Historisch Archief 1877-1940
F
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 869
blijft getrouw onze kunst steuneu, (soms in die
mate, dat er voor een verslaggever geen plaatsje
overblijft). Hiermede is dan ook op de beste wijze
weerlegd dat het aantal concerten in Amsterdam
onrustbarend moet genoemd worden.
Is het een verblijdend verschijnsel, dat het pu
bliek de concerten zoo steunt? Voorzeker. Doch
het is tevens het bewijs, dat het hooren van mu
ziek eene behoefte voor den beschaafden en voor
den ontwikkelden mensch is geworden.
(Niet alleen voor den ontwikkelden. Er is iets
in de muziek, dat ook den onontwikkelden aan
trekt, en wanneer men hem door het hooren van
goede muziek (met oordeel gekozen) ia de gele
genheid stelt zijn geest en smaak te veredelen,
zal dit niet zonder invloed blijven. Daarom kunnen
de pogingen, tot dat doel iu liet werk gesteld,
niet genoeg gesteund worden.)
Doch genieten al de menschen, die onze concert
zalen vullen en soms in de meest bonte volgorde
het oude, het nieuwe, het ingewikkelde, en het
bevattelijke moeten volgen, werkelijk allen van
muziek ?
Lezer, dit is eene moeielijke kwestie.
Ik geloof toch van wel. Tusschen genieten en
beyrijpen is echter een hemelsbreed verschil. Velen kunnen
genieten, slechts weinigen kunnen begrijper,. Het
aantal van hen, op wie de muziek sterk inwerkt,
is betrekkelijk gering. Voor velen is zij eene uit
spanning die wel is waar hen genoegen verschaft,
doch hem niet innerlijk treft. Ik wil niet eens het
woord: mode, noemen.
Berlioz zegt, omtrent de openbaring, die men
op eens van een nieuw kunstwerk kan krijgen:
Une voile pais semble quelquefois place sur les
yeux. de l'esprit quand on regarde d'uu certaiu
,cotédu ciel de l'art et empêche de voir les grands
astres qui l'illuminent, puis, tout d'un coup, sans
cause connue, Ie voile se déchire, on voit et l'on
rougit d'avoir téaveugle si longtemps."
Hoe vaak betreurt men het, dat voor velen de
nevel in het geheel niet optrekt, doch dat er ook
zijn, die bij voorkeur in dien nevel blijven rond
dolen en als het ware bang zijn dat het helder
zal worden.
Doch om bij het genieten te blijven, er zijn toe
hoorders die zich wijs maken dat zij genieten en
er zijn er ook die het ronduit erkenneji wanneer
zij (zooals zij dit noemen) er geen touw aan vast
kunnen maken.
Het aantal van de eerste is echter veel grooter
dan dat van de laatste. De valsche schaamte speelt
hier ook nog een groote rol, en er zijn er niet
weinigen, die met heel weinig overtuiging verklaren
te dweepen met Leitmotive (voor hen leedmoticven)
en Unendliche Melodien (voor hen wel
//uueudlich").
Doch de zeer weinig ontwikkelde, die alleen ver
rukt is, wanneer hij eer.e bekende melodie of een
verrassend klankeffect hoort, de meer aesthetisch
ontwikkelde natuur, die eeu indruk en stemming
verlangt al kan hij zich er ook geen rekenschap
van geven, de deskundige, die ook den
gedachtengang van den componist en den bouw van het werk
in zich traeht op te nemen, zij allen genieten wer
kelijk doch .op verschillende manier; ieder naar mate
van zijne ontwikkeling; want het zou verkeerd zijn
den indruk te miskennen die eene goede vertolking
van een werk -kan geven ook aan hem die niet
kan doorgronden;
Met eene goede of slechte vertolking staat of ralt
een kunstwerk. )it is geen paradox, want niemand
zal kunnen tegenspreken, dat bij slechte uitvoe
ringen geen licht kan vallen op de schoonheden
en ook geen stemming kan gewekt worden. Wel
is het waar dat bij goede uitvoering een werk dik
wijls nog onbegrepen voorbijgaat aan velen, doch
dan voorzeker ni«t aan allen.
Het vele dat men achter elkander op een con
cert te hooren krijgt, is echter ceue aanleiding tot
oppervlakkig luisteren. Wanneer een concert aan
vangt met eene Symphonie die men niet keilt en
lllllflIIIIIIUIIIIHinillllUllflIIIIIIMIIIIIMIIIIIIHIIIIIItlllllMIUIMntMMI
volmaakte zaligheid van den ongelukkige zijt.
