De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 18 februari pagina 4

18 februari 1894 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

K'. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 869 jaardag, van de Grieksche regeering eene bijzon dere onderscheiding ontvangen. Zijn vereerders en leerlingen in Duitschland zullen tegen dien tjjd een marmeren buste van hem laten vervaar digen, en deze zal, met toestemming der Grieksche regeering, in de voorzaal van het museum te Olympia worden geplaatst. Bjj de heeren Preyer & Cie., lokaal Pictura, is geëxposeerd een schilderij getiteld «Bij de wieg" van Albert Neuhuys. B\j de firma E. J, van Wisselingh & Co., Kalverstraat, is geëxposeerd een schilderij van Floris Verster, «Pioenen". lllllllllllllflIllliftlttlllllHIIIIMIIIIIIIIIH bloemlezing uit de Israëlitische Letterkunde, uit een aeslhetisch oogpunt, met toelichtingen door Dr. L. A. BBIILER. Uitgegeven te Groningen bij de Firma W. de Boois (R. Hoekstra) 1893. In de laatste jaren is meer dan eens gevraagd naar een goede bloemlezing uit den Bijbel. i)e Bijbel is geen volksboek, zegt men, en men heeft volkomen gelijk, als men daaronder zulk een boek verstaat dat door bet hcele volk van het begin tot het einde zonder moeite wordt begrepen. Intusschen is er gedurende meer dan ne eeuw geen hoek door een groot deel des volks zooveel gelezen als juist de Bijbel; en waarlijk niet alleen omdat men meende daarmede een //goed werk" te doen. Wat men opzettelijk voor de massa schrijft, heeft gewoonlijk geen succes, omdat het te laag bij den grond en te zoetsappig is. Het volk heeft bij zij a aagelijksche zorgen en te midden der alledaagsche dingen behoefte aan een andere wereld, een hoogere, vreemde, wonderbare wereld. Het bedankt voor uwe binnenhuisjes, voor uwe brave of niet brave boerenzonen, voor uwe vlijtige timmerlieden; die ziet het eiken dag. Het leest liever van Abraham den Herdersvorst, van Mozes in Egypte, den tocht van Israël door de woestijn, van mannen die op kameelen rijden, van koning David, den reus Go liath, enz., inz. Intusschen ia er geen boek in den Bijbel dat zelfs voor bf schaafden in zijn geheel verstaanbaar is zonder taalkundige, historische en oudheidkun dige toelichtingen. Hebben vele vromen uit alle standen toch de lektuur volgehouden, het is, omdat zij tusschen veel onbegrijpelijks telkens een ver haal, een gedicht, een gelijkenis, een spreuk von den waardoor zij diep getroffen werden. Menig bijbelwoord is dan ook in de volkstaal opgenomen, en men verstaat noch onze burgerlieden, noch onze redenaars, dichters en schilders als men vreemdeling is in het Oude en Nieuwe Testament. Geen wonder dat van tijd tot tijd beproefd is o.a. door Dr. E. Laurillard en Dr. Herderschee, in bloemlezingen die fragmenten te verzamelen, waardoor men zich stichten kon zonder dat men de treffende spreuken behoefde op te visschen nit een stroom van duistere volzinnen. Dr. Bahler be paalde zich tot het Oude Testament en stelde zich ten doel de Bijbel te iutroduceeren in een kring, waarin men sedert lang niet aan dergelijke lectuur denkt. Vandaar ziju titel: Bloemlezing uit de Isr. Letterkunde (niet O. T.) uit een Aesthetisch oogpunt. Of hij slagen zal is zeer onzeker. Men leert iemand het oude en classieke niet licht waardeeren, zonder geregeld onderwijs, uit een bloemlezing. Niettemin de schrijver heeft zijn best gedaan. Dat hij in Nathan's gelijkenis: //begrootte" schrijf t voor 't was him te veel", Eliëzer een goeien ouwen" knecht en //maaksman" noemt, en ijdelheid der ijdelheden vervangt door vluchtigheid der vluchtigheden, is waarlijk niet het eenige ; hij geeft wel toelichtingen van meer gewicht en korte historische opmerkingen, ook verbeterde vertalingen die tot recht verstand van de fragmenten dienen kunnen. Een ander bezwaar is de moeielijkheid van de keuze. Klein zou de