Historisch Archief 1877-1940
K'.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 869
jaardag, van de Grieksche regeering eene bijzon
dere onderscheiding ontvangen. Zijn vereerders
en leerlingen in Duitschland zullen tegen dien
tjjd een marmeren buste van hem laten vervaar
digen, en deze zal, met toestemming der Grieksche
regeering, in de voorzaal van het museum te
Olympia worden geplaatst.
Bjj de heeren Preyer & Cie., lokaal Pictura,
is geëxposeerd een schilderij getiteld «Bij de
wieg" van Albert Neuhuys.
B\j de firma E. J, van Wisselingh & Co.,
Kalverstraat, is geëxposeerd een schilderij van
Floris Verster, «Pioenen".
lllllllllllllflIllliftlttlllllHIIIIMIIIIIIIIIH
bloemlezing uit de Israëlitische Letterkunde,
uit een aeslhetisch oogpunt, met toelichtingen
door Dr. L. A. BBIILER. Uitgegeven te
Groningen bij de Firma W. de Boois (R.
Hoekstra) 1893.
In de laatste jaren is meer dan eens gevraagd
naar een goede bloemlezing uit den Bijbel. i)e
Bijbel is geen volksboek, zegt men, en men heeft
volkomen gelijk, als men daaronder zulk een boek
verstaat dat door bet hcele volk van het begin
tot het einde zonder moeite wordt begrepen.
Intusschen is er gedurende meer dan ne eeuw geen
hoek door een groot deel des volks zooveel gelezen
als juist de Bijbel; en waarlijk niet alleen omdat
men meende daarmede een //goed werk" te doen.
Wat men opzettelijk voor de massa schrijft, heeft
gewoonlijk geen succes, omdat het te laag bij den
grond en te zoetsappig is. Het volk heeft bij zij a
aagelijksche zorgen en te midden der alledaagsche
dingen behoefte aan een andere wereld, een hoogere,
vreemde, wonderbare wereld. Het bedankt voor
uwe binnenhuisjes, voor uwe brave of niet brave
boerenzonen, voor uwe vlijtige timmerlieden; die
ziet het eiken dag. Het leest liever van Abraham
den Herdersvorst, van Mozes in Egypte, den tocht
van Israël door de woestijn, van mannen die op
kameelen rijden, van koning David, den reus Go
liath, enz., inz.
Intusschen ia er geen boek in den Bijbel dat
zelfs voor bf schaafden in zijn geheel verstaanbaar
is zonder taalkundige, historische en oudheidkun
dige toelichtingen. Hebben vele vromen uit alle
standen toch de lektuur volgehouden, het is, omdat
zij tusschen veel onbegrijpelijks telkens een ver
haal, een gedicht, een gelijkenis, een spreuk von
den waardoor zij diep getroffen werden.
Menig bijbelwoord is dan ook in de volkstaal
opgenomen, en men verstaat noch onze
burgerlieden, noch onze redenaars, dichters en schilders
als men vreemdeling is in het Oude en Nieuwe
Testament.
Geen wonder dat van tijd tot tijd beproefd is
o.a. door Dr. E. Laurillard en Dr. Herderschee,
in bloemlezingen die fragmenten te verzamelen,
waardoor men zich stichten kon zonder dat men
de treffende spreuken behoefde op te visschen nit
een stroom van duistere volzinnen. Dr. Bahler be
paalde zich tot het Oude Testament en stelde zich
ten doel de Bijbel te iutroduceeren in een kring,
waarin men sedert lang niet aan dergelijke lectuur
denkt. Vandaar ziju titel: Bloemlezing uit de Isr.
Letterkunde (niet O. T.) uit een Aesthetisch oogpunt.
Of hij slagen zal is zeer onzeker. Men leert
iemand het oude en classieke niet licht waardeeren,
zonder geregeld onderwijs, uit een bloemlezing.
Niettemin de schrijver heeft zijn best gedaan.