Hij wil geen zaligheid buiten u. Hij koopt
u tot iederen prijs. Worg hem met uw gouden
lokken, hij duldt het, ruk hem met uw blanke
handen het hart uit de borst, hij weert u
niet af, want dat hart is uw eigendom, in
dat hart trilt geen zenuw, die u niet toebe
hoort, woont geen aandoening, die niet met
onuitsprekelijke vreugde, met smartelijk, zalig
genot voor u vlamt en gloeit. . . Nog harts
tochtelijker, nog wilder taal sprak de viool
in de diepe stilte en toen toen volgdeer
een angstwekkende kalmte.
De violist was ter aarde gezegen en naast
hem lag de viool met gesprongen snaren, /ijn
gelaat zag bleek en vaal, als ware het hoofd
van het lichaam gescheiden. De schoone vrouw
op de rustbank richtte zich halverwege op
uit haar liggende houding. Haar blikken
richtten zich langzaam op den in zwijm
liggenden jongeling. Een triornfeeremle glimlach
gleed over haar gelaat.
En vervolgens, half weifelend, nam zij het
het bleeke hoofd van den schoonen jongeling
in haar bleeke handen.
Zóó nam weleer Herodias het hoofd van
Johannes den Dooper in de hare. Zóó bezag
Herodias weleer eiken gelaatstrek van haar
slachtoffer!
Maar n ding kon deze niet dat slacht
offer in 't leven terugroepen. Dat kon
Gawrilla; Gawrilla kon nog met den buit spelen,
Gawrilla kon den ten doode gedoemde nog
ns in 't leven terugroepen. En het is im
mers zoo zoet, een doode in 't leven terug
te roepen. Is het niet heerlijk, te luisteren
hoe hart en polsen weer beginnen te kloppen,
is het niet bedwelmend te zien, te gevoclrn,
hoe de storm van den hartstocht de
levensvlam al hooger en hooger doet opflikkeren,
totdat alles wegzinkt, hemel, aarde en hel in
n groote, golvende zee van vlammen.
Het was zoo zoel in het vertrek. De geuren
der bloemen kwamen op de tooverachtige,
men tracht de schoonheden er van in zich op te
nemen, moest men eigenlijk huiswaarts keeren om
den ontvangen indiuk vast te houden.
Het is niet mogelijk voor hem die goed luistert,
allerlei onbekende werken gedurende een geheelen
avond met dezelfde belangstelling te hooren. Men
kan dan ook altijd opmerken dat de ernstige hoor
der bij zulke gelegenheden vermoeid is, terwijl zij
die de klanken aan hun oor laten voorbijgaan zon
der den geest in zich op te nemen, met genoegen
weer een concert van voren af aan zouden gaan
hooren; er althans toe in staat zouden zijn'
Er bestaat een soort melomanen op wie dit laatste
van toepassing is. Er zijn er die geen concert zouden
overslaan in welke stad dit plaats heeft en toch
zijn er onder dezulken ook die alleen met de ooren
genieten. Ik heb het wel bijgewoond dat iemand
die een Niederrheinisch Musikfest had medege
maakt met alle bijbehooreude generale repetitiën
(zonder er onder te bezwijken) mij mededeelde het
zoo te betreuren niet een ander Muziekfeest te
kunnen bijwonen dat den volgenden dag een aan
vang zou nemen.
Wie uu de uitgebreidheid van die programma's
kent en vooral de lengte van het laatste (kunste
naars) concert zal begrijpen wat dit zeggen wil. En
toch meeneu zulke muziekvereerders heel wat hooger
te staan dan (om iets te uoomen) de eenvoudige
man die van een violist zeide: //Hij speelt zoo
mooi vooral wanneer hij in de hoogte komt, dan
is het net of je een fluit hoort."
Doch wanneer men de wijze van genot van ieder
gaat ontleden, zou het den schijn kunnen krijgen
alsof men het af keurde dat zooveel menschen muziek
willen hooren. Dit is niet het geval.
Men mag veronderstellen dat niemand uit op
offering naar een concert gaat, en wie dit doet ter
wille van familie, connecties of wel van mode,
heeft het zichzelf te wijten wanneer hij zich verveelt.
Doch ik wilde in het licht stellen dat wie niet
iu staat zijn te begrijpen toch zeer goed genieten
kunnen, ieder op zijne wijze volgens de behoeften
van zijn geest en smaak.