bloemlezing zijn waarin alleen wierd opgenomen wat buiten den samenhang ver staanbaar is, maar te groot als men allen schijn van willekeur vermijden wilde. Begrijpelijk is het, dat de schrijver aan het eind van zijn boek de lezing van nog een 24 hoofdstukken aanbeveelt uit de profeten alleen. Waarom missen wij in de bloem lezing bijv. de scheppingsverhalen, de paradijsge schiedenis, de fabel van Jotham (daar die van Joas verteld wordt)? Waarom niet opgenomen Naiiman de Syriër, de afseheidszegen van Mozes Deut. 32, de beschrijving der Assyriërs Jes. 5, de Bileam's legende, Ps. 84? Tegenover de onkuische (Dr. B. zegt zeer onaesthetisch //loopsche" vrouw) uit het Spreukenboek wordt terecht de deugdzame vrouw gezet; waarom staat naast e schildering van den luiaard niet die van den dronkaard die zoo karak teristiek eindigt: //zij hebben mij geranseld zouder dat ik het voelde; zoodra ik goed nuchter ben zal ik den wijn maar weer opzoeken"? Dr. B. zal antwoorden: ik weet nog wel meer schoone plaatsen die gij niet noemt, maar mijn boek mocht niet te groot worden. Het zij zoo; wij zijn hem al vast dankbaar voor wat bij gaf, en misschien geeft hij later meer. Zoolang wij niet een compieete bijbclvertaliug bezitten met een populaire inleiding op elk boek eu anno taties die ons volk doen vatten wat er in de schrijvers omging, zullen bloemlezingen iu een be hoefte voorzien. Overigens is 't wenschelijk, dat ieder al lezend zich zelf een bloemlezing maakt. Het boek van uw lievelingsauteur valt open bij de plaatsen die ge telkens weer opslaat. Zóó wordt 't ook met den Bijbel van wie hem dikwijls ter hand nemen. ilfiiiiiilliiiiiiniiJiiiiiiiiiiiiitiiiijiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiifiiiHiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiM Maxime du Camp. Een der vruchtbaarste publicisten van Frankrijk, onvermoeid werker en zoeker, vernuftig reiziger en opmerker, helder donker en geestig steller, en toch niet zeer sympathiek, is deze week overleden. Maxime du Camp, geboren 1822, sedert 1880 lid van de Académie Francaise, had zijn carrière reeds vroeg met glans begonnen. In 1844 en 45 deed hij een reis naar het Oosten; iu 1S4S, bij de Junirevolutie, gewond, ontving liij het Legioen van Eer; in 1849 werd hij door de regeering belast met het doen eener groote reis door Egypte, Arabic, Palestina, Klein-Azië, en schreef in 1851 eeu groot werk over deze reis, met tal van photographische af beel dingen, door hem meegebracht, versierd; het was voor het eerst dat men de photographie op deze wijze in het groot vond toegepast. Van 1851 tut 1860' werkte hij mee aan al wat er belangrijks was, de "Revue de Paris, de Revue des deux mondes, de Recue de Fratice, de Moniteur Universel, het Journal des Débats. Hij schreef reisherinneringen, poëzie, romans, brieven (o.a. uit Holland), kunstkritiek en maakte zich vrij grooten naam. In 1860 kwam er een belangrijke periode in zijn leven. Hij voegde zich bij Garibaldi's troepen in den Siciliaanschen veldtocht, er gaf in 1861 Expidilion des Deixc-Siciles. Hierna volgden weer romans, kunstkritiek en reisbrieven, tot in 1869 het werk begon -te ontstaan, dat zijn naam heeft geves tigd, de statistische, sociale en oeconomische ge schiedenis van Parijs. De reeks begon met Paris, ses organen, ses fonctions et sa vie, zes deelen, 1869?1875; in 1877 volgde: Les ancéres de la Commune, L'attentat Fiésc/ti; in 1878 Souvenirs de Vannée 1848 en Les cotivulsions de Paris, een boek, dat de communards hem nooit vergeven hebben, omdat Maxime du Camp tal van documenten, door hem gekocht, erin liet afdrukken, die voor hen gevaarlijk waren; in 1879 Les saucetayes sous la Commune in 1880 La Commune a f hotel de mtle, in 1886 La charitéprivèe a Paris, in 1887 La vertu en Fratice, in 1888 Paris bie-nfaisant, zonder nog de talrijke artikelen over verwante onderwer