Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 869
Uit Dr. G-ANNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Leoncavallo.
Componist van »Pagliacci."
Een Russische bruiloft.
St. Petersburg 820 November.
«Goddank, dat deze Arschinniki (ellenridders)
weg zijn; wij kunnen nu onze bruiloft in intel
ligent gezelschap, vieren!" Zoo sprak de bruide
gom tot zijne gasten, nadat de door de bruid
genoodigde gasten vertrokken waren. «Inderdaad,
wat moet dat beteekenen ? Zij werden genoodigd
om hunne gelukwenschen te komen brengen, een
glas champagne te drinken en zij zitten en
blijven zitten, alsof zij op iets wachtten. Excel
lentie, wenscht u misschien een partijtje te wins
ten, totdat het collation wordt opgedragen."
ȕseen, ik bedank," antwoordde de
bruiloftsgeneraal. »Ik zou u willen verzoeken, mij nog
vóór het collation weg te laten gaan, want ik
houd niet van soupeeren."
«Excellentie, misschien wilt u weg, omdat mijne
schoonouders hier blijven. In dat geval zeg ik
dadelijk tot mijne vrouw dat zij hare ouders in
lichten moet, hun' tong in toom te houden en
zich niet op den voorgrond te dringen.''
»0 toch niet.... Wat denkt u God beware
mij.... in 't geheel niet.... uw schoonvader is
zulk een ervaren koopman..... Ik wil alleen
weg, omdat ik 's avonds nooit eet."
De bruidegom was bedroefd.
De generaal nam afscheid en drukte ook den
vader en de moeder der jonge vrouw de band.
Door allen vergezeld stapte hij de voorkamer in.
De bruidegom blikte woedend op de schoon
ouders
'v Huwelijken in Russische koopmanskringen
worden zelfs te St. Petersburg nu nog als in oude
De keizer en Bismarck.
(Tnboulet.)
Laat ons elkaar omhelzen! ^Een goed^Pruis
drinkt nooit alleen. ;;
tijden gesloten. . De Swacba
(huwclijksmakolaarster) brengt vrouwtje en mannetje bijeen en
lokt eene overeenkomst uit van den schoonzoon
en den schoonvader in spe over de
huwelijksgift, dan volgt de plechtige verloving. Is de
bruidsschat gereed, dan wordt hij in een gesloten
rijtuig naar de woning van den bruidegom ge
bracht, en komt er niet het een of ander onaan
genaam incident tusschenbeiden, dan volgt spoedig
daarop het huwelijksfeest, waarbij noodzakelijk
een generaal, al is het ook een gepensioneerde'
of zelfs een ontslagen, deel moet nemen.
De gevierde i'euilletonschrijver Leiken, die
jarenlang in eeno betrekking als l'rikaschschik (be
diende in een magazijn) het leven der llussische
koopmanshuizen leerde kennen, geeft een zeer
pikant beeld van een huwelijk der dochter van
ern langbaardigen Kuper (koopman) inet een
Tscbinownik (ambtenaar), die op zijne onbe
schaafde" schoonouders uit de hoogt: neerziet.
Wij hebben onze lezers midden onder de
bruiloftsgasten verplaatst, /ij hebben uit de eerste
woorden van den bruidegom kunnen zien. met
hoeveel minachting de ambtenaar over
destandgenooten van zijn schoonvader, den koopman,
spreekt. Maar ook de bruiloftsgeneraal wil van
deze lieden niets weten, en wil zich liever van
het zeker rijke gastmaal verwijderen, dan uit
maal met de ouders dor bruid te doelen.
Toen de generaal weg was, riep do bruidegom
zijne schoonouders toe: ?/Alleen om jelui ging de
generaal heen."
Waarvoor lieg je V De generaal is eer, vrien
delijk man. Hij reikte mij ook do hand/' ant
woordde de schoonvader.
«Hoe zou hij je de hand niet reiken, wanneer
je je zoo aan hem opdringt?"
De schoonvader vloog op : Waar moesten we
dan heen kruipen !"
-Misschien in de keuken, vriendelijke schoon
zoon? Neen, dat zal je niet beleven. Wij/ijn in
de woning van onze dochter !" nam do schoonmoe
der het woord.
«Pardon, deze woning hoort rnij en niet aan
uwe dochter."
»\Yij hebben ze toch gemeubeld! ledere spijker
hier behoort ons."
Heeft u behoord, maar nu behoort het mij.
En. bovendien behoeft ge op die spijkers niet zoo
grootsch te zijn. Het was toch overeengekomen,
dat go die moest inslaan, (ie stoimtet toe. die
spijkers in te slaan, maar terloops gezegd, hebt
ge ze er niet alle ingeslagen. Kr ontbreekt een
lamp.en in den salon ontbreekt een ihuveolon tapijt.'1
>-ln den salon zon geen tapijt zijn'/" roept de
schoonvader uit, op bet tapijt wijzende: Wat
is dat dan ?''