Iu het laatste Gidsnummer is een hoogst lezens
waardig artikel verschenen over : het genieten van
muziek door Dr. B. J. H. Ovink.
Ik kan dit oprtel niet met enkele woorden be
spreken, daarom zij er voorloopig alleen met na
druk de aandacht er op gevestigd, doch onwille
keurig kwam ik er toe ook eenige ervaring neer
te schrijven die ik in dit opzicht van tijd tot tijd
heb opgedaan.
Wie voor een geestelijk aesthetiseh genot pleit,
(eu welke artistiek begaafde natuur zal dit, niet
doen) vindt ongetwijfeld in de wijze waarop de
mu'iek onder het bereik van ieder komt: veel
dat hem stuit, en, voorzeker is er op het punt
van ontwikkeling van het publiek in de geheimen
van onze kunst, nog een zeer groot veld te ont
ginnen. Hoe vaak stuit men nog niet op ver
oordeel ing of niet begrijpen door onkunde en wat,
dies meer zij.
Door woord en geschrift op bevattelijke wijze de
geheimen onzer kunst te verklaren en toe te lich
ten, door het met ernst Inoreu van sc'ioonc inpns
terstukken, den geest te ontwikkelen en den smaak"
te veredelen, dit alles zal de muziek meer tot al
gemeen goed makeu, en zal er ook toe bijdragen
dat kunstenaars eu publiek elkander nader komen,
elkaar meer verstaan.
Ik begroet daarom met vreugde iederen nieuwen
apostel die over onze kunst ernstig hoeft nage
dacht en die ernstig heeft beoefend, en door
woord en geschrift toont mede te willen werken
tot zulk een schoon doel.
O in dit doel te bereiken moet men de toestan
den onder de oogen durven zien eu van alle kanten
beschouwen.
Ik heb thans allecu over het publiek
gcspróden; later hoop ik ook eens het standpunt van
den kunstenaar tegenover het publiek na te gaan.
VAN MII.LKJKX.
UMiiilittmnmiHimiiittiiiiiiiiiiiiiiiiii
zilveren stralen der maan het venster binnen,
en toen de arme jongen uit zijn bezwijming
ontwaakte, zag hij een bleek, glimlachend
gelaat triomfeerend boven hem, voelde hij
twee heete lippen op de zijne branden, voelde
hij twee armen, die hem medesleepten iu
vreugde en zaligheid, in schuld en verderf.
En weder brak er een zomerdag aan.
Verwelkt waren de nachtviolen, afgevallen
i
de rozen.
Voor het slot hield het rijtuig van graaf
(j-eza stil.
De graaf was niet alleen uit Weenen te
ruggekeerd; hij bracht vroolijk gezelschap
mede, twee dragonder-officieren uit de Kei
zerstad.
En Paul Micheli?
Men vond hem twee uren later dood liggen
op de bank onder de linde. Hij had zich
dood geschoten.
De graaf was ten zeerste ontsteld.
Begrijp jij soms waarom diejonge man
zich gedood heeft, Gawrilla?
- 'Ik?
Ze trok de schouders op, ze was juist aan
het raketten met de beide dragonder-officieren.
Hoe komt ge er bij? Mijn God, men
kan zich toch niet om menschen bekommeren,
die iemand even onverschillig zijn, als het
stof op den weg?
Dit geschiedde op een dag in Augustus,
en op een somberen herfstmiddag, vier weken
later, verscheen de geheimzinnige violist en
haalde zijn viool terug. Hij schonk haar later
aan een jongen Italiaan, die er uitzag als
de dood en oogen had alsof hij tehuis be
hoorde in Dantes »Hcl.v
Ik kan u de viool voorloopig niet be
talen, zei de Italiaan.
Bah, dat is bijzaak, grijnsde de ander:
alleen uw naam /.ou ik gaarne weten?
En de jongeling met zijn lijkkleurig gelaat
trok een blad uit een oud notitieboekje en
schreef daarop: »Niccolo l'aganini".
Hans von Bülow.
