antwoordde :
»De eenige manier, om te maken, dat die
hond er goed uitziet, is, dat ge hem den
staart twee duim achter de ooren afsnijdt.''
Zoo heeft men nu reeds een voorproefje
van hetgeen men te hooren zal krijgen, wan
neer het Parlement wordt ontbonden en de
vroegere leuze: «Ierland verspert den weg"
zal worden vervangen door den oorlogskreet:
»Weg met het Hoogerhuis!'' En over eene
aanstaande, zelfs zeer aanstaande ontbinding
schijnt ernstig te worden gedacht. De heer
Gladstone en zijne vrienden kunnen niet
voorwaarts en niet achterwaarts meer. Ge
duld is eene zeer schoone zaak, maar als
men 8-1 jaar oud is, heeft men den tijd niet
meer om lang te wachten. De heer Gladstone
is veel te verstandig om aan te nemen, dat
het Huis der Lords met den eersten slag
zal vallen, maar hij zal ongetwijfeld zijn
voordeel doen met eene strooming, waarin
het verzet der democratie tegen eene onduld
bare overheersching door eene erfelijke aristo
cratie zich steeds krachtiger doet gevoelen
iMtitiiiMtmtiiiuiimitinniHiiiiiiimiiiiMiiiMiumiiiimitimiiimiuiiiiuHai
van de toovenares Viviana, die eenmaal
Merlin omstrikte. En hij, was hij een Merlin ?
Ach neen, hij was een zeer bloode, onbe
holpen knaap! Toen hij, meegetrokken op den
boomstronk, beproefde den sluier los te maken,
zette zij een oogenblik haar kleinen, slanken
voet op zijn knie, zooals men den voet zet
op iets, dat men veroverd heeft.
En toen beefde hij zoo geweldig, dat hij
het teere weefsel scheurde, en opspringend
stotterend als een schooljongen, vroeg hij om
vergeving.
Hoe lomp. Wat ben je toch nog een
kind! Ga heen en zend me een rijtuig.
Haar stem klonk zeer onvriendelijk. Hij
ijlde weg, als stond het woud, rondom hem,
in brand. Arme jongen! In de volgende dagen
meende hij nog steeds den geur harer kleederen
te bespeuren, den adem van haar mond te
gevoelen, hij droomde in den daarop volgen
den nacht zoo vreemd: dat de sluier ver
anderde in een keten en dat zij Gawrilla
zelve, die keten met haar kleine, blanke
handen om zijn hals dicbtsnoerde.
Toen hij den volgenden morgen de veranda
doorging, zag hij haar aan een tuintafel zitten
schrijven. Ze riep hem bij zich, zag hem van
boven tot onder aan en zei, terwijl ze haar
schrijfgereedschap ter zijde schoof':
Ik verveel me. Hij maakte een linksche
buiging. Heeft mevrouw misschien brieven
op de post te bezorgen ?
Ja, een aan mijn echtgenoot, hij is over
morgen jarig en daar hij eerst over vier dagen
terugkeert, moet ik hem schriftelijk
feliciteeren. Ze had, onder het spreken een etui
met sigaretten en lucifers van de tafel ge
nomen en stak een sigarette aan.
Graaf' Geza Pallawangi is twintig jaar
ouder dan ik. Ze zei dat op koelen, gerekten
toon.
En toen hij, geen vijf' minuten later, den
brief aan zijn heer op de post bezorgde, bleef
hij een paar malen nadenkend op den weg
staan. En telkens schenen deze woorden hem
en hij zal meer dan tevreden zijn, wanneer
de Lords, zooals zij reeds zoo vaak deden,
ook thans weder onder het eene of andere
voorwendsel eieren voor hun geld kiezen en
hun verzet tegen zijn lersche plannen opge
ven. Mocht dit niet geschieden, dan zijn er
altoos nog andere middelen om de erfelijke
wetgevers tot reden te brengen, bijvoorbeeld
een »Pairsschub" zooals het in Duitschland
en Oostenrijk heet, waardoor men hun op
eens een paar honderd liberale collega's
geeft. Het middel zou wel eenigszins lach
wekkend zijn, maar tegelijk eene kostelijke
parodie op de verouderde instelling van het
j)fu>-schap. Zij, die vreezen dat zulk een
maatregel niet in overeenstemming zou zijn
met Gladstone's onverstoorbare decoratieve
deftigheid, mogen zich troosten met de ge
dachte, dat de premier in het
CircumlocutionOffice, waarin hij zoo goed te huis is, wel
een paar klinkende phrasen zal vinden om
de waardigheid der nieuwbakken edelen tegen
den spotlust van het oneerbiedige plebs in
bescherming te nemen.