pen, kinderarbeid, bedelarij, armenverzorging-, en andere takken van het armenleven in de groote stad te rekenen. Maxime 'du Camp had iets zonderlings in zijn karakter, dat hem gemakkelijk tot oppositieman maakte, en hem telkens den steun deed verbeuren van degenen die niets liever verlangden dan met hem samen te gaan. Hij wilde vóór alles onaf hankelijk zijn en zijn eigen zin doen. Hij had fortuin, was ongetrouwd, en besteedde zijne energie naar willekeur, in zijne jeugd aan werken der verbeelding, aan verre reizen, aan avon turen, in later leeftijd aan onvermoeid zoeken en consciëntieus aanteekenen. Een gevolg van deze energie was eene hardheid van. oordeel, die zich niet ontzag, vrienden en omgeving te kwetsen, wanneer het er op aankwam, de waarheid te zeg gen. Jules Hoche noemt hem in den 'Figaro een //Jeune-France misanthrope", en verwondert zich, dat de Academie met algemeene stemmen een man verkoos, wiens ruwe militaire toon en meer dan ergerlijke taal hen in hunne salon manieren kwetsen moest. Zijn afkeer van concessies was hem vooral in het politieke zeer noodlottig. Hij was liberaal, zoolang rie liberalen door de regee ring vervolgd werden, en werd conservatief kort vóór de overwinning van het liberalisme. Hij was onder Napoleon III een der laatsten die zich tot het //liberale keizerrijk" bekeerde, eu zou juist senator worden, toen de oorlog kwam en de poli tieke carrière vooreerst voor hem gesloten was. Om deze verandering van politieke richting heeft men hem eens genoemd: Maxime de tous les camps." Met Maxime du Camp's dood is er weer een fauteuil in de Académie opengekomen; dit zijn dus drie vacatures, waarvan Zola er naar eene solliciteeren zal. Misschien zal men Paul Hourgvt als romancier tegenover hem stellen, zooals ook met Pierre Loti gebeurd is. Omtrent Het nieuw algemeen rijksarchiefr/ebouw is in »het Nederlandsch Archievenblad, No. 4 v.in 1893" een artikel verschenen, waarin de geheelo geschiedenis van het ontwerp en het lot daarvan, uitvoerig "en met alle stukken en bijlagen geschetst wordt. De conclusie van de redactie is: »Wat zal nu ons oordeel over dit resultaat zijn? Wij kunnen het aldus samenvatten: dankbaar, maar niet voldaan. Dankbaar, omdat nu de bouw van een nieuw algemeen rijksarchief'gebouw is verzekerd, en zeker op een schaal, die in de eerste jaren in de be hoefte voorziet. Niet voldaan, omdat dat gebouwniet in alle opzich ten aan te stellen eischen zal kunnen voldoen, maar bepaaldelijk niet, omdat voor de toekomst en hierop diende bij een besluit als het onderhavige toch ook gelet dezelfde vraag zich wederom zal voordoen en dan de beslissing, met het oog op de gemaakte onkosten en het dan te besteden bedrag, zooveel moeilijker zal zijn." Bij William Wesley and Son te Londen zal eene curieuze bibliotheek verkocht worden, door Dr. Eduard Schubert te Frankfort nagelaten, eene «Paracelsus-bihliotheek". Zij bevat niet minder dan 1Ü4 verschillende oorspronkelijke uitgaven van geschriften van don beroemden tnedischen hervormer; bet Britsch Museum heeft er maar 114 van. Voorts 584 werken en geschriften over Paracelsus, en 351 geschriften over alchymie en verwante vakken. Deze laatste boeken zijn afzon derlijk te koop; de eigenlijke I'aracelsus-bibliotheek wordt als geheel verkocht. Te Wiesbadenis ook eene complete bibliotheek te koop, die van Bodenstedt; zij bevat een paar duizend deelen belletrie, Shakespeare-studio, grammatica; maar vooral Perzisch, Russisch, Oostersche en Slavische talen, waaronder ook Oostersche prachtwerken, heel mooi gebonden. MttUiUliiiitluiilttiiiiiuuuinniUttifimiiiiiiiiiilUJilHilitimiuiuiiimiitiHi Lombroso. Kant. Busjes voor Kin dervoeding. Macaroni a la Caponi. Prof. Lombroso, do schrijver van de Donna i/clinquente, heeft aan de vromvenvereeniging te Parijs een curieuzen brief geschreven, dien de Bifonna, het orgaan van (.'rispi, overneemt. »Waarde