Eene groote miuikale figuur is aan de kunstwe
reld ontvallen. Maandag is hij te Cairo, waar hij
tot horbtel van gezondheid was heen gevoerd,
overleden. Veelvuldig waren zijne gaven en ont
wikkeling, groot was zijn geest, groot was zijne
kennis. Als zoon van den letterkundige Eduard
vou Bülow, had hij in zijne jeugd een zeer degelijke
opleiding, zoowel artistiek als wetenschappelijk
ontvangen. Hoewel hij in die jaren reeds ernstige
muzikale studiën had gemaakt (voor klavier genoot
hij onderwijs van Fr. Wieck en Litolff, en voor
compositie van Max Eberwein), ging hij, ha het
gymnasium te hebben doorloopen, te Jena in de
rechten studeeren. Tegelijkertijd nam hij bij
Flauplmanu les in de theorie; later ging hij te Berlijn
zijne studies in de rechtsgeleerdheid voortzetten.
Doch te Berlijn gevoelde hij, dat hij zich geheel
aan de muziek moest wijden; hij besloot daarom
naar tt agner te gaan, die hem onderricht, gaf eu
hem aanstelde als kapelmeester aan het theater
aldaar.
Een jaar later ging hij naar Wei m ar om van
Liszt onderwijs te ontvangen en eerst daarna trad
hij overal als pianist op. ?
Dat hij als leeraar aan het Conservatorium
van Stern werd geplaatst en in dien tijd met, Cosima
Liszt trouwde, is algemeen bekend. Talrijk zijnde
kunstreizen, door hem ondernomen, doch van meer
gewicht voor de kunst was het feit, dat hij met
Wagner naar München trok, teneinde groote her
vormingen voor de dramatische kunst voor te
bereiden.
Onder Bülow's leiding had aldaar de eerste op
voering van Trixlini ui/f/ Isol'/e plaats, welk werk,
dank zij de voortreffelijke vertolking, op eens voor
het publiek als eene openbaring werd. Tot dien
tijd had men dit muziekdrama voor onuitvoerbaar
gehouden.
Ka veel reizen en trekken werd hij in 1SSO te
Meiniugen aan het hoofd van de muzikale be
weging geplaatst. Met zijne kapel, waarmede hij
ook ons land bezocht, had hij gelegenheid, zich iu
de volle kracht van zijn gaven als dirigent te
toonen. Ook te Berlijn trad hij des winters ge
regeld als dirigent op.
Hoe zijn huwelijk met de dochter van Liszt
werd ontbonden weten wij allen, ook hoezeer hem
dit verbitterde.
Hij was ecu hoogst eigenaardig, geestig, op
vliegend man. zeer slerk aan afwisselende stem
mingen onderhevig. Doch hoe vaak hij ook velen
heeft van zich afgestooten door zijne heftige uit
vallen en scherpe personaliteiten, l och was ieder
vol bewondering voor den cininenteii kunstenaar
die de vaan van de kunst zoo hoog hield en voor
ieder meesterwerk met groote liefde vervuld was,
en er ook alles voor over had zulk een werk be
kend te maken.
Vele van zijne geest ice iu- en uitvallen zijn be
roemd geworden, oa. zijn variant: /,,/' .?/,///'///,< //?///?
'//r Jllnjll.'i.iiix. Ook kent men de geschiedenis te
Berlijn niet, Graaf von llocliberu' naai' aanleiding'
van zijne opmerking over den circus Ilülscn.
Minder bekend eu toch zeer karakteristiek is
wat von Bülow eens te Keulen deed.
Hij paf aldaar een l,-hn:iei--nrrnul (Sonaten van
Beethoven) toen, bij het eerste stuk plotseling
zijn oog viel op Fcrdinand llülcr met, wien hij
gebrouilleerd was. Hij kon niet opzien of hij
zag diens gelaat.
Toen de sonate was afgespeeld, liet hij den vleu
gel omdraaien zoodat hij met de rug naar hem
toe kwam te zitten.
Toen innam! hem eens zeidc: Ich bewundere
es dass Ihr Gediichtniss llineii niemals untreu wird,
zeide von Fülow. s.Vbc.r, mein liebcr, mem
Gedaclitniss mul ich sind nicht verheiratet".
Wie echter von Bülow beoordeelt naar de
scherpten en eigenaardigheden in zijn karakter,
beoordeelt hem verkeerd. Zijn hart was goed en
edel, doch overprikkeling en overspanning maakten
hem dikwijls onaangenaam.
Wanneer men leest wat de huishoudster van
Liszt, verhaalt, n.l. hoe hij nadat Cosima met
\Vagner getrouwd was, nog altijd geschenken zond voor
de verjaardagen van de kinderen en hoc zijne
verhouding met, .Liszt, bleef, voelt men dat hij een
groot hart bezat.