iliiiliiimiMilllin Minimum mmill llllllllll
U
ziek.
in de Hoo"dstad.
Er wordt voortdurend groote activiteit in ons
muziekleven ontwikkeld; en van die activiteit wordt
door het publiek in ruime mate notitie genomen;
want men mag zoo klagen over de slechte opkomst
bij tooneelvoorstellingen, onze concertbesturen en
concertgevers hebben daartoe waarlijk geen reden.
E11 toch zijn er zoo enkele tijden van het jaar
dat het aantal concerten meer dan groot is. Dat
zijn vooral de maanden Januari?ebruari en later
de maanden April en de eerste helft van Mei. De
abonnemcuts-coneerten in het Concertgebouw,
de Beethoven-soirees, de Waguer- en
Toonkunstconcerten worden steeds druk bezocht; ook andere
vereeuigingen hebben niet te klagen, eveumiuis
dit het geval met de liefdadigheids-soirées, die in
deze dagen nog al eens plaats vonden. Een con
cert ten bate van Kindervoeding had een schitte
rend resultaat, ook ecnc soiree door vier begaafde
dilettanten met medewerking van twee onzer kun
stenaars ten bate van een ongelukkig gezin, vond
grooten en verdienden bijval. Kortom, het publiek
iiiMiiiiuiimiiniüiimiiiiiiiiil
in de ooren te klinken.
Graaf Geza Pallawangi is twintigjaar
ouder dan ik. Den volgenden avond (de
dienstboden hadden hun vrijen dag en er was
dansmuziek in het naaste dorp) liet ze hem
roepen en hem zeggen, dat hij zijn viool
moest medebrengen.
Toen hij binnentrad, lag zij op een
rustbank uitgestrekt; een hanglamp met rooden
ballon brandde boven haar hoofd en goot
een betooverenden schijn over haar schoon,
bleek gelaat en hare heerlijke vormen.
Door de neergelaten gordijnen, waarachter
de ramen openstonden, kwam de geur der
rozen en nachtviolen bedwelmend naar binnen.
Speel eens iets voor me, Paul, ik wil
hooren of je vorderingen hebt gemaakt. Ze
lachte daarbij vriendelijk, maar verviel da
delijk daarna weer in een nadenkend zwijgen.
Ze geleek een Sphinx op dat oogenblik,
zooals ze den knaap daar onbewegelijk met
haar groote oogen lag aan te staren.
Hij nam de viool van den geheimzinnigen
muzikant. En vreemd ; reeds bij den eersten
streek over de snaren, reeds bij den eersten
toon, die door het stille vertrek klonk, sprak
de viool als met de stem van een mensch.
Nu eens zacht en bloode, dan weer juichend
en klagend, nu eens wegsmeltend, dan weer
jubelend, sprak ze van alles, wat een
menschenhart lijdt, en wat een mcnschenhart
beroert.
En de viool zei, wat hij, de arme Savoyaard
met de zwaarmoedige oogen, nooit met zijn
lippen had gezegd!
Ze zei:
Ik bemin u, schoone vrouw, gij zijt de
zon mijns levens, gij zijt de droomen mijner
nachten, gij zijt het belichaamde beeld der
schoonheid, dat in mijn hart leeft. Of fiij als
een schitterende ster uit den hemel zijt ge
daald, of gij een dwaallicht zijt, in de hel
geboren, ik weet het niet, het gaat mij niet
aan! ik weet alleen, dat gij den rijkdom van
den arme zijt. Ik weet alleen, dat gij de