dames! Ik heb uw brief ontvangen en haast mij, er op te antwoorden. Wat de af gevaardigden betreft, hebt u gelijk. Kr zijn er van heel weinig verstand, en. bij sommigen ontbreekt ook de eerlijkheid. Ik spreek over die in mijn land, waar 4000 afgevaardigden, in dertig jaar, nog niet het geringste wetje hebben weten voor te stellen voor Sicilië, dat bezig is. een tweede Ierland te worden; terwijl nooit, of de uwe of de onze zich buiten financieele speculatiën hebben kunnen houden. Daarom schijnt mij het Parlement, en niet eerst sinds heden, een nutteloos en schadelijk rader werk, omdat het niet als veiligheidsklep dient, maar zelf het gevaar vermeerdert. Maar daarom ook, waarom zoudt u dat willen vergrooten, waarom zoudt u deel willen uitmaken van dat raderwerk, op gevaar af van beschuldigd te worden van nieuwe nadeelen ? Niet dat ik zou wenschen u allen politieken invloed te ontnemen. Gij hebt veiliger en be minnelijker veroveringsmiddelen dan de publieke macht geeft, en zoudt in Frankrijk dat wonder werk van liefde, bevalligheid en wijsheid kunnen l ernieuwen. c"at uwe voorgangsters in den tijddtr Encyclopaedie verricht hebben, toen geleerden en staatslieden door haar handen gingen. En nog een ander vak, dat geheel voor u komt, is dat van de liefdadigheid en van de opvoeding der kinderen. In een tweede deel van de Donni delinquente stel ik voor, dat de minister aan de vrouwen een speciaal ministerie toewijst, dat van de openbare armenzorg en dat van de verzorging der kiemen; deze twee portefeuilles zullen heel wat meer nut doen dan die van oorlog en marine, en zullen zich uitbreiden naar mate de andere zullen ver vallen. Met hartelijken groet Cesare Lombroso." Het is te betwijfelen of deze hartelijke brief door de Parijsche vrouwenvereeniging met inge nomenheid ontvangen is. * * * De Sociétéd'archéologie te Brussel heeft on langs in het eerwaardig paleis Ravenstein eene tentoonstelling van oude kant geopend, die alles overtreft wat er nog in dat opzicht vertoond is, en waarvoor men ruim een jaar aan het verza melen is geweest. Er zijn 1200 exemplaren van kantwerk, uit alle landen van Europa, meest door verzamelaars, genootschappen en kerken ter be schikking gesteld, en met kennis van zaken is alles zoo ingedeeld, dat men de ontwikkeling der kunst en hare verschillende takken gemakkelijk kan nagaan. Er blijkt uit, dat de kunst van Brus sel en omstreken in het eind der zeventiende en het begin der achttiende eeuw haar tijdperk van hoogsten bloei heeft gekend. Hetgeen van Brusselscbe kantwerkkunst op de tentoonstelling aan wezig is, overtreft dan ook al wat van Fransche, Spaansche, Duitsche, Italiaansche, Zwitsersche en Engelsche zijde is ingezonden, ofschoon van al deze landen voortreffelijke kunstwerken zijn ge komen. Het doel der tentoonstelling is ook vooral der smaak van het publiek voor werkelijk fraaie kant te midden van het vele goedkoope namaaksel, weer op te wekken en te leiden, te meer omdat in de laatste dertig jaar de industrie, in de goede ((iialiteiten, aan het herleven is. Wat machinale kant betreft, heeft men voor eerst twee soorten, de kleine handmachines uit Zwitserland en Saksen, door een kleinen stoom motor bewogen, en de groote kantfabrieken van Calais en Nottingham. Die van Calais maken zijden kant, die van Nottingham katoenen. De afzet van deze fabrieken intusschen, eenige jaren geleden reusachtig, is sterk aan hot afnemen, juist ten gunste van de echte, uit de hand ge maakte kant. Toch zijn er te Brussel niet meer dan een twee of driehonderd kantwerksters, en nog werken do meeste van dezen ongeregeld. Te lirugge zijn er twee a drieduizend; maar de meeste vindt men in de kleine Ylaamsche dor pen, waar het leven goedkoop is en de tijd weinig waarde heeft. Men leert er kantmaken even alge meen als lezen; in de kloosterscholen vormt het de eene helft van