Toen von Bülow ten onzent concerten gaf met,
zijne Meiningcr kap,-l, had ik liet voorrecht hem
te ontmoeten en toen deed de grooic hartelijkheid
waarmede hij over Liszt. sprak, mij zeer aangenaam
aan.
Welk eene openbaring was voor ons zijne wijze,
van dirigeeren. Niet alleen dirigeerde hij alles uit
i liet hoofd, zelfs de vierde Symphonie van lirahins
j (Uien nog niet gedrukt, die de componist zelf had
gedirigeerd en \vaar\an hij door rahm's vertrek
onver\v;n ht de directie moest overnemen.} docli
welk een eigenaardig licht liet hij op alle
compnsitien vallen. Of men het eens was met zijne
opvatfiiiLr of niet, ieder moest toch erkennen dat die
opvatting ids zeer karakteristiek* gaf. 11 ij was
niet de Professor die van uit de hootrte tegen zijn
publiek oreerde, doch de onderwijzende vriend. \\
anneer er gewichtige oogenbhkkcn in een werk voor
kwamen, wendde hij zich tot, het publiek en wekte
hef. door een \riendelijk gebaar tot verdubbelde
opmerk/iiamheid op.
< l n'.'i t\\ ijfcld moeten zijne eigenaardigheden,
w .Mirmeiie hij velen van zich afstootte op
rekciiiüu" van z']ii steeds toenemend /enuwlijden
worden iresteld, doch thans nu deze groote
en begaafde kunstenaar is heengegaan, voegt
h;-i, in de eerste plaats 1e gedenken, hoeveel goeds
in seboons 'iij Leeft tot stand gebracht en hoezeer
mru een man zal nus-en \\iens naam aan de
nieuwere muzikale kunst onafscheidelijk verbonden
zal 'ohiven.
v. M.
In Le Ménestrel wordt de uitvoeringvan frag
menten uit Parsifal in de Concerts Colonne be
sproken.
De verslaggever M. H. Barbedetti zegt o. a.
De voorspelen van Wagner zijn over het geheel
zeer vervelend (alleen dat van Lohengrin maakt
eene uitzondering). Een Duitscher die zich des
morgens verdiept heeft in de werken van
Schopenhauer zal 's middags veel van Wagner's voor
spelen kunnen genieten. Maar zoolang de Fransche
geest nog niet geheel en al bedorven ij door de
geïmporteerde werken van gene zijde van den
Rhijn, heeft hij behoefte aan minder duistere
klaarheden.
Commentaar overbodig!
De kamerzangeres Alice Barbi, die zich ver
leden jaar ook in het Concertgebouw deed hooren,
is getrouwd met baron von Wolff StomeLsee,
opperhol'meester van den keizer van Rusland.
Deze week is Les Calotins van Pailleron in
de Comédie F'raneaise gegaan; bet stuk schijnt
heel grappig te zijn, maar tot den eigenlijken
roem van den geestigen dramaturg van Le monde
oül' on s'ennuie niet veel te zullen bijdragen.
Pailleron heeft al zijne »cabotins"
(komedianten), in verschillende standen en betrekkingen ge
groepeerd rondom een echt, eenvoudig kunste
naar, Pierre Cardavan,' een beeldhouwer; deze
is verliefd op een meisje uit de groote wereld,
Valentine, wier naam hij in den beginne niet weet.
Hoe Valentine. bij een familielid, de Laversée,
in huis, door diens vrouw wordt gelasterd,
verstooten, door Pierre's moeder opgenomen, ver
acht en beschermd, en hoe ten slotte alles te
recht komt, is de inhoud van de comedie. De
cabotins wentelen daar omheen, in den
opgeschroefden intrigantenkring der Laversécs. Men
ziet er den journalist-politicus Pégomas, een
zuiderling, zelf half dupe van zijn aanstellerig
rnaar niet nalatend er zijn voordeel mee te doen ;
don jurist Brascommié, die van vreugde weent,
als do jury hem zijn eerste terdoodveroordeeling
toestaat; de jonge schilder en letterkundige, die
enkel afschuwelijkheden verzinnen, om beroemd
te worden; de oude beeldhouwer, die met de
jongen meedoet zonder zo te begrijpen, uit laf
heid; de jonge vrouw, die autographen verza
melt; de ijdele dokter, die door damesrelaties
in de Académie do Médirine wil komen.