Dat hij in Nathan's gelijkenis: //begrootte" schrijf t
voor 't was him te veel", Eliëzer een goeien
ouwen" knecht en //maaksman" noemt, en ijdelheid
der ijdelheden vervangt door vluchtigheid der
vluchtigheden, is waarlijk niet het eenige ; hij geeft wel
toelichtingen van meer gewicht en korte historische
opmerkingen, ook verbeterde vertalingen die tot
recht verstand van de fragmenten dienen kunnen.
Een ander bezwaar is de moeielijkheid van de
keuze. Klein zou de bloemlezing zijn waarin alleen
wierd opgenomen wat buiten den samenhang ver
staanbaar is, maar te groot als men allen schijn
van willekeur vermijden wilde. Begrijpelijk is het,
dat de schrijver aan het eind van zijn boek de
lezing van nog een 24 hoofdstukken aanbeveelt uit
de profeten alleen. Waarom missen wij in de bloem
lezing bijv. de scheppingsverhalen, de paradijsge
schiedenis, de fabel van Jotham (daar die van Joas
verteld wordt)? Waarom niet opgenomen Naiiman
de Syriër, de afseheidszegen van Mozes Deut. 32,
de beschrijving der Assyriërs Jes. 5, de Bileam's
legende, Ps. 84? Tegenover de onkuische (Dr. B.
zegt zeer onaesthetisch //loopsche" vrouw) uit het
Spreukenboek wordt terecht de deugdzame vrouw
gezet; waarom staat naast e schildering van den
luiaard niet die van den dronkaard die zoo karak
teristiek eindigt: //zij hebben mij geranseld zouder
dat ik het voelde; zoodra ik goed nuchter ben zal
ik den wijn maar weer opzoeken"?
Dr. B. zal antwoorden: ik weet nog wel meer
schoone plaatsen die gij niet noemt, maar mijn boek
mocht niet te groot worden.
Het zij zoo; wij zijn hem al vast dankbaar voor
wat bij gaf, en misschien geeft hij later meer.
Zoolang wij niet een compieete bijbclvertaliug bezitten
met een populaire inleiding op elk boek eu anno
taties die ons volk doen vatten wat er in de
schrijvers omging, zullen bloemlezingen iu een be
hoefte voorzien.
Overigens is 't wenschelijk, dat ieder al lezend
zich zelf een bloemlezing maakt. Het boek van uw
lievelingsauteur valt open bij de plaatsen die ge
telkens weer opslaat. Zóó wordt 't ook met den
Bijbel van wie hem dikwijls ter hand nemen.
ilfiiiiiilliiiiiiniiJiiiiiiiiiiiiitiiiijiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiifiiiHiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiM
Maxime du Camp.
Een der vruchtbaarste publicisten van Frankrijk,
onvermoeid werker en zoeker, vernuftig reiziger en
opmerker, helder donker en geestig steller, en toch
niet zeer sympathiek, is deze week overleden.
Maxime du Camp, geboren 1822, sedert 1880 lid
van de Académie Francaise, had zijn carrière reeds
vroeg met glans begonnen. In 1844 en 45 deed
hij een reis naar het Oosten; iu 1S4S, bij de
Junirevolutie, gewond, ontving liij het Legioen van Eer;
in 1849 werd hij door de regeering belast met het doen
eener groote reis door Egypte, Arabic, Palestina,
Klein-Azië, en schreef in 1851 eeu groot werk
over deze reis, met tal van photographische af beel
dingen, door hem meegebracht, versierd; het was
voor het eerst dat men de photographie op deze
wijze in het groot vond toegepast. Van 1851 tut 1860'
werkte hij mee aan al wat er belangrijks was, de
"Revue de Paris, de Revue des deux mondes, de Recue
de Fratice, de Moniteur Universel, het Journal des
Débats. Hij schreef reisherinneringen, poëzie, romans,
brieven (o.a. uit Holland), kunstkritiek en maakte
zich vrij grooten naam.
In 1860 kwam er een belangrijke periode in zijn
leven. Hij voegde zich bij Garibaldi's troepen in
den Siciliaanschen veldtocht, er gaf in 1861
Expidilion des Deixc-Siciles. Hierna volgden weer romans,
kunstkritiek en reisbrieven, tot in 1869 het werk
begon -te ontstaan, dat zijn naam heeft geves
tigd, de statistische, sociale en oeconomische ge
schiedenis van Parijs. De reeks begon met Paris,
ses organen, ses fonctions et sa vie, zes deelen,
1869?1875; in 1877 volgde: Les ancéres de la
Commune, L'attentat Fiésc/ti; in 1878 Souvenirs de
Vannée 1848 en Les cotivulsions de Paris, een boek,
dat de communards hem nooit vergeven hebben,
omdat Maxime du Camp tal van documenten, door
hem gekocht, erin liet afdrukken, die voor hen
gevaarlijk waren; in 1879 Les saucetayes sous la
Commune in 1880 La Commune a f hotel de mtle,
in 1886 La charitéprivèe a Paris, in 1887 La
vertu en Fratice, in 1888 Paris bie-nfaisant, zonder
nog de talrijke artikelen over verwante onderwer
pen, kinderarbeid, bedelarij, armenverzorging-, en
andere takken van het armenleven in de groote
stad te rekenen.
Maxime 'du Camp had iets zonderlings in zijn
karakter, dat hem gemakkelijk tot oppositieman
maakte, en hem telkens den steun deed verbeuren
van degenen die niets liever verlangden dan met
hem samen te gaan. Hij wilde vóór alles onaf
hankelijk zijn en zijn eigen zin doen.
Hij had fortuin, was ongetrouwd, en besteedde
zijne energie naar willekeur, in zijne jeugd aan
werken der verbeelding, aan verre reizen, aan avon
turen, in later leeftijd aan onvermoeid zoeken en
consciëntieus aanteekenen. Een gevolg van deze
energie was eene hardheid van. oordeel, die zich
niet ontzag, vrienden en omgeving te kwetsen,
wanneer het er op aankwam, de waarheid te zeg
gen. Jules Hoche noemt hem in den 'Figaro
een //Jeune-France misanthrope", en verwondert
zich, dat de Academie met algemeene stemmen
een man verkoos, wiens ruwe militaire toon
en meer dan ergerlijke taal hen in hunne salon
manieren kwetsen moest. Zijn afkeer van concessies
was hem vooral in het politieke zeer noodlottig.
Hij was liberaal, zoolang rie liberalen door de regee
ring vervolgd werden, en werd conservatief kort
vóór de overwinning van het liberalisme. Hij was
onder Napoleon III een der laatsten die zich tot
het //liberale keizerrijk" bekeerde, eu zou juist
senator worden, toen de oorlog kwam en de poli
tieke carrière vooreerst voor hem gesloten was. Om
deze verandering van politieke richting heeft men
hem eens genoemd: Maxime de tous les
camps."
Met Maxime du Camp's dood is er weer een
fauteuil in de Académie opengekomen; dit zijn dus
drie vacatures, waarvan Zola er naar eene
solliciteeren zal. Misschien zal men Paul Hourgvt als
romancier tegenover hem stellen, zooals ook met
Pierre Loti gebeurd is.
Omtrent Het nieuw algemeen rijksarchiefr/ebouw
is in »het Nederlandsch Archievenblad, No. 4 v.in
1893" een artikel verschenen, waarin de geheelo
geschiedenis van het ontwerp en het lot daarvan,
uitvoerig "en met alle stukken en bijlagen geschetst
wordt. De conclusie van de redactie is:
»Wat zal nu ons oordeel over dit resultaat zijn?
Wij kunnen het aldus samenvatten: dankbaar,
maar niet voldaan.
Dankbaar, omdat nu de bouw van een nieuw
algemeen rijksarchief'gebouw is verzekerd, en zeker
op een schaal, die in de eerste jaren in de be
hoefte voorziet.
Niet voldaan, omdat dat gebouwniet in alle opzich
ten aan te stellen eischen zal kunnen voldoen, maar
bepaaldelijk niet, omdat voor de toekomst en
hierop diende bij een besluit als het onderhavige
toch ook gelet dezelfde vraag zich wederom
zal voordoen en dan de beslissing, met het oog
op de gemaakte onkosten en het dan te besteden
bedrag, zooveel moeilijker zal zijn."
Bij William Wesley and Son te Londen zal
eene curieuze bibliotheek verkocht worden, door
Dr. Eduard Schubert te Frankfort nagelaten, eene
«Paracelsus-bihliotheek". Zij bevat niet minder
dan 1Ü4 verschillende oorspronkelijke uitgaven
van geschriften van don beroemden tnedischen
hervormer; bet Britsch Museum heeft er maar
114 van. Voorts 584 werken en geschriften over
Paracelsus, en 351 geschriften over alchymie en
verwante vakken. Deze laatste boeken zijn afzon
derlijk te koop; de eigenlijke
I'aracelsus-bibliotheek wordt als geheel verkocht.
Te Wiesbadenis ook eene complete bibliotheek
te koop, die van Bodenstedt; zij bevat een paar
duizend deelen belletrie, Shakespeare-studio,
grammatica; maar vooral Perzisch, Russisch,
Oostersche en Slavische talen, waaronder ook
Oostersche prachtwerken, heel mooi gebonden.
MttUiUliiiitluiilttiiiiiuuuinniUttifimiiiiiiiiiilUJilHilitimiuiuiiimiitiHi
Lombroso. Kant. Busjes voor Kin
dervoeding. Macaroni a la Caponi.
Prof. Lombroso, do schrijver van de Donna
i/clinquente, heeft aan de vromvenvereeniging te
Parijs een curieuzen brief geschreven, dien de
Bifonna, het orgaan van (.'rispi, overneemt.
»Waarde dames! Ik heb uw brief ontvangen
en haast mij, er op te antwoorden. Wat de af
gevaardigden betreft, hebt u gelijk. Kr zijn er van
heel weinig verstand, en. bij sommigen ontbreekt
ook de eerlijkheid. Ik spreek over die in mijn
land, waar 4000 afgevaardigden, in dertig jaar, nog
niet het geringste wetje hebben weten voor te
stellen voor Sicilië, dat bezig is. een tweede
Ierland te worden; terwijl nooit, of de uwe of de
onze zich buiten financieele speculatiën hebben
kunnen houden.
Daarom schijnt mij het Parlement, en niet eerst
sinds heden, een nutteloos en schadelijk rader
werk, omdat het niet als veiligheidsklep dient,
maar zelf het gevaar vermeerdert.
Maar daarom ook, waarom zoudt u dat willen
vergrooten, waarom zoudt u deel willen uitmaken
van dat raderwerk, op gevaar af van beschuldigd
te worden van nieuwe nadeelen ?
Niet dat ik zou wenschen u allen politieken
invloed te ontnemen. Gij hebt veiliger en be
minnelijker veroveringsmiddelen dan de publieke
macht geeft, en zoudt in Frankrijk dat wonder
werk van liefde, bevalligheid en wijsheid kunnen
l ernieuwen. c"at uwe voorgangsters in den tijddtr
Encyclopaedie verricht hebben, toen geleerden en
staatslieden door haar handen gingen.
En nog een ander vak, dat geheel voor u komt,
is dat van de liefdadigheid en van de opvoeding
der kinderen.
In een tweede deel van de Donni delinquente
stel ik voor, dat de minister aan de vrouwen een
speciaal ministerie toewijst, dat van de openbare
armenzorg en dat van de verzorging der kiemen;
deze twee portefeuilles zullen heel wat meer nut
doen dan die van oorlog en marine, en zullen
zich uitbreiden naar mate de andere zullen ver
vallen.
Met hartelijken groet
Cesare Lombroso."
Het is te betwijfelen of deze hartelijke brief
door de Parijsche vrouwenvereeniging met inge
nomenheid ontvangen is.
* *
*
De Sociétéd'archéologie te Brussel heeft on
langs in het eerwaardig paleis Ravenstein eene
tentoonstelling van oude kant geopend, die alles
overtreft wat er nog in dat opzicht vertoond is,
en waarvoor men ruim een jaar aan het verza
melen is geweest. Er zijn 1200 exemplaren van
kantwerk, uit alle landen van Europa, meest door
verzamelaars, genootschappen en kerken ter be
schikking gesteld, en met kennis van zaken is
alles zoo ingedeeld, dat men de ontwikkeling der
kunst en hare verschillende takken gemakkelijk
kan nagaan. Er blijkt uit, dat de kunst van Brus
sel en omstreken in het eind der zeventiende en
het begin der achttiende eeuw haar tijdperk van
hoogsten bloei heeft gekend. Hetgeen van
Brusselscbe kantwerkkunst op de tentoonstelling aan
wezig is, overtreft dan ook al wat van Fransche,
Spaansche, Duitsche, Italiaansche, Zwitsersche en
Engelsche zijde is ingezonden, ofschoon van al
deze landen voortreffelijke kunstwerken zijn ge
komen. Het doel der tentoonstelling is ook vooral
der smaak van het publiek voor werkelijk fraaie
kant te midden van het vele goedkoope namaaksel,
weer op te wekken en te leiden, te meer omdat
in de laatste dertig jaar de industrie, in de
goede ((iialiteiten, aan het herleven is.
Wat machinale kant betreft, heeft men voor
eerst twee soorten, de kleine handmachines uit
Zwitserland en Saksen, door een kleinen stoom
motor bewogen, en de groote kantfabrieken van
Calais en Nottingham. Die van Calais maken
zijden kant, die van Nottingham katoenen. De
afzet van deze fabrieken intusschen, eenige jaren
geleden reusachtig, is sterk aan hot afnemen,
juist ten gunste van de echte, uit de hand ge
maakte kant. Toch zijn er te Brussel niet meer
dan een twee of driehonderd kantwerksters, en
nog werken do meeste van dezen ongeregeld. Te
lirugge zijn er twee a drieduizend; maar de
meeste vindt men in de kleine Ylaamsche dor
pen, waar het leven goedkoop is en de tijd weinig
waarde heeft. Men leert er kantmaken even alge
meen als lezen; in de kloosterscholen vormt het
de eene helft van het onderwijs; de kinderen die
op bet vee passen, nemen haar kantkussen mee,
maar slechts enkele worden de artisten. die voor
de kostbare kanten noodig zijn. Uit tle steden
komen de »facteurs" of ->cossons", die de bestel
lingen doen; zij verdeden het werk en zoo kan
een heel dorp maanden lang werken aan een
bruidssluier of een doopkleed. Ook kloosters
nemen zulke werken aan; de moeder-overste legt
aan de nonnen en leerlingen haar taak van tien
of twintig bloemen of een stuk rand in zooveel
weken op. Vandaar ook dat heel groote stukken
zelden een nieuw patroon vertoonen; als een werk
ster zelf eens iets uitvindt, waagt zij er niet meer
dan een zakdoekje of een paar daspunton aan;
deze vorderen toen reeds eenige weken werk.
*
Een paar jaar geleden werd het gelukkig en
weldadig denkbeeld van Alexamlre Dmnas tils,
dat iedere gast een kleinigheid zou storten in
een busje voor ^kindervoeding", door de gast
vrouw gereed gezet, ook in ons land door eenige
dames, zelve gulle gastvrouwen en gewoon de
armen niet te vergeten, overgenomen. Ken aantal
busjes werden uitgedeeld, en de leidsters der
beweging mochten veel voldoening van baar moeite
smnkon. 's Zomers op tle buitenplaatsen met af
wisselende serieën, 's winters in de stad met een
paar maal '^ weeks gasten, leverden de busjes
heel wat op.
Intusschen zijn een'ge saizoenen voorbijgegaan;
bier door een sterfgeval, daar door wisseling van
fortuin, elders door gemis aan opgewektheid zijn
gezellige eetkamers gesloten. Andere zijn er voor
in plaats gekomen; en het zou aan de onver
moeide ijveraarsters voor den «eetpenning'' aan
genaam zijn, nieuwe aanvragen om busjes te ont
vangen. Hot moet den dineerenden een genoegen
zijn, op deze wijs gastvrijheid te erkennen, en de
gastvrouwen zullen, na de moeite en drukte,waar
van zij vaak zoo weinig satisfactie zien, althans
bij het overreiken van haar busje de overtuiging
hebben, dat nog iemand anders dan haar
difticile disebgenoot, iets bij haar zorgen profileert.
Men melde zich om busjes aan bij mevrouw Ilenry
Tindal, Sarphatikade 1:2 te Amsterdam.
* *
*
Naar de Glas Noroila meldt, is de polka niet,
zooals velen meenen, een Poolsche dans, maar
een Boheemsche. De eerste polkeerstcr heette
Haniczka Szelzec, en was de meest begeerde dan
seres onder al de jonge meisjes te Kosteletz aan
de Elbe. In 1830 was er kermis te Kosteletz en
men vroeg Haniczka ook een solodans ten beste
te geven. Zij was terstond bereid, en zeide: ik
zal u wat voordansen, dat ik zelf bedacht heb."
Toen begon zij te zingen en zich in de maat te
bewegen, terwijl de dorpsschoolmeester op de viool
haar gezang begeleidde. Het duurde niet lang of
Haniczka's dans was de nationale dans van den
omtrek geworden en zij zelve had hem »pulku"
(de helft) gedoopt, om den halven pas, waarmede
hij begint. Reeds in 1833 danste men hem in het
ballet te Praag; in 183!) kwam hij naar Weenen.
in 1840 naar Parijs en ging vandaar de wereld
rond. De bevallige Haniczka leeft nog, zij heeft
zes kinderen en een stoet van kleinkinderen, en
zal misschien de polka, die uit de gunst raakt,
overleven.
* *
*
In Rusland zijn bijna geen oude vrijsters. Ze
zijn er ook zeer in verachting. Wanneer nu een
meisje vijf-en-twintig jaar en nog ongehuwd is.
gaat zij, als zij arm is, een pelgrimstocht doen,
als zij rijk is, een buitenlandsche reis maken,
Eenige jaren later keert zij als weduwe terug.
Er zijn dan ook massa's weduwen, wier mannen
men nooit gezien heeft; maar het geldt als onbe
leefd, eene weduwe bijzonderheden omtrent haar
overleden man te vragen.
*
* *
Op een diner, onlangs te Parijs door de
Association de la Presse trangère aan Zola aange
boden; was men vol lof voor een schotel maca
roni, waarvan de heer Caponi, correspondent der
Romeinsche Tribune/, de uitvinder was. Het recept,
aan een der bladen medegedeeld, is het volgende:
Voor zes personen. Honderd gram mager
kalfsvleesch, gehakt; vijftig gram rauwe ham, gehakt;
eenige champignons, gehakt.
Braad eenige uien in boter en voeg er het
vleesch bij, dat men bijna laat schroeien, dan de
ham, eindelijk de champignons. Kruid het met
zout, peper, rommelkruid, een paar takjes thijrn.
Als deze saus goed is, giet men er een flacon
tomatensap, en eenige lepels bouillon in, en laat
ze op een zacht vuur blijven.
Intusschen wordt de macaroni, een pond
Napolitaansche macaroni van gemiddelde dikte, ze
ventien minuten in water gekookt; men laat ze
uitdruipen en legt ze in de pan met de boven
genoemde saus; dan voegt men er een goed stuk
boter en wat geraspte parmezaansche kaas bij,
roert tot de boter gesmolten is, geen seconde
meer, en discht den schotel warm op.