het onderwijs; de kinderen die op bet vee passen, nemen haar kantkussen mee, maar slechts enkele worden de artisten. die voor de kostbare kanten noodig zijn. Uit tle steden komen de »facteurs" of ->cossons", die de bestel lingen doen; zij verdeden het werk en zoo kan een heel dorp maanden lang werken aan een bruidssluier of een doopkleed. Ook kloosters nemen zulke werken aan; de moeder-overste legt aan de nonnen en leerlingen haar taak van tien of twintig bloemen of een stuk rand in zooveel weken op. Vandaar ook dat heel groote stukken zelden een nieuw patroon vertoonen; als een werk ster zelf eens iets uitvindt, waagt zij er niet meer dan een zakdoekje of een paar daspunton aan; deze vorderen toen reeds eenige weken werk. * Een paar jaar geleden werd het gelukkig en weldadig denkbeeld van Alexamlre Dmnas tils, dat iedere gast een kleinigheid zou storten in een busje voor ^kindervoeding", door de gast vrouw gereed gezet, ook in ons land door eenige dames, zelve gulle gastvrouwen en gewoon de armen niet te vergeten, overgenomen. Ken aantal busjes werden uitgedeeld, en de leidsters der beweging mochten veel voldoening van baar moeite smnkon. 's Zomers op tle buitenplaatsen met af wisselende serieën, 's winters in de stad met een paar maal '^ weeks gasten, leverden de busjes heel wat op. Intusschen zijn een'ge saizoenen voorbijgegaan; bier door een sterfgeval, daar door wisseling van fortuin, elders door gemis aan opgewektheid zijn gezellige eetkamers gesloten. Andere zijn er voor in plaats gekomen; en het zou aan de onver moeide ijveraarsters voor den «eetpenning'' aan genaam zijn, nieuwe aanvragen om busjes te ont vangen. Hot moet den dineerenden een genoegen zijn, op deze wijs gastvrijheid te erkennen, en de gastvrouwen zullen, na de moeite en drukte,waar van zij vaak zoo weinig satisfactie zien, althans bij het overreiken van haar busje de overtuiging hebben, dat nog iemand anders dan haar difticile disebgenoot, iets bij haar zorgen profileert. Men melde zich om busjes aan bij mevrouw Ilenry Tindal, Sarphatikade 1:2 te Amsterdam. * * * Naar de Glas Noroila meldt, is de polka niet, zooals velen meenen, een Poolsche dans, maar een Boheemsche. De eerste polkeerstcr heette Haniczka Szelzec, en was de meest begeerde dan seres onder al de jonge meisjes te Kosteletz aan de Elbe. In 1830 was er kermis te Kosteletz en men vroeg Haniczka ook een solodans ten beste te geven. Zij was terstond bereid, en zeide: ik zal u wat voordansen, dat ik zelf bedacht heb." Toen begon zij te zingen en zich in de maat te bewegen, terwijl de dorpsschoolmeester op de viool haar gezang begeleidde. Het duurde niet lang of Haniczka's dans was de nationale dans van den omtrek geworden en zij zelve had hem »pulku" (de helft) gedoopt, om den halven pas, waarmede hij begint. Reeds in 1833 danste men hem in het ballet te Praag; in 183!) kwam hij naar Weenen. in 1840 naar Parijs en ging vandaar de wereld rond. De bevallige Haniczka leeft nog, zij heeft zes kinderen en een stoet van kleinkinderen, en zal misschien de polka, die uit de gunst raakt, overleven. * * * In Rusland zijn bijna geen oude vrijsters. Ze zijn er ook zeer in verachting. Wanneer nu een meisje vijf-en-twintig jaar en nog ongehuwd is. gaat zij, als zij arm is, een pelgrimstocht doen, als zij rijk is, een buitenlandsche reis maken, Eenige jaren later keert zij als weduwe terug. Er zijn dan ook massa's weduwen, wier mannen men nooit gezien heeft; maar het geldt als onbe leefd, eene weduwe bijzonderheden omtrent haar overleden man te vragen. * * * Op een diner, onlangs te Parijs door de Association de la Presse trangère aan Zola aange boden; was men vol lof voor een schotel maca roni, waarvan de heer Caponi, correspondent der Romeinsche Tribune/, de uitvinder was. Het recept, aan een der bladen medegedeeld, is het volgende: Voor zes personen. Honderd gram