Daar bet bijwerk meer de moeite waard is dan
de hoofdzaak, is het eerste bedrijf, bet milieu
met al de typen schilderend, bet best bevallen.
De geschiedenis van Valentine lijdt er onder,
dat geen ernstiger persoon dan Mad. de
Lavarséc tegenover haar staat; liet stuk behaagt
daarom meer door geest dan door belangwek
kendheid.
(iot, Worms, Truffier, Coqneliu Cadet, Leloir,
do dames Marsv en [ïrandès speelden orin mode ;
er was aan bet stuk voel moeite besteed; de
interpretatie liet dan ook niets te wenscbon over.
Mejuffrouw Sophie Bos, vroeger tooneelspeelster
bij bet Xed. Tooncol, geeft heden Zondag l ,s Fobr.
in bet lokaal Odéon een Matinée-dramaticjue. De
heeren Louis Bouwmeester, C. J. Schultze en
J. de Jong en mojuffr. Joh. Wcrtwijn hebben
baar hun medewerking toegezegd. W ij ge,en bier
bet programma.
1. Een les, blijspel in n bedrijf, naar het
Zweedsch van Althild Agrill, (mej. Bos en de
heer De Jong).
"2. Ondinc, voordracht door mej. Wcrtwijn.
:>. De werkstaking, Conpée, door den heer
Louis Bouwmeester.
1. De zelfmoordenaar, (l'iet Paaltjes) den heer
C. J. Schultze.
5. Voordrachten door mejuff. S. Bos.
(i. 'n Kennismaking'', naar mad. Thénard,
door mpjuff. .lob. Wertwijn.
T. r, I iet wonderkind'', blijspel in n bedrijf
te spelen door don beer Schulze en do dames
Bos en Wcrtwijn.
Moge dit programma velen uitlokken om zich
naar het Odéon te begeven en de verdienstelijke
actrice, die oogonblikkolijk zonder engagement
is, iu haar onderneming to steunen.
uiHiiiiiiiiiiiiimimmmi
7LRLN
Kunst en Samenleving.
Wie van ons, behalve eenige schilders,
teekenaars t u architecten, hebben tijd voor kunst r
llocveleu van de honderd? en hoeveel uren per ja:!!1?
loeveleii denken bij het woord kunst non- aan iets
liet Xedei'landseb Lyrisch Tooneol to Antwer
pen hoot't mot do opvoering van: De Yiiegenile
JIüUtiniliT een hoogst ^'elükkigen gree]) undaan.
Voor dit ji»ni.'o gex< Iseliap on dei) dirigent
Edward Keurvols was do première een zeer groot
succes. Dit go/.fNch.ip ontwikkelt buitenge
wone activiteit. Verschillende uudere werken
zullen spoedig volgen. Op (.oedon \ rijdag zal
bovendien oen concert van 'j-ewijde muziek
getiovo!] \\,lnlen. \vaarop bel lut^acfit en Ai'e Mrii'iu
van Peter Benoit zullen worden opgevoerd.
,
zijn ons vi'ge herinneringen gebleven «van de lijden
toen kunst iets levends en bloi.-ieuds \vns"; ook
van de tijden toen handwerk en kunst verwante
begrippen waren. D.)oh sedert we de schoolbanken
verlieten hebben \\ c van kunst niet veel meer
gehoord. Op (lic schoolbanken ook heel weinig',
want, wc werden niet, opgeleid voor kunst. We
werden opgeleid voor een bedrijf dat broodwinning
zou zijn. Ku ojize ouders, die, zoo ze Int ons niet
zeiden, toch al \visVn dat het verkrijgen van ecu
broodwinning, een vaste en ecu goede, niet
iremakkeiijkcr werd, zetten ons aan tot haast \A at, bij
ons bedrijf niet paste behoefden we niet te loeren,
dat kon later wel, als \ve \\iit waren. Kn zoo zijn.
w e \\ at u'ewonlen; doctor en advocaat, koopman,
fabrikant, leeraar, onderwijzer. Eu als we nn sla
gen in ons bedrijf, als de (toeter veel zieken 'heeft
te bezoeken tegen zooveel per stuk, de advocaat veel
adviezen te geven tegen zooveel per stuk, de koop
man veel zaken kan doen met. winst, op iedere
zaak, de fabrikant veel voorwerp 'U kan maken niet
l winst op ieder voorwerp, de leeraar en de
ouderwijzer veel uren kuuiicii doccereu tegen zooveel