Caponi voegde er als waarschuwing bij, dat
smaak en oefeniug in het bereiden van dezen
schotel een groot aandeel hebben; vooral moet
de verhouding der ingrediënten zoo zijn, dat geen
ervan den boventoon heeft, maar allen zich in
een harmonisch geheel oplossen.
E-e.
mtmniiiMiiiiuiiiiimmiiiiimiiinmmmtmmmmiiMiimtiimiiimiiimici
LERLEI
Naar aanleiding van bet on
geluk dfit do groote tragódienno
- mevr.Nicmann-Seebach overko
men is, men weet dat zij van een tram stappend
de beide beenen heeft gebroken, wordt haar
levensloop in de bladen besproken. Zij wordt den
24sten dezer zestig jaar; oorspronkelijk bad men
in haar in 't geheel niet de tragédienne gezien.
Zij debuteerde, en met veel succes, als soubrette,
en zelfs als travesti; trad te Lubeck, Cassel,
Dantzig herhaaldelijk op, zong vaudeville en
operette, en probeerde eerst op haar twintigste
jaar te Hamburg, om eeno eerste rol te ver
vangen, het tragische genre. Het ging goed,
maar haar naam drong nog niet tot buiten de
stad door. tot Dingelstedt haar ontdekte en haar
uitnoodigdo in de modelvoorstellingen, die hij in
1851 te München arrangeerde, mee te werken.
Haar Gretchon daar was haar eerste triomf; de
andere rollen werden door artisten van grooten
naam vervuld, l-'aust door llcrmann Heinrichs,
Mephisto door Thcodor Diiring,Valentijn door Emil
Devrient, vrouw Martha door Amalie Haizinger;
maar onder deze allen was terstond de
twiiitigjari"C Marie Seeb.ich de heldin van den avond.
Sedert ISSlj is Frau Niemann-Seobach aan den
koninklijken schouwburg te llerüjn verhouden.
Haar eenige zoon is verleden jaar overleden en
zij besteedt nu haar aanzienlijk vermogen aan
liefdadige instellingen.
De balletmeester van het Paleis voor Volks
vlijt, de beer Edunrd Witt. die deze week zoo
plotseling overleed, was een danser en chorpgraaf
van voel aanleg. Op zijn 17de jaar aan het ballet
verbonden, dat destijds in Amsterdam zijn bloei
tijd beleefde, verliet hij de hoofdstad slechts kort,
en keerde, na een verblijf in den Haag, te Parijs
en te Bordeaux, spoedig naar het Paleis voor
Volksvlijt terug. Hier arrangeerde hij de balletten
De (Jroudclic.rj, De sc/ie/'/'!'>''<7 ?n .-Irleqwni, De
strijd van Arlei/nin met lieëtzebnh, Het siiec'yvcd
van den Dnirt', en later de balletten van eene
nieuwere school. l.hchiel Adiiaansz. de Jitiijter,
Lorelei, Inea of <!e gekroonde na huur dood.
Daarenboven bleef hij een goed danser; hij ver
vulde meestal in de door hem zelf gecreëerde
balletten de hoofdrol, hetzij als Arleqnin. als do
betooverde prins, de duivel, de herder of een
ander lichtvoetig personage.
De firma Ileyenbrock Haselager en Co., impor
teurs van type-writers, gebouw Kosmos, Konings
plein l, Amsterdam, heeft een nieuw artikel in
den handel gebracht, een gummi-krans, die om de
gehoorbuis van de telefoon wordt aangebracht,
om bet geruisch onder het spreken tegen te gaan.
In do praktijk zal het de gebruikers wel nut
tig blijken.
Maandag a.s. zal de firma The West of
Kngland" een tweede filiaal in heerenkleeding openen,
Ftrechtschestraat hoek Ileerengracht No. IU,