«Maar toch geen rluweelen tapijt ! Wat houdt
gij u nu dom. Dit tapijt kost niet meer dan
vijftien roebels. Zulke tapijten vindt men in
hotel-kamers voor nen roebel, maar niet in
salons. Als gij van uwe dochter houdt, zorgt dan
dat er morgen een ander tapijt i>."
?>IIoogstens een looper voor de keuken kunt
gij nog krijgen, meer krijgt gij van mij niet.
Genoeg .' Hebalve dat hebt gij mij voor hei
trouwen met het mes op de keel lotiu roebels
afgezet."
»Xu gij zult het wel geven, wannerrjodochtert.il.:
er om komt vragen."
liet gesprek nam eene zeer ernstige wending.
De gasten, uitsluitend Tehinowniks, begonnen
onder elkander te fluisteren. De /aak werd lm n
pijnlijk. Alleen de «bruidvader" i bier de getuide
van den bruidegom) trok voor den bruidegom
partij en mompelde, terwijl hij zijne
Stani.--lau>orde recht schikte:
«Winkelierszielen! Uwe dochter wordt adellijk
en tot dank daarvoor gedraagt gij u zoo gemeen."
In de voorkamer klonk de schel. Een koopman
keerde terug om zijne overschoenen te halen.
Terwijl hij ze aantrok riep hij in den salon;
«Opzettelijk keerde ik uit de tram terug om
mijne overschoenen te halen. Morgen zou deze
rooverbende ze mij niet meer terug geven en
beweren dat ik ze hier niet had laten staan."
De bruidegom vliegt naar de voorkamer, om hem
eenige beleedigingen te zeggen, maar de koop
man, de gast, slaat den ambtenaar de buitendeur
voor den neus dicht.
De dienaren dekten de tafel, de gasten namen
plaats. Spoedig begonnen de toosten. De «bruid
vader" (getuige van den bruidegom) dronk op het
welzijn der jonggetrouwden, de bruidegom op
het welzijn van de «bruidmoeder" (getuige van
de bruid).
De schoonvader had reeds drie of vier glazen
brandewijn genomen. Dit maakte hem stout
moediger: hij sprong van zijn stoel op en schreeuwde:
«Ge moet pcrmitteeren, Porfiri Wassiljewitsch !
Vóór alles drinkt men op het welzijn der echte
ouders en niet op dat van den «bruidvader" en
de «bruidmoeder". De echte ouders gaan toch
voor."
«Onnoozelheid, onzin! Je behoeft me geen lesjes
te geven!" schreeuwde de bruidegom. «Op wiens
gezondheid ik drinken wil, drink ik. Houd je stil.
Je beurt komt ook wel."
>Nu, genoeg. Daar zou geen steen zijn geduld
bij houden. Anna Timofejewna, neem afscheid
van onze dochter; laten wij naar huis gaan".
«Vaarwel, als je je in beschaafd gezelschap
niet weet te gedragen", riep de schoonzoon.
?-Gij verstaat u niet te gedragen. Leef gelukkig,
dochtertje . . . het spijt mij voor u, maar aan de
zaak is niets meer te veranderen ' De vader
kuste de jonge vrouw en maakte een afwerende
beweging. De moeder kuste haar weenende en
sprak :
Wat moet ik beleven?... Niet eens in het
bruidsvertrek kan ik mijne dochter geleiden. . . .
^ aarwol Katinka, vaarwel Katinka. Vergeet uwe
moeder niet. Kom eens bij ons aanloopen, duifje !"
xAlstjeblieft, Anna Timofejewna, . spaar mijn
vrouw uw kussen. Denk je misschien dat mij
dat aangenaam is? Genoeg eindelijk!"
-Ach, adder, adder! wat sis je!"
-Fatsoenlijkheid wil ik ... Ik wil, dat eenvoudige
Het fabrieks- en handelsmerk
van het Duitsche Bijk.
(Lustige Bltïtter.)
(\I>N I,i;\ r.r/mv, prcsiifeïit rttn den Ti/jksduy}
Drs ist der Damnen.
i., J'?nixiacJi, minimier ivui jinancicn) Der
die Pllaumen.
'IH A nii\\ -KV. stital:«'ccrt;titria run
jinunratl't sie a u i'.
nmliir VUN C.\i'i:m) Der trilgt sie
llinein.
(Mtni<fi>r r/i» oor'fifj liimx^AiiT v.
Sciir.i.r.i:NnniM'i l'nd der kleine Schelm frisst sie ganz allein!
Waar waren
een uitvaagsel
lieden zich in beschaafd gezelschap weten te
gedragen."
Ach jij lomperd.
nnze oogen, toen v ij
onze, dochter tot vrouw
Lomperd, uitvaagsel. . . . Met /ulko munk be
taalt ge mij; ik daarentegen als intelligent mensch
zal u niet met gelijke munt terugbetalen en u
daarom zelfs tot in de voorkamer uitgeleide, doen.''
Waag liet niet. ons te geleiden. Hoor je V
Anders .... anders kan het. nog erger worden"
schreeuwt de koopman. .Ik heb geduld, maar
wanneer men mij tot het uiterste drijtt, dan ben
ik \ lug met de band . . . ."
Xu. zooal>. gij wilt," zei;t de bruidegom en
neemt zij u plaats aan de tafel weder in. Zijn
jonge vrouw weende. De gakten waren verlegen
en roerden geen der spijzen aan
VeroutM'hiildigt mij. geerde gasten, dit nood
lottige voorval, waaraan ik werkelijk geen schuld
heb Dit volk kan iedereen uit zijn kalmte brengen."
- - Zoo verontschuldigde xich de teorhartige
M'hoon/oon tegenover /i|iie gasten. Toen hij zijne
vroeg hij haar Inid: ^ aarom
Om je vader en moeder? Xu
ne UMI tak. .Ie moet je van hen
Een hulpspoor.
(Judy.)
. Wat zegt ge, I'orliri ?''
moeite uit en weende
U'OHU za
ween je.
ben je al
afwennen."
Is dat dan mogelijk
bracht de anno vrouw met
nog luider.
De beschaaide" jonge echtgenoot bemerkte nu,
dat hij te \ ei- gaan was.
Laat (lat. Katinka. Droog die tranen en word
kalm. Je moet toch begrijpen dat je nu geen
koopmansdochter meer, maar de vrouw van een
Dwarsliggers voor de IIome-Rule-locomotief.
Collegie-Secretaris, Mevrouw de
Colleijie-Secretaresse bent, en om zoo te zeggen persoonlijken
adel hebt. Gij moet u aan adellijk gezelschap
gewennen, geef mij je handje!''
>Uaak me niet aan," schreeuwde de jonge vrouw.
rukte zich los en sloeg hem op de hand.
Hij beet zich op de lippen en zeide:
«Zenuwen ! Wonderlijk, dat ook die stand aan
zenuwen lijdt. Vreemd."
De gasten stonden op en namen afscheid. De
jonge echtgenoot begeleidde ze en mompelde :
»Ach, hoe onaangenaam dat het feest zulk een
treurig einde moest hebben, en dat alles door die
menschen ; verontschuldig het, dierbare gasten. ."
Allerlei.
De abbéde Bois-Iiobert, een der stichters van
Académie Krancaise, stelde zijn neef op eene
wandeling aan den kardinaal de Richelieu voor,
en.... duwde een paar minuten later den jongen
man in een der groote vijvers.
Zijt ge krank/innig?" riep de kardinaal
uit. .Volstrekt niet, want zonder dit incident
had I'we Kminentie mijn neef terstond weer
vergeten.'''
De drie onomkoopbaien. Een Russisch
dignitaris te Warschau wilde er het beruchte
fooienstelsel in de ambtenaarswerehl afschaften.
Onder anderen wendde hij zich tot een hoog
politiebeambte te Warschau, en zeidc hern in
zijn gezicht, dat bij zich liet omkoopen. Excel
lentie,'' antwoordde de beschuldigde, te Warschau
zijn slechts drie hooggeplaatste heeren, die
geen fooien aannemen." -Noem mij die drie,"
zeide de Excellentie, en maakte zich gereed om
verrast te worden met een compliment. Dat
zijn." antwoordde de ambtenaar, ->koning
Sigisiriund, ('opernicus en l'asskiewicz, want alledrie
zijn standbeelden."
l!ij de .bévues" in het Kransch behooren nog
uit den laatsten tijd do volgende, de meeste
trouwens van lielgische schrijvers:
("est 1111 tiilileuii scandalenx que vos chastes
oreilles ne doivent pas enteiitlre." Emile
liïchehourir.
»l"n gouvernement doit tre a Ia fois l'époroii
et Ie rniroir de 1'opinion publique." liulletin
]>olitii|ue van de E'oüe bcliie.
?On a arrétéhier l'honime et la femme d'un
marchand de cigares." C ('nops.
l,a police a retiréhier du canai un cadavre
qui semblait y avoir séjonrnéau moins un mois.
l,e nez tait complètement séparédu tronc."
C. Cnops.
Confidenties.
(PlIIIC/t )
IN l!i? i.i.:
dan mijn
Heb je ooit
marine ?''
:i>: .ia, ? de
myne .