mager kalfsvleesch, gehakt; vijftig gram rauwe ham, gehakt; eenige champignons, gehakt. Braad eenige uien in boter en voeg er het vleesch bij, dat men bijna laat schroeien, dan de ham, eindelijk de champignons. Kruid het met zout, peper, rommelkruid, een paar takjes thijrn. Als deze saus goed is, giet men er een flacon tomatensap, en eenige lepels bouillon in, en laat ze op een zacht vuur blijven. Intusschen wordt de macaroni, een pond Napolitaansche macaroni van gemiddelde dikte, ze ventien minuten in water gekookt; men laat ze uitdruipen en legt ze in de pan met de boven genoemde saus; dan voegt men er een goed stuk boter en wat geraspte parmezaansche kaas bij, roert tot de boter gesmolten is, geen seconde meer, en discht den schotel warm op. Caponi voegde er als waarschuwing bij, dat smaak en oefeniug in het bereiden van dezen schotel een groot aandeel hebben; vooral moet de verhouding der ingrediënten zoo zijn, dat geen ervan den boventoon heeft, maar allen zich in een harmonisch geheel oplossen. E-e. mtmniiiMiiiiuiiiiimmiiiiimiiinmmmtmmmmiiMiimtiimiiimiiimici LERLEI Naar aanleiding van bet on geluk dfit do groote tragódienno - mevr.Nicmann-Seebach overko men is, men weet dat zij van een tram stappend de beide beenen heeft gebroken, wordt haar levensloop in de bladen besproken. Zij wordt den 24sten dezer zestig jaar; oorspronkelijk bad men in haar in 't geheel niet de tragédienne gezien. Zij debuteerde, en met veel succes, als soubrette, en zelfs als travesti; trad te Lubeck, Cassel, Dantzig herhaaldelijk op, zong vaudeville en operette, en probeerde eerst op haar twintigste jaar te Hamburg, om eeno eerste rol te ver vangen, het tragische genre. Het ging goed, maar haar naam drong nog niet tot buiten de stad door. tot Dingelstedt haar ontdekte en haar uitnoodigdo in de modelvoorstellingen, die hij in 1851 te München arrangeerde, mee te werken. Haar Gretchon daar was haar eerste triomf; de andere rollen werden door artisten van grooten naam vervuld, l-'aust door llcrmann Heinrichs, Mephisto door Thcodor Diiring,Valentijn door Emil Devrient, vrouw Martha door Amalie Haizinger; maar onder deze allen was terstond de twiiitigjari"C Marie Seeb.ich de heldin van den avond. Sedert ISSlj is Frau Niemann-Seobach aan den koninklijken schouwburg te llerüjn verhouden. Haar eenige zoon is verleden jaar overleden en zij besteedt nu haar aanzienlijk vermogen aan liefdadige instellingen. De balletmeester van het Paleis voor Volks vlijt, de beer Edunrd Witt. die deze week zoo plotseling overleed, was een danser en chorpgraaf van voel aanleg. Op zijn 17de jaar aan het ballet verbonden, dat destijds in Amsterdam zijn bloei tijd beleefde, verliet hij de hoofdstad slechts kort, en keerde, na een verblijf in den Haag, te Parijs en te Bordeaux, spoedig naar het Paleis voor Volksvlijt terug. Hier arrangeerde hij de balletten De (Jroudclic.rj, De sc/ie/'/'!'>''<7 ?n .-Irleqwni, De strijd van Arlei/nin met lieëtzebnh, Het siiec'yvcd van den Dnirt', en later de balletten van eene nieuwere school. l.hchiel Adiiaansz. de Jitiijter, Lorelei, Inea of <!e gekroonde na huur dood. Daarenboven bleef hij een goed danser; hij ver vulde meestal in de door hem zelf gecreëerde balletten de hoofdrol, hetzij als Arleqnin. als do betooverde prins, de duivel, de herder of een ander lichtvoetig personage. De firma Ileyenbrock Haselager en Co., impor teurs van type-writers, gebouw Kosmos, Konings plein l, Amsterdam, heeft een nieuw artikel in den handel gebracht, een gummi-krans, die om de gehoorbuis van de telefoon wordt aangebracht, om bet geruisch onder het spreken tegen te gaan. In do praktijk zal het de gebruikers wel nut tig blijken. Maandag a.s. zal de firma The West of Kngland" een tweede filiaal in heerenkleeding openen, Ftrechtschestraat hoek Ileerengracht No. IU,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl